vraag over afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid rechters
Geplaatst: 27 feb 2021 13:53
Dag,
Dit bericht bevat 1 vraag, is een juridische consumentenkwestie gerelateerd aan procederen in persoon, is geen discussie, is niet bedoeld om een klacht op te (laten) lossen.
Ik heb een wrakingsverzoek ingediend wegens afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid en dus niet voor een andere reden. Wat de leesbaarheid van dit topic betreft: u dient de wet te kennen en een afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid dient voldoende volledig deugdelijk te worden aangetoond, onderbouwd, wat de lengte van dit bericht bepaald. Hieronder volgt de beschrijving van mijn ervaring.
N.a.v. de wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 (zaaknummer: …). In onderstaande alinea’s worden o.a. beweringen door de wrakingskamerrechters gequoteerd en in opvolgende alinea’s wordt daarop gereageerd.
§1
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “De wrakingskamer stelt vast dat verzoeker tweemaal, te weten op 11 december 2020 en op 7 januari 2021 is gevraagd of hij instemt met een schriftelijke behandeling van het verzoek tot wraking van …. … Evenmin volgt er een antwoord op de rappélbrief van 7 januari 2021 dienaangaande.”
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “Het tijdsverloop sinds het indienen van zijn verzoek tot wraking op 30 november 2020, waarover verzoeker in zijn brief van 12 januari 2021 zijn beklag doet, is aldus veeleer toe te schrijven aan het feit dat de wrakingskamer in afwachting was van verzoekers antwoord op de vraag naar de wijze van behandeling van het verzoek dan aan een handelen of nalaten van de rechter als (beoogd) voorzitter van de wrakingskamer.”
Verzoeker ontvangt, vanaf aanvang van het vooronderzoek, brieven / processuele beslissingen van de rechtbank (o.a. over het al dan niet instemmen met een schriftelijke behandeling van het verzoek tot wraking) zonder vermelding van de naam van een wrakingskamervoorzitter en/of de namen van de wrakingskamerrechters, wat in strijd is met het wrakingsprotocol rechtbank , de Awb wet- en regelgeving, de normen in het Verdrag.
§2
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “De wrakingskamer merkt daarbij op dat verzoeker in de tussengelegen tijd in zijn brieven van 11 december 2020, 4 en 12 januari 2021 geen enkele keer heeft geïnformeerd naar de namen van de leden van de wrakingskamer.”
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “Gelet op de omstandigheid dat de samenstelling van een wrakingskamer doorgaans eerst wordt vastgesteld nadat duidelijkheid bestaat over de beoogde afdoening, is de wrakingskamer van oordeel dat het (nog) niet kenbaar maken van de namen van de beoogde samenstelling of van alleen de (beoogd) voorzitter niet valt aan te merken als een verzuim.”
Voorgenoemde gang van zaken staat niet beschreven in het wrakingsprotocol rechtbank noch in de Awb wet- en regelgeving, waarvan de rechtmatigheid niet is aangetoond, onderbouwd, wekt de schijn van vooringenomenheid, partijdigheid, namelijk o.a.: a) gewraakte rechter heeft informatieplicht, b) verzoeker heeft geen informatieverzoekplicht, c) de wrakingskamerrechters zijn geen wetgevende macht.
§3
Het voorgenoemd beweerdelijk vragen naar het standpunt van verzoeker, over de wijze van afdoening (met een behandeling ter zitting of schriftelijke afdoening): a) is onderdeel van het vooronderzoek / onderzoek, b) is onderdeel van de, in het wrakingsprotocol rechtbank en in de Awb wraking wet- en regelgeving voorgeschreven, behandeling door een meervoudige kamer.
Voorgenoemde beweerdelijke gang van zaken betreffende ‘vaststellen samenstelling van een wrakingskamer’ en betreffende ‘informeren over de namen van de wrakingskamervoorzitter en de wrakingskamerrechters’ wordt aangemerkt als en/of wekt de schijn van: a) het ‘niet tijdig vaststellen’ van een wrakingskamersamenstelling, b) het ‘niet tijdig informeren’ van verzoeker over de naam van de wrakingskamervoorzitter, c) het ‘niet tijdig informeren’ van verzoeker over de namen van de wrakingskamerrechters, d) zich stellen boven het wrakingsprotocol rechtbank, e) zich stellen boven de Awb wraking wet- en regel stellen (artikelen 8:15-8:20 Awb), f) een schending van het recht op en belang bij (tijdige) controle op de procesgang / rechterlijke macht, g) afhankelijkheid, vooringenomenheid, h) een schending van het recht op onafhankelijke en onpartijdige rechters, i) een schending van het recht op een eerlijk (wraking) proces, schending van de normen in artikel 6, paragraaf 1, van het Verdrag.
Voorgenoemde beweerdelijke gang van zaken betreffende ‘vaststellen samenstelling van een wrakingskamer’ en betreffende ‘informeren over de namen van de wrakingskamervoorzitter en wrakingskamerrechters’ ‘na aanvang van het vooronderzoek’ (wettelijk en protocollair voorgeschreven) ‘door een meervoudige kamer’ en/of ‘na ontvangst van het standpunt van verzoeker over een voorgenoemde wijze van afdoening’.
Welke afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid ervaring hebt u met een gerecht?
Mvg,
Dit bericht bevat 1 vraag, is een juridische consumentenkwestie gerelateerd aan procederen in persoon, is geen discussie, is niet bedoeld om een klacht op te (laten) lossen.
Ik heb een wrakingsverzoek ingediend wegens afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid en dus niet voor een andere reden. Wat de leesbaarheid van dit topic betreft: u dient de wet te kennen en een afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid dient voldoende volledig deugdelijk te worden aangetoond, onderbouwd, wat de lengte van dit bericht bepaald. Hieronder volgt de beschrijving van mijn ervaring.
N.a.v. de wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 (zaaknummer: …). In onderstaande alinea’s worden o.a. beweringen door de wrakingskamerrechters gequoteerd en in opvolgende alinea’s wordt daarop gereageerd.
§1
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “De wrakingskamer stelt vast dat verzoeker tweemaal, te weten op 11 december 2020 en op 7 januari 2021 is gevraagd of hij instemt met een schriftelijke behandeling van het verzoek tot wraking van …. … Evenmin volgt er een antwoord op de rappélbrief van 7 januari 2021 dienaangaande.”
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “Het tijdsverloop sinds het indienen van zijn verzoek tot wraking op 30 november 2020, waarover verzoeker in zijn brief van 12 januari 2021 zijn beklag doet, is aldus veeleer toe te schrijven aan het feit dat de wrakingskamer in afwachting was van verzoekers antwoord op de vraag naar de wijze van behandeling van het verzoek dan aan een handelen of nalaten van de rechter als (beoogd) voorzitter van de wrakingskamer.”
Verzoeker ontvangt, vanaf aanvang van het vooronderzoek, brieven / processuele beslissingen van de rechtbank (o.a. over het al dan niet instemmen met een schriftelijke behandeling van het verzoek tot wraking) zonder vermelding van de naam van een wrakingskamervoorzitter en/of de namen van de wrakingskamerrechters, wat in strijd is met het wrakingsprotocol rechtbank , de Awb wet- en regelgeving, de normen in het Verdrag.
§2
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “De wrakingskamer merkt daarbij op dat verzoeker in de tussengelegen tijd in zijn brieven van 11 december 2020, 4 en 12 januari 2021 geen enkele keer heeft geïnformeerd naar de namen van de leden van de wrakingskamer.”
Wrakingskamerbeslissing d.d. 19-2-2021 quote “Gelet op de omstandigheid dat de samenstelling van een wrakingskamer doorgaans eerst wordt vastgesteld nadat duidelijkheid bestaat over de beoogde afdoening, is de wrakingskamer van oordeel dat het (nog) niet kenbaar maken van de namen van de beoogde samenstelling of van alleen de (beoogd) voorzitter niet valt aan te merken als een verzuim.”
Voorgenoemde gang van zaken staat niet beschreven in het wrakingsprotocol rechtbank noch in de Awb wet- en regelgeving, waarvan de rechtmatigheid niet is aangetoond, onderbouwd, wekt de schijn van vooringenomenheid, partijdigheid, namelijk o.a.: a) gewraakte rechter heeft informatieplicht, b) verzoeker heeft geen informatieverzoekplicht, c) de wrakingskamerrechters zijn geen wetgevende macht.
§3
Het voorgenoemd beweerdelijk vragen naar het standpunt van verzoeker, over de wijze van afdoening (met een behandeling ter zitting of schriftelijke afdoening): a) is onderdeel van het vooronderzoek / onderzoek, b) is onderdeel van de, in het wrakingsprotocol rechtbank en in de Awb wraking wet- en regelgeving voorgeschreven, behandeling door een meervoudige kamer.
Voorgenoemde beweerdelijke gang van zaken betreffende ‘vaststellen samenstelling van een wrakingskamer’ en betreffende ‘informeren over de namen van de wrakingskamervoorzitter en de wrakingskamerrechters’ wordt aangemerkt als en/of wekt de schijn van: a) het ‘niet tijdig vaststellen’ van een wrakingskamersamenstelling, b) het ‘niet tijdig informeren’ van verzoeker over de naam van de wrakingskamervoorzitter, c) het ‘niet tijdig informeren’ van verzoeker over de namen van de wrakingskamerrechters, d) zich stellen boven het wrakingsprotocol rechtbank, e) zich stellen boven de Awb wraking wet- en regel stellen (artikelen 8:15-8:20 Awb), f) een schending van het recht op en belang bij (tijdige) controle op de procesgang / rechterlijke macht, g) afhankelijkheid, vooringenomenheid, h) een schending van het recht op onafhankelijke en onpartijdige rechters, i) een schending van het recht op een eerlijk (wraking) proces, schending van de normen in artikel 6, paragraaf 1, van het Verdrag.
Voorgenoemde beweerdelijke gang van zaken betreffende ‘vaststellen samenstelling van een wrakingskamer’ en betreffende ‘informeren over de namen van de wrakingskamervoorzitter en wrakingskamerrechters’ ‘na aanvang van het vooronderzoek’ (wettelijk en protocollair voorgeschreven) ‘door een meervoudige kamer’ en/of ‘na ontvangst van het standpunt van verzoeker over een voorgenoemde wijze van afdoening’.
Welke afhankelijkheid, vooringenomenheid, partijdigheid ervaring hebt u met een gerecht?
Mvg,