Onbegrijpelijke uitspraak Huurcommissie over hoge gaskosten
Geplaatst: 08 jan 2018 14:59
De hierbij gevoegde grotendeels onbegrijpelijke uitspraak van de Huurcommissie in Den Haag van 21 december jl. heeft betrekking op door de verhuurder van een complex met 48 appartementen in rekening gebrachte gaskosten over 2016, die aanmerkelijk hoger waren dan de soortgelijke kosten over eerdere jaren. De verhuurder, van 't Hof Rijnland in Zoetermeer, verweerde zich met onbewezen beweringen die overduidelijk door de Huurcommissie zonder verificatie zijn genegeerd of met zoveel woorden zijn overgenomen.
Onbewezen bleef allereerst de brief van een accountmanager van de verhuurder, dat wegens "enkele klachten over koude in de woningen" de stooklijn in augustus 2014 is verhoogd en in september 2015 wederom. In die brief volgt verder: "Een groot deel van de stookkosten is hierdoor te verklaren, echter niet het gehele deel".
Onbewezen bleef ten slotte eveneens het causaal verband tussen "de noodzakelijke vervanging van de servomotoren van de 3-wegkleppen" in oktober 2016, dat in de bovengenoemde brief aldus wordt omschreven: "Dit niet meer voldoende functioneren (van de servomotoren, P.) heeft de hoogte van de stookkosten eveneens nadelig beïnvloed. Wij verwachte dat bovenstaande 2 oorzaken de stijging verklaren. Geheel met 100% zekerheid te zeggen is dat echter niet, omdat dit op dit moment niet meetbaar is".
Uit de uitspraak van de Huurcommissie heb ik met enige moeite slechts kunnen afleiden, dat ik na het aftrekken van één in die uitspraak genoemd bedrag van een ander daarin genoemd bedrag (waarvan ik ook nog de leges van €25,- moet aftrekken) per saldo €50,- op onze schade van ca. €450,- zal overhouden, In de uitspraak wordt de verhuurder aangemerkt als de grotendeels in het gelijk gestelde partij, zodat de door mij betaalde leges dus voor mijn rekening bleven.
De stukken met betrekking tot het verweer van de verhuurder, van 't Hof Rijnland in Zoetermeer, werden mij door de Huurcommissie niet toegezonden, hoewel dit gebruikelijk is.
Een adequate en motivering van de uitspraak ontbreekt. Tot mijn opperste verbazing meende de Huurcommissie bovendien, dat mijn klacht NIET betrekking had op de te hoge gaskosten over 2015, hoewel dit duidelijk uit mijn klacht bleek.
Als voornaamste oorzaak van de inadequate stijging van de gaskosten moet waarschijnlijk het volkomen onjuist afstellen van de servomotoren van de gasketel(s) in de voor huurders ontoegankelijke kelder van het complex door een ondeskundige installatiemonteur worden beschouwd. Op het internet wordt breedvoerig uiteengezet, waarom dit vaak het geval is.
Een groot deel van de veelal bejaarde huurders met soortgelijke schade heeft ten gevolge van de onderhavige uitspraak van de Huurcommissie elk vertrouwen in een verdere rechtsgang verloren, mede wegens de daaraan verbonden kosten en de psychische belasting. Zij staan klaarblijkelijk met lege handen, terwijl de verhuurder zich, afgaande op mijn ervaringen. jegens hen onbuigzaam zal opstellen.
Zelf heb ik als jurist voor mijn werkgever, een verzekeringsmaatschappij, vele jaren de klachten bij de "Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf" (nu KiFiD) behandeld. Uitspraken als de onderhavige ben ik daarbij zelden tegengekomen.
Uiteraard is de nutteloosheid mij voor een toelichting tot de Huurcommissie te wenden duidelijk.
Wat moet men ten slotte denken van een Huurcommissie die met met grote letters boven haar website het woord "HANDELSWIJZE" (in plaats van "Handelwijze") plaatst?
Onbewezen bleef allereerst de brief van een accountmanager van de verhuurder, dat wegens "enkele klachten over koude in de woningen" de stooklijn in augustus 2014 is verhoogd en in september 2015 wederom. In die brief volgt verder: "Een groot deel van de stookkosten is hierdoor te verklaren, echter niet het gehele deel".
Onbewezen bleef ten slotte eveneens het causaal verband tussen "de noodzakelijke vervanging van de servomotoren van de 3-wegkleppen" in oktober 2016, dat in de bovengenoemde brief aldus wordt omschreven: "Dit niet meer voldoende functioneren (van de servomotoren, P.) heeft de hoogte van de stookkosten eveneens nadelig beïnvloed. Wij verwachte dat bovenstaande 2 oorzaken de stijging verklaren. Geheel met 100% zekerheid te zeggen is dat echter niet, omdat dit op dit moment niet meetbaar is".
Uit de uitspraak van de Huurcommissie heb ik met enige moeite slechts kunnen afleiden, dat ik na het aftrekken van één in die uitspraak genoemd bedrag van een ander daarin genoemd bedrag (waarvan ik ook nog de leges van €25,- moet aftrekken) per saldo €50,- op onze schade van ca. €450,- zal overhouden, In de uitspraak wordt de verhuurder aangemerkt als de grotendeels in het gelijk gestelde partij, zodat de door mij betaalde leges dus voor mijn rekening bleven.
De stukken met betrekking tot het verweer van de verhuurder, van 't Hof Rijnland in Zoetermeer, werden mij door de Huurcommissie niet toegezonden, hoewel dit gebruikelijk is.
Een adequate en motivering van de uitspraak ontbreekt. Tot mijn opperste verbazing meende de Huurcommissie bovendien, dat mijn klacht NIET betrekking had op de te hoge gaskosten over 2015, hoewel dit duidelijk uit mijn klacht bleek.
Als voornaamste oorzaak van de inadequate stijging van de gaskosten moet waarschijnlijk het volkomen onjuist afstellen van de servomotoren van de gasketel(s) in de voor huurders ontoegankelijke kelder van het complex door een ondeskundige installatiemonteur worden beschouwd. Op het internet wordt breedvoerig uiteengezet, waarom dit vaak het geval is.
Een groot deel van de veelal bejaarde huurders met soortgelijke schade heeft ten gevolge van de onderhavige uitspraak van de Huurcommissie elk vertrouwen in een verdere rechtsgang verloren, mede wegens de daaraan verbonden kosten en de psychische belasting. Zij staan klaarblijkelijk met lege handen, terwijl de verhuurder zich, afgaande op mijn ervaringen. jegens hen onbuigzaam zal opstellen.
Zelf heb ik als jurist voor mijn werkgever, een verzekeringsmaatschappij, vele jaren de klachten bij de "Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf" (nu KiFiD) behandeld. Uitspraken als de onderhavige ben ik daarbij zelden tegengekomen.
Uiteraard is de nutteloosheid mij voor een toelichting tot de Huurcommissie te wenden duidelijk.
Wat moet men ten slotte denken van een Huurcommissie die met met grote letters boven haar website het woord "HANDELSWIJZE" (in plaats van "Handelwijze") plaatst?