stop betalingen dexia
Geplaatst: 11 mar 2004 08:54
Ben ik verplicht schriftelijk te melden dat ik stop met betalingen aan dexia,ben inmiddels 2 maanden gestopt na 5 jaar netjes betaald te hebben[van de 20 jaar].
Hoezo registreren wanneer je niet betaald.Even een kleine waarschuwing: als jullie stoppen met betalen, blijft er een schuld openstaan die ze bij het BKR in Tiel gaan registreren. Je kunt dan 5 jaar lang nergens terecht voor een financiering of hypotheek. Het is maar dat je het weet.
VRAAG:
Juridische positie Dexia
Deze bijlage "Juridische Positie Dexia" hoort bij de brief die wij u sturen naar aanleiding van uw schriftelijke klacht inzake uw effectenlease overeenkomst(en) met Dexia Bank Nederland N.V. Hiermee stellen wij u op de hoogte van de juridische positie van Dexia.
In deze bijlage treft u een opsomming aan van een vijftal algemene verwijten die ons en onze voorgangers zijn gemaakt door de Stichting Leaseverlies, de Stichting Eegalease en een aantal cliënten met effectenlease overeenkomsten. leder verwijt wordt gevolgd door het standpunt van Dexia Bank Nederland N.V. hieromtrent. De opsomming geeft een inzicht in de redenen waarom wij van mening zijn dat geen van de aan het adres van Dexia Bank Nederland N.V. gemaakte verwijten doel treft en wij gepretendeerde rechten en/of aanspraken uitdrukkelijk van de hand wijzen. In deze bijlage worden ook de uitspraken van de Klachtencommissie DSI van 5 februari 2004 betrokken.
Daarnaast wijzen wij u erop dat voor zover uw klacht betrekking mocht hebben op voorlichting door tussenpersonen, wij in beginsel niet verantwoordelijk zijn voor het handelen van tussenpersonen, zoals ook blijkt uit jurisprudentie van de Klachtencommissie DSI.
De cliënt zou onvolledig of onjuist zijn geïnformeerd over de afgesloten effectenlease overeenkomst.
Standpunt Dexia
Voorafgaand aan het sluiten van een effectenlease overeenkomst wordt iedere cliënt geïnformeerd over het betreffende effectenlease product, zodat iedere cliënt kan weten hoe het product werkt en wat de risico's zijn. Uit het door onze voorgangers Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. verstrekte informatiemateriaal blijkt dat de cliënt zijn maandelijkse termijnen kan kwijtraken. Ook is vermeld dat hij of zij een restschuld kan overhouden. De door de cliënt betaalde maandbedragen zijn in de regel rentebetalingen op de lening die is afgesloten voor de aankoop van de effecten van de effectenleaseovereenkomst. Daar is dan ook geen garantie op van toepassing. Evenmin wordt een garantie op de verkoopwaarde van de effecten gegeven. Beleggingsresuitaten kunnen immers niet worden gegarandeerd. Dit blijkt ook uit de brochures. Zo staat onder het kopje "Einde en uitbetaling" in de brochure uit 2000 van het product de WinstVerDriedubbelaar dat de cliënt de volledige verkoopopbrengst van zijn aandelen ontvangt, slechts onder aftrek van de nog niet afgeloste hoofdsom. Daarbij wordt vermeld dat indien de aandelen onverhoopt minder opbrengen dan de aankoopprijs, de cliënt het verschil zou moeten bijbetalen. In dit verband wordt ook verwezen naar de tekst onder het kopje Werlengingsgarantie". Ook in het gebruikte prognosevoorbeeld staat uitdrukkelijk de post "aflossing hoofdsom". Onder het kopje "Let op" wordt voorts uitdrukkelijk verwezen naar de financiële risico's verbonden aan het beleggen met geleend geld via de WinstVerDriedubbelaar en zijn nog andere waarschuwingen opgenomen. Ook eerdere en latere brochures van de WinstVerDriedubbelaar en brochures van andere producten van Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. bevatten soortgelijke formuleringen. Daarnaast is de werking van het effectenlease product uiteengezet in de effectenlease overeenkomst en de bijbehorende bijzondere of algemene voorwaarden op de achterzijde van deze overeenkomst.
Het standpunt van Dexia is dat de cliënten door middel van de brochures, alsook door het andere aan de cliënten toegezonden schriftelijke materiaal zoals het rekenvoorbeeld, de fiscale opinie en de bepalingen van de effectenlease overeenkomst zelf, voldoende duidelijk is gemaakt wat de risico's van de effectenlease overeenkomsten waren en dat geen sprake is van misleidende mededelingen in de zin van artikel 6:194 BW. Dit standpunt wordt ook ondersteund door de uitspraken van de Klachtencommissie DSI van 5 februari 2004, waarin werd geoordeeld dat het door Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. verstrekte informatiemateriaal niet misleidend was.
ZPK1 maart 2004
Er zou onvoldoende contact hebben plaatsgevonden tussen Legio of Bank Labouchere en de cliënt over, dan wel onvoldoende rekening gehouden zijn met de ervaring met beleggen van de cliënt, beleggingsdoeistellingen van de cliënt en de financiële positie van de cliënt.
Standpunt Dexia
Bij het afsluiten van een effectenlease overeenkomst waren onze rechtsvoorgangers Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. naar onze mening, niet verplicht om naar de ervaring met beleggen, de beleggingsdoeistellingen en de financiële positie van de cliënt te informeren. De toepasselijke regelgeving schrijft voor dat de verplichting tot het inwinnen van informatie over de persoonlijke situatie van de cliënt per dienst verschilt. De effectenlease overeenkomst hebben wij aangeboden als kant enklaar product. Behalve voor het maandbedrag, soort product en daarmee de effecten waarin is belegd, hoeft de cliënt verder geen beleggingskeuzes te maken en ontstaan er geen verdere financiële verplichtingen dan genoemd in de effectenlease overeenkomst.
De Klachtencommissie DSI heeft in haar uitspraken van 5 februari 2004 te kennen gegeven een andere mening te zijn toegedaan. De Klachtencommissie DSI heeft daarin geoordeeld dat Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. niet in overeenstemming met hun zorgplicht hebben gehandeld. Volgens de Klachtencommissie
DSI hadden zij de aan de desbetreffende cliënten aangeboden effectenleaseproducten niet in hun huidige vorm aan deze cliënten mogen aanbieden, omdat geen rekening was gehouden met de financiële positie van deze cliënten. Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. hadden de betreffende cliënten moeten verzekeren tegen het risico van koersdalingen. De kosten van een dergelijke verzekering zouden al naar gelang de looptijd van de overeenkomst, 15 tot 20 % van de hoofdsom (de totale aankoopwaarde van de effecten, de totale lening) bedragen. Gelet daarop zou van een eventuele restschuld (het verschil tussen de af te lossen lening en de verkoopopbrengst) slechts dat deel voor rekening van de cliënt mogen worden gebracht dat gemoeid zou zijn geweest met deze verzekering (15 20 % van de hoofdsom). Het overige zou voor rekening van Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. (Dexia) moeten blijven.
Dexia is van mening dat het oordeel van Klachtencommissie DSI dat Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. niet in overeenstemming met hun zorgplicht hebben gehandeld, niet juist is. Dexia vindt dat de Klachtencommissie DSI niet conform de toepasselijke materiële en formele regels heeft gehandeld door de individuele omstandigheden buiten beschouwing te laten en ten onrechte heeft miskend dat er sprake moet zijn van een (causaal) verband tussen de gedraging en de eventuele schade. Bovendien is de Klachtencommissie DSI haar bevoegdheden te buiten gegaan door in feite met terugwerkende kracht een ander product te introduceren (zijnde een effectenlease overeenkomst met een verzekering tegen koersdaling). Dergelijke producten werden immers ook door Legio, Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. aangeboden. In bovengenoemde zaken hebben cliënten echter een product zonder verzekering gekozen. Wij hebben tegen deze uitspraken dan ook hoger beroep ingesteld.
Overigens hebben onze voorgangers wel gekeken naar de financiële positie van de cliënten. Vóór de totstandkoming van een effectenlease overeenkomst werd als regel iedere cliënt bij het Bureau Krediet Registratie ("BKR") getoetst. In de brochures wordt hier ook melding van gemaakt. Daarnaast vindt in bepaalde gevallen een extra toetsing plaats van de inkomenspositie en van de waarde van eventuele al lopende overeenkomsten.
ZPK1 maart 2004
Dexia had erop moeten toezien dat de cliënt voortdurend over voldoende financiële middelen beschikte om aan de actuele verplichtingen te voldoen en de cliënt moeten informeren zodra de contractswaarde negatief werd enlof de cliënt hebben moeten verzoeken zekerheden te stellen.
Standpunt Dexia
De regel waarop een beroep wordt gedaan, is ontleend aan artikel 28 leden 3 en 4 van de Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002, voorheen Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Deze Regeling is met ingang van 1 februari 1999 in werking getreden en geldt voor producten waarvan het kenmerk is dat tevoren niet vaststaat wat de omvang is van de aan dat product verbonden financiële verplichtingen. Dit ligt bij effectenlease producten wezenlijk anders. Bij effectenlease producten staat tevoren vast wat de hoofdsom en de maandlasten zijn. Dit staat in de overeenkomst die wordt toegestuurd en die pas van kracht wordt nadat deze door de cliënt is ondertekend en aan ons is teruggestuurd. Dat artikel 28 leden 3 en 4 Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002 niet van toepassing is op effectenlease overeenkomsten, wordt bevestigd door twee vooraanstaande hoogleraren in het effectenrecht.
Overigens heeft Dexia voorzover nodig bij de Autoriteit Financiële Markten een ontheffing van de verplichtingen op grond van artikel 28 leden 3 en 4 Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002 gevraagd voor lopende en te zijner tijd te verlengen effectenlease overeenkomsten en heeft zij op 7 oktober 2003 onder bepaalde voorwaarden een ontheffing verkregen.
De cliënt zou door één van de medewerkers van Legio telefonisch overgehaald zijn om een effectenlease overeenkomst met hen af te sluiten.
Standpunt Dexia
Effectenlease overeenkomsten werden niet telefonisch afgesloten. De verkoopprocedure bij Legio was als volgt: bij het eerste telefonische contact werd gevraagd of de mogelijke cliënt wel of niet informatie wilde ontvangen over effectenlease. Er werden enkele vragen gesteld over zijn persoonlijke situatie. Indien de mogelijke cliënt interesse had, werd een brochure toegezonden en werd de mogelijke cliënt gevraagd of opnieuw contact mocht worden opgenomen. Indien de mogelijke cliënt dat wilde, dan volgde na circa vijf tot zeven dagen het tweede telefonische contact, waarbij de effectenlease overeenkomst aan de mogelijke cliënt werd uitgelegd en zijn interesse werd gepeild. Indien de mogelijke cliënt de effectenlease overeenkomst wilde aangaan, werden zijn gegevens genoteerd. Vervolgens volgde het derde telefonisch contact ('nabelgesprek') waarin werd geverifieerd of alle gegevens juist waren en of de mogelijke cliënt nog vragen had. Daarna werd de acceptatieprocedure gevolgd en indien de mogelijke cliënt door de acceptatieprocedure kwam, werd de overeenkomst aan hem toegezonden. Pas als de mogelijke cliënt de overeenkomst getekend had geretourneerd werd de overeenkomst definitief.
Uit deze procedure blijkt dat de cliënt in alle rust kon beslissen of hij of zij een effectenleaseovereenkomst wenste aan te gaan. Pas als het contract getekend van de cliënt was retour ontvangen, was de cliënt gebonden aan de effectenlease overeenkomst. Hoewel het eerste gesprek zich niet beperkte tot uitsluitend de vraag of de cliënt wel of niet een brochure wenste te ontvangen, is ons oordeel dat de telefonische benadering van cliënten niet onder het verbod van 'cold calling' viel.
ZPK1 maart 2004
De echtgenoot/echtgenote/geregistreerd partner van de cliënt zou de door de cliënt gesloten effectenlease overeenkomst mee hebben moeten tekenen.
Standpunt Dexia
Voor effecteniease overeenkomsten is het niet noodzakelijk dat de echtgenoot of echtgenote meetekent. Hetzelfde geldt voor geregistreerde partners. De wet (artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek) verlangt voor bepaalde rechtshandelingen de toestemming van de echtgeno(o)t(e)/geregistreerd partner van de persoon die de handeling verricht. Tot die rechtshandelingen behoort niet het aangaan van een effectenlease overeenkomst. Artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek vereist in bepaalde gevallen de toestemming van de echtgeno(o)t(e) /geregistreerd partner voor het aangaan van een overeenkomst van koop op afbetaling. Effectenlease overeenkomsten zijn echter geen overeenkomsten van koop op afbetaling in de zin van de wet. Reeds daarom is artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. Bovendien heeft het artikel naar onze mening alleen betrekking op overeenkomsten van koop op afbetaling van zaken. Een "zaak" is juridisch een stoffelijk, materieel object. Effecten zijn geen stoffelijke objecten, maar rechten. Ook om die reden is artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek dus niet van toepassing. Deze uitleg is door drie gezaghebbende hoogleraren op het gebied van het personen en familierecht bevestigd. De door u met ons gesloten effectenlease overeenkomst(en) is (zijn) naar onze mening dan ook niet op grond van artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek aantastbaar. Een eventuele vernietiging aanvaarden wij dan ook niet en heeft, wat ons betreft, dan ook geen enkel effect.
Vervolgprocedures en termijn
Hiermee beschouwen wij uw klachten over bovenstaande onderwerpen als afgehandeld. Voor verdere behandeling van een klacht over bovengenoemde onderwerpen rest u nog slechts de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Klachtencommissie DSI, of een gerechtelijke procedure te beginnen bij de burgerlijke rechter, of uw klacht aan een andere daarvoor bestemde instantie voor te leggen. Uiteraard is het aan deze instanties om te bepalen of uw klacht voor behandeling in aanmerking komt.
Wanneer u bij de Klachtencommissie DSI een klacht tegen ons zou willen indienen, dan dient u dit op grond van het Klachtenreglement van de Klachtencommissie DSI te doen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van de brief waarin wij aansprakelijkheid onzerzijds van de hand wijzen.
ZPK1 maart 2004
Bij het BKR staat niet hoeveel je verdiend of hoe je financiele situatie is. Er staat alleen een registratie als je een wanbetaler bent. Dus sta je niet bij BKR geregistreerd en wil je een lening afsluiten dan zal dat, wat het BKR betreft, altijd kunnen, ik heb het dan natuurlijk niet over de bank, die kijkt wel degelijk hoe je er financieel bij zit en het is aan hun om een lening wel of niet te verstrekken.En dat ik in iedergeval niet ben nagetrokken bij het BKR anders kon ik nu niet [naast mijn vaste lasten] nog een lening hebben van 1000 euro per maand.