17 maart 2012 Betreft: Arbitrage Geschillencommissie advocatuur:
Conform de “spelregels” van geschillencommissie advocatuur is een uitspraak bindend en hoger beroep niet mogelijk. Het tegendeel blijkt waar te zijn.
Van de president van de Rechtbank heb ik een fatsoenlijk antwoord gekregen aangaande mijn op- en aanmerkingen aangaande mijn bezwaren tegen het vonnis.
De kern van de zaak was: De advocaat heeft het geschil aangebracht bij geschillencommissie advocatuur ter begroting van griffierechten en de commissie heeft de advocaat ontvankelijk verklaard en cliënt veroordeelt tot betaling van ( feitelijk niet te begroten) griffierechten.
Voor de geïnteresseerden volgt hieronder:
Mijn bezwaren aangaande het vonnis.
De brief van de advocaat aangaande het arbitrale vonnis.
Het schrijven van de president van de Rechtbank.
De namen en data zijn geanonimiseerd mede gelet op het feit dat naar mijn mening dit forum uitsluitend is bedoeld om niet gewenste praktijken in welke (juridische) vorm dan ook aan de “kaak” te stellen, zodat overige forum leden hier hun voordeel mee kunnen doen.
De procedure heeft zich afgespeeld in de periode augustus 2011 tot heden.
Mijn bezwaren aangaande het vonnis.
X
Van: X [
[email protected]]
Verzonden: dinsdag 00 002012 20:10
Aan: Stafbureau van de President van de rechtbank (plaatsnaam)
Onderwerp: 2012-02-21 Stafbureau van de President van de rechtbank
Urgentie: Hoog
Stafbureau van de President van de rechtbank te (plaatsnaam)
Tav Mevr
00 00 2012
Geachte mevrouw,
Gaarne zal ik uw reactie vernemen over de onderstaande situatie.
Het betreft hier een ARBITRAAL VONNIS van de Geschillencommissie Advocatuur d.d. 00 00 2012 onder dossiernummer 0000000. Het originele vonnis is per gelijke post gedeponeerd bij de griffie van de Arrondissementsrechtbank te (plaatsnaam)
In het kader van een geschil tussen:
Y
gevestigd te (plaatsnaam) , hierna te noemen: eiseres,
en
de heer X, wonende te (plaatsnaam), hierna te noemen: verweerder.
Sub 1
Een advocaat heeft zonder voorkennis aan cliënt op 0 00 2011 een klacht ingediend bij de Geschillencommissie Advocatuur, terwijl en zover bekend en volgens de gedragcode advocatuur (Regel 19*) de advocaat vooraf aan cliënt kenbaar dient te maken, dat deze voornemens is een geschil aanhangig te gaan maken en de mogelijkheid te bieden alsnog en eventueel voor een laatste maal cliënt in de gelegenheid te stellen alsnog tot een minnelijke regeling te komen.
Het bovenstaande is niet geschiedt.
Sub 2
Het vonnis is in het voordeel van de advocaat uitgevallen. Volgens de voorwaarden van de Geschillencommissie Advocatuur is dit vonnis bindend. Van de uitspraak van de Commissie staat geen hoger beroep open.
Sub 3
De advocaat wenst binnen 14 dagen een bedrag van € 4.000, - te ontvangen en bij gebreke daarvan wordt aan de President van de Rechtbank te Utrecht schriftelijk verzocht toestemming te verlenen om tot ten uitvoerlegging van het vonnis over te gaan.
Dit zou impliceren dat zonder nadere bestudering en voorkennis, de President van de Rechtbank uitsluitend en alleen op verzoek van de advocaat, schriftelijk toestemming verleend het vonnis ten uitvoer te laten brengen.
Indien het onder Sub 1 vermelde juist is geformuleerd (geen voorkennis aan cliënt) dan is naar mijn mening de indiening van het geschil onrechtmatig.
Sub 4
Tegen het vonnis wens ik verweer te voeren en wel om de onderstaande redenen:
Geen kennisname van de te starten procedure door advocaat voor aanvang procedure.
Door verblijf in het buitenland is ook door de Geschillencommissie Advocatuur aan mij niet voldoende duidelijk gemaakt dat de advocaat een procedure heeft opgestart.
Doordat de feitelijke stukken mij pas op 00 00 2011 zijn toegezonden en ter kennis gebracht en al op 0 00 2011 de hoorzitting plaats vond ( 4 dagen later), heb ik mij niet of nauwelijks kunnen voorbereiden.
Stukken die voor mij zeer relevant waren en tijdens de hoorzitting had willen inleveren en in een later stadium aan de commissie heb toegezonden, zijn niet in behandeling genomen.
In het vonnis staan duidelijke onjuistheden, die gemotiveerd weerlegd kunnen worden.
Gaarne zal ik dan ook van u vernemen of zoals gesteld onder Sub 3 en mijn opmerkingen onder Sub 4, uiteraard bewezen en gemotiveerd, aanleiding zijn dat de President van de Rechtbank, geen schriftelijk toestemming verleend het vonnis ten uitvoer te laten brengen maar terugverwijst naar de
Geschillencommissie advocatuur voor revisie.
Bij voorbaat zeg ik u dank voor uw medewerking.
Met vriendelijke groeten,
X
De brief van de advocaat aangaande het arbitrale vonnis.
X = cliënt
Y = Advocaat/ Kantoor
Geachte heer X,
Ongetwijfeld zal u in bovengenoemde zaak hebben kennisgenomen van het vonnis van de Geschillencommissie d.d. 00 0 2012.
De Commissie heeft bepaald dat u in totaal een bedrag van € 4.000, - aan Y Advocaten verschuldigd bent. Het bedrag van € 4.000, - dient binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief op de rekening van Y Advocaten te (plaatsnaam) met nummer 00000000 te zijn bijgeschreven, bij gebreke waarvan de President van de Rechtbank (plaatsnaam) schriftelijk zal worden verzocht toestemming te verlenen om tot ten uitvoerlegging van het vonnis over te gaan.
Voor uw begrip merk ik op dat het griffierecht, zoals dit door Y Advocaten aan de Rechtbank (plaatsnaam) is betaald, in totaal een bedrag van € 4.000, - besloeg. Dit bedrag is aan u door belast op door middel van de declaratie met nummer 000000 d.d. 3 maart 2008.
Deze declaratie besloeg, naast het griffierecht van € 4.000, - tevens een bedrag van € 100,- aan honorarium. In totaal werd er door deze declaratie een bedrag van € 4.100, - bij u in rekening gebracht.
Mr. Y *) heeft tijdens de zitting de vordering tot betaling van het griffierecht verlaagd naar € 3.900, - Uit coulance wordt het bedrag van € 100, - aan honorarium uit de declaratie van 3 maart 2008 (met nummer 000000) tevens gecrediteerd.
Van deze declaratie wordt derhalve nog betaling van € 3.900, - verwacht. Daarnaast bent u, zoals in het bovenstaande reeds is verwoord, gehouden de proceskosten ad € 90, - aan Y te voldoen.
Hiermee beschouwt Y de discussie die zag op de declaratie van 3 maart 2008 met declaratienummer 000000 als beëindigd. Dit neemt niet weg dat Y haar vordering op firma v.o.f., op u en de heer (medepartner) ten aanzien van de resterende openstaande facturen handhaaft. U zult voor dit openstaande totaalbedrag een brief van mij ontvangen.
Ten einde er zeker van te zijn dat deze brief u bereikt, zend ik u deze brief zowel aangetekend als per gewone post, alsmede per e-mail.
Hoogachtend,
Y
*) naam collega advocaat, de advocaat die het geschil aanhangig heeft gemaakt is niet ter zitting verschenen.
Het schrijven van de president van de Rechtbank.
President van de rechtbank:
Geachte heer X,
Op 00 00 2012 heeft u een email naar mijn bestuurssecretariaat gestuurd. U stelt aan de orde dat er een arbitraal vonnis van de Geschillencommissie Advocatuur d.d. 00 00 2012 bij de griffie van de rechtbank Utrecht is gedeponeerd.
In uw brief brengt u aantal bezwaren tegen de inhoud van dit arbitraal vonnis naar voren. U verzoekt mij om - als de advocaat mij zou verzoeken toestemming te verlenen voor het tenuitvoerleggen van dit vonnis - hiervoor geen toestemming te verlenen en het arbitraal vonnis terug te verwijzen naar de Geschillencommissie Advocatuur voor revisie.
Omdat deze zaak wordt behandeld binnen de sector Civiel heb ik navraag gedaan over uw email bij de griffie van de sector Civiel en daarbij is mij het volgende gebleken.
Het arbitraal vonnis d.d. 00 00 2012 is inderdaad door de Geschillencommissie Advocatuur aan de rechtbank toegezonden met het verzoek dit te deponeren.
Op 21 februari 2012 is door de rechtbank een akte van depot opgemaakt onder nummer 00/0000.
Tot op heden is er bij de rechtbank geen verzoek tot tenuitvoerlegging van dit arbitraal vonnis binnengekomen.
Als dergelijke verzoeken binnenkomen, wijst de voorzieningenrechter die in beginsel toe
zonder het horen van verweerder o.g.v. artikel 1062 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Uw email van 00 00 2012 is echter door de rechtbank opgevat als een informeel verzoek van uw zijde om te worden gehoord.
Dat betekent dat als tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis wordt verzocht, er een zitting zal worden bepaald zodat u gehoord kan worden, alvorens de voorzieningenrechter op het verzoek beslist.
U kunt dan toelichten waarom u vindt dat de voorzieningenrechter geen toestemming zou moeten verlenen voor de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Mr
President rechtbank
Naschrift:
De termijn dat cliënt aan advocaat had moeten betalen is inmiddels overschreden.
De advocaat heeft nagelaten om schriftelijk aan de President van de rechtbank te verzoeken om tot ten uitvoerlegging van het vonnis over te gaan.
Indien de advocaat zeker zou zijn geweest van zijn zaak, dan had deze onmiddellijk na het verstrijken van de termijn van 14 dagen ( geen betaling ontvangen) een verzoek moeten indienen bij President van de Rechtbank.
Voor cliënt staat de mogelijk open om een nadere toelichting op dit vonnis te geven.
Reacties en suggesties op het bovenstaande worden gaarne in ontvangst genomen.
Met vriendelijke groeten,
Norbert Runsel.