Pagina 1 van 1
Weigering waardeoverdracht Pensioenfonds Vervoer
Geplaatst: 16 dec 2011 09:54
door Monique4you
In maart 2010 heb ik opdracht gegeven voor een waardeoverdracht van Pensioenfonds Vervoer naar ABP.
Vrij snel was alles geregeld en had ik een schriftelijke bevestiging dat mijn pensioenaanspraken waren overgemaakt.
In oktober 2011 ontvang ik ineens een jaaroverzicht van het Pensioenfonds Vervoer. Ik heb hun direct een mail gestuurd, dat dit niet klopte, waarna zij me vervolgens doodleuk meldde dat alleen mijn pré-pensioen was overgemaakt.
Ik teruggemaild dat dit niet de opdracht was en het alsnog hersteld moet worden.
Krijg ik een tweede reactie, dat ze mij hierover in de toekomst zullen informeren?
Ik heb een maand gewacht, maar dat vond ik toekomst genoeg. Nu heb ik een 3e mail ontvangen waarin ze vertellen dat ze geen waardeoverdracht doen ivm een te lage dekkingsgraad! Ja doei, dat is toch niet mijn probleem? Ze hadden het 1,5 jaar geleden al moeten regelen. Wat ik ook bijzonder vind is dat in geen enkele correspondentie sprake is van excuses!
Iemand hier ervaring mee?
Re: Weigering waardeoverdracht Pensioenfonds Vervoer
Geplaatst: 20 dec 2011 12:34
door juwita
Het onderstaande vond ik hierover op het internet.
Geen waardeoverdracht bij dekkingsgraad van 100% of lager
Op grond van de Pensioenwet bestaat voor de pensioenuitvoerder de verplichting om aan een wettelijke individuele waardeoverdracht mee te werken. Indien de pensioenuitvoerder zich echter in een slechte financiële situatie (“waarbij de technische voorzieningen niet meer volledig door waarden worden gedekt” ) bevindt, wordt op grond van de Pensioenwet deze verplichting tijdelijk opgeschort. Dit geldt bijvoorbeeld ter voorkoming van een verdere verslechtering van de financiële positie door uitgaande waardeoverdrachten, maar ook ter bescherming van de toetredende deelnemers in geval van inkomende waardeoverdrachten. Van een slechte financiële positie is sprake indien de dekkingsgraad zich onder de 100% bevindt (pensioenfonds), dan wel indien sprake is van een noodregeling of faillissement (verzekeraar). Wij gaan ervan uit dat een fondsbestuur dan nog steeds de mogelijkheid kan hebben om aan waardeoverdrachten mee te werken, maar dan op vrijwillige basis. Dit hoeft niet financieel nadelig te zijn voor het fonds. Een klein rekenvoorbeeld maakt duidelijk waarom. Als we uitgaan van een rekenrente van 4,6% voor de bepaling van de overdrachtswaarde en een rekenrente van 4% voor de berekening van de technische voorziening (TV), is het bij een gemiddelde duration van 20 voor de over te dragen verplichtingen nog steeds aantrekkelijk voor het fonds om over te dragen zolang de dekkingsgraad maar 90% of meer bedraagt. De overdrachtswaarde is dan namelijk niet alleen lager dan de voorziening die het fonds aanhoudt, maar ook lager dan het bedrag dat het fonds tegenover de voorziening als belegging heeft staan. In cijfers: stel dat de TV gelijk is aan 100, dan is het daartegen overstaande vermogen gelijk aan 90 (dekkingsgraad van 90%). De te betalen overdrachtswaarde is bij de gegeven veronderstelling echter lager dan 90.
Wij hebben inmiddels begrepen dat DNB hierover een andere opvatting heeft. De stelling van DNB is, dat nu het wettelijk recht op waardeoverdracht is komen te vervallen en de mogelijkheid tot vrijwillige overdracht ingeval van een slechte financiële situatie niet expliciet in de Pensioenwet is opgenomen, de mogelijkheid tot overdracht in deze situatie niet meer bestaat. Er hoeft volgens DNB geen bestuursbesluit genomen te worden om de opschorting van de waardeoverdrachten in werking te stellen. Op het moment dat het pensioenfonds bekend is met het feit dat de dekkingsgraad 100% of minder is, zullen individuele waardeoverdrachten moeten worden gestaakt. Dat geldt ook voor de lopende procedures. Goede communicatie is daarbij cruciaal.
De vraag is dan nog wel hoe moet worden omgegaan met een dekkingsgraad die rond de 100% fluctueert. Wij stellen voor om dit praktisch te benaderen en uit te gaan van de dekkingsgraad aan het einde van de maand zoals die ook al aan DNB moet worden doorgegeven.
De hierboven geschetste situatie is alleen van toepassing indien het verzoek tot overdracht het gevolg is van een nieuw dienstverband en dus met een aangevangen deelnemerschap op of na 1 januari 2007. De Pensioenwet is immers pas sinds dat moment van toepassing. Ook voor oudere gevallen kan op grond van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet (tijdelijke) opschorting plaatsvinden. Hiervoor is het echter nodig dat DNB oordeelt dat, naar het inzicht van DNB, de financiële toestand van de pensioenuitvoerder het niet toelaat om verplicht mee te werken aan waardeoverdrachten. Dit zal overigens slechts in een gering aantal gevallen aan de orde kunnen zijn, dit soort overdrachten zou immers normaliter al afgerond moeten zijn.
Zodra de financiële positie weer hersteld is, herleeft het wettelijk recht op waardeoverdracht en dienen de (ex-)werknemers hierover spoedig geïnformeerd te worden.
Bron: Towers Watson