justus,
Waar ik me op dit moment druk over maak in dat niet alleen de vergrijzing toeneemt maar dat ook daartegenover de bevolkingsgroei afneemt. Het gevolg is dat de belastinginkomsten zullen dalen. Dat is de reden dat de regering Poolse arbeiders ons land wil binnenlaten om in ieder geval nog voor de aanwas te zorgen om ook in de toekomst onze pensioenen te kunnen betalen.
Ik kwam dit stukje uitleg over de AOW tegen misschien heb je er wat aan.
Algemene Ouderdoms Wet (AOW) vogelvrij
15 januari 2006
Een notitie van Cees van Gils
Cees van Gils heeft een baan gehad binnen de nationale en internationale sociale verzekeringswetten. In deze notitie legt hij o.a. uit wat de AOW is, hij geeft een historische achtergrond, wat het probleem is en wat de oplossingen zijn, wat er stiekem al gebeurd is en tot slot zijn conclusies.
1. Wat is de AOW?
2. Historische achtergrond
3. Wat is het probleem?
4. Anders bekeken
5. Aan welke oplossingen wordt gedacht
6. Schrijnende opmerkingen
7. Wat is er stiekem al gebeurd?
8. Solidariteit
9. Losse opmerkingen
10. Conclusies
1. Wat is de AOW?
De AOW is in 1957 van kracht geworden als een verzekering gebaseerd op het omslagstelsel voor alle verzekerden tussen de 15 en 65 jaar. De bedoeling was en is om iedere verzekerde die op dat moment 65 jaar was of dat in de toekomst op enig moment zou worden van een waardevast bodempensioen te voorzien. Per 1 januari 1965 werd de AOW afgestemd op een sociaal minimum en werd aldus een basisvoorziening.
De premie dient te worden opgebracht door de verzekerden, die nog geen 65 jaar zijn en over een inkomen beschikken. Het is aldus een verzekering en geen vorm van bijstand, zoals sommigen op dit moment menen te mogen beweren.
En de premie wordt in tegenstelling tot wat door sommigen, uit onwetendheid of uit kwade opzet stelselmatig wordt verkondigd niet uitsluitend opgebracht door de werknemers, maar door iedereen tussen 15 en 65 die een inkomen heeft. Dus ook door de rentenier, de zelfstandige en de 65-minners, die al dan niet vrijwillig van een uitkering afhankelijk zijn.
Bij de start van de AOW is er voor gekozen, om iedereen die verzekerd is geweest en 65 jaar wordt dit pensioen toe te kennen. De belangrijkste overweging was, dat dit voordeliger was dan het instellen van inkomensonderzoeken.
2. Historische achtergrond
Degenen, die in 1957 nog geen 65 waren en gingen betalen voor de 65-plussers van toen, vonden het de normaalste zaak om voor de ouderen te betalen, die anders veelal in kommervolle omstandigheden, na een leven van zeer hard werken, hun laatste levensjaren zouden slijten. Het werd hen van harte gegund. Degenen, die in 1957 begonnen te betalen moesten nog maar afwachten of zij ooit zelf 65 zouden worden en het moet gezegd worden, velen hebben het niet gehaald.
De slimmeriken zullen opmerken, dat de AOW-premie, die je op enig moment betaalt strikt genomen, niet voor je eigen pensioen is, omdat die premie wordt aangewend voor de betaling van de AOW-pensioenen van de 65-plussers van dat moment. Strikt genomen is dat zo, maar door het verzekerd zijn werden er los van bedragen “verzekeringsjaren” opgebouwd, waarbij ieder verzekerd jaar goed was voor 2% van het AOW-pensioen. Met andere woorden vanaf de aanvang werd een AOW-uitkering in het vooruitzicht gesteld. De overheid zou een toppunt van onbetrouwbaarheid ten toon spreiden als aan het einde van de contractperiode van 50 jaar plotsklaps de spelregels worden veranderd.
Bovendien is in de meeste bijkomende pensioenen rekening gehouden met de inbouw van de AOW in de uiteindelijke pensioenuitkering op 65 jarige leeftijd. Gestreefd wordt naar een inkomen van ongeveer 70% van het laatste salaris, wat trouwens meestal ondanks een lange beroepsloopbaan van 40 of 50 jaren niet wordt gehaald.
Degenen, die nu AOW ontvangen zijn steeds solidair geweest met de nog ouderen, ongeacht of die 65-plussers slechts gedeeltelijk of in het geheel niet hadden betaald voor de AOW. Over solidariteit gesproken.
Velen, die nu 65 jaar zijn of het binnenkort worden, werkten al vanaf hun 15e jaar en soms nog jonger. Zij waren niet in de gelegenheid om te studeren, zolang als zij wilden, wat nu nagenoeg voor iedereen gelukkig mogelijk is. En dat is de jongeren van nu van harte gegund.
Het merendeel van de 65-plussers van nu probeerden naast hun zware werkweek op allerlei manieren nog wat bij te leren door avondstudie en het volgen van cursussen op eigen kosten. Er werd wel gedroomd van een eigen woning en een auto, maar meestal bleef het bij dromen en kwam het autootje pas op middelbare leeftijd. Voor veel jongeren van nu is een auto omstreeks de 20e verjaardag of nog eerder toch een doodnormale zaak.
3. Wat is het probleem?
De eerste berichten over mogelijke problemen bij de financiering van de AOW worden in 1994 door de Sociaal–economische raad (SER) geopperd. Het gegeven, dat meer mensen dan in het verleden 65 jaar worden en dan zelfs nog een tijd blijven leven, wordt aangeduid als het vergrijzingsprobleem.
Je kunt ook stellen, dat vergrijzing het resultaat is van een toegenomen levensverwachting en een afnemend geboorte cijfer. De vergrijzing is daarom niet alleen een probleem maar ook een succesverhaal. Nog anders belicht, enerzijds leven we te lang en anderzijds zorgen we voor te weinig nakomelingen.
Steeds wordt als vaststaand gegeven gehanteerd, dat uitsluitend de werknemers de AOW moeten opbrengen voor de 65-plussers, met ontkenning van het gegeven, dat premie verschuldigd blijft tot het 65e jaar, ongeacht hoe het inkomen wordt verworven.
Frank Kalshoven kwam al in 1996 in de Volkskrant met de kreet, die het bij “jongeren” goed doet en de senioren door de ziel snijdt: “Het AOW-inkomen van de ouderen van 2015 gaat ten koste van de werkgelegenheid van de jongeren van 2015”. Hoe verzin je zoiets?.
Als probleem wordt steeds weer opgevoerd, ook door de Amsterdamse hoogleraar Kees Schuyt (geboren in 1943), dat het de vraag is of de jongere generatie, iedereen die nu tussen de 0 en 40 jaar is nog wel bereid zal zijn om voor de collectieve regelingen te betalen. Over solidariteit gesproken.
Ook Jeroen de Veth en Sander Thomassen van de Jongerenorganisatie van de VVD scharen zich in Trouw van 10 februari 2000 in het rijtje van degenen, die vragen zetten bij de bereidheid van de jongeren om in de toekomst te betalen voor de AOW.
Niet de vergrijzing is een probleem maar de mentaliteit van degenen, die uit een grenzenloze vorm van egoïsme en liefdeloosheid denken, dat alles draait om jong-zijn, consumeren, produceren en economische groei. Het is de waan van de dag, om ongehinderd door enige kennis van zaken te roepen, dat 65-plussers AOW-premie moeten gaan betalen en als ze daartoe niet bereid zijn, dat ze dan niet solidair zijn met hun leeftijdgenoten en met de “jongeren”. Knap verzonnen.
4. Anders bekeken
Wordt er wel eens bij stilgestaan, dat grijzer ook mooier en beter kan zijn? In dat verband wil ik een tweetal citaten aanhalen van Willem de Bruin uit zijn artikel in de Volkskrant van 4 oktober 2003.
‘Een samenleving waarin jong niet meer per definitie de voorkeur geniet boven oud, oud niet meer synoniem is met ouderwets en vernieuwing niet langer een doel op zich is, zal ongetwijfeld minder cool en dynamisch zijn, maar daardoor wel zo ontspannen en meer kansen bieden aan iedereen die de huidige ratrace niet kan bijhouden. Welke rust zal er niet over de samenleving neerdalen als het bedrijfsleven ontdekt dat ouderen een grotere groeimarkt zijn dan jongeren en we eindelijk worden verlost van de opdringerige lawaaicultuur die ons er nu dagelijks aan herinnert dat jong zijn de norm is?
Ook het navolgende citaat uit hetzelfde artikel is meer dan lezenswaardig en de moeite van het overwegen waard.
‘Het voortdurend hameren op de dreigende “onbetaalbaarheid” van onze oudedagsvoorzieningen, werkt niet alleen verlammend op de discussie, maar is ook misleidend. Als de stijging van de lasten betekent dat we in plaats van drie nog maar twee keer per jaar met vakantie kunnen, krijgt het begrip onbetaalbaar al een heel andere betekenis. Ook met minder econo-mische groei blijft Europa nog altijd een van de meest welvarende regio’s in de wereld.’
Zou er ook een stuk waarheid inzitten als Mohammed Benzakour in de Volkskrant van 2 augustus 2004 schrijft, dat de bewieroking van de jeugd is doorgeslagen? Of mag je alles zeggen, maar behoort een dergelijke benadering tot de taboesfeer?
5. Aan welke oplossingen wordt gedacht
Zonder rekening te houden met de gevoelens en de financiële toestand van de bevolkings-groep die vergrijsd is en dus voor het “probleem” verantwoordelijk is buitelen de oplossingen over elkaar heen. Velen praten elkaar na. Journalisten, politieke partijen en vakbonden doen hun duiten in het discussiecircuit, om oplossingen voor het al dan niet vermeend probleem aan te dragen.
Een van de “oplossingen”, die regelmatig opduikt is om de AOW-uitkering een aantal jaren te bevriezen.
Andere suggesties zijn om de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen tot 67 of zelfs 70 jaar. Deze oplossing getuigt van weinig realiteitszin, omdat ouderen niet of nauwelijks aan de slag komen.
Ook het afremmen van vervroegde pensionering wordt vaak als oplossing aangedragen. Vergeten wordt dan, denk ik, uit onwetendheid of andere beweegredenen, dat ook personen, die vervroegd (dus voor de 65e verjaardag) stoppen met werken nog AOW-premie verschuldigd zijn.
Ook wordt gemakshalve vergeten, of is het echt onwetendheid, dat de vermaledijde Vervroegde Uittredingsregelingen (VUT) in het leven werden geroepen om jongeren een arbeidsplaats te verschaffen. Het gebeurde ook vaak dat aanstaande Vutters op een indringende manier werden aangemaand op te stappen en niet langer een arbeidsplaats van een jongere te bezetten.
Kennelijk wordt nu gemakshalve vergeten, dat mensen, die vervroegd met pensioen gaan niet van de wind kunnen leven. Dat met vervroegde pensionering een beroep op andere fondsen wordt gedaan is een gegeven, maar het dient dan wel als zodanig benoemd te worden.
De meest geventileerde “oplossing” is de suggestie om de 65-plussers ook nog te laten betalen voor de AOW, uit een oogpunt van solidariteit. Hoe verzin je het woord solidariteit in deze context.
Zeer interessant in deze is het artikel van Willem Venema in de Volkskrant van 8 mei 1997, waarin hij het rapport Drees uit 1987 met de titel Gespiegeld in de Tijd, uitvoerig bespreekt.
Dit rapport geeft onderbouwd aan dat ondanks een verdubbeling van het aantal 65-plussers rond het jaar 2035 de onbetaalbaarheid van de AOW een taaie mythe is. De laatste prognoses hebben het echter niet over verdubbeling maar een toename met 70% in 2040. Het rapport zegt, dat in 1985 de AOW-uitgaven 6,1% van het nationale inkomen bedroegen, in 2003 is dat 5%. In 2030 zou dat dan oplopen tot minstens 6,5% en maximaal tot 8,5% bij een zeer lage groei.
Hij stelt, dat de conclusies van het rapport niet zijn achterhaald en zelfs in grote lijnen zijn bevestigd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het veelgeprezen rapport Ouderen voor Ouderen.
Thans (cijfers 2003) kost de AOW 5% van het nationale inkomen en zal dat op de top van “de grijze golf” 7 procent zijn, aldus Robert Olieman, hoofd informatie en onderzoek van de Sociale Verzekeringsbank in een interview in Niettegenstaande het voorgaande komt op 14 december 1999 de WRR in het rapport Generatiebewust beleid met de dringende aanbeveling dat 65-plussers met een goed aanvullend pensioen een bijdrage moeten gaan betalen aan de AOW.
Een oplossing voor de verhoogde lasten kan ook gevonden worden in het AOW-spaarfonds, waarin volgens het PvdA kamerlid van Zijl (de Volkskrant van 2 februari 2000) in het jaar 2020 voldoende geld zal zitten namelijk 300 miljard, als men er voor kiest om het zogenaamde financieringsoverschot (bijeengewerkt door de huidige generatie!) in dit fonds te storten en niet te gebruiken voor de aflossing van de staatsschuld.
Ook Peter van der Heiden, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Katholieke Universiteit Nijmegen, denkt er zo over, gezien zijn publicatie in de Volkskrant van 8 februari 2000.
Vastgelegd is overigens, dat er in dit AOW-spaarfonds jaarlijks een oplopend bedrag dient te worden gestort van 5,5 miljard in 2000 tot 24 miljard in 2020.
De meest rigoureuze “oplossing” komt van het Centraal Planbureau (CPB). In een op 28 februari 2005 verschenen notitie schrijft het CPB, dat o.m. de AOW moet verdwijnen omdat de regeling te duur en niet efficiënt is.
6. Schrijnende opmerkingen.
• Ferdi de Lange studeert nog rechten en politicologie en betaalt een fractie van de studiekosten en zegt (in de Volkskrant van 9 augustus 2003): De huidige senioren lagen krom voor de langstudeerders, maar lieten een vervuild milieu achter en een opgelopen staatsschuld en krijgen nu elke maand zomaar AOW.
• Ferdi de Lange wil niet van de AOW af. Hij wil wel af van het automatisme, dat rijke ouderen (Wanneer ben je trouwens een rijke oudere? Als je naast de AOW nog inkomen hebt) AOW krijgen zonder tegenprestatie. Is hij dan zo slecht geïnformeerd, dat hij niet weet, dat die ”rijke” oudere de maximale AOW-premie heeft betaald of is dit een vorm van manipulatie?
• En dan de algemene kreten zoals: valkuil van de vergrijzing – de vergrijzing zal toeslaan – jongeren mogen niet de dupe worden van de vergrijzing.
• Jongere werknemers zullen niet meer bereid zijn om premie te betalen voor hun oudere collega’s.
• Het taboe dat 65-plussers naar vermogen dienen mee te betalen aan de AOW dient te worden doorbroken.
• Jeugd betaalt vakantie senioren.
• Jongere sponsort oude dag collega.
• De vakbonden liggen aan de ketting van de ouderen, de gouden lepelgeneratie, aldus Antoon Blokland, voorzitter van de CNV Jongeren in de Volkskrant van 1 mei 2004.
• Hoe het technisch wordt uitgewekt, maakt me niet zo veel uit, wanner het geld voor de AOW maar wordt gevonden bij de rijke gepensioneerden, aldus Remy Wilshaus voorzitter van jongerenafdeling van de VVD in de Volkskrant van 15 februari 2005.
• Als Ferry Haan, verslaggever van de Volkskrant in de editie van 12 februari 2005 onder de onjuiste en insinuerende kop Inkomen van AOW-er zal sterk stijgen voor de zoveelste keer de onjuistheid lanceert: “Gepensioneerden betalen in de huidige situatie niet mee aan de AOW”, kan toch niets anders worden geconcludeerd, dan dat dit onderdeel is van een campagne. Een campagne om de ouderen zwaarder te belasten en de koopkracht van jongeren sneller te laten stijgen.
• De Grote Grijze Graaiers blijken niet bereid te zijn hun kinderen en kindskinderen te steunen door hun AOW fiscaal te laten belasten, aldus mevrouw G.Th.M. Stigers in de Volkskrant van 19 februari 2005.
• “Grappen” als van Lans Bovenberg om stemrecht te ontnemen aan 65-plussers.
7. Wat is er stiekem al gebeurd?
Er wordt gepraat over fiscalisering van de AOW, dat wil dus zeggen, dat het de opzet is om de AOW-uitkeringen te betalen uit de belastingen. In feite gebeurt dit al gedeeltelijk.
Sinds 1999 is de AOW-premie op maximaal 17,9 % gesteld, met een maximale verhoging tot 18,25%. Het tekort op de uitkeringen wordt uit de belastingen gefinancierd, waar dus ook de 65-plussers aan meebetalen. Van de 23 miljard euro die de AOW-uitkeringen kosten wordt nu al 4,2 miljard betaald uit de belastingen. De AOW-premie werd “bevroren”.
Tegenover het “bevriezen” van de AOW-premie staat het gegeven dat de premie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) van 1998 tot 2005 steeg van 9,60% tot 13,45% in 2005.
Aan de AWBZ betalen 65-plussers volledig mee, zonder compensatie op pensioengebied.
8. Solidariteit
Als de 65-plussers niet bereid zouden zijn om ook na de 65e verjaardag premie te betalen voor de AOW, wordt hen gebrek aan solidariteit verweten met de 65-minners en dan zouden de jongeren van de toekomst wel eens niet meer bereid zijn om voor de AOW te betalen.
Het verwijt van gebrek aan solidariteit richting de 65-plussers is wel hard en grof.
Als de 65-plussers nu eens niet meer bereid zouden zijn om via de belastingen mee te betalen aan kinderbijslag, kinderopvang en onderwijs, kan dat dan ook gehonoreerd worden? Of is hierin verdisconteerd dat 65-minners kunnen staken en 65-plussers een politieke speelbal kunnen worden en de arbeidsmarkt niet kunnen verstoren.
Zelfs de WRR zegt op pagina 44 van het rapport Generatiebewust Beleid van 12 december 1999 dat de bestaande gunstige zorgverzekering voor jonge mensen en hun kinderen geen voorbeeld is van solidariteit van jongeren met ouderen.
Als de 65-minners niet (meer) bereid zijn om voldoende te betalen voor de AOW-ers, kunnen die AOW-ers dan een premiereductie ontvangen op hun ziektekostenverzekering voor zaken waarvan ze toch geen gebruik meer kunnen maken, zoals kraamzorg, bevallingskosten, in-vitrofertilisatie, sterilisatie en het ongedaan maken van sterilisatie?
9. Losse opmerkingen
• Door de ontgroening, waardoor er minder jongeren en minder kinderen zijn, zal de belastingreservering voor zowel de kinderbijslag als de kinderopvang omlaag kunnen, waardoor bijvoorbeeld het AOW-fonds van Jan van Zijl extra kan worden aangevuld.
• Door de totale fiscalisering van de AOW wordt de rechtszekerheid weggehaald bij mensen, die rekenen op in het verleden gedane toezeggingen.
• Als variant op de ”grap” van Lansberg om het kiesrecht te ontnemen aan ouderen bij hun pensionering stel ik voor om het kiesrecht af te pakken van de leeftijdscategorie van 27 tot 49 jaar, omdat volgens de tabel op pagina 377 van het rapport Generatiebewust Beleid van de WRR, zij het meeste profijt hebben van de overheidsuitgaven (dus het duurste zijn).
10. Conclusies
Als er al een financieringsprobleem zou komen op termijn met betrekking tot de AOW, wat niet eens zo zeker is, zijn er andere oplossingen denkbaar dan de AOW botweg afschaffen of (volledig) fiscaliseren, zoals:
1. Het AOW-fonds (van Jan van Zijl) extra spekken door verhoging van de BTW en of vennootschapsbelasting.
2. Een nieuwe belastingschijf introduceren voor de inkomens boven de € 60.000 van 62% of meer en deze extra belasting bestemmen voor de AOW en de AWBZ.
3. Zeker niet overgaan op een vlaktaks.
4. De AOW-premie verhogen van 17,9% naar 18,25%, een verhoging van slechts 0,35%.
Als er voor gekozen wordt om de AOW al dan niet gefaseerd volledig te fiscaliseren betekent het dat de 65-plusser over (een gedeelte van) zijn inkomen 17.9% meer belasting moet gaan betalen. Is dat redelijk?
Vele “rijke” 65-plussers zullen dan in de problemen komen.
Mijn stellige overtuiging is dat de doelgroep niet beseft, wat hen boven het hoofd hangt.
Een mogelijk voordeel van het paniekerige gedoe van de media is, dat de ouderen nu wellicht gemobiliseerd worden.
Met het vorenstaande meen ik te hebben duidelijk gemaakt, dat het meer dan ongepast is om ouderen, die niet vrijwillig naar de slachtbank geleid willen worden, te beschuldigen van een gebrek aan solidariteit.