LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd.

[ archief ] even in het frans over 12 november 2003

Hier kan je discussiëren over de onderwerpen rondom Legio Lease.
pallu
Berichten: 688
Lid geworden op: 20 aug 2003 17:03

even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door pallu »

Legio Lease-Dexia condamné à compenser les pertes d'une cliente
AMSTERDAM/BRUXELLES, 12 novembre (Reuters) - Un tribunal néerlandais a condamné mercredi Dexia à compenser une bonne partie des pertes d'environ 57.000 euros subies par une cliente de l'activité leasing d'actions de la filiale néerlandaise du groupe franco-belge.

Dexia a aussitôt annoncé qu'il ferait appel, le tribunal lui ayant ordonné de rembourser la cliente à hauteur de 75% de ses pertes en jugeant qu'elle n'avait pas été informée des risques de pertes encourus avec ce type de produits.

Le conseiller financier de la plaignante, Breedijk & Biesenbeek Financiele Dienstverlening, devra acquitter le solde de 25% pour les mêmes raisons.

Dexia a indiqué qu'elle comptait faire appel de ce verdict en contestant l'insuffisance des informations fournies et en faisant valoir que, dans une affaire similaire, un autre tribunal avait rendu un jugement opposé.

Cette affaire a provoqué un petit accès de nervosité autour du titre Dexia, qui cédait 1,9% à 13,39 euros vers 16h15 en Bourse de Paris alors que l'indice DJ Stoxx des banques perdait 0,13% au même moment.

Elle intervient alors que Dexia estimait début septembre que le risque associé à son activité Legio Lease - des prêts gagés sur des actions dont ils ont permis de financer l'achat - aux Pays-Bas est largement "sous contrôle".

La banque franco-belge a provisionné 478 millions d'euros dans ses comptes 2002 pour y faire face, alors que les plaintes de clients mécontents des pertes potentielles encourues du fait de la débâcle des Bourses se multipliaient.

L'encours des prêts liés à Legio Lease s'élevait à 3,7 milliards d'euros et l'insuffisance de leur couverture atteignait encore 1,5 milliard d'euros à fin août malgré le redressement des marchés d'actions.

Dexia a soumis aux clients de sa filiale néerlandaise des propositions de rééchelonnement, qui ont été acceptées par 46% des souscripteurs de Legio Lease.

Mais plusieurs ont choisi de saisir la justice, individuellement ou en groupe, en accusant la banque de les avoir trompés.

Dexia a lancé de son côté le mois dernier des poursuites contre plus de 500 clients de Legio Lease qui n'avaient pas respecté des échéances de remboursement.

Plus de 350.000 personnes ont souscrit ces produits, qui ont connu un grand succès lors de la flambée des Bourses à la fin des années 1990, auprès de la Banque Labouchère, un établissement néerlandais racheté par Dexia il y a trois ans.

Le montant définitif des dommages à la charge de Dexia dans le procès qui s'est achevé mercredi sera fixé en janvier 2004, à l'expiration du contrat de la plaignante. /YLG


http://www.bbfd.nl/vp0/main.do;jsession ... age&s=&cj=

Mieke D.
Berichten: 108
Lid geworden op: 21 nov 2003 16:50

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Mieke D. »

Dexia gaat in beroep omdat in een ander soortgelijk geval de rechtbank tot een tegenovergestelde uitspraak kwam.
Waar is dat vonnis te vinden?

Mieke

JOOST1
Berichten: 364
Lid geworden op: 05 jul 2003 21:18

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door JOOST1 »

hET VONNIS VAN ALMELO

pallu
Berichten: 688
Lid geworden op: 20 aug 2003 17:03

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door pallu »

op het dexia debacle

Mieke D.
Berichten: 108
Lid geworden op: 21 nov 2003 16:50

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Mieke D. »

Hier wordt niet gesproken over het vonnis van Almelo.
In dát vonnis ging het om een uitspraak over wel of geen huurkoop.
Omdat de rechter oordeelde dat er geen sprake was van huurkoop werd de zaak niet verwezen naar een kantonrechter.
Inhoudelijk is over deze zaak nog geen oordeel uitgesproken.

Wordt er misschien verwezen naar een DSI-zaak?

Mieke

JOOST1
Berichten: 364
Lid geworden op: 05 jul 2003 21:18

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door JOOST1 »

HET IS EEN UITSPRAAK VAN WOENSDAG 12 NOVEMBER MAAR IK KAN HEM NIET VINDEN.


JOOST

RDG
Berichten: 37
Lid geworden op: 10 okt 2003 09:00

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door RDG »

Mijn Frans is waardeloos, maar ik zie wel om welke zaak het gaat, nl:
LJN-nummer: AN7990 Zaaknr: 253921 / HAZA 02.2570
Dit is DE zaak tot nu toe in het voordeel van leasebeleggers. De uitspraak is inderdaad van 12 november.

RdG

pallu
Berichten: 688
Lid geworden op: 20 aug 2003 17:03

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door pallu »

LJN-nummer: AN9138 Zaaknr: 59599 HA ZA 03-670
Bron: Rechtbank Almelo
Datum uitspraak: 26-11-2003
Datum publicatie: 1-12-2003
Soort zaak: civiel - handelszaak
Soort procedure: eerste aanleg - enkelvoudig

RECHTBANK ALMELO
zaaknummer: 59599 ha za 03-670
datum uitspraak vonnis: 26 november 2003 (rm).

Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:

de naamloze vennootschap
Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
incidenteel verweerster,
verder te noemen: [Eiseres],
procureur: mr. J. Sleeswijk Visser,
advocaat mr. H. Post te Helmond,

tegen

Gedaagde,
wonende te Almelo,
gedaagde in de hoofdzaak,
incidenteel eiseres,
verder te noemen: [Gedaagde],
procureur mr. A.J. Spoor,
advocaat mr. N.H.A. van Duuren te Leiden.

Het procesverloop

In de hoofdzaak en in het incident

[Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.

[Gedaagde] heeft geconcludeerd voor antwoord en de onbevoegdheid van de sector ingeroepen.

[Eiseres] heeft geantwoord op de exceptie van onbevoegdheid en geconcludeerd tot afwijzing.

Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd in het incident.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

In de hoofdzaak

1. Bij dagvaarding vordert [Eiseres] om [Gedaagde] te veroordelen om aan haar, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen de som van e 11.046,77, vermeerderd met de contractuele rente ad 0,96% per maand, althans de wettelijke rente, over e 9.402,21 vanaf 7 juni 2003 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [Gedaagde] in de kosten van dit geding.

2. [Eiseres] stelt deze vordering te hebben omdat, kort gezegd, [Gedaagde] heeft verzuimd de eindafrekening ad e 9.402,21 te betalen, welk bedrag zij op grond van een aandelenlease-overeenkomst tussen partijen verschuldigd is.

In het incident

3. De exceptie van onbevoegdheid is door [Gedaagde] tijdig en op de juiste wijze voorgesteld.

4. [Gedaagde] stelt over de onbevoegdheid van deze sector, dat in deze zaak sprake is van een huurkoopovereenkomst en de kantonrechter daarom op grond van artikel 93 sub c van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd is.

5. [Eiseres] betwist dat er sprake is van een huurkoopovereenkomst en betwist dat de sector kanton bevoegd is. Zij stelt, kort gezegd, dat de effectenlease-overeenkomsten niet als huurkoop kunnen worden gekwalificeerd, omdat deze overeenkomsten niet voldoen aan de wezenlijke kenmerken van een koop op afbetaling.

6. Ter discussie staat of de aandelenlease-overeenkomst tussen partijen als huurkoop-overeenkomst gekwalificeerd moeten worden. Wanneer deze vraag in positieve zin beantwoord zal worden, dan is de deze rechtbank onbevoegd om deze zaak te behandelen en zal de zaak worden verwezen naar de sector kanton van deze rechtbank. Wordt deze vraag in negatieve zin beantwoord, dan is deze rechtbank bevoegd en zal zij de vordering van [Gedaagde] afwijzen.

7. Artikel 7A:1576 h van het Burgerlijk Wetboek (BW) definieert een huurkoopovereenkomst als volgt:

(lid 1) Huurkoop is de koop en verkoop op afbetaling, waarbij partijen overeenkomen, dat de verkochte zaak niet door enkele aflevering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat door de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is.

Er is alleen dan sprake van een huurkoopovereenkomst als een overeenkomst aan alle in dit artikel genoemde voorwaarden voldoet.

8. Een aandelenlease-overeenkomst is een overeenkomst sui generis. Gezegd kan worden dat een dergelijke aandelenlease-overeenkomst raakpunten heeft met verschillende andere overeenkomsten. Zo vertoont een aandelenlease-overeenkomst ook belangrijke overeenkomsten met een huurkoopovereenkomst zoals hierboven gedefinieerd. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen beide overeenkomsten.

9. Een huurkoopovereenkomst veronderstelt dat het huurkoopobject bij het aangaan van de overeenkomst wordt afgeleverd, hetgeen wil zeggen dat de zaak ter beschikking van de huurkoper wordt gesteld. Van een ter beschikking stellen is naar het oordeel van de rechtbank bij een dergelijke aandelenlease-overeenkomst geen sprake. [Gedaagde] is, nadat de aandelen door [Eiseres] zijn gekocht, nooit in het bezit daarvan geweest, of in de positie geweest dat zij de aandelen kon vervreemden, bezwaren of enig ander recht ten aanzien van de aandelen kon uitoefenen.

10. Daarnaast is een uitgangspunt bij de aandelenlease-overeenkomsten dat de effecten aan het einde van de looptijd niet in eigendom aan de cliënt worden overgedragen, maar dat de aandelen worden verkocht aan een derde. Met de cliënt wordt dan het verschil tussen de koop- en verkoopprijs van de aandelen afgerekend. Gedurende de looptijd van de overeenkomst kan de lessee aangeven de aandelen in eigendom te willen verkrijgen. Niet gesteld of gebleken is dat [Gedaagde] dit heeft aangegeven. In deze zaak zijn de aandelen blijkens de eindafrekening na afloop van de overeenkomst verkocht tegen de op dat moment geldende koers en is het verschil tussen de koop- en verkoopprijs met [Gedaagde] afgerekend. De aandelen waren dusdanig in koers gedaald dat zij nog een bedrag diende te voldoen van e 9.402,21. Het is nu juist de strekking van een huurkoopovereenkomst dat de eigendom van de zaak op de lessee overgaat wanneer de laatste betalingstermijn is voldaan, terwijl daar bij een aandelenlease-overeenkomst dus geen sprake van is.

11. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat de aandelenlease-overeenkomsten niet als huurkoopovereenkomsten gekwalificeerd kunnen worden. De sector kanton van deze rechtbank is dus niet op grond van artikel 93 sub c Rv bevoegd. De rechtbank zal de vordering van [Gedaagde] daarom afwijzen.
12. [Gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit incident worden veroordeeld.

In de hoofdzaak

13. Gelet op hetgeen is overwogen in het incident zal de rechtbank de hoofdzaak verwijzen naar de rol.

De beslissing

In het incident

I. Wijst de vordering van [Gedaagde] af.

II. Veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [Eiseres] begroot op e 390,= aan salaris van de procureur.

In de hoofdzaak

III. Verwijst de zaak naar de rol van woensdag 24 december 2003.

Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Verhoeven en op 26 november 2003 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.



Chris G
Berichten: 911
Lid geworden op: 21 aug 2003 14:13

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Chris G »

De beredenering van de rechter in bovengenoemde uitspraak kan ik niet helemaal volgen in de punten 9, 10 en 11.
Onder punt 10 staat o.a. het volgende:
10. Daarnaast is een uitgangspunt bij de aandelenlease-overeenkomsten dat de effecten aan het einde van de looptijd niet in eigendom aan de cliënt worden overgedragen, maar dat de aandelen worden verkocht aan een derde.
Hierover staat in de "Bijzondere Voorwaarden WinstVerdriedubbelaar" toevallig ook onder punt 10, het volgende:

10. Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zullen de waarden aan lessee worden uitgeleverd, tenzij lessee alsdan mededeelt de voorkeur te geven aan de verkoop van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio aan lessee worden uitbetaald. Verkoop vindt zo spoedig mogelijk na opdracht daarto plaats.

Het is ook kenmerkend dat een andere rechter, enkele dagen later, juist wel de conclusie trok dat aandelenlease onder huurkoop valt.

Gerard
Berichten: 158
Lid geworden op: 17 aug 2003 16:08

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Gerard »

Daarom krijg je aan het einde van je contract de 3 keuzes.

Verkopen, verlengen of aandelen overnemen.

Het juiste motief in deze zaak is niet geheel duidelijk. Nes wil hier geen commentaar opgeven.

JOOST1
Berichten: 364
Lid geworden op: 05 jul 2003 21:18

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door JOOST1 »

Het is deze zaak
LJN-nummer: AN7990 Zaaknr: 253921 / HAZA 02.2570
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 12-11-2003
Datum publicatie: 12-11-2003
Soort zaak: civiel - civiel overig
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig

253921 / HAZA 02.2570
12 november 2003




RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS


i n d e z a a k v a n :


[eiseres], wonende te Amsterdam,
e i s e r e s ,
procureur mr. H.J. Bos,


t e g e n :


1. de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V., gevestigd te
Amsterdam,
procureur mr. K. Frielink,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde 2], gevestigd te Amsterdam,
niet verschenen,
g e d a a g d e n .


Eiseres wordt [eiseres] genoemd. Gedaagde onder 1 wordt Dexia genoemd en gedaagde onder 2 [gedaagde 2].

VERLOOP VAN DE PROCEDURE


De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaar-ding van 24 oktober 2002, met bewijsstukken,
- conclusie van antwoord, met bewijsstukken,
- conclusie van repliek, met bewijsstukken,
- conclusie van dupliek,
- pleidooi dat is gehouden is op 25 september 2003, het daarvan opgemaakte proces-verbaal, pleitnotities van de raadslieden van [eiseres] en Dexia en een bij pleidooi door Dexia genomen akte overlegging producties,
- verzoek vonnis wijzen.


GRONDEN VAN DE BESLISSING


1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, als-mede op grond van de in zoverre niet bestreden in-houd van overgelegde bewijs-stuk-ken, staat het volgende vast.

1.1. [eiseres] heeft op of omstreeks 30 januari 2001 een zogenoemde "Triple Effect Vooruitbetaling" effectenlease-overeenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten met Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Dexia heeft nadien de rechten en verplichtingen van Labouchere uit hoofde van de overeenkomst overgenomen. De overeenkomst houdt, voor zover hier van belang, in:
(..)
(..)

1.2. [eiseres] heeft zich bij de totstandkoming van de overeenkomst laten bijstaan door [gedaagde 2], die haar in de voorgaande twaalf jaren herhaaldelijk financiële adviezen had verstrekt. [gedaagde 2] was tevens cliëntenremisier van Labouchere. [gedaagde 2] heeft [eiseres] ge-ad-viseerd een bedrag van ¦ 20.000,-- in een effectenlease-overeenkomst te beleggen en heeft hierbij de "Triple Effect Vooruitbetaling" effectenlease-overeenkomst, een product van Labouchere, onder de aandacht van [eiseres] gebracht. [gedaagde 2] heeft haar voor-afgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst meegedeeld dat zij door de overeenkomst aan te gaan het bedrag van ¦ 20.000,-- kon verdubbelen, het kon verliezen of quitte kon spelen. [gedaagde 2] heeft haar toen niet meegedeeld dat een andere mogelijkheid was dat zij bij het einde van de looptijd van de overeenkomst een schuld zou hebben aan Labouchere.

1.3. [eiseres] heeft na het onder 1.2 genoemde advies van [gedaagde 2] op of omstreeks 24 januari 2001 een aanvraagformulier van Labouchere ondertekend, dat, voor zover hier van belang, inhoudt:
(..)

(..)
Voordat [eiseres] het aanvraagformulier ondertekende, heeft zij geen kennis genomen van de inhoud daarvan.

1.4. [eiseres] heeft de overeenkomst doorgelezen voordat zij deze ondertekende. Zij heeft daarin toen niet gelezen dat zij door de overeenkomst aan te gaan tevens geld leende van Labouchere en aan het einde van de overeenkomst een schuld zou kunnen hebben aan Labouchere, maar slechts dat zij een bedrag van ¦ 20.000,-- inlegde dat zij in het ongunstigste geval kon verliezen en in het gunstigste geval kon verdubbelen. Zij meende toen dat de onder punt 1 van de overeenkomst vermelde bedragen, hiervoor weergegeven onder 1.1, niet op haar rechtsverhouding met Labouchere betrekking hadden.

1.5. Labouchere heeft [eiseres] voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst geen andere informatie over de "Triple Effect Vooruitbetaling" effectenlease-overeen-komst als product van Labouchere verstrekt dan is vermeld in het aanvraagformulier en de overeenkomst, waarvan de relevante inhoud hiervoor is weergegeven onder respectievelijk 1.3 en 1.1.

1.6. De overeenkomst eindigt op 30 januari 2004, tenzij verlenging overeen wordt gekomen. Op grond van de overeenkomst bedraagt het maximale verlies van [eiseres] - indien de aandelen op 30 januari 2004 geen enkele waarde meer zouden hebben - e 57.242,07 plus driemaal het jaardividend over de aandelen in de portefeuille ter hoogte van het dividend zoals uitgekeerd in het jaar 2000. Dit bedrag van € 57.242,07 bestaat uit een bedrag van € 48.149,19, dat [eiseres] door de overeenkomst heeft geleend van Labouchere, en de door [eiseres] vooruitbetaalde rente van e 9.092,88 over het geleende bedrag. De lening wordt afgelost met de verkoopopbrengst van de aandelen aan het einde van de overeenkomst. Is de opbrengst hoger dan het geleende bedrag, dan ontvangt [eiseres] op grond van de overeenkomst het verschil. Is de opbrengst lager, dan is zij volgens de over--eenkomst het verschil aan (thans) Dexia verschuldigd.

2. [eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht verklaart dat zij de overeenkomst bij brief van 5 september 2002 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd, althans dat de rechtbank de overeenkomst vernietigt;
II. voor recht verklaart dat Dexia (de rechtbank leest) aansprakelijk is voor de toe-reken-bare tekortkoming van Labouchere in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] en/of onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld;
III. voor recht verklaart dat [gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] en/of onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld;
IV. Dexia en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, nader op te maken bij staat;
V. Dexia en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van de procedure.

2.1. [eiseres] beroept zich op de hiervoor onder 1 vermelde vaststaande feiten en legt aan haar eis het volgende, zakelijk weergegeven, ten grondslag.

2.2. Primair komt haar een beroep op dwaling toe. Zij is voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst niet gewezen op het risico dat zij aan het einde van de looptijd van de overeenkomst na verkoop van de aandelen een schuld aan Labouchere zou kunnen hebben. De echtgenoot van [eiseres] is begin 2000 overleden. [eiseres] heeft daarna haar huis verkocht en een kleiner huis gekocht. Na de afwikkeling resteerde een bedrag van ¦ 30.000,--. [gedaagde 2] heeft haar geadviseerd hiervan een gedeelte van ¦ 20.000,-- te beleggen. [eiseres] heeft, nog enigszins versuft door het overlijden van haar echtgenoot, met het advies van [gedaagde 2] ingestemd.
[eiseres] heeft nauwelijks bedenktijd gekregen, omdat Labouchere haar heeft verzocht de overeenkomst per omgaande ondertekend te retourneren.
Bij brief van 5 september 2002 aan Dexia heeft [eiseres] de overeenkomst buitengerech-te-lijk vernietigd wegens dwaling.

2.3. Subsidiair, voor het geval het beroep op dwaling niet opgaat, zijn Dexia en [gedaagde 2] volgens [eiseres] toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van hun verplichtingen en/of hebben zij onrechtmatig gehandeld jegens haar. Dexia had voorafgaand aan de tot-standkoming van de overeenkomst een risicoprofiel van [eiseres] moeten opstellen en schriftelijk moeten vastleggen. De constructie van de overeenkomst is misleidend, omdat de rente vooruit wordt betaald. [eiseres] is niet gewaarschuwd voor de hefboomwerking van beleggen met geleend geld. Anders dan vermeld in het aanvraagformulier heeft [eiseres] voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst geen brochure ontvan-gen. Ook indien zij de brochure met informatie van Labouchere over Triple Effect wel zou hebben ontvangen, zou Labouchere daarmee niet hebben voldaan aan haar infor-matieplicht jegens [eiseres], omdat de brochure misleidend is, althans geen volledige en juiste informatie bevat. Verder is zij niet ingelicht over specifieke risico's die samenhangen met haar persoonlijke omstandigheden.

2.4. Als gevolg van de wanprestatie en/of onrechtmatige daad van Dexia en [gedaagde 2] heeft [eiseres] schade geleden, waarvoor zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. Omdat de looptijd van de overeenkomst nog niet is verstreken, is de schade thans niet te begroten. Indien de overeenkomst op 19 februari 2003 was geëindigd, zou haar verlies gezien de toenmalige koersen ongeveer e 40.000,-- hebben bedragen. Het verlies is niet meer goed te maken, omdat de koersen van de aandelen dan tot 30 januari 2004, de datum waarop de overeenkomst eindigt, met 64,66% zouden moeten stijgen. Een dergelijke stijging zal zich waarschijnlijk niet voordoen.

3. Dexia voert zakelijk weergegeven als volgt verweer tegen de vordering.

3.1. Dexia is niet aansprakelijk voor eventuele fouten van [gedaagde 2]. [eiseres] heeft zelf [gedaagde 2] als haar financieel adviseur ingeschakeld. Dexia is op geen enkele wijze verantwoorde-lijk voor de handelingen van [gedaagde 2].

3.2. Het beroep op dwaling gaat niet op. [eiseres] is bij het aangaan van de overeenkomst niet onder druk gezet door Labouchere. Als het feit dat zij destijds niet zichzelf was al voor rekening van Dexia zou moeten komen, mocht zij, gezien het tijdsverloop van ongeveer een jaar tussen het overlijden van haar echtgenoot en het aangaan van de overeenkomst, in staat worden geacht ten tijde van het sluiten van de overeenkomst te beoordelen of zij met de overeenkomst kon instemmen. De door [eiseres] getekende overeenkomst en de brochure, die zij heeft gelezen volgens haar verklaring in het aanvraagformulier, bevatten voldoende informatie over het leaseproduct en de daaraan maximaal verbonden financiële ver-plichtingen. Reeds op grond van de overeenkomst wist [eiseres] dat zij geld leende, dat zij rente moest betalen, dat en welke aandelen zij leasde en dat zij de lening zou moeten terugbetalen, voor zover mogelijk uit de opbrengst van de verkoop van de aandelen. Het was in de eerste plaats de taak van [gedaagde 2] om [eiseres] informatie te verstrekken over de over-eenkomst.

3.3. Van wanprestatie of onrechtmatige daad is geen sprake. De verplichtingen, vervat in artikel 28 Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002, voorheen Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 (hierna: NR), tot het informeren naar de financiële positie van [eiseres] en haar beleggingservaringen en tot het opstellen van een risicoprofiel behoefden voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst niet door Labouchere te worden nageleefd. Allereeerst niet, omdat artikel 28 NR niet verbindend is. Artikel 28 NR is gebaseerd op de artikelen 24 onder b en 35 onder a van het Besluit toezicht effectenverkeer (hierna: Bte), die op hun beurt zijn gebaseerd op artikel 11 lid 1 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (hierna: Wte). Op geen van de onderwerpen van artikel 11 lid 1 Wte is het bepaalde in artikel 28 NR terug te voeren, zodat artikel 28 NR een middellijke en onmiddellijke grondslag in een wet in formele zin ontbeert en on-ver-bindend is. Daarnaast rustten deze verplichtingen destijds niet op Labouchere, maar op [gedaagde 2] als cliëntenremisier. Dexia mag erop vertrouwen dat [gedaagde 2] haar verplichtingen heeft nageleefd. Labouchere heeft destijds aan [gedaagde 2] de brochure met informatie over de overeenkomst verstrekt. Indien [gedaagde 2] de brochure niet aan [eiseres] heeft overhandigd, komt dat niet voor risico van Dexia. Ook indien over het voorgaande anders zou worden geoordeeld, was Labouchere voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst niet gehouden te informeren naar de beleggingsdoelstelling of beleggingservaring van [eiseres], omdat de overeenkomst als een kant en klaar product op de markt wordt gebracht en het enige doel van de belegger is het behalen van koerswinst. De beleggingsdoelstelling is inherent aan de aard van het product. De belegger hoeft hiervoor geen verdere beleggingskeuzes te maken. De constructie van de overeenkomst is niet misleidend.

Beoordeling

Het beroep op dwaling

4. Uit de hiervoor onder 1.1., 1.2, en 1.4 vermelde vaststaande feiten in onderling verband en samenhang bezien, blijkt dat [eiseres] als gevolg van een onjuiste mededeling van [gedaagde 2] bij het aangaan van de overeenkomst een onjuiste voorstelling had van de inhoud van de over-eenkomst door niet te beseffen dat zij geld leende van Labouchere en aan het einde van de overeenkomst een schuld aan haar wederpartij zou kunnen hebben. Dit betekent, gezien het bepaalde in artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder a Burgerlijk Wetboek (BW), dat [eiseres] in haar contractuele verhouding tot [gedaagde 2] heeft gedwaald. Ook indien juist zou zijn dat dit eveneens in de contractuele verhouding tussen [eiseres] en Dexia als rechtsopvolgster van Labouchere dwaling oplevert, zoals [eiseres] kennelijk betoogt, behoort de dwaling, gelet op het bepaalde in artikel 6:228 lid 2 BW, voor rekening van [eiseres] te blij-ven op de volgende gronden. [eiseres] heeft de overeenkomst doorgelezen voorafgaand aan de ondertekening daarvan (zie 1.4). In de overeenkomst is in ieder geval vermeld dat zij het bedrag van € 9.092,88 aan Labouchere betaalde als rente (zie 1.1). Dit strookt niet met de toenmalige veronderstelling van [eiseres] dat zij een bedrag van ¦ 20.000,-- inlegde en dat zij dit bedrag kon verliezen, quitte kon spelen of het bedrag kon verdubbelen (zie 1.4). Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat banken rente in rekening brengen over een geldschuld. Nu zij in deze situatie geen navraag heeft gedaan naar de betekenis van het woord rente in samenhang met het door haar bij het aangaan van de overeenkomst ineens te betalen bedrag alvorens de overeenkomst te ondertekenen, komt een beroep op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling haar in verband met de omstandigheden van het geval niet toe.

5. Voor zover [eiseres] met een beroep op het bepaalde in artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder b BW aan haar beroep op dwaling ten grondslag legt dat Labouchere voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst haar spreekplicht heeft geschonden door [eiseres] niet in te lichten over de risico's, verbonden aan beleggen met geleend geld, baat haar dit niet. Ook indien juist is dat Labouchere in strijd met haar contractuele verplichtingen [eiseres] niet of onvoldoende heeft ingelicht over deze risico's en [eiseres] als gevolg daarvan zou hebben gedwaald, moet een dergelijk feit in onderling verband en samenhang worden bezien met de hiervoor onder 4 besproken situatie, waarin de mededelingen van [gedaagde 2] weliswaar dwaling in de verhouding tussen [eiseres] en [gedaagde 2] opleveren, maar deze dwaling voor rekening van [eiseres] blijft omdat zij aanleiding had moeten zien nadere vragen te stellen alvorens de overeenkomst te ondertekenen en dit niet is geschied. Gelet hierop en omdat [gedaagde 2] niet alleen optrad als cliëntenremisier van Labouchere, maar tevens een contractuele adviesrelatie had met [eiseres] en de han-delwijze van [gedaagde 2] in laatstgenoemde hoedanigheid in beginsel, behoudens in dit geval niet gestelde bijzondere omstandigheden, niet voor risico van Labouchere komt, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, hetgeen Dexia kennelijk betoogt, dat [eiseres] zich onder voornoemde omstandigheden in haar contractuele verhouding tot Dexia met succes zou kunnen beroepen op dwaling, verband houdend met gebrekkige informatieverstrekking door Labouchere. Dit brengt mee dat hier geen verdere bespreking behoeft of [eiseres] heeft gedwaald als gevolg van de handelwijze van Labouchere voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst.

6. De hiervoor onder 2.I. vermelde vordering tot verkrijging van een verklaring voor recht dat [eiseres] de overeenkomst bij brief van 5 september 2002 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd, althans tot vernietiging van de overeenkomst, is op grond van het voorgaande niet toewijsbaar.

De vordering tegen [gedaagde 2] wegens wanprestatie

7. Uit de hiervoor onder 1.2 en 1.1. vermelde vaststaande feiten in onderling verband en samenhang bezien blijkt dat [gedaagde 2] in strijd met de inhoud van de door Labouchere aangeboden "Triple Effect Vooruitbetaling" effectenlease-overeenkomst voorafgaand aan de totstandkoming daarvan aan [eiseres] heeft verteld dat zij door de overeenkomst aan te gaan het bedrag van ¦ 20.000,-- kon verdubbelen, het kon verliezen of quitte kon spelen en dat [gedaagde 2] haar toen niet heeft verteld dat zij aan het einde van de looptijd van de overeenkomst na verkoop van de aandelen een schuld aan haar wederpartij kon hebben. [eiseres] heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde 2] haar als financieel adviseur desgevraagd bijstond bij de verkoop van haar huis en de besteding van een gedeelte van ¦ 20.000,-- van de opbrengst daarvan. Een en ander betekent dat [gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] op grond van hun adviesovereenkomst door haar verkeerd en onvoldoende voor te lichten over het desbetreffende product, de "Triple Effect Vooruitbetaling" effectenlease-overeen-komst van Labouchere. [gedaagde 2] is dan ook aansprakelijk voor schade van [eiseres] als gevolg van deze toerekenbare tekortkoming. De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] en de gevorderde veroordeling tot vergoeding van de door [eiseres] als gevolg daarvan geleden schade, nader op te maken bij staat, zijn daarmee toewijsbaar.

8. [eiseres] legt aan de gestelde onrechtmatige daad van [gedaagde 2] geen andere feiten ten grondslag dan aan de wanprestatie, zodat, gezien het voorgaande, haar desbetreffende stellingen verder onbesproken kunnen blijven.

De vordering tegen Dexia wegens wanprestatie

9. Aangezien [eiseres] aan haar vordering niet ten grondslag legt dat Dexia aansprakelijk zou zijn voor schade van [eiseres] als gevolg van fouten van [gedaagde 2], behoeft het hiervoor onder 3.1 vermelde verweer van Dexia, dat van het tegendeel uitgaat, geen verdere bespreking.

10. Tussen partijen is in geschil of Labouchere voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst haar contractuele zorgplicht jegens [eiseres] heeft geschonden. Volgens [eiseres] is dit het geval omdat Labouchere een risicoprofiel van haar had moeten opstellen en omdat Labouchere toen op grond van artikel 28 NR was gehouden bij haar te informeren naar haar financiële positie, haar ervaring met beleggingen in financiële instrumenten en haar beleggingsdoelstellingen.

11. Alvorens op deze stellingen van [eiseres] in te gaan, zal het verweer van Dexia dat artikel 28 NR onverbindend is, worden besproken.

11.1. De overeenkomst is aangegaan ten tijde van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Tussen partijen is terecht niet in geschil dat de toenmalige Stichting Toezicht Effectenverkeer (hierna: STE) bevoegd was tot het uitvaardigen van deze regeling. Hiervan gaat de rechtbank uit.

11.2. Blijkens de considerans van de Wte is deze wet in 1995 opnieuw vastgesteld in verband met, voor zover hier van belang, de uitvoering van richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141). De considerans van deze richtlijn houdt, voor zover hier van belang, in:

(..)
Overwegende dat de ondernemingen die door deze richtlijn bestreken beleggingsdiensten verrichten, aan een door de Lid-Staat van herkomst van de beleggingsonderneming afgegeven vergunning onderworpen moeten zijn ter bescherming van de beleggers en de stabiliteit van het financieel stelsel.
(..)
Overwegende dat deze richtlijn onder meer tot doel heeft de beleggers te beschermen, dat het in dat verband aangewezen lijkt rekening te houden met de uiteenlopende behoefte aan bescherming van de onderscheiden categorieën van beleggers en hun niveau van professionele deskundigheid.
(..)
Overwegende dat ten einde zowel de beleggers te beschermen als te zorgen voor een goede werking van de effectenmarkten, de doorzichtigheid van de transacties dient te worden gewaarborgd en dat de regels die met het oog daarop in deze richtlijn zijn vastgesteld voor de gereglementeerde markten van toepassing zijn zowel op beleggingsondernemingen als op kredietinstellingen wanneer zij op de markt opereren.
(..)

De ratio van de Wte wordt, geplaatst in het kader van deze richtlijn, onder andere bepaald door de op Europeesrechtelijk niveau gevoelde noodzaak beleggers bescherming te bieden tegen risico's van beleggingen in effecten. In dit licht bezien overschrijdt artikel 24 Bte als bepaling ter uitvoering van artikel 11 lid 1 Wte niet de grenzen van het bepaalde in artikel 11 lid 1 aanhef en onder a en d Wte, op grond waarvan Dexia en haar rechtsvoorgangster Labouchere zich als effecteninstelling moeten houden aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels ten aanzien van, voor zover hier van belang, deskundigheid en betrouwbaarheid en aan het publiek te verstrekken informatie. Artikel 24 Bte houdt, voor zover hier van belang, in:

Een effecteninstelling houdt zich bij het verrichten van haar werkzaamheden aan door de toezichthoudende autoriteit te stellen regels die ertoe strekken dat de effecteninstelling:
a. handelt in het belang van haar cliënten en de adequate functionering van de effectenmarkten;
b. in het belang van haar cliënten kennis neemt van hun financiële positie, ervaring en beleggingsdoelstellingen, voor zover dit redelijkerwijs van belang is met het oog op het verrichten van haar diensten;
c. haar cliënten de gegevens en bescheiden verstrekt die nodig zijn voor de beoordeling van de door haar aangeboden diensten en de effecten waarop die diensten betrekking hebben.
(..)

Hiermee legt artikel 24 Bte aan Dexia en haar rechtsvoorgangster Labouchere verplichtingen op waarmee wordt beoogd te waarborgen dat zij deskundig en betrouwbaar optreden jegens hun cliënten en stelt artikel 24 Bte regels over aan het publiek te verstrekken informatie.

11.3. Artikel 28 NR is een krachtens artikel 24 Bte door de STE gestelde regel in de zin van artikel 24 Bte. Artikel 28 NR houdt, voor zover hier van belang, in:

1. Een effecteninstelling wint in het belang van haar cliënten informatie in betreffende hun financiële positie, hun ervaring met beleggingen in financiële instrumenten en hun beleggingsdoelstellingen, voor zover dit redelijkerwijs relevant is bij de uitvoering van de door de effecteninstelling te verrichten diensten. (..)
(..)

Hiermee valt artikel 28 NR binnen het bereik van artikel 24 Bte jo artikel 11 Wte, bezien in het licht van genoemde richtlijn. De verplichting die artikel 28 NR aldus aan Dexia en haar rechtsvoorgangster Labouchere oplegt, vloeit immers, in samenhang beschouwd met hetgeen hiervoor is vermeld omtrent de ratio van de Wte, rechtstreeks voort uit de eis dat zij zich als effecteninstelling houden aan regels ten aanzien van deskundigheid en betrouwbaarheid en aan het publiek te verstrekken informatie teneinde van overheidswege te waarborgen dat aan beleggers bescherming wordt geboden tegen risico's van beleggingen.

11.4. Op grond van het voorgaande gaat het verweer dat artikel 28 NR onverbindend is niet op.

12. Thans zal worden besproken of Labouchere haar contractuele zorgplicht jegens [eiseres] heeft geschonden door, zoals [eiseres] heeft gesteld, voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst geen risicoprofiel van [eiseres] op te stellen en door haar niet mee te delen dat zij zou beleggen met geleend geld en aan het einde van de overeenkomst een schuld aan haar wederpartij zou kunnen hebben.

13. [eiseres] heeft ook na betwisting niet gesteld welke schade zij zou hebben geleden als gevolg van het door haar gestelde feit dat Labouchere voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst haar verplichting tot het opstellen van een risicoprofiel van [eiseres] niet zou hebben nageleefd. Reeds hierom kan deze stelling niet tot toewijzing van de vordering leiden en behoeft geen verdere bespreking of deze verplichting in dit geval op Labouchere rustte en, zo ja, of Labouchere deze verplichting destijds heeft geschonden.

14. Vervolgens moet worden onderzocht of, zoals [eiseres] heeft gesteld, Labouchere voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst haar informatieverplichtingen jegens [eiseres] ex artikel 11 lid 1 Wte jo artikel 24 Bte jo artikel 28 NR heeft geschonden.

14.1. [gedaagde 2] was destijds cliëntenremisier van Labouchere, zoals is vermeld onder 1.2. In reactie op het verweer van Dexia, dat de genoemde verplichtingen jegens [eiseres] destijds op [gedaagde 2] als cliëntenremisier en niet op Labouchere rustten, heeft [eiseres] het volgende, zakelijk weergegeven, gesteld. [gedaagde 2] was indertijd als cliëntenremisier een rechtspersoon die bij het als effectenbemiddelaar aanbieden of verrichten van diensten cliënten aanbracht bij Labouchere in de zin van het bepaalde in artikel 12 Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (hierna: Vrijstellingsregeling Wte 1995). [gedaagde 2] was toen een bij de STE geregistreerde effecteninstelling als bedoeld in artikel 12 Vrijstellingsregeling Wte 1995. Daarom was gezien artikel 43 lid 6 NR het bepaalde in artikel 28 NR niet op [gedaagde 2] van toepassing.

14.2. Dexia heeft niet weersproken dat voor [gedaagde 2] destijds artikel 28 NR niet gold op de door [eiseres] genoemde grond, zodat dit als vaststaand wordt aangenomen. Daarmee was Labouchere als effecteninstelling ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst jegens [eiseres] gehouden haar verplichtingen op grond van artikel 28 NR na te leven. Het betoog van Dexia dat [gedaagde 2], omdat deze was vrijgesteld van het vergunningsvereiste van artikel 7 van de Wte, wel was gebonden aan artikel 24 Bte, maakt dit niet anders.
Verder staat tussen partijen vast dat Labouchere aan [eiseres], voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst, geen andere informatie over het product "Triple Effect Vooruitbetaling" heeft verstrekt dan is vermeld in het aanvraagformulier en de over-eenkomst (zie 1.5).
Het betoog van Dexia dat Labouchere aan haar informatieverplichtingen jegens [eiseres] heeft voldaan doordat Labouchere haar brochure over "Triple Effect Vooruitbetaling" had toegezonden aan [gedaagde 2] en [eiseres] op het aanvraagformulier heeft verklaard dat zij de brochure had gelezen, baat Dexia niet om de navolgende reden. Nu [eiseres] stelt de brochure niet van [gedaagde 2] te hebben gekregen, zou volgens de hoofdregel van het bepaalde in artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op grond van de voorgedrukte verklaring weliswaar in beginsel, behoudens door [eiseres] te leveren tegenbewijs, kunnen worden aangenomen dat [eiseres] de brochure heeft gekregen. Volgens het bepaalde in artikel 6:236 aanhef en onder k BW wordt echter, in de verhouding van Labouchere als professionele wederpartij tot [eiseres] als consument, als onredelijk bezwarend aangemerkt een in algemene voorwaarden opgenomen beding van Labouchere dat de uit de wet voortvloeiende verdeling van de bewijslast ten nadele van [eiseres] wijzigt. De voorgedrukte verklaring op het aanvraagformulier "Ja, ik heb de brochure gelezen (..)" is een zodanig beding. De rechtbank past artikel 6:236 aanhef en onder k BW ambtshalve toe in verband met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 2000, NJ 2000, 730. Het voorgaande leidt ertoe dat aan voornoemde voorgedrukte verklaring in dit geval niet de betekenis toekomt dat [eiseres] de brochure heeft ontvangen voordat zij de overeenkomst aanging. Hiermee staat, als overigens onvoldoende weersproken, vast dat [eiseres] voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst niet de beschikking had over de brochure van Labou-chere. Dit betekent dat de vraag of Labouchere in dit geval met de inhoud van de brochure heeft voldaan aan haar verplichtingen uit hoofde van artikel 28 NR geen verdere bespreking behoeft.

14.3. Met de wel verstrekte informatie, te weten de informatie over "Triple Effect Vooruitbetaling" vermeld op het aanvraagformulier (zie 1.3) en in de overeenkomst zelf (zie 1.1), heeft Labouchere niet voldaan aan haar contractuele verplichting om [eiseres] voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst in te lichten over de risico's, verbonden aan beleggen met geleend geld volgens de overeenkomst, voor zover deze verplichting is uitgewerkt in artikel 28 NR. In beide stukken worden immers in het geheel geen vragen aan [eiseres] gesteld over haar financiële positie, haar ervaring met beleggingen in financiële instrumenten en haar beleggingsdoelstellingen. Voor zover Dexia het standpunt inneemt dat inwinning van dergelijke informatie door de effecteninstelling bij een "kant en klaar"-product als het onderhavige redelijkerwijs in het geheel niet rele-vant is bij de uitvoering van de door Labouchere als effecteninstelling te verrichten diensten, deelt de rechtbank het standpunt van Dexia niet. Bij het sluiten van de overeenkomst ging [eiseres] immers beleggingsrisico's aan waartegen artikel 28 NR bescher--ming beoogt te bieden. Artikel 28 NR kon daarom niet feitelijk buiten toepassing worden gelaten bij het aanbod tot het sluiten van de overeenkomst. Het enkele feit dat in de overeenkomst wel bedragen zijn vermeld waarvoor, naar [eiseres] uit de overeenkomst had kunnen afleiden, met geleend geld aandelen zouden worden gekocht, maakt dit niet anders, omdat [eiseres] daarmee onvoldoende is gewezen op de risico's die inherent zijn aan beleggen met gebruik van het onderhavige product "Triple Effect Vooruitbetaling". Uit het voorgaande volgt reeds dat Labouchere jegens [eiseres] tekort is geschoten in de nakoming van haar informatieverplichtingen op grond van artikel 28 NR en daarmee in de nakoming van haar verplichting om [eiseres] bij de totstandkoming van de overeenkomst in te lichten over de risico's, verbonden aan de overeenkomst.

14.4. Nu Labouchere bij de totstandkoming van de overeenkomst genoemde, op haar rustende informatieverplichtingen op grond van artikel 28 NR jegens [eiseres] onvoldoende is nagekomen, is Labouchere toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] op grond van de overeenkomst. Dexia is als rechtsopvolgster van Labouchere aansprakelijk voor schade van [eiseres] als gevolg van deze wanprestatie. De gevorderde verklaring voor recht dat Dexia aansprakelijk is voor de toerekenbare tekortkoming van Labouchere in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres] op grond van de overeenkomst is als overigens onvoldoende weersproken toewijsbaar. [eiseres] heeft aan de gestelde onrechtmatige daad geen andere feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd dan aan de wanprestatie, zodat deze, gezien het voor-gaande, geen verdere bespreking behoeft.

15. Voor zover Dexia aanvoert dat voor verwijzing naar de schadestaatprocedure geen aanleiding bestaat omdat gezien de einddatum van de overeenkomst thans nog niet is vast te stel-len of [eiseres] schade zal lijden, wordt zij in dit standpunt niet gevolgd. [eiseres] heeft, in aanmerking genomen dat zij schade op te maken bij staat vordert, met haar hiervoor onder 2.4 vermelde betoog voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade zal lijden. Dexia heeft overigens niet weersproken dat die schade niet zou zijn ingetreden zonder de wanprestatie, zodat het causaal verband tussen wanprestatie en schade - in zoverre en voor zover van be-lang ter beoordeling van de toewijsbaarheid van de gevorderde verwijzing naar de schade-staatprocedure - vaststaat. De gevorderde veroordeling tot vergoeding van schade, op te maken bij staat, is dan ook in zoverre en behoudens het navolgende toewijsbaar.

16. Met de stellingen waarmee Dexia het beroep op dwaling en de vordering wegens wanpres-tatie heeft bestreden, beroept Dexia zich kennelijk tevens op het bepaalde in artikel 6:101 BW, op grond waarvan, voor zover hier van belang, de vergoedingsplicht wordt verminderd door de schade over [eiseres] en Dexia te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, indien de schade mede een gevolg is van omstandigheden die aan [eiseres] kunnen worden toegerekend. Dit laatste doet zich hier voor.

16.1. De volgende omstandigheden hebben aan de zijde van [eiseres] tot de schade bijgedragen. [eiseres] heeft het aanvraagformulier niet gelezen voordat zij het ondertekende en heeft zich daarmee de mogelijkheid ontnomen bekend te raken met de inhoud van de overeenkomst, voor zover daarvan blijkt uit het aanvraagformulier. Wel heeft zij de overeenkomst doorgelezen voordat zij die ondertekende, maar zij heeft haar handtekening onder de overeenkomst geplaatst zonder nadere vragen te stellen over de inhoud daarvan. Het had evenwel op haar weg gelegen daarover nadere vragen te stellen alvorens de overeenkomst aan te gaan, omdat de hiervoor onder 1.1 weergegeven tekst van de overeenkomst niet paste bij de hiervoor onder 1.4 genoemde voorstelling die [eiseres] had van de overeenkomst die zij aanging dan wel tenminste vragen omtrent de inhoud ervan opriep. Als een aan [eiseres] toe te rekenen omstandigheid die tot schade heeft bijgedragen, wordt dan ook aangemerkt de omstandigheid dat [eiseres] voordat zij de overeenkomst ondertekende, anders dan van haar mocht worden verlangd, niet de juistheid heeft onderzocht van haar veronderstelling dat de in de tekst van de overeenkomst onder 1 vermelde bedragen, waarvoor aandelen werden gekocht, geen betrekking hadden op haar rechtsverhouding met Labouchere.

16.2. Als omstandigheden die aan de zijde van Labouchere als rechtsvoorgangster van Dexia tot de schade hebben bijgedragen zijn aan te merken de omstandigheid dat Labouchere aan [eiseres] het aanbod tot het aangaan van de overeenkomst heeft gedaan en de omstandigheid dat Labouchere bij de totstandkoming van de overeenkomst haar contractuele zorgplicht jegens [eiseres], bezien in verband met het bepaalde in artikel 28 NR, niet heeft nageleefd.

16.3. De mate waarin voornoemde aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, waardeert de rechtbank op 50% voor [eiseres] en 50% voor Dexia. Dit betekent dat de vergoedingsplicht van Dexia op grond van het voorgaande en behoudens het navolgende met de helft moet worden verminderd.

16.4. [eiseres] heeft gesteld dat Labouchere met het product "Triple Effect Vooruitbetaling" een groep beleggers actief heeft benaderd die in het verleden niet op de beleggingsmarkt figureerde, omdat deze beleggers niet de financiële middelen hadden die voor beleggen zijn vereist en zij eerst in staat waren die markt te betreden toen effecteninstellingen als Labouchere het mogelijk maakten met geleend geld te beleggen. Volgens [eiseres] brengt dit mee dat Labouchere er rekening mee had moeten houden dat een belegger als zijzelf zeer waarschijnlijk geen ervaring had met beleggingen en onvoldoende bekend was met de risico's daarvan, zodat op Labouchere een zwaarwegende informatieplicht jegens haar rustte. Hiermee beroept [eiseres] zich kennelijk erop dat een andere verdeling moet plaatsvinden omdat de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist. Dexia heeft niet bestreden dat Labouchere zich als professionele effecteninstelling met het product "Triple Effect Vooruitbetaling" actief, zij het indirect door tussenkomst van haar cliëntenremisier [gedaagde 2], richtte tot [eiseres] als consument die niet of nauwelijks ervaring had met beleggingen en die eerst in staat was de beleggingsmarkt te betreden doordat Labouchere het mogelijk maakte met geleend geld te beleggen. De omstandigheid dat Labouchere zich er in deze situatie niet zelf van heeft vergewist dat [eiseres] was ingelicht over de risico's van de overeenkomst, maar heeft volstaan met toezending van de brochure over het product aan [gedaagde 2] en genoegen heeft genomen met de voorgedrukte verklaring op het aanvraagformulier dat [eiseres] kennis had genomen van de brochure, leidt tot het oordeel dat de billijkheid wegens de omstandigheden van het geval een andere verdeling eist dan de hiervoor onder 16.3 genoemde verdeling bij helfte. De rechtbank acht gezien het voorgaande in dit geval billijk dat de vergoedingsplicht van Dexia wordt verminderd met 25%.

16.5. De conclusie is dat Dexia is gehouden 75% te vergoeden van de schade van [eiseres] als gevolg van de wanprestatie van Labouchere.

Hoofdelijkheid

17. Omdat [eiseres] hoofdelijke veroordeling vordert tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, op te maken bij staat, en omdat blijkens het voorgaande Dexia en [gedaagde 2] slechts hoofdelijk aansprakelijk zijn voor 75% van de schade, is de gevorderde hoofdelijke veroordeling voor het meerdere niet toewijsbaar. Het verweer van Dexia dat hoofdelijkheid ontbreekt omdat geen sprake is van een onrechtmatige daad, wordt verworpen. Anders dan Dexia heeft aangevoerd, is voor hoofdelijke veroordeling op de voet van het bepaalde in artikel 6:102 BW ook plaats indien de wettelijke verplichting tot schadevergoeding is ontstaan door wanprestatie, zoals hier het geval is.

Proceskosten

18. [gedaagde 2] en Dexia zullen als grotendeels in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [eiseres].

BESLISSING

De rechtbank:

- veroordeelt [gedaagde 2] en Dexia hoofdelijk tot vergoeding van 75% van de schade van [eiseres] als gevolg van hun wanprestatie, op te maken bij staat;

- veroordeelt [gedaagde 2] tevens tot vergoeding van de resterende 25% van de schade van [eiseres] als gevolg van de wanprestatie van [gedaagde 2], op te maken bij staat;

- veroordeelt Dexia en [gedaagde 2] hoofdelijk in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 1.753,--;

- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- verklaart voor recht dat [gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres];

- verklaart voor recht dat Dexia aansprakelijk is voor de toerekenbare tekortkoming van Labouchere in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiseres];

- wijst het meer of anders gevorderde af.

Gewezen door mrs. C.J. Laurentius-Kooter, G. de Groot en S.P. Pompe, leden van ge-noem-de kamer, en uitgesproken ter openbare te-recht-zitting van 12 november 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.

Mieke D.
Berichten: 108
Lid geworden op: 21 nov 2003 16:50

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Mieke D. »

Beste Pallu en Joost1,

Het gaat inderdaad over de zaak van 12 november, waaruit we allen hoop putten.
Echter: Dexia gaat in beroep, omdat in een eerdere vergelijkbare zaak volgens hun zeggen een andere rechtbank tot een tegengesteld oordeel is gekomen.

Welk vonnis is dat geweest?
Ik heb dat nergens kunnen vinden.

Voor de goede orde: in dit vonnis gaat het niet om een eegalease-geval,maar om het eerste en tot nu toe enige geval waarbij Dexia is veroordeeld de klant schadeloos te stellen.

Als het anders ligt, hoor ik het graag.

Groeten,

Mieke

Mieke D.
Berichten: 108
Lid geworden op: 21 nov 2003 16:50

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Mieke D. »

Op de site van L. Blok heb ik een uitspraak gevonden die in het voordeel van Dexia uitvalt. ( Uitspraak 7: Amsterdam. 24 juli 2003}.

Het gaat hier om een kort geding en bepaalde aspecten aan de zaak lenen zich niet tot behandeling, daarvoor moet een bodemprocedure worden aangespannen.
Wel duidelijk is, dat ook hier dwaling en misleiding (vooralsnog) niet worden erkend door de rechter, net als in de wél gewonnen zaak van 12 november.

Groeten,

Mieke

Albert
Berichten: 1164
Lid geworden op: 02 jul 2003 20:45

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Albert »

Dag Mieke,

Jij analyseert al die rechtszaken heel goed en stelt goede vragen. Maar wie kan jou de antwoorden geven ?? Ik helaas niet daarom heb ik zelf gedagvaard!!

Voor mijn gevoel zal de zorgplicht in veel gevallen, buiten de eegalease situatie, de uitslag moeten geven. Maar wie ben ik.

Je wordt toch stapelgek als je nog jaren moet wachten. Voor mij heeft het lang genoeg geduurd .

Succes en groetjes,

Albert.

Harry 12
Berichten: 249
Lid geworden op: 29 jul 2003 19:36

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Harry 12 »

Het is mooi als jezelf kunt dagvaarden albert, maar hoe zit het met de mensen die geen advocaat kunnen betalen ?? De stichtingen doen niets!!

Harry

Albert
Berichten: 1164
Lid geworden op: 02 jul 2003 20:45

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Albert »

Geen idee Harry. Had een idee maar daar doet bijna niemand aan mee. Ieder voor zich nu. De wet van de jungle.

Albert.

Mieke D.
Berichten: 108
Lid geworden op: 21 nov 2003 16:50

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Mieke D. »

Hallo Albert,

Voor mij heeft het niet veel zin om Dexia te dagen.

a) Mijn restschuld is "maar" €4500,-;
b) Mijn dochter is inmiddels 19 en uitwonend, zodat ik niet meer voor toevoeging in aanmerking kom; (Ik ga dat toch nog informeren, want ik heb, omdat ze studeert, maandelijks nog veel kosten en als ze me toestaan die af te trekken.., Soms zijn ze heel schappelijk.)
c) Zoals de zaken er nu voorstaan maak ik heel weinig kans in een rechtszaak: misleiding en dwaling worden door de rechter niet erkend, en in de folder die ik ontvangen heb, staat -zij het verhuld- dat de maandelijkse inleg geheel uit rente bestaat en tot dusver vinden de rechters, dat ik daaruit had kunnen afleiden, dat ik met geleend geld belegde.

Toch heb ik (door dit forum) besloten níet te betalen.

a) Hoe meer mensen weigeren te betalen, hoe duidelijker het wordt dat er iets ernstigs aan de hand is en hoe groter de druk op Dexia wordt.
Zoveel rechtszaken kunnen de rechtbanken niet verwerken; er zal dan ook méér publiciteit over komen en er zullen fundamentele discussies losbranden;
b) Als ik nu betaal (ik zou het kunnen lenen) is het geld bij Dexia en of ik het ooit terugzie is maar de vraag;
c) Hoewel alle zaken individueel verschillen is er één grote overeenkomst: in alle gevallen gaat het om een product dat niet deugt, dat er nooit had mogen komen en dat alleen maar in het leven is geroepen om de bank geld op te leveren zonder dat ze enig risico liep.
De bank heeft onfatsoenlijk en schaamteloos gehandeld, dat kan niet genoeg gezegd worden
d) Wanprestatie en verzaken van de zorgplicht lijken mij nog kansrijk (al ziet iedere janboerenl u l dat er domweg sprake is van oplichting, al zal je dat juridisch wel niet zo mogen benoemen);
e)Ik ben zo ongelooflijk kwaad over dit onrecht, dat ik niet de rust zou krijgen die sommigen wél ervaren, als ze onder protest betalen.

Ik hou maar op: dit relaas slaat nog maar weinig op het Franse artikeltje

Dag Albert,
Welterusten!

Mieke

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Piet »

Als je zelf geen advocaat kan betalen kom je waarschijnlijk in aanmerking voor toevoeging(gesubsidieerde rechtsbijstand).
Dit houd in dat je niet de volledige kosten zelf hoeft te betalen maar alleen een eenmalige bijdrage.
Alles hierover staat op www.rvr.org bij infobalie.
Hier staan ook de uitzonderingen om toch in aanmerking te komen als je niet voldoet aan de basis eisen.

Kom je hiervoor niet in aanmerking dan wordt je geacht zelf een advocaat te kunnen betalen.
Hoe hoog deze kosten zijn verschilt per advocaat maar ligt gemiddeld tussen de 150 en 200 euro per uur(wordt per gedeelte van een uur berekend en natuurlijk alleen voor die tijd waarin de advocaat aan jouw zaak werkt)

Vaak wordt er ook een aangepast tarief gebruikt als je net boven de toevoegingsgrens zit.

Is jou onrecht aangedaan dan moet je geld betalen voor een advocaat om recht te krijgen.
Is een advocaat duurder als het bedrag van het onrecht.........

Vaak is recht heel krom
Vaak moet je veel geld betalen om meer kans te maken op recht.
Kijk maar naar criminelen die topadvocaten kunnen betalen.
Heb je geen geld dan kan recht vaak ver te zoeken zijn.

Maar we vechten door en de lijst van advocatenkantoren die ons steunen groeit nog steeds.
Wij geven de moed niet op en gaan door tot de aanbieders hun verantwoordelijkheid nemen en ons terugbetalen, vrijwillig of via de rechter!
Samen staan we sterk en de komende maanden zal dit blijken.
De waarheid over de verkooptrucs en leugens van de aanbieders en tussenpersonen zal boven water komen.

Groeten,
Piet

aert0001
Berichten: 2173
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:00

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door aert0001 »

Beste Harry 12, Mieke en Albert,

Door zelf tot dagvaardingen van Dexia over te gaan wordt jurischprudentie gecreëerd, die vervolgens de vervolg zaken makkelijker en dus goedkoper maken, immers door de zaken te laten beoordelen komen we heus tot een oordeel dat de hele productielijn niet deugd, vergeet a.u.b. niet dat de tot noch toe positieve uitspraak van 12 november ook door lessee zelf gestart is, en de impact hiervan was enorm, mijn visie in deze is; is het financieel haalbaar, ga er dan voor, anderen kunnen hier enorm van profiteren.

Kun je nog wat geld tevoorschijn toveren? Ga er dan tegenaan, honderden gedupeerden zoniet duizenden kunnen hiervan profijt hebben, en stort gelijk even een bijdrage aan Payback, zodat ze met voldoende middelen dat idiote aanbod kunnen bevechten, dat voor veel mensen nog meer ellende veroorzaakt.

Ik ga ervoor, jammer genoeg gaat het niet zo snel als ik zou willen, maar ik heb 2 oren, er hoeft er geen meer bij aangenaaid te worden.

Ton

Albert
Berichten: 1164
Lid geworden op: 02 jul 2003 20:45

Re: even in het frans over 12 november 2003

Ongelezen bericht door Albert »

Mijn advocaat wilde vandaag een sommatie sturen naar Dexia maar tot mijn grote vreugde ontving ik vanmorgen de dagvaarding van Dexia, dus scheelt het weer aan griffierechten.

Dexia dagvaardt mij voor 3 maart a.s. bij de rechtbank te Utrecht. Doch de advocaat wil de zaak naar de kantonrechter verwijzen. (eegalease=huurkoop). (3-contracten).

Dit maakt mijn hele dag goed.

Albert.

Gesloten