voor belangstellenden voor rauwe voeding voor honden
Geplaatst: 25 dec 2003 22:29
Voor je clubblad of om verder te verspreiden!
Rauwe voeding voor honden, het ultieme naslagwerk voor honden
Commercieel hondenvoer in de vorm van droogvoer en blikvoer is tegenwoordig de populairste manier om honden te voeden in Europa en Noord Amerika. Vragen die fokkers, dierenartsen en dierenwinkels vaak te horen krijgen, zijn: "…Welk hondenvoer is het beste? Welke kan ik het beste aan mijn honden geven?"
De eerste brokjes, gemaakt van graanafval en vleesmeel, werden rond 1850 in Engeland geproduceerd. In 1885 werd het idee opgepakt door slimme molenaars in de Verenigde Staten, die zich realiseerden hoeveel geld er verdiend kon worden wanneer de restanten van hun bedrijven omgezet zouden worden tot hondenvoer, en ze stelden een hondenvoer samen uit de bijproducten van de molen plus vleesmeel. In 1922 begon Ken-L-Ration ingeblikt paardenvlees te produceren en dit sloeg enorm aan op de markt in de Verenigde Staten. Vanaf dit moment ontstonden veel andere soorten ingeblikt hondenvoer. De huisdiervoedselindustrie, die in een tijdsbestek van enkele tientallen jaren zou uitgroeien tot gigantische omvang, was een feit. (2)
In Nederland werd vanaf de jaren 1920 hondenbrood geproduceerd. Het was de bedoeling om gemaksvoeding voor honden te produceren in een compacte vorm waarin alle benodigde voedingsstoffen aanwezig waren. In de regel bestond dit uit tarwemeel, al of niet gemengd met stukjes gedroogd vleesafval, vleesmeel, beenderafval, bloed, gedroogd vlees en soms ook "kaantjes" waaraan dan nog voedingszouten en eventueel levertraan werden toegevoegd. In de jaren 1920 tot 1950 werden bij honden krampen en epileptische aanvallen waargenomen, waarvan men de oorzaak niet kon vinden. Kort na de tweede wereldoorlog ontdekte de Engelse onderzoeker Mellanby, dat de kleine hoeveelheden chloorstikstof die men toevoegde aan het meel om de kleur en de bakeigenschappen te verbeteren, de oorzaak was. Deze behandeling was wettelijk toegestaan omdat proeven met dieren geen nadelen lieten zien.
Dit was een van de eerste keren dat veel honden de dupe werden van de poging om gebalanceerd en compleet voer te produceren en er kan een heel boek gevuld worden met alle mislukkingen en aanpassingen tot op de dag van vandaag, want commercieel voer wordt nog steeds "verbeterd" en "aangepast". Niemand weet precies wat voor voedingsstoffen een hond nodig heeft en daarnaast is er ook niemand die weet wat er op dat gebied nog niet eens ontdekt is. Men weet nog niet hoeveel voedingsstoffen er zijn, welke essentieel zijn voor honden, en wat het opstapelingeffect is van de vele synthetische chemicaliën die gebruikt worden.
In de zoektocht naar het ultieme gebalanceerde en complete voer is de commercieel gevoerde hond na al die jaren van onderzoeken en verbeteringen nog steeds de gebeten hond en een betalend proefkonijn. Honden zijn net als mensen individuen met een soms afwijkende behoefte waardoor zij het niet goed doen op de voedingsstoffen in een commercieel product waar een gemiddelde hond wel voldoende aan heeft. Daarnaast is een hond genetisch niet voorbestemd om te veel gekookt voedsel te eten en is hij ook niet geëvolueerd op een voeding die voor meer dan de helft uit granen bestaat.
Ondanks de grote opmars van de diervoedselindustrie zijn er toch altijd hondenliefhebbers geweest, die het welzijn van hun honden belangrijker vonden dat een gemaksvoer. Zo hield een van de secties van het in 1935 gehouden Kynologisch Wereldcongres in Monaco speciaal bezig met de behandeling van de voeding van de hond en men stelde o.a. de volgende punten op:
1. De voeding van de hond moet gebaseerd zijn op rauw vlees, waaronder te verstaan is spiervlees, zachte beenderen die niet versplinterbaar zijn, inwendige organen als hart, lever, milt, klierorganen, bloed, pens, boekmaag enz.
2. De verhouding voedsel van dierlijke oorsprong tot voedsel afkomstig van planten moet ongeveer één tot één zijn.
3. De benodigde dagelijkse hoeveelheden moeten door de fokker zelf gezocht worden door na te gaan of een hond in goede conditie blijft, dat wil zeggen niet te dik en niet te mager wordt.
4. De hoeveelheden voedsel van dierlijke oorsprong moeten verhoogd worden (ook ten aanzien van de verhouding vlees: voedingsmiddelen van plantaardige oorsprong) gedurende de dracht, de zoogperiode, de groeitijd en bij veel of zwaar werk. (1)
In Nederland heeft Prof.Dr. Donath samen met zijn Greyhounds WWII doorstaan en in zijn boek "Wat moet mijn hond eten?", vierde druk 1973, legt hij uit hoe de spijsvertering van een hond werkt, en ingesteld is op het verteren van rauwe voeding en hoe deze voeding er uit hoort te zien, gebaseerd op de afspraken die destijds in 1934 gemaakt werden. Ook Jan van Rheenen is een voorstander van rauwe voeding voor honden en in zijn "Prisma Hondenboek", elfde druk 1977, legt hij haarfijn uit hoe hondenmoeders en hun pups gevoed moeten worden. Etholoog Evert Jan ter Burg gaat nog een stapje verder: hij houdt zijn honden, Duitse Herders en Eskimohonden, in groepsverband en voedt ze zoals wolven gevoed worden. Zijn bevindingen zijn opgeslagen in "Honden natuurlijk", 1982.
In 1993 geeft de Australische dierenarts Ian Billinghurst het boek "Give your dog a bone" uit. Dr. Billinghurst is een voorstander van "Biologically Appropriate Raw Food" oftewel BARF. Rauwe voeding die geschikt is voor de hond en zijn spijsverteringsstelsel. Het boek sloeg aan over de hele wereld en er zijn de afgelopen tien jaar meer dan vijftigduizend kopieën van verkocht. De Nederlandse vertaling van dit boek is klaar, de uitgave nog niet.
In augustus 2003 is er een boek uitgekomen in Canada van de in Denemarken geboren chemicus Mogens Eliasen over rauwe voeding voor honden met als titel: Rauwe voeding voor honden, het ultieme naslagwerk voor hondenbezitters. Niet alleen is het een waardevolle aanvulling op hetgeen Dr. Billinghurst schrijft, het is daarnaast ook een waardig vervolg op de boeken die twintig tot veertig jaar geleden geschreven zijn door Prof.Dr. Donath, Jan van Rheenen en etholoog Evert Jan Terburg.
Er zijn mogelijkheden om een kopie te krijgen, wanneer je het boek wilt recenseren in je tijdschrift of clubblad. Gelieve daarvoor contact op te nemen met [email protected] en op http://k9joy.com/RauweVoedingVoorHonden staat meer informatie over het boek en de inhoud en de wijze van bestellen.
Merry Xmas!
Ignit Bekken.
http://groups.yahoo.com/group/barf-natuurlijk
Bronnen:
(1)Prof.Dr. W.F. Donath. Wat moet mijn hond eten?
(2) Dr. Ian Billinghurst. Give your dog a bone.
Rauwe voeding voor honden, het ultieme naslagwerk voor honden
Commercieel hondenvoer in de vorm van droogvoer en blikvoer is tegenwoordig de populairste manier om honden te voeden in Europa en Noord Amerika. Vragen die fokkers, dierenartsen en dierenwinkels vaak te horen krijgen, zijn: "…Welk hondenvoer is het beste? Welke kan ik het beste aan mijn honden geven?"
De eerste brokjes, gemaakt van graanafval en vleesmeel, werden rond 1850 in Engeland geproduceerd. In 1885 werd het idee opgepakt door slimme molenaars in de Verenigde Staten, die zich realiseerden hoeveel geld er verdiend kon worden wanneer de restanten van hun bedrijven omgezet zouden worden tot hondenvoer, en ze stelden een hondenvoer samen uit de bijproducten van de molen plus vleesmeel. In 1922 begon Ken-L-Ration ingeblikt paardenvlees te produceren en dit sloeg enorm aan op de markt in de Verenigde Staten. Vanaf dit moment ontstonden veel andere soorten ingeblikt hondenvoer. De huisdiervoedselindustrie, die in een tijdsbestek van enkele tientallen jaren zou uitgroeien tot gigantische omvang, was een feit. (2)
In Nederland werd vanaf de jaren 1920 hondenbrood geproduceerd. Het was de bedoeling om gemaksvoeding voor honden te produceren in een compacte vorm waarin alle benodigde voedingsstoffen aanwezig waren. In de regel bestond dit uit tarwemeel, al of niet gemengd met stukjes gedroogd vleesafval, vleesmeel, beenderafval, bloed, gedroogd vlees en soms ook "kaantjes" waaraan dan nog voedingszouten en eventueel levertraan werden toegevoegd. In de jaren 1920 tot 1950 werden bij honden krampen en epileptische aanvallen waargenomen, waarvan men de oorzaak niet kon vinden. Kort na de tweede wereldoorlog ontdekte de Engelse onderzoeker Mellanby, dat de kleine hoeveelheden chloorstikstof die men toevoegde aan het meel om de kleur en de bakeigenschappen te verbeteren, de oorzaak was. Deze behandeling was wettelijk toegestaan omdat proeven met dieren geen nadelen lieten zien.
Dit was een van de eerste keren dat veel honden de dupe werden van de poging om gebalanceerd en compleet voer te produceren en er kan een heel boek gevuld worden met alle mislukkingen en aanpassingen tot op de dag van vandaag, want commercieel voer wordt nog steeds "verbeterd" en "aangepast". Niemand weet precies wat voor voedingsstoffen een hond nodig heeft en daarnaast is er ook niemand die weet wat er op dat gebied nog niet eens ontdekt is. Men weet nog niet hoeveel voedingsstoffen er zijn, welke essentieel zijn voor honden, en wat het opstapelingeffect is van de vele synthetische chemicaliën die gebruikt worden.
In de zoektocht naar het ultieme gebalanceerde en complete voer is de commercieel gevoerde hond na al die jaren van onderzoeken en verbeteringen nog steeds de gebeten hond en een betalend proefkonijn. Honden zijn net als mensen individuen met een soms afwijkende behoefte waardoor zij het niet goed doen op de voedingsstoffen in een commercieel product waar een gemiddelde hond wel voldoende aan heeft. Daarnaast is een hond genetisch niet voorbestemd om te veel gekookt voedsel te eten en is hij ook niet geëvolueerd op een voeding die voor meer dan de helft uit granen bestaat.
Ondanks de grote opmars van de diervoedselindustrie zijn er toch altijd hondenliefhebbers geweest, die het welzijn van hun honden belangrijker vonden dat een gemaksvoer. Zo hield een van de secties van het in 1935 gehouden Kynologisch Wereldcongres in Monaco speciaal bezig met de behandeling van de voeding van de hond en men stelde o.a. de volgende punten op:
1. De voeding van de hond moet gebaseerd zijn op rauw vlees, waaronder te verstaan is spiervlees, zachte beenderen die niet versplinterbaar zijn, inwendige organen als hart, lever, milt, klierorganen, bloed, pens, boekmaag enz.
2. De verhouding voedsel van dierlijke oorsprong tot voedsel afkomstig van planten moet ongeveer één tot één zijn.
3. De benodigde dagelijkse hoeveelheden moeten door de fokker zelf gezocht worden door na te gaan of een hond in goede conditie blijft, dat wil zeggen niet te dik en niet te mager wordt.
4. De hoeveelheden voedsel van dierlijke oorsprong moeten verhoogd worden (ook ten aanzien van de verhouding vlees: voedingsmiddelen van plantaardige oorsprong) gedurende de dracht, de zoogperiode, de groeitijd en bij veel of zwaar werk. (1)
In Nederland heeft Prof.Dr. Donath samen met zijn Greyhounds WWII doorstaan en in zijn boek "Wat moet mijn hond eten?", vierde druk 1973, legt hij uit hoe de spijsvertering van een hond werkt, en ingesteld is op het verteren van rauwe voeding en hoe deze voeding er uit hoort te zien, gebaseerd op de afspraken die destijds in 1934 gemaakt werden. Ook Jan van Rheenen is een voorstander van rauwe voeding voor honden en in zijn "Prisma Hondenboek", elfde druk 1977, legt hij haarfijn uit hoe hondenmoeders en hun pups gevoed moeten worden. Etholoog Evert Jan ter Burg gaat nog een stapje verder: hij houdt zijn honden, Duitse Herders en Eskimohonden, in groepsverband en voedt ze zoals wolven gevoed worden. Zijn bevindingen zijn opgeslagen in "Honden natuurlijk", 1982.
In 1993 geeft de Australische dierenarts Ian Billinghurst het boek "Give your dog a bone" uit. Dr. Billinghurst is een voorstander van "Biologically Appropriate Raw Food" oftewel BARF. Rauwe voeding die geschikt is voor de hond en zijn spijsverteringsstelsel. Het boek sloeg aan over de hele wereld en er zijn de afgelopen tien jaar meer dan vijftigduizend kopieën van verkocht. De Nederlandse vertaling van dit boek is klaar, de uitgave nog niet.
In augustus 2003 is er een boek uitgekomen in Canada van de in Denemarken geboren chemicus Mogens Eliasen over rauwe voeding voor honden met als titel: Rauwe voeding voor honden, het ultieme naslagwerk voor hondenbezitters. Niet alleen is het een waardevolle aanvulling op hetgeen Dr. Billinghurst schrijft, het is daarnaast ook een waardig vervolg op de boeken die twintig tot veertig jaar geleden geschreven zijn door Prof.Dr. Donath, Jan van Rheenen en etholoog Evert Jan Terburg.
Er zijn mogelijkheden om een kopie te krijgen, wanneer je het boek wilt recenseren in je tijdschrift of clubblad. Gelieve daarvoor contact op te nemen met [email protected] en op http://k9joy.com/RauweVoedingVoorHonden staat meer informatie over het boek en de inhoud en de wijze van bestellen.
Merry Xmas!
Ignit Bekken.
http://groups.yahoo.com/group/barf-natuurlijk
Bronnen:
(1)Prof.Dr. W.F. Donath. Wat moet mijn hond eten?
(2) Dr. Ian Billinghurst. Give your dog a bone.