Herziening onherroepelijk vaststelling huur- en zorgtoeslag
Geplaatst: 25 okt 2012 22:12
Beste allemaal,
Een familielid heeft geen bezwaar gemaakt tegen de definitieve vaststelling van huur- en zorgtoeslag. Deze werd op €0 gezet omdat zij verplicht was om haar pensioen af te kopen en dat werd meegerekend bij de vermogenstoets. Vast staat dat dit niet correct is, maar wat kan zij doen tegen de onherroepelijke vaststelling?
Omdat ik een juridische opleiding volg probeer ik haar te helpen. Ik kwam op de volgende artikelen uit: art. 21a Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) jo art 5a Uitvoeringsregeling Awir.
Ik ben niet zo thuis in het belastingrecht maar als ik het goed begrijp dan kan/ moet de Belastingdienst/Toeslagen in beginsel de onherroepelijke tegemoetkomingen herzien in het voordeel van haar zodra is gebleken dat die tegemoetkomingen op een te laag bedrag is vastgesteld. Klopt dat en hoe krijgen wij voor elkaar dat ook daadwerkelijk wordt herzien?
Want zij heeft wel te laat bezwaar gemaakt en aangegeven waarom en dat wordt steeds afgedaan met, te laat is te laat. En als ik bel dan krijg ik het antwoord dat ze de wet niet mogen interpreteren.
Ik ben bijna zeker van mijn zaak maar wil jullie toch vragen jullie ervaring/ visie hierover uit te spreken.
Tot slot, art. 5a Uitvoeringsregeling Awir bevat een aantal "tenzij" clausules waarvan ik op 1 na weet dat ze niet van toepassing zijn. Het gaat om de volgende:
d. de onjuistheid van de tegemoetkoming voortvloeit uit de omstandigheid dat eerst nadat die tegemoetkoming onherroepelijk vast is komen te staan een beroep wordt gedaan op een faciliteit, waarop een beroep moet worden gedaan op een eerder wettelijk voorgeschreven moment;
Kan iemand mij vertellen hoe deze clausule wordt uitgelegd? Wat is een faciliteit? Want zover ik weet is bezwaar/ beroep een rechtsmiddel. En de onjuistheid van de tegemoetkoming vloeit juist voort uit wet- en regelgeving waarin de eenmalige afkoop van pensioenen worden uitgezonderd van de vermogenstoets.
Bij voorbaat grote dank!
Edwin
Een familielid heeft geen bezwaar gemaakt tegen de definitieve vaststelling van huur- en zorgtoeslag. Deze werd op €0 gezet omdat zij verplicht was om haar pensioen af te kopen en dat werd meegerekend bij de vermogenstoets. Vast staat dat dit niet correct is, maar wat kan zij doen tegen de onherroepelijke vaststelling?
Omdat ik een juridische opleiding volg probeer ik haar te helpen. Ik kwam op de volgende artikelen uit: art. 21a Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) jo art 5a Uitvoeringsregeling Awir.
Ik ben niet zo thuis in het belastingrecht maar als ik het goed begrijp dan kan/ moet de Belastingdienst/Toeslagen in beginsel de onherroepelijke tegemoetkomingen herzien in het voordeel van haar zodra is gebleken dat die tegemoetkomingen op een te laag bedrag is vastgesteld. Klopt dat en hoe krijgen wij voor elkaar dat ook daadwerkelijk wordt herzien?
Want zij heeft wel te laat bezwaar gemaakt en aangegeven waarom en dat wordt steeds afgedaan met, te laat is te laat. En als ik bel dan krijg ik het antwoord dat ze de wet niet mogen interpreteren.
Ik ben bijna zeker van mijn zaak maar wil jullie toch vragen jullie ervaring/ visie hierover uit te spreken.
Tot slot, art. 5a Uitvoeringsregeling Awir bevat een aantal "tenzij" clausules waarvan ik op 1 na weet dat ze niet van toepassing zijn. Het gaat om de volgende:
d. de onjuistheid van de tegemoetkoming voortvloeit uit de omstandigheid dat eerst nadat die tegemoetkoming onherroepelijk vast is komen te staan een beroep wordt gedaan op een faciliteit, waarop een beroep moet worden gedaan op een eerder wettelijk voorgeschreven moment;
Kan iemand mij vertellen hoe deze clausule wordt uitgelegd? Wat is een faciliteit? Want zover ik weet is bezwaar/ beroep een rechtsmiddel. En de onjuistheid van de tegemoetkoming vloeit juist voort uit wet- en regelgeving waarin de eenmalige afkoop van pensioenen worden uitgezonderd van de vermogenstoets.
Bij voorbaat grote dank!
Edwin