NUON (uitsneden uit twee vonnissen)
Geplaatst: 08 nov 2004 15:51
Ktr Hoorn, 18 oktober 2004, rolnr. 156305 CV EXPL 04-358 (mr. P.J. van de Sande)
(incassozaak van NUON, opgestart door gerechtsdeurwaarder Snijder te Beverwijk)
(de afnemer/consument werd bijgestaan door advocaat mr. Dekker te Hoorn)
in conventie (= vordering van NUON – mr. RP)
toen duidelijk werd, dat niet alle betalingskenmerken op het electronische formulier door de ontvanger optisch gelezen konden worden, lag een actiever en klantvriendelijker opstelling zijdens Continuon in de rede; vordering van Continuon afgewezen;
in reconventie: (= tegenvordering van de afnemer/consument – mr. RP)
onweersproken was in januari 2003 ook bij Continuon reeds duidelijk, dat er geen sprake was van betalingsachterstand doch van misverstanden bij de administratieve verwerking van ontvangen betalingen. Voldoende duidelijk is daarbij, dat B (en in een late stadium zijn gemachtigde) herhaaldelijk aan Continuon heeft laten weten, dat bij de administratieve verwerking dingen misgingen. In dat verband kan B. bezwaarlijk worden tegengeworpen, dat hij niet heeft gereageerd, nog daargelaten, dat de door Continuon aan B. gezonden brieven veelal eindigden met de slotzin: “Indien u al betaald hebt, kunt u deze herinnering als niet verzonden beschouwen”. Desondanks heeft Continuon gemeend te moeten kiezen voor de gebruikelijke incasso-aanpak. Daardoor werd het gezin B., ondanks de interventie van mr. Dekker, gedurende ongeveer een jaar geconfronteerd met een stroom aan herinneringen, aanmaningen en dreigende afsluitingen. Het hoeft geen betoog, dat dit door het gezin B. als traumatisch is ervaren. De gevorderde vergoeding van geleden immateriële schade komt de kantonrechter dan ook gegrond voor.
Ktr Zaandam, 10 juni 2004, rolnr. 230413 CV EXPL 04-1291 (mr. J.J. van der Valk)
(incassozaak van NUON, opgestart door gerechtsdeurwaarder Snijder te Beverwijk)
(afnemer/consument procedeerde zonder gemachtigde)
De vordering zal moeten afgewezen, omdat NUON onduidelijk en slordig procedeert.
De dagvaarding is niet voorzien van een betalingsoverzicht.
Bij conclusie van antwoord (= het verweer van de gedaagde partij – mr. RP) wordt een duidelijk en gedocumenteerd verweer gevoerd, maar daar wordt bij conclusie van repliek (= de reactie van NUON – mr. RP) in het geheel niet op ingegaan.
Bij conclusie van repliek worden weer geheel nieuwe bedragen genoemd zonder behoorlijke verklaring daarvoor. Er wordt veronderstellenderwijze aangegeven, waardoor die verschillen verklaard zouden kunnen worden, maar daar is de kantonrechter niet mee geholpen.
Een eisende partij moet meteen bij dagvaarding al aangeven, hoe groot zijn vordering is en wanneer die is ontstaan en als die vordering later al moet worden bijgesteld, wil ik (lees: de kantonrechter – mr. RP) weten, waarom dat gebeut en niet waardoor dat allemaal zou kunnen zijn gekomen.
Verder wordt een computeruitdraai overgelegd, die zonder uitleg niet duidelijk is en waarvan de bewijskracht mij (lees: de kantonrechter – mr. RP) dus zonder die uitleg ook ontgaat. De grootste fout van NUON is echter, dat zij op het verweer niet ingaat.
Niet alleen de dagvaarding, maar ook de conclusie van repliek lijken te zijn gebaseerd op een computermodel, dat zo is ontworpen, dat de gemachtigde zo min mogelijk variabele tekst en uitleg behoeft in te voegen. Een eiser die om te beginnen geen duidelijk onderbouwde vordering instelt en die dan ook nog niet behoorlijk ingaat op een duidelijk verweer, moet geacht worden zijn vordering niet te kunnen aantonen.
(incassozaak van NUON, opgestart door gerechtsdeurwaarder Snijder te Beverwijk)
(de afnemer/consument werd bijgestaan door advocaat mr. Dekker te Hoorn)
in conventie (= vordering van NUON – mr. RP)
toen duidelijk werd, dat niet alle betalingskenmerken op het electronische formulier door de ontvanger optisch gelezen konden worden, lag een actiever en klantvriendelijker opstelling zijdens Continuon in de rede; vordering van Continuon afgewezen;
in reconventie: (= tegenvordering van de afnemer/consument – mr. RP)
onweersproken was in januari 2003 ook bij Continuon reeds duidelijk, dat er geen sprake was van betalingsachterstand doch van misverstanden bij de administratieve verwerking van ontvangen betalingen. Voldoende duidelijk is daarbij, dat B (en in een late stadium zijn gemachtigde) herhaaldelijk aan Continuon heeft laten weten, dat bij de administratieve verwerking dingen misgingen. In dat verband kan B. bezwaarlijk worden tegengeworpen, dat hij niet heeft gereageerd, nog daargelaten, dat de door Continuon aan B. gezonden brieven veelal eindigden met de slotzin: “Indien u al betaald hebt, kunt u deze herinnering als niet verzonden beschouwen”. Desondanks heeft Continuon gemeend te moeten kiezen voor de gebruikelijke incasso-aanpak. Daardoor werd het gezin B., ondanks de interventie van mr. Dekker, gedurende ongeveer een jaar geconfronteerd met een stroom aan herinneringen, aanmaningen en dreigende afsluitingen. Het hoeft geen betoog, dat dit door het gezin B. als traumatisch is ervaren. De gevorderde vergoeding van geleden immateriële schade komt de kantonrechter dan ook gegrond voor.
Ktr Zaandam, 10 juni 2004, rolnr. 230413 CV EXPL 04-1291 (mr. J.J. van der Valk)
(incassozaak van NUON, opgestart door gerechtsdeurwaarder Snijder te Beverwijk)
(afnemer/consument procedeerde zonder gemachtigde)
De vordering zal moeten afgewezen, omdat NUON onduidelijk en slordig procedeert.
De dagvaarding is niet voorzien van een betalingsoverzicht.
Bij conclusie van antwoord (= het verweer van de gedaagde partij – mr. RP) wordt een duidelijk en gedocumenteerd verweer gevoerd, maar daar wordt bij conclusie van repliek (= de reactie van NUON – mr. RP) in het geheel niet op ingegaan.
Bij conclusie van repliek worden weer geheel nieuwe bedragen genoemd zonder behoorlijke verklaring daarvoor. Er wordt veronderstellenderwijze aangegeven, waardoor die verschillen verklaard zouden kunnen worden, maar daar is de kantonrechter niet mee geholpen.
Een eisende partij moet meteen bij dagvaarding al aangeven, hoe groot zijn vordering is en wanneer die is ontstaan en als die vordering later al moet worden bijgesteld, wil ik (lees: de kantonrechter – mr. RP) weten, waarom dat gebeut en niet waardoor dat allemaal zou kunnen zijn gekomen.
Verder wordt een computeruitdraai overgelegd, die zonder uitleg niet duidelijk is en waarvan de bewijskracht mij (lees: de kantonrechter – mr. RP) dus zonder die uitleg ook ontgaat. De grootste fout van NUON is echter, dat zij op het verweer niet ingaat.
Niet alleen de dagvaarding, maar ook de conclusie van repliek lijken te zijn gebaseerd op een computermodel, dat zo is ontworpen, dat de gemachtigde zo min mogelijk variabele tekst en uitleg behoeft in te voegen. Een eiser die om te beginnen geen duidelijk onderbouwde vordering instelt en die dan ook nog niet behoorlijk ingaat op een duidelijk verweer, moet geacht worden zijn vordering niet te kunnen aantonen.