aandelelenlease
Geplaatst: 15 jul 2005 10:18
Column: De verborgen aandelenleasezaken
Gepubliceerd op donderdag 14 juli 2005
Via bemiddeling van Wim Duisenberg probeert Dexia tot een schikking te komen met grote groepen gedupeerden in de zogenaamde aandelenlease-zaken. Maar naast de bekende grote verzekeraars blijken ook banken boter op hun hoofd te hebben.
Ingegeven door de hausse op de aandelenmarkt in de tweede helft van de jaren negentig zijn een aantal verzekeraars er toe over gegaan zogenaamde aandelenleaseconstructies aan het publiek aan te bieden. In essentie bestond deze constructie (of een onderdeel daarvan) hieruit dat de consument geld leende van de verzekeraar die daarvan aandelen kocht. De waardestijging van de aandelen zou genoeg moeten zijn om aan het einde van de rit het geleende bedrag (plus rente) af te lossen en nog een mooi bedrag over te houden. Deze producten werden aan een algemeen publiek aangeboden, onder meer via brochures en ander foldermateriaal en telefonisch, via call centres.
Waarschuwen
Eén van de zwaarstwegende argumenten die Dexia wordt tegengehouden is dat zij in het foldermateriaal niet, althans onvoldoende, waarschuwen voor de mogelijkheid van een verlies. Ook overigens zou Dexia onvoldoende voorlichting hebben gegeven; het bedrijf maakte onvoldoende duidelijk dat er naast de mogelijkheid van winst, bij een dalende aandelenmarkt ook een verlies kon ontstaan waardoor de consument met een restschuld zou blijven zitten. Dexia, en ook andere verzekeraars, zijn daarmee in hun zorgplicht tegen de consument tekort geschoten.
Banken
Ook banken zijn rond de eeuwwisseling actief geweest in de verkoop van zogenaamde aandelenlease producten. Soms als al dan niet partijdige intermediaire en soms als 'eigen aanbieder'. Als intermediair was de constructie meestal zo dat de bank geld leende aan één van haar relaties en deze vervolgens adviseerde (een gedeelte van) dit geld aan te wenden voor de koop van een zogenaamde aandelenlease overeenkomst bij één van de bekende verzekeraars. Als 'eigen aanbieder' ging de bank ertoe over om alles in eigen hand te houden: zij leende het geld en kocht en beheerde zelf namens de klant de aandelen. Meestal was de aankoop van een lijfrente met fiscaal voordeel onderdeel van de constructie.
Persoonlijke brief
Waar de verzekeraars het algemeen publiek benaderden en dus wervelende brochures nodig hadden, hadden de banken dit niet, Zij benaderden immers hun eigen, bekende relaties. Daarvoor was geen uitbundige folder nodig maar volstond een min of meer persoonlijke brief. Uiteraard werd de constructie uitgelegd; deze was vanwege de bijbehorende lijfrente-overeenkomst behoorlijk gecompliceerd en ondoorzichtig.
Verder voorzag de brief in uitgebreide berekeningen en prognoses met 12, 13 en 14% rendement, die en passant ook nog conservatief genoemd werden. Het eindbedrag was uiteraard een prognose want men kon niet voorspellen hoeveel er verdiend werd, in ieder geval veel en genoeg!
Klantprofiel
In dergelijke brieven paste het blijkbaar niet om te waarschuwen tegen de gevaren van de constructie: meestal gebeurde dat dan ook niet. Ook blijkt niet dat de banken een zorgvuldig profiel van hun potentiële klanten maakten. Het lijkt welhaast dat voor de banken veel meer de bestendige relatie met de klant van belang was om op eigen initiatief een product aan te bieden dan het belang van de relatie of zijn verzoek voor een dergelijk product.
Als het de verzekeraars verweten kan worden dat zij onvoldoende gewaarschuwd hebben voor de gevaren van beleggen in aandelen met geleend geld, dan lijkt het welhaast dat dit voor de banken helemaal geldt: er zijn gevallen bekend waar zij hun relaties helemaal niet hebben gewaarschuwd en waar van een ernstig tekort in de zorgplicht nauwelijks discussie kan bestaan. Deze banken hebben van geen enkele zorgplicht blijk gegeven!
In de vele berichtgeving van de afgelopen jaren komt de rol van de banken maar zeer spaarzaam naar voren. Op zich zelf is dit logisch want gemeten in geld en aantallen gedupeerden zijn de verzekeraars veruit het belangrijkste. Maar voor diegene die gedupeerd zijn door of via hun bank lijkt het dat er genoeg redenen zijn om niet stil te zitten maar te protesteren tegen de handelswijze van de bank teneinde op zijn minst de restschuld te verlagen dan wel te kwijt gescholden te krijgen.
Dit artikel is geschreven door mr. Bob den Boer. Hij is aangesloten bij het juristennetwerk XS2Justice.
Gepubliceerd op donderdag 14 juli 2005
Via bemiddeling van Wim Duisenberg probeert Dexia tot een schikking te komen met grote groepen gedupeerden in de zogenaamde aandelenlease-zaken. Maar naast de bekende grote verzekeraars blijken ook banken boter op hun hoofd te hebben.
Ingegeven door de hausse op de aandelenmarkt in de tweede helft van de jaren negentig zijn een aantal verzekeraars er toe over gegaan zogenaamde aandelenleaseconstructies aan het publiek aan te bieden. In essentie bestond deze constructie (of een onderdeel daarvan) hieruit dat de consument geld leende van de verzekeraar die daarvan aandelen kocht. De waardestijging van de aandelen zou genoeg moeten zijn om aan het einde van de rit het geleende bedrag (plus rente) af te lossen en nog een mooi bedrag over te houden. Deze producten werden aan een algemeen publiek aangeboden, onder meer via brochures en ander foldermateriaal en telefonisch, via call centres.
Waarschuwen
Eén van de zwaarstwegende argumenten die Dexia wordt tegengehouden is dat zij in het foldermateriaal niet, althans onvoldoende, waarschuwen voor de mogelijkheid van een verlies. Ook overigens zou Dexia onvoldoende voorlichting hebben gegeven; het bedrijf maakte onvoldoende duidelijk dat er naast de mogelijkheid van winst, bij een dalende aandelenmarkt ook een verlies kon ontstaan waardoor de consument met een restschuld zou blijven zitten. Dexia, en ook andere verzekeraars, zijn daarmee in hun zorgplicht tegen de consument tekort geschoten.
Banken
Ook banken zijn rond de eeuwwisseling actief geweest in de verkoop van zogenaamde aandelenlease producten. Soms als al dan niet partijdige intermediaire en soms als 'eigen aanbieder'. Als intermediair was de constructie meestal zo dat de bank geld leende aan één van haar relaties en deze vervolgens adviseerde (een gedeelte van) dit geld aan te wenden voor de koop van een zogenaamde aandelenlease overeenkomst bij één van de bekende verzekeraars. Als 'eigen aanbieder' ging de bank ertoe over om alles in eigen hand te houden: zij leende het geld en kocht en beheerde zelf namens de klant de aandelen. Meestal was de aankoop van een lijfrente met fiscaal voordeel onderdeel van de constructie.
Persoonlijke brief
Waar de verzekeraars het algemeen publiek benaderden en dus wervelende brochures nodig hadden, hadden de banken dit niet, Zij benaderden immers hun eigen, bekende relaties. Daarvoor was geen uitbundige folder nodig maar volstond een min of meer persoonlijke brief. Uiteraard werd de constructie uitgelegd; deze was vanwege de bijbehorende lijfrente-overeenkomst behoorlijk gecompliceerd en ondoorzichtig.
Verder voorzag de brief in uitgebreide berekeningen en prognoses met 12, 13 en 14% rendement, die en passant ook nog conservatief genoemd werden. Het eindbedrag was uiteraard een prognose want men kon niet voorspellen hoeveel er verdiend werd, in ieder geval veel en genoeg!
Klantprofiel
In dergelijke brieven paste het blijkbaar niet om te waarschuwen tegen de gevaren van de constructie: meestal gebeurde dat dan ook niet. Ook blijkt niet dat de banken een zorgvuldig profiel van hun potentiële klanten maakten. Het lijkt welhaast dat voor de banken veel meer de bestendige relatie met de klant van belang was om op eigen initiatief een product aan te bieden dan het belang van de relatie of zijn verzoek voor een dergelijk product.
Als het de verzekeraars verweten kan worden dat zij onvoldoende gewaarschuwd hebben voor de gevaren van beleggen in aandelen met geleend geld, dan lijkt het welhaast dat dit voor de banken helemaal geldt: er zijn gevallen bekend waar zij hun relaties helemaal niet hebben gewaarschuwd en waar van een ernstig tekort in de zorgplicht nauwelijks discussie kan bestaan. Deze banken hebben van geen enkele zorgplicht blijk gegeven!
In de vele berichtgeving van de afgelopen jaren komt de rol van de banken maar zeer spaarzaam naar voren. Op zich zelf is dit logisch want gemeten in geld en aantallen gedupeerden zijn de verzekeraars veruit het belangrijkste. Maar voor diegene die gedupeerd zijn door of via hun bank lijkt het dat er genoeg redenen zijn om niet stil te zitten maar te protesteren tegen de handelswijze van de bank teneinde op zijn minst de restschuld te verlagen dan wel te kwijt gescholden te krijgen.
Dit artikel is geschreven door mr. Bob den Boer. Hij is aangesloten bij het juristennetwerk XS2Justice.