rechtszekerheid versus consumentenbescherming
Geplaatst: 24 jan 2023 15:56
Op voorhand: alvast mijn excuses aan degenen die een juridisch verhaal saai vinden of er niets mee kunnen. Scroll gerust door naar het volgende topic
Op dit forum komt nog wel eens de vraag langs of consumentenbescherming niet te ver is doorgeschoten. Nou, momenteel speelt er een zeer ingrijpende zaak bij de Kantonrechter in Amsterdam (zijnde de "juridische vrijstaat", nogal op de hand van de consument en niet geheel toevallig ook de Rechtbank waar recent een vonnis werd gewezen waarin het retourrecht op dure parfums van toepassing werd verklaard).
Deze zaak kan tot gevolg hebben dat zaken die al jarenlang in kracht van gewijsde zijn (hetgeen inhoudt dat er géén rechtsmiddel meer tegen open staat) desondanks toch heropend zouden moeten worden. Daarmee zou één van de hoekstenen van het recht, namelijk dat je als winnende partij de zekerheid hebt dat 0als er geen rechtsmiddelen meer open staan- zonder mogelijke schadeclaims tot tenuitvoerlegging kunt overgaan, verdwijnen.
Wat zijn de (meest relevante) feiten?
- er is een huurovereenkomst gesloten die inging in februari 2011;
- de huurder is iemand die in 2011 uit Libië is gekomen en een verblijfsvergunning had;
- in 2012 is de huurder naar Libië vertrokken en in conflict met ISIS terecht gekomen;
- de huurder zou daar geruime tijd gevangen zijn gehouden;
- in 2016 is de huurder weer terugkomen naar Nederland en heeft wederom een verblijfsvergunning gekregen;
- in februari 2014 is de huurder gedagvaard vanwege een forse huurachterstand;
- in maart 2014 is er vonnis gewezen, waarin de huurovereenkomst is ontbonden en ontruiming is bepaald;
- in april 2014 is de woning daadwerkelijk ontruimd;
- er is door middel van een betalingsregeling meermaals door de huurder betaald. De huurachterstand is (zonder kosten) volledig betaald. De verzettermijn is, omdat de huurder kennis droeg van het vonnis, dus toen al gaan lopen en dus verstreken;
- tegen dit vonnis is geen verzet en geen hoger beroep ingesteld, zodat dat in kracht van gewijsde is gegaan en dus ook gezag van gewijsde heeft;
Kous af, zou je zeggen... maar nee.
In 2022, dus 8 jaar later (!!), is er alsnog een verzetdagvaarding uitgebracht waarin onder meer wordt gesteld dat het vonnis uit maart 2013 zou moeten worden vernietigt, omdat de kantonrechter, hoewel hij daartoe op grond van de richtlijn wel was gehouden, in het verstekvonnis van 3 maart 2014 de bedingen in de huurovereenkomst niet (ambtshalve) op oneerlijkheid heeft getoetst.
De vraag is nu of het niet correct toetsen op de juiste toepassing van de consumentenrechten ertoe kan leiden dat zaken die reeds tientallen jaren in kracht van gewijsde zijn, en waarvan de executie in de meeste gevallen ook al lang beëindigd zal zijn, ineens alsnog heropend moeten worden.
De bewuste Europese richtlijn is in 1994 in werking getreden, dus jurisprudentie die ertoe zou leiden dat op basis van deze argumentatie zaken heropend zouden kunnen worden, zou voor zeer grote aantallen vonnissen gevolgen kunnen hebben.
Een potentiële doos van Pandora dus...
Gelukkig was de Kantonrechter wel slim genoeg om te beseffen hoe brisant deze kwestie is, en heeft hij de verantwoordelijk een paar niveau's omhoog geschoven door het stellen van de in mijn volgende berichte volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Op dit forum komt nog wel eens de vraag langs of consumentenbescherming niet te ver is doorgeschoten. Nou, momenteel speelt er een zeer ingrijpende zaak bij de Kantonrechter in Amsterdam (zijnde de "juridische vrijstaat", nogal op de hand van de consument en niet geheel toevallig ook de Rechtbank waar recent een vonnis werd gewezen waarin het retourrecht op dure parfums van toepassing werd verklaard).
Deze zaak kan tot gevolg hebben dat zaken die al jarenlang in kracht van gewijsde zijn (hetgeen inhoudt dat er géén rechtsmiddel meer tegen open staat) desondanks toch heropend zouden moeten worden. Daarmee zou één van de hoekstenen van het recht, namelijk dat je als winnende partij de zekerheid hebt dat 0als er geen rechtsmiddelen meer open staan- zonder mogelijke schadeclaims tot tenuitvoerlegging kunt overgaan, verdwijnen.
Wat zijn de (meest relevante) feiten?
- er is een huurovereenkomst gesloten die inging in februari 2011;
- de huurder is iemand die in 2011 uit Libië is gekomen en een verblijfsvergunning had;
- in 2012 is de huurder naar Libië vertrokken en in conflict met ISIS terecht gekomen;
- de huurder zou daar geruime tijd gevangen zijn gehouden;
- in 2016 is de huurder weer terugkomen naar Nederland en heeft wederom een verblijfsvergunning gekregen;
- in februari 2014 is de huurder gedagvaard vanwege een forse huurachterstand;
- in maart 2014 is er vonnis gewezen, waarin de huurovereenkomst is ontbonden en ontruiming is bepaald;
- in april 2014 is de woning daadwerkelijk ontruimd;
- er is door middel van een betalingsregeling meermaals door de huurder betaald. De huurachterstand is (zonder kosten) volledig betaald. De verzettermijn is, omdat de huurder kennis droeg van het vonnis, dus toen al gaan lopen en dus verstreken;
- tegen dit vonnis is geen verzet en geen hoger beroep ingesteld, zodat dat in kracht van gewijsde is gegaan en dus ook gezag van gewijsde heeft;
Kous af, zou je zeggen... maar nee.
In 2022, dus 8 jaar later (!!), is er alsnog een verzetdagvaarding uitgebracht waarin onder meer wordt gesteld dat het vonnis uit maart 2013 zou moeten worden vernietigt, omdat de kantonrechter, hoewel hij daartoe op grond van de richtlijn wel was gehouden, in het verstekvonnis van 3 maart 2014 de bedingen in de huurovereenkomst niet (ambtshalve) op oneerlijkheid heeft getoetst.
De vraag is nu of het niet correct toetsen op de juiste toepassing van de consumentenrechten ertoe kan leiden dat zaken die reeds tientallen jaren in kracht van gewijsde zijn, en waarvan de executie in de meeste gevallen ook al lang beëindigd zal zijn, ineens alsnog heropend moeten worden.
De bewuste Europese richtlijn is in 1994 in werking getreden, dus jurisprudentie die ertoe zou leiden dat op basis van deze argumentatie zaken heropend zouden kunnen worden, zou voor zeer grote aantallen vonnissen gevolgen kunnen hebben.
Een potentiële doos van Pandora dus...
Gelukkig was de Kantonrechter wel slim genoeg om te beseffen hoe brisant deze kwestie is, en heeft hij de verantwoordelijk een paar niveau's omhoog geschoven door het stellen van de in mijn volgende berichte volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.