alfatrion schreef:Boven al gaat het om de kwaliteit van de argumenten die worden aangedragen, niet om wie ze aandraagt.
In welk geval dit:
alfatrion schreef:Als een prof. mr. Marco Loos, hoogleraar privaatrecht, aangeeft dat het voor de hand ligt dat de wet van Dam wel van toepassing is op bestaande overeenkomsten, kom ik niet in de verleiding om stellig aan te geven dat huidige abonnementen moeten worden uitgediend tot het einde van die abonnementsperiode.
een nogal vreemde gevolgtrekking betreft, althans niet consistent verwoord. U impliceert immers valideit te ontlenen aan het standpunt van prof. mr. M. Loos adhv. het feit dat hij de titels prof. en mr. draagt, en de functie hoogleraar privaatrecht bekleedt. Andere aanknopingspunten vind ik niet in uw zin.
Waarbij opgemerkt moet worden dat het 'huidig abonnement' in casu verlengd is voor inwerking treding van de wet van Dam, en nergens uit blijkt, ook niet uit het epistel van prof. mr. M. Loos, dat dit indruist tegen de bedoeling van de wetgever, of de vormgeving van de wet.
alfatrion schreef:Als het gaat om de interpretatie van wetten kijken we over het algemeen meer naar rechterlijke macht, omdat zij daar over gaan. En laat dit nu het vakgebied zijn van Prof. mr. M. Loos. Daarbij heeft hij er rekening mee gehouden dat het de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgevende macht om de wet ook van toepassing te laten zijn op huidige abonnementen. Het is waar dat de uitvoerende macht daar anders overdenkt maar waarom zou zij gevolgd moeten worden?
De uitvoerende macht is gelijk aan de wetgevende, nl. de overheid. Welke dan tevens weer de informatieverstrekker in deze is. De overheid treedt op in drie hoedanigheden, alle drie geven een overgangsregeling aan.
Waarom nu de mening van de overheid laten prevaleren? Omdat deze eenvoudigweg zwaarder weegt dan die van een kritische hoogleraar, totdat jurisprudentie anders aangeeft.
Welnu, zelfs van Dam heeft het nodig geacht een wetsvoorstel voor een
reparatiewet in te dienen, teneinde art. 191 Overgangswet NBW buiten spel te zetten, zodat er geen overgangsregeling meer zal bestaan welke e.e.a. nog een jaar zou oprekken. De reparatiewet is nooit van kracht geworden, nu van Dam deze van de agenda heeft laten halen, met als reden:
Martijn van Dam schreef:De reden daarvoor is dat mij nieuwe informatie heeft bereikt over de betekenis van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek die relevant is ten aanzien van het bovengenoemde voorstel van wet. Deze informatie vergt gedegen bestudering en een inhoudelijke behandeling op dit moment acht ik derhalve niet opportuun. Ik zal u zo spoedig mogelijk informeren over het vervolg dat ik aan de behandeling van het voorstel van wet wens te geven.
De informatie waar van Dam het over heeft is mij onbekend, wat mij wel bekend is, is dat toepasselijkheid van de aangepaste grijze en zwarte lijst op bestaande overeenkomsten door art. 191 Overgangswet NBW in beginsel nu nog een jaar in de weg wordt gezeten, zoals ook prof. mr. M. Loos opmerkt. Bewust artikel zou nl. nog een jaar overgang na inwerkingtreding veroorzaken, zodat in effect reeds voor 1-12-2011 bestaande overeenkomsten tot 1 december 2012 stilzwijgend verlengd kunnen worden.
De wet van Dam bevat geen overgangsrecht, dit was ook niet nodig, zo dacht men, nu deze is gerealiseerd door de dertien maanden tussen bekendmaking in de staatscourant en de inwerkingtreding. Het overgangsrecht als gedicteerd door de Overgangswet NBW is echter niet middels een lex specialis buiten spel gezet.
Prof. mr. M. Loos beargumenteerd dat anticiperende interpretatie van art. 6:233 sub a BW voor de hand ligt, nu het volgens hem de onmiskenbare bedoeling van de wetgever is geweest contractsverlengingen welke plaats hebben gevonden binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet van Dam onder het nieuwe regime te laten vallen. Dit ben ik met hem eens, art. 191 Overgangswet NBW voorziet in een jaar overgangssregeling na inwerkingtreding, wat onwenselijk is. Dit betreft echter niet de overeenkomsten verlengd tussen publicatie en inwerkingtreding, deze verlengingen blijven hoe dan ook rechtsgeldig, nu de wet van Dam pas 1 december 2011 in werking is getreden.
En dat is exact wat ik BassieBaas ook heb aangegeven, en wat de overheid aan informatie biedt aan bedrijven, zoals reeds eerder betoogd. De 'overgangsregeling' betreft de overeenkomsten stilzwijgend verlengd voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van Dam.
Er is hier dus sprake van een misverstand, wat prof. mr. M. Loos schrijft betreft niet overeenkomsten verlengd in het afgelopen jaar, doch verlengingen in het jaar na inwerkingtreding van de wet van Dam, het komende jaar zo u wilt.
Kennelijk hebben wij hier over heen gelezen:
prof. mr. M. Loos schreef:Het lijkt dan ook in strijd met de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om na de uitgestelde werking van een jaar, aan de uitgevers op basis van het overgangsrecht een extra termijn van een jaar toe te kennen. Het moge zo zijn dat gezien het ontbreken van een aanpassing van art. 191 Overgangswet NBW deze wet zich verzet tegen directe toepasselijkheid van de nieuwe bepalingen van de zwarte en grijze lijst op bestaande abonnementen. Niets verzet zich echter tegen anticiperende interpretatie van art. 6:233 sub a BW. Sterker nog: gezien de onmiskenbare bedoeling van de wetgever lijkt mij een dergelijke anticiperende interpretatie nogal voor de hand liggen.
Het misverstand ving bij mij aan door te gehaast lezen van het vetgedrukte, en werd definitief bij het onderstreepte. De kers op de cake was de informatie
hier (voor bedrijven) te vinden, alwaar 1 december 2012 niet wordt genoemd, edoch de overgangsregeling zoals ik deze ook aan BassieBaas voorspiegelde.
Hier (voor consumenten) wordt echter wel over 1 december 2012 gesproken.
In het licht van het bovenstaande is mij onduidelijk of u bij uw standpunt:
alfatrion schreef:Als een prof. mr. Marco Loos, hoogleraar privaatrecht, aangeeft dat het voor de hand ligt dat de wet van Dam wel van toepassing is op bestaande overeenkomsten, kom ik niet in de verleiding om stellig aan te geven dat huidige abonnementen moeten worden uitgediend tot het einde van die abonnementsperiode.
blijft dat de wet ook overeenkomsten betreft welke voor 1 december dit jaar zijn verlengd. Prof. mr. M. Loos, hoogleraar privaatrecht, geeft immers niet aan van deze mening te zijn, doch de werking van de Overgangswet NBW op overeenkomsten te verlengen tot 1 december 2012 niet toepasselijk, althans niet wenselijk te achten, dit alles in de context van de overeenkomst van BassieBaas welke voor 1 december 2011 werd verlengd.
@BassieBaas
Uw sportschool verlangt dat u de ledenpas aangetekend terug stuurt. M.i. volstaat het deze persoonlijk te overhandigen, gezien de berichten vermoed ik echter dat hier niet aan meegewerkt zal worden. Wordt er wel aan meegewerkt, neemt u dan het advies van Maxiem ter harte, en verlang een ontvangstbewijs.
Stuurt u de pas aangetekend terug, volg dat de zending middels het tracht and trace nummer op het bonnetje, en maak een print screen wanneer bezorgd.