De Raad van State maakt een aantal opmerkingen over onder meer de effectiviteit van het voorstel. Hij is van oordeel dat het voorstel in verband daarmee nader dient te worden overwogen. Daarnaast maakt de Raad enkele redactionele kanttekeningen.
Onderstaande vond ik op de site van de raad van state.
3. Uitvoerbaarheid van de hertest
Zoals in paragraaf 5.3.b van de toelichting uiteen wordt gezet, moet de deelnemer onderweg periodiek een hertest afleggen. Momenteel wordt onderzocht wat een goed tijdsbestek is voor het uitvoeren van deze hertest.
De Raad merkt op dat in de toelichting geen aandacht wordt geschonken aan de gevolgen van het negeren van deze hertest. Niet duidelijk is wat de consequenties zijn voor de bestuurder en voor het betrokken motorvoertuig. In Finland leidt het niet uitvoeren van de hertest bijvoorbeeld tot het claxonneren van het motorvoertuig. Dit kan grote gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid van andere weggebruikers. Bovendien is nog niet duidelijk hoeveel tijd er voor de bestuurder is voordat de hertest wordt uitgevoerd. Ook dit aspect is van belang voor de verkeersveiligheid.
De Raad adviseert de toelichting op deze punten aan te vullen.
Dit is de reactie op het advies van de raad van state.
3. Uitvoerbaarheid van de hertest
Naar aanleiding van de - vooral praktische - vragen van de Raad over de wijze van uitvoering van de hertest merkt de regering op dat juist met het oog hierop in het voorjaar 2008 de demo alcoholslot is gehouden. Bij die demo is bijvoorbeeld ervaring opgedaan met de tijd waarbinnen een hertest moest worden uitgevoerd en hoe de attendering op het uitvoeren van de hertest is overgekomen bij de deelnemers. Het gaat hier uiteindelijk om eisen die aan het alcoholslot zullen worden gesteld en die bij ministeriële regeling zullen worden vastgelegd. Bij het vaststellen van deze eisen, waarover op dit ogenblik nog overleg over plaatsvindt, wordt uiteraard rekening gehouden met de verkeersveiligheid van de deelnemer zelf, maar ook die van de andere weggebruikers. In ieder geval kan thans reeds worden opgemerkt dat het niet of niet tijdig uitvoeren van de hertest, uitgevoerd tijdens de rit, of een te hoog promillage bij zo'n hertest, niet zal leiden tot het stilvallen van de motor. Het niet uitvoeren van de hertest of een te hoog promillage bij een hertest zal wel altijd worden geregistreerd door het alcoholslot. Hieraan zullen nadere consequenties voor de deelnemer aan worden verbonden, waarbij moet worden gedacht aan een oproep om zich binnen een bepaalde tijd te melden voor een extra uitlezing van het alcoholslot, terwijl het niet voldoen aan deze oproep er uiteindelijk toe zal leiden dat de auto niet meer kan worden gestart.
Bij de voorlichting over het gebruik van het alcoholslot dat de deelnemer bij de inbouw zal ontvangen, zal uitgebreid hierbij worden stilgestaan.
De toelichting is op deze punten aangevuld.
d. De lasten voor deelnemers
Aan het alcoholslotprogramma zijn aanzienlijke lasten voor de deelnemers verbonden. Zo wordt het programma ingevolge het voorgestelde artikel 132c, vierde lid, gedurende twee jaar opgelegd en krijgt het CBR in artikel 132d, tweede lid, de bevoegdheid om deze termijn met zes maanden te verlengen. Daarnaast worden de kosten voor de deelnemer geschat op € 1500 tot € 2250 per jaar en brengt het ASP een beperking van de persoonlijke levenssfeer met zich mee.
De Raad merkt op dat deze lasten mogelijk tot gevolg hebben dat de deelnamegraad van het ASP laag zal zijn. Op deze wijze wordt de doelstelling van het wetsvoorstel niet bereikt.
De Raad adviseert om de lasten van het ASP in dit licht nader te bezien.
Dit is de reactie op het advies van de raad van state.
d. De lasten voor de deelnemers
Met de opmerking van de Raad kan worden ingestemd dat deelname aan het alcoholslotprogramma kosten met zich brengt voor de deelnemer. Los van het feit dat de regering nog steeds bezig is te bezien of de in de toelichting berekende kosten nog naar beneden zouden kunnen worden bijgesteld (de schatting van de kosten is in ieder geval op dit moment naar beneden bijgesteld tot € 1.300,- tot € 2.000,-), wordt gewezen op het volgende. Het is genoegzaam en algemeen bekend dat rijden onder invloed van alcohol gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid en daarom absoluut ongewenst is. Ook is genoegzaam bekend dat de regering al enige tijd bezig is om dit verschijnsel hard aan te pakken. Desondanks heeft de betrokkene een motorrijtuig bestuurd onder invloed van een behoorlijk hoog promillage (voor de first offender is dat 1,3 ‰; voor de recidivist 1,0 ‰). Hem wordt nu door deel te nemen aan het alcoholslotprogramma toch een laatste gelegenheid geboden om ondanks zijn foute gedrag mobiel te blijven. Het is niet onredelijk dat hij de daaraan verbonden kosten zelf draagt. Hij zal dus voor zichzelf de afweging moeten maken of het mobiel blijven opweegt tegen de kosten. Er zal te zijner tijd uitgebreid voorlichting worden gegeven over het alcoholslotprogramma en alle consequenties die daaraan zijn verbonden zodat alle bestuurders weten, of in ieder geval kunnen weten, wat de gevolgen zijn van rijden onder invloed van alcohol.
4. Artikel 132c, zevende lid
Ingevolge artikel 132c, zevende lid, worden de gegevens uit het alcoholslot toegerekend aan degene aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd. Op grond van deze gegevens wordt de inhoud van het begeleidingsprogramma vastgesteld en besluit het CBR over het behoud van het rijbewijs. In paragraaf 5.3.e van de toelichting wordt uiteengezet dat alle opties om bepaalde gegevens uitsluitend aan de deelnemer toe te rekenen, nog zodanig fraudegevoelig zijn dat daardoor het doel van het alcoholslotprogramma ernstig kan worden gefrustreerd. Hoewel onderzoek gaande is, ziet het er evenwel nog niet naar uit dat op korte termijn resultaat kan worden verwacht.
De Raad merkt hierover het volgende op. Doordat alle gegevens uit het alcoholslot worden toegerekend aan de deelnemer bestaat geen garantie dat deze persoonsgegevens daadwerkelijk afkomstig zijn van de betrokken persoon. Deze gegevens liggen echter wel ten grondslag aan de vaststelling van de inhoud van het begeleidingsprogramma en aan het besluit van het CBR over het behoud van het rijbewijs. Deze beslissingen zijn naar het oordeel van de Raad ingrijpend en moeten gebaseerd zijn op betrouwbare gegevens. Dit volgt eveneens uit de artikelen 6 en 11 van de Wbp. In deze artikelen is bepaald dat persoonsgegevens op behoorlijke en zorgvuldige wijze worden verwerkt en dat de nodige maatregelen worden getroffen opdat deze gegevens juist en nauwkeurig zijn.
De Raad is van oordeel dat artikel 132c in de huidige vorm onvoldoende garanties biedt omtrent de verwerking van persoonsgegevens die zijn neergelegd in de artikelen 6 en 11 Wbp en adviseert nader te onderzoeken op welke wijze aan de vereiste waarborgen kan worden voldaan.
Dit is de reactie op het advies van de raad van state.
4. Artikel 132c, zevende lid
Er wordt op gewezen dat er op dit moment nog geen voldoende betrouwbare mogelijkheden zijn om de in het alcoholslot onderscheid te maken tussen de gegevens van verschillende gebruikers van het alcoholslot. Er zou kunnen worden gewerkt met verschillende pincodes voor verschillende gebruikers of met de mogelijkheid voor niet-deelnemers om het alcoholslot tijdelijk uit te schakelen, maar de kans is groot dat de deelnemer ook van deze mogelijkheden gebruik maakt en daarmee de doelstelling van het alcoholslotprogramma ondergraaft. Hij heeft dan immers de mogelijkheden om van het motorrijtuig gebruik te maken, zonder dat hij in het alcoholslot blaast. Onderzoek hiernaar vindt wel plaats, maar op korte termijn zijn nog geen bruikbare resultaten te verwachten. Daarom is er voor gekozen om alle gegevens toe te rekenen aan de deelnemer en hem zelf verantwoordelijk te maken voor wie en onder welke omstandigheden gebruik maakt van dat alcoholslot. Volledigheidshalve wordt erop gewezen dat ook in andere landen voor deze oplossing is gekozen. Vooraf zal betrokkene ook ampel hierop worden gewezen.
Naar de mening van de regering wordt in voldoende mate recht worden gedaan aan de eisen uit de artikelen 6 en 11 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Uiteraard zal de regering de technische ontwikkelingen op dit vlak nauwlettend blijven volgen en zal zij, zodra er bruikbare instrumenten zijn die er op betrouwbare wijze voor kunnen zorgen dat de geregistreerde gegevens alleen aan de betrokken deelnemer kunnen worden toegerekend, de nodige maatregelen te nemen teneinde deze instrumenten in de regelgeving op te nemen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Zonder de aanpassingen die de Raad van State adviseert te doen, besluit de regering het volgende!!
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De minister van Verkeer en Waterstaat
Bovenstaande is allemaal op de site van de raad van state te lezen. zie de link hieronder
http://mobiel.raadvanstate.nl/adviezen/ ... lcoholslot