Dexia in het ongelijk gesteld door de rechtbank
Geplaatst: 22 nov 2003 19:31
DEXIA KLANT IN HET GELIJK GESTELD.
Met dergelijke berichtgeving openenden de landelijk ochtendbladen op 13 november hun artikelen. Is dit dan de lang verwachte uitspraak waar iedereen op zat te wachten?
Voordat de 700.000 aandelenlease gedupeerden de champagneflessen openen, even een aantal feiten op een rij omdat gelijk hebben en zelfs gelijk krijgen, geen garantie is op succes (schadevergoeding). Er is nog een lange weg te gaan.
Toch mag men spreken van een eerste echte overwinning op één van de veroorzakers van dit debacle. De Amsterdamse rechtbank heeft op 12 november niet voor niets een gedupeerde aandelenlease belegger in het gelijk gesteld. Dit eerste gerechtelijke vonnis in een reeks van een twintigtal individuele zaken is een belangrijke aanwijzing dat de bankverzekeraars op hun hoede moeten zijn.
Het vonnis bevat elementen die belangrijk zijn bij de mogelijke aansprakelijkheid van bankverzekeraars en tussenpersonen. Dexia is haar verplichting om informatie in te winnen over de financiële positie, de ervaring op het gebied van beleggingen en de beleggings(spaar)doelstellingen van de klant ‘onvoldoende nagekomen’. De informatie die Dexia heeft gegeven via het aanvraagformulier en de aandelenlease overeenkomst, was volgens de rechtbank te summier. Derhalve heeft Dexia niet voldaan aan de wettelijke zorgplicht (o.a. correcte en volledige informatie).
Een belangrijk punt was dat het verweer van Dexia, dat de leaseproducten ‘kant en klaar’ werden verkocht, niet gegrond werd verklaard. Daarmee is de bank aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van haar wanbeleid en de schade die de klant heeft geleden.
Naast de veroordeling van Dexia is het interessant te zien dat ook de adviseur die het aandelenlease product heeft verkocht, tussenpersoon Breedijk & Biessenbeek Financiële Dienstverlening, mede aansprakelijk is gesteld. In de adviesfunctie heeft deze tussenpersoon de klant onvoldoende gewezen op de risico’s.
Het punt dat Dexia aanvoerde dat de wettelijke zorgplicht niet van toepassing zou zijn werd door de rechtbank verworpen. De advocaat van de bank, mr Frielink, had in zijn verdediging aangevoerd dat de gedragsregels voor effecteninstellingen, die de toezichthouder AFM in 1999 had uitgevaardigd, elke wettelijke basis ontberen en daarom ‘niet bindend’ zouden zijn voor Dexia. Wanneer dit principiële punt door de rechter wel was toegekend, waren de gevolgen niet te overzien geweest.
Daarmee verliest Dexia dus een belangrijk punt (stok) in haar verweer dat ze ook wilde gebruiken in de andere procedures. Feit blijft dat de bank met dit vonnis niet onder haar zorg- en informatieplicht uitkomt.
Uiteindelijk veroordeelde de rechtbank de bank en tussenpersoon tot vergoeding van 75% respectievelijk 25% van de geleden schade. Omdat het driejarig-contract pas afloopt op 30 januari 2004 is de schade nog niet bepaald. Wanneer de geleasde aandelen (Aegon, KPN en Wolters Kluwer) niets meer waard zijn, is de schade ruim € 57.000,-. Erg waarschijnlijk is dat niet en zal een bedrag van € 20.000,- meer reëel zijn.
Het feit dat Dexia in hoger beroep is gegaan, is vanuit de bank geredeneerd, niet meer dan logisch. Men wil voorkomen ten onder te gaan aan dit financiële drama wat feitelijk niet is veroorzaakt door Dexia zelf, maar het gevolg is van de aankoop van Bank Labouchére (dochter van Aegon). Pas na aankoop kwamen.... DE LIJKEN.... (aandelenlease producten) uit de kast.
Dat de gevolgen nauwelijks te zijn overzien voor de branche van bankverzekeraars, tussenpersonen, notarissen en makelaars is door het bestuur van de Stichting AdviesVerlies (SAV) zeer gedetailleerd en in een vroegtijdig stadium aangegeven in haar brieven en rapporten (o.a. in het rapport Belastingramp 21e eeuw van mei 2002 (te lezen onder ‘acties’ op deze site) aan de branche, politiek en toezichthouders. Wanneer ‘de daders, slachtoffers en toeschouwers’ niet met een gemeenschappelijke oplossing komen zal dit een ‘financiële en maatschappelijke systeemcrisis’ veroorzaken. Deze uitspraak is per mail bevestigd door een lid van de VVD Tweede Kamerfractie.
Bron: adviesverlies
Met dergelijke berichtgeving openenden de landelijk ochtendbladen op 13 november hun artikelen. Is dit dan de lang verwachte uitspraak waar iedereen op zat te wachten?
Voordat de 700.000 aandelenlease gedupeerden de champagneflessen openen, even een aantal feiten op een rij omdat gelijk hebben en zelfs gelijk krijgen, geen garantie is op succes (schadevergoeding). Er is nog een lange weg te gaan.
Toch mag men spreken van een eerste echte overwinning op één van de veroorzakers van dit debacle. De Amsterdamse rechtbank heeft op 12 november niet voor niets een gedupeerde aandelenlease belegger in het gelijk gesteld. Dit eerste gerechtelijke vonnis in een reeks van een twintigtal individuele zaken is een belangrijke aanwijzing dat de bankverzekeraars op hun hoede moeten zijn.
Het vonnis bevat elementen die belangrijk zijn bij de mogelijke aansprakelijkheid van bankverzekeraars en tussenpersonen. Dexia is haar verplichting om informatie in te winnen over de financiële positie, de ervaring op het gebied van beleggingen en de beleggings(spaar)doelstellingen van de klant ‘onvoldoende nagekomen’. De informatie die Dexia heeft gegeven via het aanvraagformulier en de aandelenlease overeenkomst, was volgens de rechtbank te summier. Derhalve heeft Dexia niet voldaan aan de wettelijke zorgplicht (o.a. correcte en volledige informatie).
Een belangrijk punt was dat het verweer van Dexia, dat de leaseproducten ‘kant en klaar’ werden verkocht, niet gegrond werd verklaard. Daarmee is de bank aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van haar wanbeleid en de schade die de klant heeft geleden.
Naast de veroordeling van Dexia is het interessant te zien dat ook de adviseur die het aandelenlease product heeft verkocht, tussenpersoon Breedijk & Biessenbeek Financiële Dienstverlening, mede aansprakelijk is gesteld. In de adviesfunctie heeft deze tussenpersoon de klant onvoldoende gewezen op de risico’s.
Het punt dat Dexia aanvoerde dat de wettelijke zorgplicht niet van toepassing zou zijn werd door de rechtbank verworpen. De advocaat van de bank, mr Frielink, had in zijn verdediging aangevoerd dat de gedragsregels voor effecteninstellingen, die de toezichthouder AFM in 1999 had uitgevaardigd, elke wettelijke basis ontberen en daarom ‘niet bindend’ zouden zijn voor Dexia. Wanneer dit principiële punt door de rechter wel was toegekend, waren de gevolgen niet te overzien geweest.
Daarmee verliest Dexia dus een belangrijk punt (stok) in haar verweer dat ze ook wilde gebruiken in de andere procedures. Feit blijft dat de bank met dit vonnis niet onder haar zorg- en informatieplicht uitkomt.
Uiteindelijk veroordeelde de rechtbank de bank en tussenpersoon tot vergoeding van 75% respectievelijk 25% van de geleden schade. Omdat het driejarig-contract pas afloopt op 30 januari 2004 is de schade nog niet bepaald. Wanneer de geleasde aandelen (Aegon, KPN en Wolters Kluwer) niets meer waard zijn, is de schade ruim € 57.000,-. Erg waarschijnlijk is dat niet en zal een bedrag van € 20.000,- meer reëel zijn.
Het feit dat Dexia in hoger beroep is gegaan, is vanuit de bank geredeneerd, niet meer dan logisch. Men wil voorkomen ten onder te gaan aan dit financiële drama wat feitelijk niet is veroorzaakt door Dexia zelf, maar het gevolg is van de aankoop van Bank Labouchére (dochter van Aegon). Pas na aankoop kwamen.... DE LIJKEN.... (aandelenlease producten) uit de kast.
Dat de gevolgen nauwelijks te zijn overzien voor de branche van bankverzekeraars, tussenpersonen, notarissen en makelaars is door het bestuur van de Stichting AdviesVerlies (SAV) zeer gedetailleerd en in een vroegtijdig stadium aangegeven in haar brieven en rapporten (o.a. in het rapport Belastingramp 21e eeuw van mei 2002 (te lezen onder ‘acties’ op deze site) aan de branche, politiek en toezichthouders. Wanneer ‘de daders, slachtoffers en toeschouwers’ niet met een gemeenschappelijke oplossing komen zal dit een ‘financiële en maatschappelijke systeemcrisis’ veroorzaken. Deze uitspraak is per mail bevestigd door een lid van de VVD Tweede Kamerfractie.
Bron: adviesverlies