Re: Terugplaatsen verdwenen topic van Okerene
Geplaatst: 03 feb 2005 23:15
Geplaatst op 11 Dec 2004 17:39 door Job68
De heer J.J.C. Kabel is verbonden aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam en o.m. voorzitter van de Geschillencommissie van het Bureau Kredietregistratie en van de Privacy Commissie van de Universiteit van Amsterdam. Deze heeft een artikel geschreven over het BKR, waarin het volgende wordt aangegeven:
Quote:
De juridische basis voor deze (centrale) kredietregistratie door het Bureau Kredietregistratie is art. 9 jo. 14 Wet op het consumentenkrediet (Wck). Op grond van het eerste artikel is het verboden zonder vergunning krediet te verlenen. Aan de vergunning wordt ingevolge artikel 14 lid 2 het voorschrift verbonden dat de houder van de vergunning dient deel te nemen aan een stelsel van kredietregistratie. Dat stelsel is het BKR.
In de bijzondere voorwaarden effectenlease stelt Dexia dat het Bureau Kredietregistratie zal worden geïnformeerd over de overeenkomst en eventuele betalingsachterstanden. Hiermee geeft Dexia aan, als (mogelijke) niet vergunninghouder, toch het BKR te informeren. Het BKR registreert alleen, echter de AFM had hier moeten controleren of Dexia een vergunning had.
In het artikel van Kabel wordt ook geschreven:
Quote:
Naast de specifieke toetsingsplicht bij het BKR, bestaat een algemene informatieplicht: de kredietgever neemt niet deel aan een krediettransactie zonder te beschikken over genoegzame, andere dan mondelinge, inlichtingen aangaande de kredietwaardigheid van de kredietnemer (art. 28 lid 1 Wck).
En:
Quote:
De toelichting op de wet verstaat onder 'genoegzame inlichtingen' inlichtingen over de budgettaire positie (kredietwaardigheid), d.w.z. inzicht in zowel de inkomsten als bepaalde vaste uitgaven (bron en hoogte van het inkomen, eventuele nevenverdiensten, inkomsten van andere personen voor zover relevant, woonlasten, gas, water, licht, alimentatie, ziektekostenverzekering e.d. ('creditscoring'). Van die inlichtingen behoeven overigens alleen de belangrijkste posten op hun juistheid te worden gecontroleerd door de kredietverschaffer.
In diverse uitspraken is al aangegeven dat alleen een door Dexia uitgevoerde BKR toets niet voldoende was. Andere gegevens hadden dus ook opgevraagd dienen te worden. Deze algemene informatieplicht van de kredietnemer is vastgelegd in de Ere Code van de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN). Nu wordt het interessant. Dexia had (mogelijk) geen vergunning inzake de Wck, en was (en is nog steeds niet) daarom ook geen lid van deze vereniging. Datzelfde geldt voor Aegon, Legiolease en Labouchere.
Wat staat er eigenlijk in deze erecode? Met name artikel 4 bevat naar mijn mening cruciale informatie. Dit artikel gaat over de behandeling van de aanvraag van kredieten. Vooral artikel 4 ad 2 is zeer interessant:
Quote:
Ad 2, beoordeling van de aflossingscapaciteit:
Steeds meer vinden kredietproducten ingang waarop niet, of niet op de gebruikelijke wijze, wordt afgelost. Om te voorkomen dat de cliënt onverantwoorde verplichtingen aangaat, dient de financier, voor kredietvormen anders dan hypotheken voor de aanschaf, verbetering of behoud van onroerend goed, voor de acceptatie uit te gaan van een norm-bedrag aan rente en aflossing van tenminste 2% per maand van de kredietlimiet of het kredietbedrag. Eventueel reeds lopende leningen moeten voor het berekenen van de aflossingscapaciteit volgens dezelfde norm worden herberekend. Bij verschil tussen de werkelijke en de theoretische verplichtingen geldt voor de berekening van de aflossingscapaciteit steeds het hoogste bedrag. Bij een persoonlijke lening is de oorspronkelijke kredietsom niet altijd te herleiden (registratie BKR is kredietsom incl. financieringskosten). In dat geval wordt uitgegaan van 2% per maand van het geregistreerde bedrag incl. financieringskosten. Bij producten die bij het BKR staan geregistreerd zonder vermelding van de limiet (bv. VK en WP) moet worden uitgegaan van een minimale last van € 25 per maand. Voorbeeld: de kredietaanvrager heeft een aflossingsvrije (tweede) hypotheek van € 40.000 (voor consumptieve doeleinden). Voor de berekening van de aflossingscapaciteit moet rekening worden gehouden met een maandelijkse verplichting van € 800, ook al is de werkelijke last (de rentebetaling) bv. slechts € 200 per maand. Hetzelfde geldt voor kredieten die worden afgelost met een verzekerings- of beleggingsproduct, incl. zgn. aandelenleaseproducten en varianten daarop.
Volgens de erecode van de Vereniging van Financieringsondernemingen vallen aandelenleaseproducten en varianten daarop dus expliciet onder de Wck. Deze erecode is aangenomen in 1983, en aangepast op 22 april 1999. Dit was in de periode dat de meeste contracten afgesloten werden.
Het moge duidelijk zijn dat de Vereniging van Financieringsondernemers wel door had dat de Wck van toepassing is. Dexia/Aegon hadden hun huiswerk niet goed gedaan. Wat mij betreft is de Wck de nekslag voor deze "banken".
Bronnen:
http://www.ivir.nl/publicaties/kabel/%5 ... /jjck.html
http://www.vfn.nl/content/overvfn/gedragscode.asp
Met vriendelijke groet,
Job68
De heer J.J.C. Kabel is verbonden aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam en o.m. voorzitter van de Geschillencommissie van het Bureau Kredietregistratie en van de Privacy Commissie van de Universiteit van Amsterdam. Deze heeft een artikel geschreven over het BKR, waarin het volgende wordt aangegeven:
Quote:
De juridische basis voor deze (centrale) kredietregistratie door het Bureau Kredietregistratie is art. 9 jo. 14 Wet op het consumentenkrediet (Wck). Op grond van het eerste artikel is het verboden zonder vergunning krediet te verlenen. Aan de vergunning wordt ingevolge artikel 14 lid 2 het voorschrift verbonden dat de houder van de vergunning dient deel te nemen aan een stelsel van kredietregistratie. Dat stelsel is het BKR.
In de bijzondere voorwaarden effectenlease stelt Dexia dat het Bureau Kredietregistratie zal worden geïnformeerd over de overeenkomst en eventuele betalingsachterstanden. Hiermee geeft Dexia aan, als (mogelijke) niet vergunninghouder, toch het BKR te informeren. Het BKR registreert alleen, echter de AFM had hier moeten controleren of Dexia een vergunning had.
In het artikel van Kabel wordt ook geschreven:
Quote:
Naast de specifieke toetsingsplicht bij het BKR, bestaat een algemene informatieplicht: de kredietgever neemt niet deel aan een krediettransactie zonder te beschikken over genoegzame, andere dan mondelinge, inlichtingen aangaande de kredietwaardigheid van de kredietnemer (art. 28 lid 1 Wck).
En:
Quote:
De toelichting op de wet verstaat onder 'genoegzame inlichtingen' inlichtingen over de budgettaire positie (kredietwaardigheid), d.w.z. inzicht in zowel de inkomsten als bepaalde vaste uitgaven (bron en hoogte van het inkomen, eventuele nevenverdiensten, inkomsten van andere personen voor zover relevant, woonlasten, gas, water, licht, alimentatie, ziektekostenverzekering e.d. ('creditscoring'). Van die inlichtingen behoeven overigens alleen de belangrijkste posten op hun juistheid te worden gecontroleerd door de kredietverschaffer.
In diverse uitspraken is al aangegeven dat alleen een door Dexia uitgevoerde BKR toets niet voldoende was. Andere gegevens hadden dus ook opgevraagd dienen te worden. Deze algemene informatieplicht van de kredietnemer is vastgelegd in de Ere Code van de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN). Nu wordt het interessant. Dexia had (mogelijk) geen vergunning inzake de Wck, en was (en is nog steeds niet) daarom ook geen lid van deze vereniging. Datzelfde geldt voor Aegon, Legiolease en Labouchere.
Wat staat er eigenlijk in deze erecode? Met name artikel 4 bevat naar mijn mening cruciale informatie. Dit artikel gaat over de behandeling van de aanvraag van kredieten. Vooral artikel 4 ad 2 is zeer interessant:
Quote:
Ad 2, beoordeling van de aflossingscapaciteit:
Steeds meer vinden kredietproducten ingang waarop niet, of niet op de gebruikelijke wijze, wordt afgelost. Om te voorkomen dat de cliënt onverantwoorde verplichtingen aangaat, dient de financier, voor kredietvormen anders dan hypotheken voor de aanschaf, verbetering of behoud van onroerend goed, voor de acceptatie uit te gaan van een norm-bedrag aan rente en aflossing van tenminste 2% per maand van de kredietlimiet of het kredietbedrag. Eventueel reeds lopende leningen moeten voor het berekenen van de aflossingscapaciteit volgens dezelfde norm worden herberekend. Bij verschil tussen de werkelijke en de theoretische verplichtingen geldt voor de berekening van de aflossingscapaciteit steeds het hoogste bedrag. Bij een persoonlijke lening is de oorspronkelijke kredietsom niet altijd te herleiden (registratie BKR is kredietsom incl. financieringskosten). In dat geval wordt uitgegaan van 2% per maand van het geregistreerde bedrag incl. financieringskosten. Bij producten die bij het BKR staan geregistreerd zonder vermelding van de limiet (bv. VK en WP) moet worden uitgegaan van een minimale last van € 25 per maand. Voorbeeld: de kredietaanvrager heeft een aflossingsvrije (tweede) hypotheek van € 40.000 (voor consumptieve doeleinden). Voor de berekening van de aflossingscapaciteit moet rekening worden gehouden met een maandelijkse verplichting van € 800, ook al is de werkelijke last (de rentebetaling) bv. slechts € 200 per maand. Hetzelfde geldt voor kredieten die worden afgelost met een verzekerings- of beleggingsproduct, incl. zgn. aandelenleaseproducten en varianten daarop.
Volgens de erecode van de Vereniging van Financieringsondernemingen vallen aandelenleaseproducten en varianten daarop dus expliciet onder de Wck. Deze erecode is aangenomen in 1983, en aangepast op 22 april 1999. Dit was in de periode dat de meeste contracten afgesloten werden.
Het moge duidelijk zijn dat de Vereniging van Financieringsondernemers wel door had dat de Wck van toepassing is. Dexia/Aegon hadden hun huiswerk niet goed gedaan. Wat mij betreft is de Wck de nekslag voor deze "banken".
Bronnen:
http://www.ivir.nl/publicaties/kabel/%5 ... /jjck.html
http://www.vfn.nl/content/overvfn/gedragscode.asp
Met vriendelijke groet,
Job68