Uitspraak Sprintplan verwacht op 7 april 2015
Geplaatst: 01 mar 2015 16:26
Op de website http://www.sprintplanclaim.nl van Consument en Geldzaken lees ik dat uitspraak op 24 februari jl. is uitgesteld tot 7 april a.s..
De prospectussen Sprintplan / Garantiefonds zijn van 1997 en 1999.
De Financiële Bijsluiter is van juli 2002.
Origineel Financiële Bijsluiter hier:
http://www.stichting-gesp.nl/toon.docum ... f&type=pdf
Resumerend:
Van tevoren aan u beloofd in de Prospectus 1999 en Financiële Bijsluiter 2002:
beleggingen -met tegen betaling van jaarlijks 8% rente geleend geld- in:
- indexopties (+/- 5% van het geld) voor de winst en
- vastrentende waarden, namelijk obligaties (+/- 95% van het geld) voor de garantie van de lening.
Wat blijkt achteraf (niet) uit de jaarrekeningen:
Uitspraak Accountantskamer:
"2.3 Klager heeft betrokkene in mei 2011 gevraagd daarnaar een onderzoek te doen aan de hand van door klager ter beschikking gestelde documenten, waaronder jaarrekeningen, een prospectus en een financiële bijsluiter. Die opdracht heeft betrokkene op 18 mei 2011 aan klager bevestigd. Dit heeft geleid tot een rapport ‘eerste fase’ van 18 juni 2011, dat definitief is uitgebracht op 24 juni 2011. Klager heeft daarover op 28 juni 2011 een aanvullende vraag gesteld, die op 29 juni 2011 werd geherformuleerd. Uiteindelijk heeft betrokkene op 29 juni 2011 gesteld dat hij het als volgt zou kunnen formuleren: ‘Uit de bewoordingen gebezigd in de jaarverslagen t/m 2002 kan niet worden afgeleid dat met betrekking tot deze Portefeuilles is belegd in ‘echte’ obligaties’. Een en ander heeft vervolgens geleid tot een aanvullend rapport van 11 augustus 2011.
4.8 Betrokkene is in het onderhavige geval voorzichtiger geweest dan klager had gewenst. De beantwoording van klagers vragen door betrokkene luidde in essentie:
- in zijn rapport van 24 juni 2011 - :
i. dat de door [C] in de civiele procedure ingenomen stelling ‘dat circa 80% van de belegging in het Garantiefonds wordt gedaan in obligaties’ niet kan worden afgeleid uit / kan worden onderbouwd door de in het onderzoek (van betrokkene) betrokken informatie/documenten;
- in zijn rapport van 15 februari 2012 - :
ii. dat de beschikbaar gestelde informatie onvoldoende is voor beantwoording van diverse vragen;
iii. dat hij niet kan bevestigen dat [C] niet zorgvuldig heeft gehandeld maar ook niet kan bevestigen dat [C] zorgvuldig heeft gehandeld;
iv. dat hij niet met zekerheid kan antwoorden dat [C] in echte aandelen heeft belegd, dat wel gesteld kan worden dat uit de beschikbare informatie niet is gebleken dat er in echte aandelen / obligaties is belegd en dat er meerdere aanwijzingen zijn dat er kennelijk niet is belegd in aandelen en obligaties;
http://tuchtrecht.overheid.nl/nieuw/acc ... KN_2015_10
Ps.
Joris Luyendijk, "Onder Bankiers", p. 7:
'De enige samenzwering in de financiële wereld is het geluid van de stilte.'
-Philip Augar, 'The greed Merchants', 2005
De prospectussen Sprintplan / Garantiefonds zijn van 1997 en 1999.
De Financiële Bijsluiter is van juli 2002.
Origineel Financiële Bijsluiter hier:
http://www.stichting-gesp.nl/toon.docum ... f&type=pdf
Resumerend:
Van tevoren aan u beloofd in de Prospectus 1999 en Financiële Bijsluiter 2002:
beleggingen -met tegen betaling van jaarlijks 8% rente geleend geld- in:
- indexopties (+/- 5% van het geld) voor de winst en
- vastrentende waarden, namelijk obligaties (+/- 95% van het geld) voor de garantie van de lening.
Wat blijkt achteraf (niet) uit de jaarrekeningen:
Uitspraak Accountantskamer:
"2.3 Klager heeft betrokkene in mei 2011 gevraagd daarnaar een onderzoek te doen aan de hand van door klager ter beschikking gestelde documenten, waaronder jaarrekeningen, een prospectus en een financiële bijsluiter. Die opdracht heeft betrokkene op 18 mei 2011 aan klager bevestigd. Dit heeft geleid tot een rapport ‘eerste fase’ van 18 juni 2011, dat definitief is uitgebracht op 24 juni 2011. Klager heeft daarover op 28 juni 2011 een aanvullende vraag gesteld, die op 29 juni 2011 werd geherformuleerd. Uiteindelijk heeft betrokkene op 29 juni 2011 gesteld dat hij het als volgt zou kunnen formuleren: ‘Uit de bewoordingen gebezigd in de jaarverslagen t/m 2002 kan niet worden afgeleid dat met betrekking tot deze Portefeuilles is belegd in ‘echte’ obligaties’. Een en ander heeft vervolgens geleid tot een aanvullend rapport van 11 augustus 2011.
4.8 Betrokkene is in het onderhavige geval voorzichtiger geweest dan klager had gewenst. De beantwoording van klagers vragen door betrokkene luidde in essentie:
- in zijn rapport van 24 juni 2011 - :
i. dat de door [C] in de civiele procedure ingenomen stelling ‘dat circa 80% van de belegging in het Garantiefonds wordt gedaan in obligaties’ niet kan worden afgeleid uit / kan worden onderbouwd door de in het onderzoek (van betrokkene) betrokken informatie/documenten;
- in zijn rapport van 15 februari 2012 - :
ii. dat de beschikbaar gestelde informatie onvoldoende is voor beantwoording van diverse vragen;
iii. dat hij niet kan bevestigen dat [C] niet zorgvuldig heeft gehandeld maar ook niet kan bevestigen dat [C] zorgvuldig heeft gehandeld;
iv. dat hij niet met zekerheid kan antwoorden dat [C] in echte aandelen heeft belegd, dat wel gesteld kan worden dat uit de beschikbare informatie niet is gebleken dat er in echte aandelen / obligaties is belegd en dat er meerdere aanwijzingen zijn dat er kennelijk niet is belegd in aandelen en obligaties;
http://tuchtrecht.overheid.nl/nieuw/acc ... KN_2015_10
Ps.
Joris Luyendijk, "Onder Bankiers", p. 7:
'De enige samenzwering in de financiële wereld is het geluid van de stilte.'
-Philip Augar, 'The greed Merchants', 2005