De wet is aangepast. Op 13 juni 2014 is de richtlijn Consumentenrechten geimplementeerd. Daardoor is het Messner arrest niet meer geldig. Tegelijk is de wet weer niet zover aangepast.
De consument mag de overeenkomst herroepen op grond van art. 6:230o BW. In de lijst van uitzonderingen (art. 6:230p BW) staat het printen of het draaien van een proefwasje niet genoemd. En dan is er:
Artikel 6:230s lid 3 BW schreef:De consument is slechts aansprakelijk voor de waardevermindering van de zaak als een behandeling van de zaak verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking daarvan vast te stellen. De consument is niet aansprakelijk voor waardevermindering van de zaak wanneer de handelaar heeft nagelaten om overeenkomstig 230m lid 1, onderdeel h, informatie over het recht van ontbinding te verstrekken.
Uitproberen is alles dat noodzakelijk is om de aard, de kenmerken en de werking daarvan vast te stellen. Gebruiken is alles dat verder gaat. In een overweging (toelichting op de richtlijn) staat vanaf pagina 54:
Overweging 47 schreef:Sommige consumenten maken gebruik van hun herroepingsrecht nadat zij de goederen meer dan noodzakelijk gebruikt hebben om de aard, de kenmerken en de werking ervan vast te stellen. In dat geval dient de consument zijn herroepingsrecht niet te verliezen, maar aansprakelijk te zijn voor het waardeverlies van de goederen. Het uitgangspunt dient te zijn dat de consument, om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen te controleren, deze slechts op dezelfde manier mag hanteren en inspecteren als hij dat in een winkel zou mogen doen. De consument mag dus bijvoorbeeld wel proberen of een kledingstuk past, maar hij mag het niet langere tijd dragen. De consument dient de goederen tijdens de herroepingstermijn dus met gepaste zorg te hanteren en te inspecteren. De verplichtingen van de consument bij herroeping mogen de consument niet ontmoedigen zijn herroepingsrecht uit te oefenen.
Deze overweging wordt uitgelegd dat als een bepaalde handeling niet noodzakelijk is om de aard, de kenmerken en de werking van het product vast te stellen als je deze handeling in een winkel niet zou mogen uitvoeren. Maar daar zit een tegenstrijdigheid is. Het is denkbaar dat een bepaalde handeling wel noodzakelijk is om de aard, de kenmerken en de werking van het product vast te stellen terwijl dat in de winkel niet toegestaan wordt.
Tegelijk staat er in de
leidraad:
Leidraad schreef:In deze gevallen is de consument overeenkomstig artikel 14, lid 2, echter aansprakelijk "voor de waardevermindering van de goederen die het gevolg is van het behandelen van de goederen dat verder gaat dan nodig was om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen vast te stellen".
In overweging 47 wordt deze plicht verder uitgelegd: "[...]. Het uitgangspunt dient te zijn dat de consument, om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen te controleren, deze slechts op dezelfde manier mag hanteren en inspecteren als hij dat in een winkel zou mogen doen. De consument mag dus bijvoorbeeld wel proberen of een kledingstuk past, maar hij mag het niet langere tijd dragen. De consument dient de goederen tijdens de herroepingstermijn dus met gepaste zorg te hanteren en te inspecteren."
De waardevermindering van de goederen kan met name bestaan uit de kosten voor de reiniging en reparatie van de goederen en, als de goederen niet meer als nieuw kunnen worden verkocht, het objectief gerechtvaardigde inkomensverlies voor de handelaar als het teruggezonden goed als tweedehands moet worden verkocht.
Of het testen van de goederen door de consument verder is gegaan dan wat nodig was om hun aard, kenmerken en werking vast te stellen, zal bij een geschil per geval moeten worden beoordeeld. De vergelijking met wat de consument normaal kan doen in een fysieke winkel, is een goed referentiepunt, bijvoorbeeld:
(...)
Het "vaststellen van de werking" van de goederen in deze context is wat anders dan het controleren of ze in geen enkel opzicht gebreken vertonen. Als de goederen later gebreken blijken te hebben, is de consument beschermd door de wetgeving inzake verkoop en garanties (Richtlijn 1999/44/EG)