Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland
Bladzijde 8 VFN Jaarverslag 2002
Gemeenschappelijke nationale belangen
WET OP HET CONSUMENTENKREDIET
Op 8 maart werd een wijziging van de artikelen 3, 4 en 26 (Wck-wijzigingswet van 20-12-01) van kracht, waardoor de voorschriften inzake ‘werving’ uit art. 26 ook van toepassing worden verklaard op hypothecair krediet, de verstrekkers daarvan en de bemiddelaars daarbij, alsmede op krediet tegen onderpand van effecten (alleen indien de kredietsom hoger is dan de waarde van de effecten ten tijde van het aangaan van de kredietovereenkomst.)
Dit heeft tot gevolg dat de informatieverplichtingen op grond van art. 26, uitgewerkt in het Besluit kredietaanbiedingen, ook van toepassing zijn op hypothecair krediet en effectenkrediet. Aangezien het grensbedrag van ƒ 90.000 (per 1-1-02 € 40.000) t.a.v. art. 26 al was vervallen bij de aanpassing van 1 maart 2001, geldt het Besluit kredietaanbiedingen nu voor alle krediet aan consumenten, ongeacht de hoogte.
De aanpassing had tot doel ook de verstrekkers van, en bemiddelaars bij, hypothecair krediet die geen Wck- of Wtk-vergunning hadden, te kunnen verplichten een financiële bijsluiter te verstrekken voor ‘complex’ hypothecair krediet. Omdat echter het Besluit kredietaanbiedingen geen eigen definitie van krediet kent, is het van toepassing op alle krediet aan consumenten dat –wat werving en voorlichting betreft– onder de Wck valt.
Herziening van de Wck
Begin juni kreeg o.m. de VFN het voorontwerp voorgelegd van een Wet verstrekking consumentenkrediet (Wvc). De VFN heeft (samen met de NVB) Financiën erop gewezen dat voor medio 2002 het ontwerp is aangekondigd van een herziening van de Richtlijn consumentenkrediet, en dat ook de implementatie van de richtlijnen Verkoop op afstand van financiële diensten en Elektronische handel, en de voorgenomen
wetgeving inzake bemiddeling financiële diensten, van invloed zullen zijn op de wetgeving consumentenkrediet.
VFN en NVB hebben Financiën dringend in overweging gegeven indiening van het wetsontwerp uit te stellen tot er meer duidelijkheid is over eerder genoemde regelgeving.
In september besloot het ministerie tot integratie van de regelgeving over tussenpersonen en de aanpassing van de Wvc in een ‘Wet financiële dienstverlening’.
Het voornemen om het voorontwerp nog in 2002 aan de bedrijfstak ter consultatie voor te leggen, kon Financiën niet realiseren.
Wettelijk maximum-tarief
De verlagingen van de ECB-referentie-tarieven in 2001 leidden tot een verlaging van de wettelijke rente per 1-1-2002 tot 7% (was 8% sinds 1-1-2001). Omdat het wettelijk maximum-Wck-tarief is gekoppeld aan de
wettelijke rente (met een opslag van 17 procent-punt) daalde per 1-1-02 ook het maximum-Wck-tarief met 1 procentpunt, tot 24%.
Nieuwe toezichthouder
In het kader van de herstructurering van het toezicht op de financiële markten droeg Financiën het toezicht op de Wck per 1 maart 2002 over aan de Autoriteit Financiële Markten (v/h STE).
Het toezicht door De Nederlandsche Bank, dat met ingang van 31 mei 2001 was overgenomen van EZ, is daarmee van korte duur geweest. Dat neemt niet weg dat de VFN met haar nieuwe toezichthouder in die
korte tijd een plezierig en constructief overleg wist op te bouwen.
Advertenties
Na de wijziging van de Wck per 1-3-01 (schrappen van de bovengrens voor zo ver het voorlichting en werving betreft, en uitbreiding van de werkingssfeer voor het overige tot ƒ 90.000) adverteerden veel grote
tussenpersonen uitsluitend nog met hypothecair krediet en de daarbij behorende lage tarieven. Uit de advertenties bleek evenwel niet duidelijk dat het om hypothecair krediet ging, en ook overigens waren er
elementen van misleiding.
De Autoriteit pakte in het verslagjaar inderdaad enkele grote adverteerders aan. Het huidige beperkte sanctieinstrumentarium maakt dat van een echt effectief optreden nog geen sprake is. Het wachten is op de Wet financiële diensten, die onder meer een vergunning voor tussenpersonen, boetes en dwangsommen zal kennen.
De VFN attendeerde Financiën en de Autoriteit-FM erop dat de eerder genoemde wijziging van de artikelen 3, 4 en 26 Wck, die op 8 maart van kracht werd, ook de mogelijkheid opende om misleidend adverteren met hypothecair krediet aan te pakken.
Okerene