Pagina 5 van 6

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 22 jun 2010 22:11
door check
Bij de start van een portefeuille worden voor elke deelnemer een aantal participaties van het Aegon Garantiefonds gekocht, dat met een door Spaarbeleg verstrekte lening wordt betaald. Spaarbeleg zorgt er voor dat de aankoopsom van alle participaties aan het Aegon Garantiefonds wordt voldaan. Vervolgens wordt de gehele som op naam van de bewaarder gesteld, waarna de beheerder opdracht geeft de benodigde (en de overbodige) opties te kopen. De bewaarder wordt ook hier eigenaar van. Zo ongeveer is de route die gevolgd wordt. Daar Spaarbeleg meerdere beleggingsproducten heeft verkocht, waarvan de eigendom bij de bewaarder berust (o.a. Wereldplan), zijn de mutaties op de rekening van de bewaarder voor de enkele medewerker van Spaarbeleg, die ze kan inzien, waarschijnlijk niet te begrijpen. Het systeem zal niet om die reden zijn opgezet, maar voor de beheerder en consorten is het een prettige bijkomstigheid. De medewerkers van Spaarbeleg zijn bijna allen te goeder trouw en ze zijn ervan overtuigd, dat het sprintplan een eerlijke belegging is, die alleen door de instorting van de beurzen slecht is afgelopen. En dat helpt bij hun ondankbare taak om de brieven, telefoontjes en mails van ontevreden deelnemers te beantwoorden. Gelukkig kunnen ze daarbij uit voorbeeldbrieven van de directie naar hartelust knippen en plakken.
De ware schuldigen aan de zwendel zijn van een ander kaliber. Het begint met het ontwerpen van het sprintplan; juristen en beleggingsexperts zijn daarbij betrokken. Waarschijnlijk konden zij steunen op bestaande leaseproducten van Bank Labouchère, tot maart 2000 een dochter van Aegon. Onder de bezielende leiding van Streppel werd Labouchère omgebouwd tot een fabriek van effectenlease producten, waarvan er meer dan zeventig het licht zagen. Hoofdschuldige is natuurlijk de beheerder, die verantwoordelijk is voor alle transacties van het garantiefonds. Alle onnodig veroorzaakte verliezen zijn het gevolg van zijn beheersdaden. Dan de bewaarder. Die kan zien hoeveel en welke opties bij wie worden gekocht, alsmede welke zekerheden worden gesteld. In het onwaarschijnlijke geval, dat hij de kennis mist om hieruit conclusies te trekken, dan moet hem toch zijn opgevallen, dat er geen cent rente wordt vergoed. Dat de directie van Spaarbeleg van dit laatste in ieder geval op de hoogte is, wordt bewezen met de mededeling daarover door een commissaris aan Zirkoon. Blijft de Beleggingsgiro. Uit het prospectus van 4 november 1999 blijkt, dat het bestuur van Beleggingsgiro bestaat uit twee directeuren van Spaarbeleg. Dat bestuur is dus ook op de hoogte en het zou als houdster van de participaties in het belang van de deelnemers tegen de handelwijze van de beheerder moeten protesteren. Maar het kromme is, dat ze handelt onder verantwoording van die beheerder. Misschien kan Peewee dit uitleggen.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 22 jun 2010 22:22
door check
De bestuurders van de genoemde bedrijfsonderdelen zijn óf de daders van óf betrokken bij deze beleggingszwendel. De mensen op de werkvloer verkeren niet in de positie om beheersdaden te verrichten en het ligt voor de hand, dat zij ‘dom’ gehouden worden. Het is tijd om wat namen te noemen. Uit het prospectus: “Het dagelijks beleid van Aegon Custody wordt bepaald door haar directie, bestaande uit de heren Drs. J.B.M. Streppel en Mr. N.W. van Vliet. Beiden vervullen diverse andere functies binnen de Aegon Groep. Het bestuur van Stichting Aegon BeleggingsGiro bestaat uit de heren Mr. J.A.J. Barge en Drs. C. Droppert, beiden directeur van Spaarbeleg N.V. Het dagelijks beleid van de beheerder [Aegon Investment Management] wordt bepaald door haar directie, bestaande uit de heren Ir. E.W. Koning en Drs. J.M. Overmeer. Zij vervullen diverse andere functies binnen de Aegon Groep. Beide heren zijn ook directeur bij Aegon Nederland N.V.”.
Barge kwam ik als directeur van Spaarbeleg al tegen in een publicatie uit 1996. Hij was dus betrokken bij de introductie van het sprintplan en verantwoordelijk voor de massale en dubieuze verkoop ervan. In 2002 werd hij opgevolgd door Dr.J.F.J. de Munnik, die sinds 1995 bij Spaarbeleg werkzaam was. Deze werd tevens benoemd tot directeur van Aegon Investment Management, naast Overmeer en Dr. W.H. van Houwelingen. De Munnik was gepromoveerd op een proefschrift over rentederivaten en wist in zijn dubbelfunctie heel goed wat er bij het sprintplan speelde. In 2004 kreeg hij een andere functie bij Aegon; in de directie van Spaarbeleg was inmiddels van Houwelingen aangetreden, die dus ook een dubbelfunctie vervulde. Per 1 januari 2006 werd R. van der Tol tot directeur benoemd.
Barge, de Munnik, van Houwelingen en van der Tol zijn allen opgeklommen tot directeur van Aegon Nederland, Streppel haalde de Raad van Bestuur van Aegon N.V. Je zou kunnen zeggen, dat bij Aegon misdaad loont, al is het de vraag of dit ook voor Aegon geldt.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 04 jul 2010 18:02
door check
Wijzigingen in de Specifieke Bepalingen zijn al een aantal keren aan de orde gekomen, maar wat zegt het prospectus hierover. Artikel 14 van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring handelt over ‘Wijziging van de Fondsvoorwaarden’. Dit artikel wordt besloten met: ‘Het hiervoor in dit artikel 14 bepaalde is eveneens van overeenkomstige toepassing op een wijziging van de voor een Portefeuille geldende Specifieke Bepalingen…’ Art. 14.1: ‘Wijzigingen in de Fondsvoorwaarden, al dan niet bij wijze van aanvullend reglement, kunnen uitsluitend worden aangebracht krachtens besluit van de Beheerder en de Bewaarder gezamenlijk dat is goedgekeurd door de Participanten gezamenlijk, met medeweten van de vergadering van Deelnemers. Een wijziging wordt van kracht op de door de Beheerder en de Bewaarder vast te stellen datum, onverminderd het bepaalde in artikel 14.3 hierna.’ Art. 14.2: ‘Van een wijziging van de Fondsvoorwaarden wordt onverwijld mededeling gedaan aan de Participanten en de Deelnemers.’ Art.14.3: ‘Wijzigingen in de Fondsvoorwaarden waardoor rechten of zekerheden van de Participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd treden niet eerder in werking dan na verloop van drie maanden na goedkeuring van die wijzigingen door De Nederlandsche Bank N.V.’
Daar er waarschijnlijk nooit een Vergadering van Deelnemers is gehouden, volsta ik met de opmerking, dat de deelnemers niet gerechtigd zijn een dergelijke vergadering bijeen te roepen en dat alleen de participanten stemrecht hebben. De diverse veranderingen in de beleggingen van het Garantiefonds worden door Aegon blijkbaar niet beschouwd als wijzigingen van de Specifieke Bepalingen, want er kwamen geen vergaderingen van deelnemers aan te pas. Een merkwaardig standpunt, omdat juist de beleggingen de uitkomst van het sprintplan bepalen en daardoor van groot belang zijn.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 04 jul 2010 18:06
door check
In de drie laatste sprintplanbrochures, te vinden op de website www.platformaandelenlease.nl, staat onder ‘Uw tussentijdse mogelijkheden’: “Met sprintplan gaat u een contract aan voor 5 jaar. Dan heeft u het volle profijt.” Zelfs als je de misleidende mededeling in de brochure gelooft, dat het rendement op het voorgeschoten bedrag volledig voor de deelnemer is, klopt die vijf jaar niet. Want wie de Specifieke Bepalingen tot het bittere einde heeft doorgeworsteld, weet dat alleen de eindstand van de samengestelde index bepalend is voor een eventuele uitkering. Niemand weet wanneer in een periode van vijf jaar de hoogste stand wordt bereikt. Bovendien is de kans dat na vijf jaar het volle profijt wordt behaald, niet erg waarschijnlijk, omdat dan al 40% rente is betaald. Zoals we al meerdere keren hebben gezien, is het ook hier de bedoeling om de deelnemers vijf jaar lang rente te laten betalen. Op velerlei wijze wordt door Spaarbeleg op die vijf jaren gehamerd, waarbij vooral brieven, die van de directie uitgaan interessant zijn. Veel zijn het er niet, want het schrijven ervan werd voornamelijk aan de medewerkers overgelaten. Directeur Barge heette, na meer dan drie jaren van bedrog, in 2001 een nieuwe deelnemer welkom: “Wij zijn verheugd u te mogen begroeten als deelnemer aan het Spaarbeleg SprintPlan. Een verstandige keuze. Met SprintPlan gaat er direct een groot bedrag voor u aan de slag, terwijl u zelf slechts een klein bedrag per maand betaalt. De start is dus uitstekend. De acceleratie is enorm. En de afstand is kort, want de looptijd is slechts vijf jaar. Met als gevolg dat aan het eind van de korte, snelle rit indrukwekkende cijfers op de teller kunnen staan.” Dat er direct een groot bedrag aan de slag gaat, is in wezen onzin, want dit grote bedrag blijft grotendeels onbelegd en renteloos. Of de keuze verstandig is, de start uitstekend en de acceleratie enorm, daar zou Barge niet veel om durven te verwedden.
Bijgevoegd was een eveneens door Barge ondertekend certificaat waaruit blijkt, dat aan een 18-jarige jongeman zondermeer een vijfjarige lening van f 90.000,-- werd verstrekt tegen een maandelijkse rente van f 600,--. Voor hem bleken vijf jaar veel te lang te zijn. Na een halfjaar besloot hij gebruik te maken van de eenmalige kostenloze verlaging van de maandtermijnen, maar dat viel tegen. Er was een verlies van bijna 10% en dat betekende, dat na verkoop van de benodigde opties, de garantiewaarde van de overblijvende opties minder bedroeg dan de resterende schuld. Barge had nog een troostend woord: ”De dagwaarde wordt berekend op basis van de marktwaarde van de achterliggende opties [ook hier de bevestiging dat uitsluitend in opties werd belegd]. Deze waarde is afhankelijk van marktomstandigheden en zal afwijken van het verloop van indices. Op de einddatum (na vijf jaar) is de dagwaarde altijd gelijk aan de ontwikkeling van de indices.” De mededeling van Barge was in uitgebreidere vorm opgenomen in de door de rechtbank terzijde geschoven Productleeswijzer en is in meerdere brieven terug te vinden.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 05 jul 2010 20:57
door zirkoon
Check,

In mijn correspondentie met Aegon vond ik met betrekking tot opties nog de volgende passages:

In een brief van december 2001:
U weet wellicht dat uw kapitaal wordt opgebouwd via het AEGON Garantiefonds. Uw belang in dat fonds wordt geadministreerd door Stichting AEGON Beleggingsgiro. Zoals u kunt lezen in de algemene voorwaarden van het Spaarbeleg Sprintplan, is uw vordering op Stichting AEGON Beleggingsgiro verpand aan AEGON Bank. Dit als zekerheid voor het nakomen van uw financiele verplichtingen aan AEGON Bank.

Nieuw is nu dat met ingang van 31 december 2001 ook een gedeelte van de onderliggende belegging rechtstreeks aan AEGON Bank is verpand. Dit additionele pandrecht betreft obligaties of vergelijkbare vastrentende waarden die door de beheerder van het fonds zijn aangekocht, ter vervanging van een deel van de oorspronkelijk aangekochte optieconstructie.Wij hebben deze technische wijziging doorgevoerd met goedkeuring van de Nederlandsche Bank.

In verband met het voorgaande gelden met ingang van 31 december 2001 de volgende formele verduidelijkingen/aanvullingen op de Specifieke Bepalingen van alle voor 31 december 2001 geintroduceerde portefeuilles van het AEGON Garantiefonds:
Het vermogen van de portefeuille kan worden belegd in een combinatie van opties gerelateerd aan de in de oorspronkelijke Specifieke Bepalingen genoemde index en in obligaties of vergelijkbare vastrentende waarden. Qua waarde en resultaat levert dit geen verschil op ten opzichte van de belegging zoals in de oorspronkelijke Specifieke Bepalingen vermeld.
En bij het voortijdig beeindigen van mijn SprintPlan schreven ze:
Voor een tussentijdse waardebepaling van een SprintPlan wordt gekeken naar de dan geldende marktwaarde van de opties. Deze is niet gelijk aan de procentuele stijging van de (samengestelde) index, omdat hierbij rekening wordt gehouden met de optievariabelen. Deze optievariabelen zijn o.a. de rente, verwachtingswaarde en de beweeglijkheid van de markt. De marktwaarde wordt maandelijks uitgerekend. Dit is de dagwaarde van de participaties. Hierdoor kan het voorkomen dat de dagwaarde is gestegen terwijl de index is gedaald en andersom.

De specifieke waardering van deze opties gebeurt niet door Spaarbeleg, maar wordt maandelijks vastgesteld door grote gerenommeerde investments banks. Dit zijn Citybank New York, JP Morgan, Warburg, Banque ParisBas, Credit Suisse en Deutsche Morgan Grenfeld. Het Fonds staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en Ernst & Young Accountants.
Het Sprintplan werd ondermeer verkocht door Provalent. Op hun website stond:
Hoe werkt Sprintplan?
U betaalt een klein bedrag per maand. Spaarbeleg schiet een groot bedrag voor en belegt dit bedrag in opties. Na 5 jaar wordt het voorgeschoten bedrag van de opbrengst van de opties afgetrokken en aan Spaarbeleg terugbetaald. Het bedrag wat overblijft, krijgt u belastingvrij uitgekeerd.
Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 24 jul 2010 22:05
door check
Zirkoon.

De brief van december 2001 is belangwekkend; die zal ik binnenkort bespreken.
Over de markt- en dagwaarde heb ik al meerdere keren geschreven; dat moet je maar terugzoeken in eerdere postings. Maar het is wel zinvol wat aandacht aan de optievariabelen te besteden, omdat die met nadruk worden genoemd en meestal ten onrechte. De grote financiële instellingen die opties schrijven (=creëren), kennen de markt en weten wel welke prijs (de premie) ze moeten vragen om er gemiddeld aan te verdienen. De verkoopopbrengst van de opties wordt direct ontvangen en kan voor de gehele looptijd (bij het Sprintplan normaliter één jaar) rentegevend worden uitgezet. Bij een rente van 4% is de optiepremie natuurlijk lager dan bij een rente van 3%, maar de invloed van de rente blijft gering. In een beweeglijke markt, waarin koersen snel op en neer gaan, lopen optiehandelaren meer risico dan in een rustige markt. Compensatie vinden ze door grotere marges tussen bied- en laatprijzen en daar houden de schrijvers ook rekening mee. De verwachtingswaarde wordt beïnvloed door het beursverloop en door de resterende looptijd, de tijdswaarde. Behalve van de verwachtingswaarde merk je in de praktijk bij het Sprintplan van deze en andere variabelen nauwelijks iets. Omdat de opties niet tussentijds kunnen worden uitgeoefend en de participaties alleen aan het Garantiefonds verkocht kunnen worden, zal daar over het algemeen een prijsdrukkend effect van uitgaan, waardoor de dagwaarde achterblijft bij een eventuele stijging van de index.
Wat de waardering van de opties betreft, heeft Aegon toch het laatste woord, zo blijkt uit de jaarverslagen van het Garantiefonds: “Aangezien de opties niet genoteerd zijn, is informatie over de reële waarde verkregen van gezaghebbende financiële instellingen die tevens als tegenpartij van de OTC-optiecontracten optreden. De opgegeven reële waarde wordt met behulp van externe modellen gecontroleerd op validiteit.”
AEGON (Spaarbeleg, Bank Labouchère) heeft nog al eens gebruik gemaakt van dubieuze tussenpersonen zoals Provalent. Die ging het om de provisie, niet om deugdelijke voorlichting.
Groeten, Check

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 26 jul 2010 16:34
door check
Interessant is de brief, die Barge deed uitgaan op 27 december 2001. Ik neem die in zijn geheel over:
“Met deze brief willen wij u op de hoogte brengen van een technische aanpassing op uw Spaarbeleg SprintPlan. De aanpassing, die voor u verder geen consequenties heeft, komt op het volgende neer.

U weet wellicht dat uw kapitaal wordt opgebouwd via het AEGON GarantieFonds. Uw belang in dat fonds wordt geadministreerd door Stichting AEGON BeleggingsGiro. Zoals u kunt lezen in de algemene voorwaarden van het Spaarbeleg SprintPlan, is uw vordering op de Stichting AEGON BeleggingsGiro verpand aan AEGON Bank.

Nieuw is nu, dat met ingang van 31 december 2001 ook een gedeelte van de onderliggende belegging rechtstreeks aan Aegon Bank is verpand. Dit additionele pandrecht betreft obligaties of vergelijkbare vastrentende waarden die door de beheerder van het fonds zijn aangekocht, ter vervanging van een deel van de oorspronkelijk aangekochte optieconstructie. Wij hebben deze technische wijziging doorgevoerd met goedkeuring van De Nederlandsche Bank.

In verband met het voorgaande gelden met ingang van 31 december 2001 de volgende formele verduidelijkingen /aanvullingen op de Specifieke Bepalingen van alle vóór 31 december 2001 geïntroduceerde portefeuilles van het AEGON Garantiefonds:

Het vermogen van de portefeuille kan worden belegd in een combinatie van opties gerelateerd aan de in de oorspronkelijke Specifieke Bepalingen genoemde index of indices en in obligaties of vergelijkbare vastrentende waarden. Qua waarde en resultaat levert dit geen verschil op ten opzichte van de belegging zoals in de oorspronkelijke Specifieke Bepalingen vermeld.

Bedoelde obligaties en vergelijkbare vastrentende waarden kunnen door de beheerder worden verpand aan AEGON Bank in verband met het Spaarbeleg SprintPlan, ter dekking van daaruit voortvloeiende vorderingen van AEGON Bank op deelnemers aan dat plan, mits de rechten van de deelnemers uit hoofde van het Spaarbeleg SprintPlan op geen enkele wijze door die verpanding worden beperkt.

De voorwaarden van uw SprintPlan blijven verder ongewijzigd.

U hoeft naar aanleiding van deze brief geen actie te ondernemen. Wel adviseren wij u deze brief te bewaren bij de overige documenten van uw SprintPlan.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Mr. J.A.J. Barge
Directeur
(mede namens de beheerder en de bewaarder van het AEGON Garantiefonds)”

Commentaar volgt hieronder.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 26 jul 2010 16:42
door check
Barge was directeur van Spaarbeleg toen het Spintplan in december 1997 van start ging. Vermoedelijk was hij bij het ontwerpen van het plan betrokken, vooral wat de juridische kanten betrof. Maar ook al zou hij niet aan de wieg hebben gestaan, hij wist natuurlijk wel, dat er sprake was van beleggingsfraude en dat hij daarvoor medeverantwoordelijk kon worden gehouden. Hoewel hij van de deelnemers weinig te vrezen had, was het toch verstandig omzichtig te werk te gaan en de kritieke punten zien te omzeilen.
Aan artikel 5 van de Fondsvoorwaarden ontleen ik, dat in de Specifieke Bepalingen van een portefeuille onder meer worden vastgelegd: “de aanvangsdatum, de einddatum, de garantiewaarde(n) en de financiële instrumenten waarin hoofdzakelijk wordt belegd.”
Deze gelden in principe voor de gehele looptijd, tenzij er in een vergadering van Deelnemers tot een wijziging wordt besloten. Voorzover mij bekend geven alle Specifieke Bepalingen aan, dat het vermogen van de portefeuille is belegd in ‘het instrument’ indexopties. Iedere verandering in dit ‘instrument’ houdt een formele wijziging van de Specifieke Bepalingen in, ook al doe je dit af met een technische aanpassing en formele [?] verduidelijkingen/aanvullingen. In feite bevestigt Barge dit met zijn mededeling: “De voorwaarden van uw SprintPlan blijven verder ongewijzigd”.
Pandrechten zijn geregeld in Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden en het ligt in de lijn der verwachtingen dat het nu ingevoerde additionele pandrecht in dit artikel zou worden opgenomen en niet in de Specifieke Bepalingen. Ik kan wel begrijpen, waarom Barge dit niet doet. Wijzigingen in Artikel 12 betekenen tevens een wijziging van de Algemene Voorwaarden (Artikel 15) en dat kan niet zonder een vergadering van Deelnemers bijeen te roepen. Vanzelfsprekend heeft Barge geen enkele behoefte aan een bijeenkomst van ontstemde deelnemers, die lastige vragen stellen en bij het ontbreken van deugdelijke antwoorden mogelijk de publiciteit zoeken. Bovendien zal hij gedacht hebben aan artikel 15.2: Wijzigingen in deze Algemene voorwaarden waardoor rechten of zekerheden van Deelnemers worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, kunnen niet worden aangebracht. Dit ter inleiding.

Barge heeft het over een technische aanpassing, maar in feite zijn er twee wijzigingen, t.w. de aankoop van obligaties en een rechtstreekse verpanding daarvan ten behoeve van Spaarbeleg. De reden om na vier jaar eindelijk tot de voor garantiefondsen gebruikelijke beleggingen over te gaan, heb ik eerder genoemd. De Financiële Bijsluiter werd op 1 juli 2002 verplicht en Barge c.s. wilden de bestaande portefeuilles op dezelfde wijze beleggen als in de Bijsluiter werd aangegeven. Ik heb eerder gewezen op de misleidende mededeling in de Specifieke Bepalingen als zou het vermogen van de portefeuilles geheel in opties zijn belegd. Door de grote daling van de beurzen waren alleen in de portefeuilles uit 2001 aan het einde van dat jaar nog opties aanwezig, maar de meeste hadden nog nauwelijks enige waarde. Het vermogen van die portefeuilles (en van alle andere) zou dus verloren zijn gegaan. Dat er nog voldoende geld was om obligaties te kopen, bewijst genoemde misleiding. Begrijpelijk dat Barge het nu liever heeft over ‘de oorspronkelijk aangekochte optieconstructie’. Voor informatie over optieconstructies verwijs ik naar www.optiecalculaties.nl en dan op ‘optieconstructies’ clicken. Met geen enkele van de daar genoemde strategieën kan de stijging van de (samengestelde) index exact worden gevolgd en ze zijn daarom voor het Garantiefonds ongeschikt. Bovendien zijn voor de constructies goed verhandelbare opties nodig en daar voldoen de OTC-opties van het Garantiefonds met hun vaste looptijd niet aan. Barge heeft dus de ene leugen vervangen door de andere.

Uit de Financiële Bijsluiter: “Het AEGON Garantiefonds belegt in vastrentende waarden en opties. Het fonds is zo gestructureerd dat op de einddatum de vastrentende waarden zorgen voor de garantie op de inleg.” Met ‘inleg’ wordt hier ‘lening’ bedoeld, maar dit terzijde. Barge zwijgt hierover, want het is te laat om van de renteopbrengst alle bestaande verliezen in de resterende looptijd weg te werken. Bovendien waren vragen van deelnemers te verwachten waarom er niet onmiddellijk bij de start tot aankoop van obligaties was overgegaan. Dit is wel gebeurd bij de aanvang van de sprintplannen in 2002 en daarvan zal melding zijn gemaakt in de desbetreffende brochures. Het zou me overigens niet verbazen wanneer er deelnemers zijn geweest, die het toejuichten dat Aegon, gezien de dalende beurskoersen, de risicovolle opties had omgezet in veilige obligaties.

Barge is zo verstandig de eveneens gekochte caps niet te vermelden. Ik heb die een onzinnige belegging genoemd, waarschijnlijk op schijntransacties berustende. Wel verklaart hij dat de aanpassing voor de deelnemer geen verdere consequenties heeft en dat er qua waarde en resultaat geen verschil ontstaat ten opzichte van de oorspronkelijke belegging. Kletskoek! Ieder beleggingsinstrument heeft zijn eigen voor- en nadelen en die resulteren in verschillende uitkomsten. En waarom zou Spaarbeleg tot een wijziging in de beleggingen besluiten, als die geen enkel effect sorteert en bovendien aanleiding is tot verzending van 100.000 brieven?

Ten slotte vraag ik me af waarom aan de Nederlandsche Bank goedkeuring is gevraagd voor een ‘technische’ wijziging. Voor het veranderen van de Algemene Voorwaarden is die niet nodig en voor een wijziging van de Specifieke Bepalingen alleen indien rechten of zekerheden van de deelnemers worden verminderd, wat hier niet het geval is. Dit gebeurt wel met de additionele verpanding, in strijd met het genoemde artikel 15.2 van de Algemene Voorwaarden. Daar kom ik nog op terug.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 26 jul 2010 17:54
door zirkoon
Check,

Even kort tussendoor.
Zoals je schreef moet Barge er inderdaad van geweten hebben.

Per 1 november 1995 is mr. J.A.J. Barge (42) namelijk benoemd tot directeur van Spaarbeleg en per 1 januari 1996 tot voorzitter van het Managementteam.

Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 09 aug 2010 20:42
door zirkoon
Check,

In de audit "Beleggingsinstellingen, de belangrijkste Nederlandse wet- en regelgeving in de praktijk" van KPMG is op pagina 30 te lezen dat de beheerder ook bij wijziging van het beleggingsbeleid van de beleggingsinstelling een termijn van drie maanden in acht moet nemen. Tijdens deze periode kunnen de deelnemers dus nog uittreden.
Volgens mij heeft de brief van 27 december 2001 betrekking op een wijziging in het beleggingsbeleid.

Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 16 aug 2010 17:13
door check
Zirkoon bedankt, helemaal mee eens; bij het sprintplan worden de deelnemers ermee overvallen. Peewee, zou jij in het jaarverslag over 2001 van het Aegon Garantiefonds kunnen nagaan wat er staat over de beleggingen van het Fonds en de aankoop van de obligaties en caps alsook of de verpanding van de obligaties wordt vermeld?

Bij de start van een portefeuille wordt het geleende bedrag door Aegon Bank vrijwel direct belegd in participaties Aegon Garantiefonds, die vervolgens op naam van de Stichting Aegon BeleggingsGiro worden gesteld. Deze stichting ontvangt bij inkoop van participaties door het Garantiefonds de verkoopopbrengst die verpand is ten behoeve van Aegon Bank. Die verpanding is waterdicht, want de bank regelt zelf de eventuele uitbetaling aan de deelnemers en kan dus inhouden wat ze nog te vorderen heeft. Een aanvullende verpanding op een belegging van het Garantiefonds om die vordering extra te dekken, is voor dit doel volstrekt overbodig. Er moet dus een andere reden voor zijn en die zou best een beperking van de rechten van de deelnemers kunnen inhouden. Wanneer b.v. tot verkoop van de obligaties wordt besloten, is dan de verkoopopbrengst ook weer verpand? Dat zou een verslechtering ten opzichte van de oude situatie betekenen. Ik heb al eerder gezegd, dat de Stichting Aegon BeleggingsGiro de rechten van de deelnemers dient te waarborgen, maar Barge heeft twee petten op: directeur van deze stichting en directeur van Aegon Bank en het hemd is nu eenmaal nader dan de rok.

Dat het vermogen van het Garantiefonds blijkbaar niet vrijelijk belegd kon worden geeft te denken. Ik vermoed, dat Aegon Bank niet over voldoende liquiditeiten beschikte om de uitgeleende bedragen daadwerkelijk te beleggen. Het was natuurlijk eenvoudig om de rekening van het Garantiefonds bij Aegon Bank voor de tegenwaarde van de leningen te crediteren en wat opties te kopen, maar voor obligaties bleek geen geld beschikbaar. Als een wettelijk voorschrift garantiefondsen zou verplichten om het vermogen bij het bewaarbedrijf van een andere bank onder te brengen, dan zou het Sprintplan waarschijnlijk niet hebben bestaan.

Ik dacht wat aanvullende informatie te vinden in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, maar dat viel tegen. Bedrijven zijn, ik meen vanaf 1993, verplicht hun jaarrekening bij de Kamer te deponeren, maar er zijn uitzonderingen. Kleine ondernemingen, zoals b.v. de Vereniging Consument & Geldzaken en, op bepaalde voorwaarden de dochters van grote bedrijven. Als de cijfers van het concern en de dochter(s) worden geconsolideerd en de moeder zich aansprakelijk stelt voor de verplichtingen van de dochter(s), kan deponering van de jaarrekening achterwege blijven. Aegon Bank N.V. is een dochter van Aegon Nederland N.V. en beide ondernemingen hebben voor het eerst cijfers over 2005 gedeponeerd, mogelijk in verband met de invoering van internationale boekhoudregels. Het toeval wil, dat eveneens vanaf 2005 jaarverslagen van het Aegon Garantiefonds op een website werden gepubliceerd. Gelukkig is zowel in de jaarrekening van Aegon Bank over 2005 als in de jaarverslagen van Aegon N.V. nog het een en ander te vinden.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 23 aug 2010 09:28
door check
De jaarverslagen van Aegon N.V. van 2000 t/m 2005 tonen onder ‘bankactiviteiten’ winsten variërend van 8 tot 47 miljoen euro, in totaal 157 miljoen, gemiddeld dus jaarlijks ruim 26 miljoen. Het Sprintplan heeft, ruw geschat een netto winst na belastingen van ongeveer 400 miljoen euro opgeleverd. In de winsten van Aegon Bank zijn ook nog de resultaten van de spaar- en verzekeringsactiviteiten begrepen, zodat het duidelijk is, dat Spaarbeleg slechts een doorgeefluik voor de opbrengsten van het Sprintplan is geweest, waarvoor provisie zal zijn ontvangen. Die opbrengsten zijn dus al overgeheveld voordat de jaarresultaten van Spaarbeleg werden bepaald. Ook de uit het jaarverslag van Aegon Bank blijkende winstreserve per 1 januari 2005 van maar 180 miljoen euro bevestigt dit. Het komt mij voor, dat Spaarbeleg naast het eigen spaarbedrijf vooral heeft dienstgedaan als verkooporganisatie voor producten van Aegon Nederland, waarvan Koersplan en Sprintplan de meest bekende waren. Tussen moeder, dochter, de beheerder en de bewaarder vonden vele onderlinge verrekeningen plaats, zodat het ‘doorgeven’ min of meer geruisloos kon geschieden. Zo was het personeel van Aegon Bank (in 2005 gemiddeld 146 personen) in dienst van Aegon Nederland, dat ook het pand in Nieuwegein bezat, waarin Spaarbeleg was gevestigd. Voor buitenstaanders blijft het onzichtbaar wat het Sprintplan heeft opgeleverd; dat weten alleen Aegon, de accountant en misschien de Belastingdienst.

De opgenomen spaargelden overtroffen de stortingen in de jaren 2004 en 2005 met ruim 650 miljoen euro, wat niet zal verbazen, gezien de slechte naam die Spaarbeleg intussen had gekregen. Het totaal der spaargelden bedroeg begin 2004 bijna 5,4 miljard euro en kan eind 2001 wel 6 miljard hebben bedragen. Tegenover de spaargelden stonden natuurlijk beleggingen, waardoor er onvoldoende liquide middelen waren om het vermogen van het Aegon Garantiefonds te beleggen. Er waren twee manieren om dit, althans voor de deelnemers goed op te lossen: geld lenen, wat rente kostte of obligaties uit de eigen portefeuille overbrengen naar het Garantiefonds en de vorderingen op de deelnemers als zekerheid voor de spaarders ervoor in de plaats nemen. Geen van beide aantrekkelijk, terwijl ook de solvabiliteit een probleem kon vormen. Hierop kom ik nog terug.

Tussendoor twee opvallende opmerkingen uit het jaarverslag over 2005 van Aegon Bank.
De eerste is een definitie van derivaten, waartoe o.a. caps en opties behoren: “Derivaten zijn financiële instrumenten waarvan de waarde verandert in relatie tot een onderliggende variabele. Zij vergen weinig of geen oorspronkelijke investering en worden afgewikkeld in de toekomst”. Bij het Sprintplan is voor de opties de onderliggende variabele de (samengestelde) index en de toekomst ligt één jaar vooruit. Wanneer die onderliggende variabele in waarde verandert, veranderen de opties mee. Bij een stijging van de index zorgen de gekochte opties ervoor dat de waardetoename van een portefeuille overeenkomt met die van de index. Om dat te bereiken is volgens de definitie slechts een geringe investering nodig en dat is wat ik steeds heb beweerd. Bij de start van de portefeuilles is dus niet het gehele vermogen in opties belegd. Maar de Beheerder van het Garantiefonds geeft zich niet zomaar gewonnen!
In het jaarverslag van het Garantiefonds over 2002 bleken de verpande obligaties spoorloos verdwenen te zijn zonder dat er een andere belegging voor in de plaats kwam. Dat gebeurde pas in 2003 op een voor mij ongeloofwaardige wijze, die echter tot afloop van de laatste portefeuille begin 2010 onveranderd bleef. In het jaarverslag over 2006 verscheen voor het eerst het woord ‘derivaten’, overigens terecht, want dat waren het. Maar ten onrechte werd, net als bij de start van een portefeuille beweerd, dat het gehele vermogen uit derivaten bestond. Uit het jaarverslag over 2005 van Aegon Bank blijkt, dat aan het einde van dat jaar de kredieten aan particulieren (i.c. de deelnemers) ruim 294 miljoen euro bedroegen, terwijl in het jaarverslag over 2006 van het Garantiefonds toen als enige belegging derivaten ter waarde van bijna 291 miljoen werden genoemd. Misleiding hoort bij Aegon, maar hier was die nergens voor nodig.

De tweede opmerking uit het jaarverslag 2005 van Aegon Bank was de volgende: “Onder de handelsnaam Spaarbeleg heeft Aegon Bank tussen 1997 en 2002 het product Sprintplan op de markt gebracht”. Dat klopt, maar is een halve waarheid, getuige het volgende citaat uit het jaarverslag 2006 van het Aegon Garantiefonds: “Vanaf 1 juli 2003 wordt in het kader van het project Aanvullend Sprintplan gestreefd om vier keer per jaar een nieuw subfonds [portefeuille] te openen met een looptijd van vier jaar. Deze nieuwe subfondsen worden alleen opengesteld voor bestaande deelnemers met een aflopend contract. In 2006 is slechts één portefeuille uitgegeven. De directie van Aegon B ank heeft besloten geen portefeuilles meer uit te geven, waardoor het fonds een aflopend karakter heeft gekregen. De in het jaarverslag beschreven eigenschappen en voorwaarden gelden met uitzondering van de looptijd en het gebruik van caps ook onverlet voor het product Aanvullend Sprintplan”.

De halve waarheid wordt verre overtroffen door Aegon N.V. in haar jaarverslag over 2004: “Aegon heeft de verkoop van aandelenleaseproducten begin 2003 beëindigd”. Dit is een dikke leugen die waarschijnlijk bedoeld is om duidelijk te maken, dat Aegon zich sindsdien verre zou houden van de vermaledijde effectenlease. Maar van een concern als Aegon, dat het in belangrijke mate van vertrouwen moet hebben, mag je verwachten dat het jaarverslag uitsluitend waarheden bevat.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 26 aug 2010 20:53
door zirkoon
Check,

Heb je het liquidatieverslag van het Aegon Garantiefonds 2009 al gelezen?
Er staan weer wat opmerkingen in ten aanzien van opties.

Doelstelling
Het Fonds heeft tot doel het voor rekening en risico van de deelnemers beleggen van vermogen in opties en andere financiële instrumenten. De aard van de financiële instrumenten waarin wordt belegd, wordt per portefeuille nader bepaald. Het beleggingsbeleid is erop gericht over de looptijd van de portefeuille een optimaal rendement te behalen dat is gebaseerd op het resultaat van een indexgerelateerde belegging.


Cumulatieve performance indices
Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling weer van de indices waarin het AEGON GarantieFonds belegt door middel van OTC-opties. Deze indices worden voor iedere subportefeuille afzonderlijk bepaald. De ontwikkeling van de rendementen van de subportefeuilles wijkt af van de gepresenteerde rendementen aangezien in alle portefeuilles garanties en in een aantal portefeuilles ook clicks zijn ingebouwd.


4.4.2 Beleggingen
De beleggingen van het Fonds betreffen garantiecontracten, bestaande uit een zero-coupon obligatie en een OTC optiecomponent. De garantiecontracten betreffen derivaten die in principe worden aangehouden tot het einde van de looptijd en maken daardoor geen onderdeel uit van de handelsportefeuille van het Fonds. Alle garantiecontracten zijn ultimo 2009 afgelopen.
Het AEGON GarantieFonds belegt in Over-The-Counter (OTC-)opties gerelateerd aan één of meer indices. In de OTC-optie is een belegging in een zerocoupon bond opgenomen die in belangrijke mate voor het garantie-element zorgt. Deze indices worden voor iedere portefeuille-uitgifte afzonderlijk bepaald. Deze opties garanderen dat aan het einde van de looptijd een zeker percentage van de inleg wordt uitgekeerd, aangevuld met een eventuele stijging van de index.
Hiernaast wordt bij een aantal portefeuilles een eenmaal behaalde stijging van een zeker percentage van de index ten opzichte van de beginwaarde vastgeclickt. In de toelichting op de afzonderlijke AEGON GarantieFonds portefeuilles worden de betreffende indices en clicks nader gespecificeerd.


Stembeleid
De beleggingen van het AEGON GarantieFonds bestaan uit OTC opties. Hierdoor is geen sprake van stemrechten op de beleggingsportefeuille en derhalve is geen stembeleid geformuleerd
.

Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 14 sep 2010 20:26
door check
Ja, Zirkoon, ik heb alle jaarverslagen vanaf 2002 gelezen. Vanaf 2003 bestaan de beleggingen van het Garantiefonds uit OTC-opties, waarin begrepen een belegging in een zero coupon bond, die in belangrijke mate voor het garantie-element zorgt. In latere jaarverslagen werd gezegd, dat het hier om derivaten ging, maar uit hoofde van de hoge waarborg die de verkopers van de opties moesten storten, was dit in 2003 al duidelijk. Zoals we uit de door Aegon gegeven definitie van derivaten weten, is de waardeontwikkeling ervan afhankelijk van de onvoorspelbare veranderingen in de onderliggende waarde en daarmee is het garantie-element een onzekere factor. Dit in tegenstelling tot de zero coupon bonds zelf, want die groeien in vijf jaar tot de overeengekomen garantiewaarde aan. In de jaarverslagen staat wat dit betreft, dus een onwaarheid.

Banken moeten met het oog op eventuele stroppen een buffer aan eigen vermogen hebben. Voor grote banken bedraagt die slechts 2½%, maar dat gaat nu meer worden; een kleine bank als Aegon Bank heeft 8% nodig. Dit betekent dat in principe van elke uitgeleende euro ten minste acht eurocenten uit het eigen vermogen afkomstig moeten zijn. Maar er zijn uitzonderingen: voor leningen, gedekt door hypotheek en goede obligaties als Nederlandse staatsleningen kan met minder worden volstaan, b.v. 4%. Dit maakt het voor een buitenstaander onmogelijk om de solvabiliteit van een bank te bepalen; dat doen de Nederlandsche Bank en kredietbeoordelaars als Standard & Poor’s en Moody. Als we de gelduitzettingen van Aegon Bank per 31 december 2001 laag inschatten op vijf miljard euro, dan is daar zonder kortingen 400 miljoen aan eigen vermogen nodig. Dit bedroeg toen naar schatting nog geen 300 miljoen, wat na aftrek voor bepaalde, goed gesecuriseerde posten wel toereikend zal zijn geweest. Het Sprintplan vereiste echter meer dan 100 miljoen extra aan eigen vermogen en dat was er niet, althans niet bij Aegon Bank. Maar, zoals in een vorige aflevering gezegd, was Aegon N.V. aansprakelijk voor de verplichtingen van haar dochters en leek er geen vuiltje in de lucht.

In 1999 had Aegon de grote Amerikaanse verzekeraar Transamerica Corporation overgenomen voor € 8,6 miljard euro, inclusief € 3,- miljard goodwill, wat een forse aanslag op het eigen vermogen betekende. Hieraan bestond sindsdien een chronische krapte, wat in 2002 tot grote problemen leidde, die slechts konden worden opgelost door aan de Vereniging Aegon € 2,- miljard te onttrekken. Voor bijzonderheden verwijs ik naar www.dft.nl, Forum Aegon, pagina 18, draadje ‘Sprintplan hoe verder’. Het is duidelijk, dat Aegon Bank niet bij Aegon Nederland of bij Aegon N.V. om verhoging van het eigen vermogen hoefde aan te kloppen. In het jaarverslag over 2005 vond ik tot mijn verrassing hoe dit probleem was opgelost: “Financiële activa [de vorderingen op de deelnemers] en verplichtingen [de schuld aan het Aegon Garantiefonds] worden in de balans gesaldeerd indien AEGON Bank een wettelijk afdwingbaar recht daartoe heeft en tevens de bedoeling heeft om actief en verplichting op een netto basis of op hetzelfde moment af te wikkelen”. Een merkwaardige regeling, maar die zal wel kunnen, want de jaarverslagen van banken worden door toezichthouder De Nederlandsche Bank gecontroleerd. Door voornoemde vorderingen en schuld tegen elkaar weg te strepen, is er geen extra eigen vermogen nodig, maar dit kan alleen zolang het vermogen van het Garantiefonds niet belegd wordt. Toen dit in december 2001 wel gebeurde, was het salderen van schuld en vorderingen niet meer mogelijk en moesten de obligaties verpand worden om de omvang van het extra vereiste eigen vermogen te beperken.

Wordt vervolgd.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 17 sep 2010 13:51
door peewee
check schreef:Peewee, zou jij in het jaarverslag over 2001 van het Aegon Garantiefonds kunnen nagaan wat er staat over de beleggingen van het Fonds en de aankoop van de obligaties en caps alsook of de verpanding van de obligaties wordt vermeld?
Check, Zirkoon,
Ten gevolge van zeer drukke werkzaamheden (en vakantie) was ik aan het vorenstaande nog niet toegekomen.

Over ''caps'' trof ik in het jaarverslag over 2001, onder het kopje ''Toelichting op Balans en Winst en Verliesrekening het volgende aan:

Garantie
De doelstelling van het fonds is het realiseren van een rendement dat is gebaseerd op het resultaat van de index, waarbij het neerwaartse koersrisico voor deelnemers is begrensd op een zeker percentage van de uitgifteprijs na de looptijd van 5 jaar. In de specifieke bepalingen van de afzonderlijke portefeuilles wordt het zekere percentage nader gespecificeerd. Per fonds kunnen daarnaast clickniveaus of caps zijn ingebouwd.
De garantie - en clickwaarden hebben betrekking op de koers aan het eind van de looptijd. Hierdoor kan het voorkomen dat de koers tussentijds onder deze waarde uitkomst.


en iets verderop

Waarborg
Om het debiteurenrisico af te dekken wordt er zekerheid (collateral = financieel onderpand) gesteld door de financiele instellingen met wie de contracten zijn aangegaan, waardoor de beleggingen zijn gewaarborgd. De omvang van deze waarborg bedraagt fl. 2,7 miljard



Onder de cijfers van ieder (tot dan toe -d.w.z. eind 2001- uitgebrachte portefeuilles) staat bij iedere Portefeuille vanaf April 1998 gemeld: Cap Garantiefonds: 100%. Bij de Portefeuilles tot April 1998 staat bij die tot en met Februari 1998 steeds: 10%,30% en 50% click gehaald. Bij die van Maart 1998 alleen de 10en 30%.

Check, is dit wat je bedoelt met je vraag ?

Mijnerzijds nog twee opmerkingen:
1 De keuze voor steeds 40% in de Nikkei vanaf maart 1999 (met dienovereenkomstige verdeling lager -dan 33,3%- in de beide andere indices maakt de presentatie in de folders van ''in het verleden behaalde rendementen- gebaseerd op 3 x 1/3 m.i. misleidend. Hierover las ik nog geen opmerkingen. Ook niet wat betreft de financiele gevolgen voor deze keuze (goedkopere Nikkei opties ? )

2 Uit berichten in de persmedia begreep ik dat Aegon Bank voor het derde achtereenvolgende jaar met verlies draaide. Moeten klanten en claimanten van Aegon Bank zich al zorgen gaan maken of is alles netjes geconsolideerd met moeder Aegon ? Overigens weet ik dat VCG in 2004 aan DNB om een verscherpt solvabiliteitregiem op Aegon Bank heeft verzocht, i.v.m. met de claim. DNB schijnt daarop een nietszeggende schriftelijke reactie aan VC&G te hebben gegeven. Iets in de trant van ''U hoeft geen twijfel te hebben aan ons toezicht en gaat u maar rustig slapen .....''


groet,

Peewee

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 22 sep 2010 15:25
door zirkoon
Peewee/Check,

Sedert februari 1999 zijn er 55 portefeuilles geintroduceerd waarvan er 52 de voorkeur voor Nikkei met 40% hebben gekregen. In de specifieke bepalingen staat dat gestreefd wordt naar gelijke wegingspercentages van 33,33% per index. Ten gevolge van marktomstandigheden kan de beheerder echter besluiten tot het vaststellen van de wegingspercentages tussen 25% en 40%.

In de SprintPlan-brochure van december 2000 staat onder het kopje toelichting:
De gemiddelde stijging van de samengestelde index over de afgelopen 15 spaarperioden van 5 jaar is 12,5% per jaar (bij evenredige verdeling van de drie indices).

Jaar Nikkei225 Eurostoxx S&P500 Weging(33,33) +/-
1992 16925,00 1033,51 435,71 6131,40
1993 17417,20 1433,34 466,45 6438,99 + 5,01%
1994 19723,10 1320,59 459,27 7167,65 +11,31%
1995 19868,20 1506,82 615,93 7330,32 + 2,26%
1996 19361,30 1850,32 740,74 7317,45 - 1,75%
1997 15258,70 2531,99 970,43 6253,71 - 14,53%
1998 13842,17 3342,32 1229,23 6137,91 - 1,85%
1999 18934,34 4904,46 1469,25 8436,02 + 37,44%
2000 13785,69 4772,39 1320,28 6626,12 - 21,45%
2001 10542,00 3806,13 1148,08 5165,40 - 21,08%
2002 8578,95 2386,41 879,82 3948,39 - 23,56%

Schokkende cijfers die ons heel anders waren voorgespiegeld bij de keuzebepaling voor het Sprintplan. Volgens van Dale is misleiden:op een verkeerd spoor brengen, opzettelijk een verkeerde voorstelling opwekken.

Heb vertrouwen. We zijn toch eerlijk over later!

Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 24 sep 2010 22:14
door check
Peewee, bedankt voor de informatie. Maar ik zou ook nog graag vernemen of er iets gezegd wordt over de gekochte obligaties, zoals door Barge in zijn brief vermeld. Gaat het om nulcoupon bonds of worden ze vastrentende waarden genoemd? De waarde ervan zal waarschijnlijk niet zijn vermeld.

De waarborg moet zekerheid geven, dat de schrijvers van opties en caps hun verplichtingen nakomen. Als alle portefeuilles met 100% winst zouden eindigen, zouden ze ongeveer € 1,6 miljard moeten uitkeren.

Bij de portefeuilles van december 1997 t/m maart 1998 werden stijgingen van de index sprongsgewijze vastgezet ten behoeve van de deelnemers. De eerste click was bij 10% stijging, de volgende clicks steeds 20% hoger, wat twee keer is gebeurd. Blijkens latere jaarverslagen heeft ook de portefeuille van maart 1998 de 50% gehaald. De gunstige resultaten van deze portefeuilles dienden als ‘lokkertje’ voor potentiële deelnemers, die ‘blij gemaakt’ werden met een eerste en tevens laatste click van 10%, welke bovendien bij tussentijdse verkoop weer verloren ging. Overigens betekende 50% winst nog geen vetpot. Aan rente had men ca. 43% betaald en na vijf jaar werd ook nog 7% ingehouden, omdat de garantie slechts 93% bedroeg. Om quitte te spelen was dus al een indexstijging van 50% nodig.

In de brochures staat niet, dat in iedere index 33,3% belegd zou worden. In de Specifieke Bepalingen wordt dit wel als voorkeur aangegeven, maar marktomstandigheden konden tot een andere verdeling leiden en dat is vrijwel steeds het geval geweest. Nu kun je over een beleggingskeuze van mening verschillen, maar Aegon heeft vanaf december 1998 t/m januari 2006, een enkele uitzondering daargelaten, steeds voor een belegging van 40% in de Japanse index gekozen. Dat de Japanse opties door de jarenlange slechte performance van de Japanse beurs relatief goedkoop waren, zal de beheerder als een toevallige bijkomstigheid verklaren. Die beheerder, Aegon Investment Management, was in belangrijke mate verantwoordelijk voor de beleggingen van het Aegonconcern. Neem maar van mij aan, dat de aandelenportefeuille daarvan voor nog voor geen 10% uit Japanse aandelen bestond. Ook in dit opzicht valt er weer een stukje wanbeheer van het Aegon Garantiefonds te constateren.

Op de tweede vraag moet ik het antwoord schuldig blijven.

Groeten, Check

PS: Zirkoon ik zie nu pas jouw bericht van eergisteren, waarvoor excuus. Ik begrijp niet van wanneer tot wanneer de vijftien spaarperioden lopen. Bij het Sprintplan wordt overigens niet gespaard en de Euro Stoxx 50 index wordt pas sinds 1998 berekend.

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 30 sep 2010 16:36
door check
Het lange relaas naar aanleiding van de brief van Barge heeft tot een beter inzicht geleid in de activiteiten van Spaarbeleg, in het bijzonder ten aanzien van het Sprintplan.

In de loop van de jaren negentig is er door Spaarbeleg veel reclame gemaakt om nieuwe spaarders aan te trekken, geholpen door een hoge rentevergoeding op direct opvraagbare spaartegoeden. De spaarders werden natuurlijk niet uit altruïsme zo goed bedacht, zoals moge blijken uit het volgende citaat, ontleend aan het jaarverslag over 1998 van Aegon N.V.: “Spaarbeleg is met zijn groeiend bestand van ruim 1,5 miljoen klanten –een opmerkelijke prestatie in een land met iets meer dan 15 miljoen inwoners– een schoolvoorbeeld van effectieve marketing en van bankverzekeren op de AEGON manier. Het vormt ook een uniek voorbeeld van financiële cross-selling: bijna de helft van de klanten van Spaarbeleg is, na eerst het eenvoudige bankproduct te hebben gekocht, nu zover dat ook langere termijn spaar- en verzekeringsproducten worden aangeschaft”.

Een grote rol was hierbij weggelegd voor het Sprintplan, dat als beleggingsproduct werd verkocht, maar in werkelijkheid een vrijwel kansloze speculatie met opties inhield. Spaarbeleg maakte op grote schaal reclame voor dit product, waarbij o.a. de nodige tussenpersonen werden ingeschakeld. Naar meerdere malen gebleken is, wisten die niet wat ze verkochten, maar de provisie was goed en Spaarbeleg leek een betrouwbare partner. Zo slaagde men er in meer dan 100.000 deelnemers te werven aan wie voor ongeveer € 1,6 miljard aan leningen werd verstrekt. Hiervoor werden participaties in het Aegon Garantiefonds gekocht, dat voor de belegging van de gelden zou zorgdragen. Spaarbeleg was echter niet in staat de aankoop van de participaties te financieren, waardoor het dit grote bedrag aan het Garantiefonds schuldig bleef. Bovendien was het eigen vermogen te gering om een dergelijk bedrag te kunnen uitlenen, waardoor de solvabiliteit van Spaarbeleg onder de vereiste 8% zou komen.

Hoe Spaarbeleg dit probleem wist op te lossen, vond ik in het jaarverslag over 2005: er bleek een regel te bestaan, dat de schuld aan het Garantiefonds kon worden weggestreept tegen de vorderingen op de deelnemers. Ik vind dit twijfelachtig en vraag me af of ook bij een faillissement van Spaarbeleg deze schuldvergelijking kon worden toegepast. Door dit wegstrepen, bleef de solvabiliteit van Spaarbeleg weliswaar in tact, maar was het Garantiefonds gedwongen af te zien van de aankoop van beleggingen, met uitzondering van een gering bedrag aan opties. Wegstrepen was natuurlijk niet mogelijk geweest, indien het hele vermogen in opties was belegd, zoals in de Specifieke Bepalingen werd beweerd. Zonder beleggingen waren er geen opbrengsten, maar Spaarbeleg had zelf natuurlijk wel rente over de schuld aan het Garantiefonds kunnen betalen. De deelnemers betaalden effectief ca. 8,3% aan rente; daar had toch wel 3 à 4% tegenover kunnen staan? Nu kwam de aankoop van opties noodgedwongen ten laste van het vermogen, wat van meet af aan ook de bedoeling is geweest. De waardeverminderingen die hierdoor voor de participaties ontstonden, moesten tussentijdse verkoop daarvan onaantrekkelijk maken. Zoals eerder gezegd, bestonden er voor Spaarbeleg meerdere redenen om de deelnemers de volle vijf jaar te laten betalen. Omdat de waardeverminderingen op zich niet groot genoeg waren, werden voor de portefeuilles uit 1998 en 1999 voorwaardelijke clicks van 10% toegekend, terwijl in de portefeuilles uit de volgende jaren kunstmatige verliezen werden veroorzaakt. Wie toch tussentijds zijn participaties verkocht, moest in feite bloeden voor schijnbaar geleden verliezen. Zoals eerder beschreven werden die verliezen met het oog op de garanties in latere jaren zeer geleidelijk ongedaan gemaakt.

Ik kan het niet nalaten uit de Sprintplanbrochure van april 2001 te citeren: “Door het lage rentepercentage van dit moment (8%) gaat er direct een groot bedrag voor u aan de slag! En daar profiteert u optimaal van omdat het rendement op dit voorgeschoten bedrag volledig voor u is”. Twee zinnen, twee leugens!

Wordt vervolgd

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 30 sep 2010 19:31
door zirkoon
Check/Peewee,

Aegon heeft twee versies van de term "spaarperiode".

Aan een lotgenoot schrijven ze:
Onder de spaarperiode wordt verstaan de periode vanaf de ingangsdatum tot de datum waarop de einduitkering beschikbaar wordt.

En bij een ander product uit de Aegon-stal:
spaarperiode: De periode in gehele jaren die ligt tussen de ingangsdatum en de einddatum van de overeenkomst.

Met vriendelijke groet, :wink:
Zirkoon

Re: Verwarring bij een raadsheer van de Hoge Raad?!

Geplaatst: 02 okt 2010 16:11
door check
Zirkoon,

Het gaat bij het sprintplan om een periode van vijf jaar en die was in december 2000 nog door geen enkele portefeuille bereikt. 'Afgelopen" moet dus iets anders betekenen; vermoedelijk worden de vijftien meest recente portefeuilles bedoeld. Dit zou dan de maanden september 1999 t/m november 2000 betreffen, maar als je dan niet op gemiddeld 12,5% koersstijging uitkomt, moet je iets anders bedenken.
Je kunt je natuurlijk afvragen waarom Aegon niet simpelweg de eerste en de laatste maand van de betrokken periode heeft genoemd, maar duidelijkheid past niet bij een zwendelbelegging.

Groeten, Check