Radar

Na de uitspraken van dsi gelezen te hebben kom ik tot de conclusie, dat we nog steeds 15% van het totaal aangekochte bedrag aan aandelen aan Dexia moeten betalen. Okay, mijn restschuld is verminderd met 19.000 euro, maar totaal ga ik nog voor eur. 14.000 het schip in .. Moeten we nu blij zijn? Qua misleiding slaat dsi de plank volgens mij mis.. Zoals Maarten ooit al ongeveer omschreef;
Qua misleiding is dit voor mij de kern.

Ik vewijt Dexia dat men niet duidelijk heeft gecommuniceerd welke extra risico´s ik heb gelopen door de hefboomwerking van de Winstverdriedubbelaar. Men heeft mij een risico laten lopen dat zelfs vele malen groter is dan een gewoon aandelenleasecontract. Als iemand normaal in opties gaat beleggen moet die allerlei formulieren invullen en ondertekenen en krijgt die bv. van Euronext allerlei informatie waaruit die kan leren hoe risicovol beleggen in opties is. Dexia heeft mij aan exact dezelfde risico´s blootgesteld als iedere andere (gedwongen goed-geïnformeerde) optiebelegger terwijl daarbij werkelijk geen enkele(!!!) extra informatie over die risico´s werd gegeven. Zoals gezegd extra risico bovenop het ´gewone´ risico van effectenlease. Ik ben dan ook van mening dat, zelfs al was ik goed op de hoogte van de gevaren van effectenlease (en terzake daarvan dus niet gedwaald heb) ik Dexia wel degelijk mag verwijten dat deze in gebreke is gebleven terzake van de informatievoorziening over deze extra risico´s. Of dit misleidng is, tekortschieten in de zorgplicht is of dwaling of anderszins, dat mag de rechter bepalen.
Voor mij staat als een paal boven water, dat ik nooit aan deze constructie was begonnen, als me dit van te voren duidelijk was geweest!

Hoi Dirk,

Hoe kom je aan die 15%?

vr.gr. Cees

Hoi Cees,
op de site van dsi zijn iets van 10 uitspraken te lezen:
http://www.stichting-dsi.nl/index.php?s ... spraak=808

hieronder een stukje wat ik voor je gekopieerd heb. In de meeste gevallen komt het hier op neer.

3.3.11. Rekening houdend met de omstandigheid dat een voorziening ter verzekering van de voldoening van de restschuld - zijnde het verschil tussen het bedrag waarvoor ter uitvoering van de overeenkomsten aandelen zijn aangekocht en het bedrag dat die aandelen bij beëindigen van de overeenkomst hebben opgebracht - kosten meegebracht zou hebben, stelt de Commissie de aan verweerder toe te rekenen schade naar redelijkheid en billijkheid - in het bijzonder gelet op de looptijd van het contract en de destijds geldende gemiddelde optieprijzen - vast op een bedrag gelijk aan het verlies dat klaagster bij beëindiging van de overeenkomsten op de aandelen heeft geleden, verminderd met 15% van de aankoopwaarde van de aandelen.
Ten aanzien van het per 30 november 2000 gesloten contract geldt dat 15% van € 7.682 € 1.152 bedraagt.
Gezien het feit dat klaagster op de aandelen die op grond van het per 21 april 1999 gesloten contract zijn aangekocht een verlies heeft geleden dat ten opzichte van de aankoopsom van de onderliggende aandelen minder bedraagt dan 15% - te weten € 243 bij een aankoopsom van € 19.522, is verweerder over dit contract geen schadevergoeding verschuldigd.
4. Het voorgaande brengt mee dat het bedrag dat klaagster na het beëindigen van de overeenkomst d.d. 30 november 2000 ter zake van restschuld aan verweerder moet voldoen ten hoogste € 1.152 is.
Voor zover klaagster alsdan een groter bedrag aan restschuld aan verweerder heeft voldaan, dient verweerder het door klaagster méér betaalde te restitueren, te vermeerderen met rente gelijk aan de wettelijke rente, vanaf de dag waarop klaagster dat méér betaalde heeft voldaan tot aan de dag van restitutie daarvan.
Het meer of anders gevorderde zal worden afgewezen.