E-mail gestuurd naar Fractievoorzitter D66
Geplaatst: 10 mar 2003 19:36
Vanmiddag heb ik onderstaande e-mail verstuurd naar de FractieVoorzitter van D66 dhr. Dittrich. Waarom speciaal aan hem heeft de redenen dat dhr. Dittrich zelf rechter is geweest en daardoor een juiste besluitvorming kan beoordelen over de hele gang van zaken zoals tot nu toe is gevolgd. Gezien de hele gang van zaken met DSI en AFM tot nu toe, heb ik gemeend hem deze e-mail toe te moeten zenden.
m.v.g. L. Blok
____________________________________________________________________
Aan de Weledele heer B. Dittrich, FractieVoorzitter van D66 van de Tweede Kamer van de Staten Generaal der Nederlanden
Geachte heer Dittrich,
Zoals u wellicht hebt geconstateerd is er een inmens probleem ontstaan waarbij honderdduizenden mensen in accute financiële problemen zijn komen te geraken i.v.m. een overeenkomst afgesloten met diverse instellingen met betrekking tot het leasen van aandelen. Velen van deze mensen hadden geen enkele notie, bij het aangaan van deze overeenkomst, dat hier met geleend geld aandelen werden gekocht en al zeker niet dat met deze overeenkomst een gigantische restschuld zou kunnen ontstaan. Juist doordat deze producten op een nogal agressieve wijze bij alle lagen van de bevolking zijn aangeboden, hebben velen mensen deze producten afgenomen in de veronderstelling dat dit product hun iets meer rente zou verschaffen dan de rente die verstrekt werd indien men zijn geld bij een bank op een rekening zouden zetten. Door de rampzalige ontwikkelingen op de beursen leveren deze producten nu zeer grote verliezen op en brengen niet alleen zeer grote maatschappelijke onrust maar ook zeer ernstige financiële consequenties voor velen van ons met zich mee. Daarom heb ik gemeend om mij tot u te moeten richten omdat ik ook geconstateerd heb dat er op diverse terreinen, zoals de indiening van een klacht op de wijze waarop deze producten aan de man zijn gebracht en waarbij nooit voldoende is gekeken of de afnemer van deze producten wel de financieele risico's zou kunnen dragen wat men als aanbieder van deze producten wel wettelijk toe verplicht was,(Zorgplicht) er ook nogal het een en ander schort aan de afhandeling van deze klachten en de manier waarop dit gebeurt.
De geëigende instantie voor het indienen van een klacht over deze producten is de Klachtencommissie DSI.
Echter deze Klachtencommissie houdt er wat eigenaardige ideeën op na over het oordeel wat men uitspreekt over een klacht.
Omdat te illustreren toon ik u een klein deel van hun klachtenregelement.
6.2. De Klachtencommissie kan een klacht slechts in behandeling nemen indien de belanghebbende schriftelijk heeft bevestigd dat:
- hij de uitspraak van de Commissie als bindend advies zal aanvaarden; en
- de klacht niet (of niet meer) aanhangig is bij of niet reeds tot een uitspraak heeft geleid van een rechter, een commissie van scheidsmannen, een ombudsman of een daarmee vergelijkbare instantie; en
- de klacht eerst is voorgelegd aan de Deelnemer tegen wie de klacht is gericht, zonder dat daarop gevolgd overleg tot overeenstemming tussen partijen heeft geleid; deze overeenstemming wordt geacht niet te zijn bereikt zodra één der partijen dit schriftelijk aan de wederpartij heeft medegedeeld.
Vooral het gedeelte waarin wordt geëist dat:
"- hij de uitspraak van de Commissie als bindend advies zal aanvaarden" doet mij als een niet gebruikelijke rechtsgang in Nederland ervaren en daarmee een precedent scheppen om voor velen af te zien om bij deze instantie een klacht te deponeren.
Ik zal dit nader toelichten. Velen van deze producten zijn verstrekt door een tussenpersoon. Ik ben in het bezit van enkele uitspraken van DSI waarin de Klachtencommissie de klacht heeft afgewezen omdat de tussenpersoon niet geregistreerd stond bij het DSI en de Klachtencommissie van mening was dat Legio/Dexia niet verantwoordelijk gesteld kon worden voor het handelen van deze tussenpersonen, maar de tussenpersonen werden niet aangepakt omdat deze niet stonden geregistreerd bij het DSI en gingen dus volledig vrijuit. Echter de klager had schriftelijk verklaard dat hij de uitspraak als bindend zou accepteren en daardoor waren al zijn kansen dus verkeken om nog verdere stappen te kunnen ondernemen tegen de tussenpersoon.
Dit is in mijn ogen wel een vreemde situatie in de rechtsgelijkheid van de positie van de klager en weerhoud vele mensen om met dit gegeven een klacht in te dienen bij dit instituut. Nader onderzoek van mij heeft de conclusie opgeleverd dat practisch alle tussenpersonen niet geregistreerd staan bij DSI en daarbij in deze situatie altijd buiten schot blijven in de toch wel vaak discutabele manier van afsluiten van deze contracten.
Ook bevreemd mij het dat DSI besloten heeft dat alle klachten over Legio/Dexia die tot nu toe heeft binnengekregen, "aan te houden" voor onbepaalde tijd omdat men de enorme toestroom van klachten niet meer kan verwerken. Hierbij verooorzaakt DSI een niet acceptabele vertraging in de afhandeling van de klachten en komt deze instelling op mij over als een weinig proffesionele organisatie die zeker niet de belangen verdedigd van klagers over deze producten. Zelf heb ik op 24 juni 2002 een klacht over Legio/Dexia ingediend en begin december j.l. de mededeling ontvangen dat mijn klacht door de enorme toestroom van klachten, voor onbepaalde tijd is "aangehouden". Op een protestbrief mijnerzijds over de vreemde gang van zaken, onving ik half januari een brief van de Voorzitter van de Klachtencommmissie van DSI waarin hij mij meedeelde dat hij over deze gang van zaken niet wenste te discussieëren en als ik het niet eens was met de "aanhouding" van mijn klacht, ik deze klacht maar in moest trekken en mijn "gelijk" maar bij de burgerrechter moest gaan halen. Deze zeer autoritaire gedachtegang van de Voorzitter geeft mij weinig hoop op een democratische wijze van afhandeling van mijn klacht welke al zo lang loopt.
Daarom verzoek ik u om, de hele vreemde manier waarop mensen die hun verzoek richten om de gang van zaken aan een nader onderzoek te onderwerpen, te bekijken of hier inderdaad de belangen van de klagers niet wat al te veel zijn verontachtzaamd en daarbij geen recht wordt verleend aan de belangen van deze klagers.
Wellicht verbaast het u als ik u verteld dat de overheid zich min of meer ook schuldig heeft gemaakt aan het meewerken van het promoten van de verkoop van deze producten.
Sinds een half jaar voer ik per e-mail correspondentie met een ambtenaar die op een Ministerie werkt.
Direct vanaf het begin van deze correspondentie liet deze ambtenaar aan mij het volgende weten:
"Wist je trouwens dat het product ook via andere kanalen is aangeboden?
Bij de overheid hebben ze de folder zelfs bij de salarisstroken ingedaan.
Dat product heet Triple effect, voor Overheid, Zorg en Onderwijs.
Tussenpersoon PMA consultancy. De constructie is exact hetzelfde, ook
aandelen ABN, AHOLD en ING. Bank de La Bouchere. Je zal het maar op je
geweten hebben."
Tot slot wil ik u nog even attenderen op de manier waarop AFM omgaat met belangen in de financieele wereld.
Onderstaand bericht heb ik van de site van AFM gehaald waarin heel duidelijk vermeld wordt dat betreffende adviesgroep de wet overtreed:
"02 jan 03 Waarschuwing Gelink Adviesgroep B.V.
Waarschuwing Gelink Adviesgroep B.V.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) maakt op grond van artikel 32, onderdeel d van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 bekend dat Gelink Adviesgroep B.V., gevestigd te Enschede, de voorschriften voor reclame-uitingen voor financiële producten overtreedt bij haar activiteiten met betrekking tot het product Meerwaarde hypotheek. Deze voorschriften zijn vastgelegd in de Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002 (NRg 2002), voorheen de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Gelink Adviesgroep B.V. is een cliëntenremisier en dient zich in deze hoedanigheid aan deze reclamevoorschriften te houden.
In de reclame-uitingen voor de Meerwaarde hypotheek heeft Gelink Adviesgroep B.V. onder meer onvoldoende informatie verstrekt als bedoeld in Bijlage 7 van de Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002, rubriek 7.5. en 7.8. Daarin is onder meer vastgelegd dat informatie in reclames inhoudelijk juist en niet misleidend mag zijn. Als met geleend geld wordt belegd, dient dit in de reclame op de voorgeschreven wijze kenbaar te worden gemaakt. Tevens moet bij vermelding van potentiële rendementen duidelijk zijn dat het prognoses betreft en moeten in reclame-uitingen naast positieve ook negatieve scenario's worden weergegeven.
Consumenten zijn als gevolg van de overtreding door Gelink Adviesgroep B.V. niet of onvoldoende in staat de risico's van het product Meerwaarde hypotheek te beoordelen. Gelink Adviesgroep B.V. misleidt hiermee de consument."
Hebt u geconstateerd dat de betreffende advies groep een verbod heeft gekregen om over dit product nog reclame op alle TV stations te mogen uitzenden?? Zoals u wellicht zelf kunt constateren gaat de misleiding zonder enige beperking gewoon door.
Als de AFM dan de financiële waakhond is, dan is het er wel één zonder tanden! ! !
Uiteraard ben ik, mocht u dat wensen, bereid om eventuele verdere informatie te verstrekken.
Met belangstelling zie ik uw reactie tegemoet.
Met vriendelijke groet,
L. Blok
m.v.g. L. Blok
____________________________________________________________________
Aan de Weledele heer B. Dittrich, FractieVoorzitter van D66 van de Tweede Kamer van de Staten Generaal der Nederlanden
Geachte heer Dittrich,
Zoals u wellicht hebt geconstateerd is er een inmens probleem ontstaan waarbij honderdduizenden mensen in accute financiële problemen zijn komen te geraken i.v.m. een overeenkomst afgesloten met diverse instellingen met betrekking tot het leasen van aandelen. Velen van deze mensen hadden geen enkele notie, bij het aangaan van deze overeenkomst, dat hier met geleend geld aandelen werden gekocht en al zeker niet dat met deze overeenkomst een gigantische restschuld zou kunnen ontstaan. Juist doordat deze producten op een nogal agressieve wijze bij alle lagen van de bevolking zijn aangeboden, hebben velen mensen deze producten afgenomen in de veronderstelling dat dit product hun iets meer rente zou verschaffen dan de rente die verstrekt werd indien men zijn geld bij een bank op een rekening zouden zetten. Door de rampzalige ontwikkelingen op de beursen leveren deze producten nu zeer grote verliezen op en brengen niet alleen zeer grote maatschappelijke onrust maar ook zeer ernstige financiële consequenties voor velen van ons met zich mee. Daarom heb ik gemeend om mij tot u te moeten richten omdat ik ook geconstateerd heb dat er op diverse terreinen, zoals de indiening van een klacht op de wijze waarop deze producten aan de man zijn gebracht en waarbij nooit voldoende is gekeken of de afnemer van deze producten wel de financieele risico's zou kunnen dragen wat men als aanbieder van deze producten wel wettelijk toe verplicht was,(Zorgplicht) er ook nogal het een en ander schort aan de afhandeling van deze klachten en de manier waarop dit gebeurt.
De geëigende instantie voor het indienen van een klacht over deze producten is de Klachtencommissie DSI.
Echter deze Klachtencommissie houdt er wat eigenaardige ideeën op na over het oordeel wat men uitspreekt over een klacht.
Omdat te illustreren toon ik u een klein deel van hun klachtenregelement.
6.2. De Klachtencommissie kan een klacht slechts in behandeling nemen indien de belanghebbende schriftelijk heeft bevestigd dat:
- hij de uitspraak van de Commissie als bindend advies zal aanvaarden; en
- de klacht niet (of niet meer) aanhangig is bij of niet reeds tot een uitspraak heeft geleid van een rechter, een commissie van scheidsmannen, een ombudsman of een daarmee vergelijkbare instantie; en
- de klacht eerst is voorgelegd aan de Deelnemer tegen wie de klacht is gericht, zonder dat daarop gevolgd overleg tot overeenstemming tussen partijen heeft geleid; deze overeenstemming wordt geacht niet te zijn bereikt zodra één der partijen dit schriftelijk aan de wederpartij heeft medegedeeld.
Vooral het gedeelte waarin wordt geëist dat:
"- hij de uitspraak van de Commissie als bindend advies zal aanvaarden" doet mij als een niet gebruikelijke rechtsgang in Nederland ervaren en daarmee een precedent scheppen om voor velen af te zien om bij deze instantie een klacht te deponeren.
Ik zal dit nader toelichten. Velen van deze producten zijn verstrekt door een tussenpersoon. Ik ben in het bezit van enkele uitspraken van DSI waarin de Klachtencommissie de klacht heeft afgewezen omdat de tussenpersoon niet geregistreerd stond bij het DSI en de Klachtencommissie van mening was dat Legio/Dexia niet verantwoordelijk gesteld kon worden voor het handelen van deze tussenpersonen, maar de tussenpersonen werden niet aangepakt omdat deze niet stonden geregistreerd bij het DSI en gingen dus volledig vrijuit. Echter de klager had schriftelijk verklaard dat hij de uitspraak als bindend zou accepteren en daardoor waren al zijn kansen dus verkeken om nog verdere stappen te kunnen ondernemen tegen de tussenpersoon.
Dit is in mijn ogen wel een vreemde situatie in de rechtsgelijkheid van de positie van de klager en weerhoud vele mensen om met dit gegeven een klacht in te dienen bij dit instituut. Nader onderzoek van mij heeft de conclusie opgeleverd dat practisch alle tussenpersonen niet geregistreerd staan bij DSI en daarbij in deze situatie altijd buiten schot blijven in de toch wel vaak discutabele manier van afsluiten van deze contracten.
Ook bevreemd mij het dat DSI besloten heeft dat alle klachten over Legio/Dexia die tot nu toe heeft binnengekregen, "aan te houden" voor onbepaalde tijd omdat men de enorme toestroom van klachten niet meer kan verwerken. Hierbij verooorzaakt DSI een niet acceptabele vertraging in de afhandeling van de klachten en komt deze instelling op mij over als een weinig proffesionele organisatie die zeker niet de belangen verdedigd van klagers over deze producten. Zelf heb ik op 24 juni 2002 een klacht over Legio/Dexia ingediend en begin december j.l. de mededeling ontvangen dat mijn klacht door de enorme toestroom van klachten, voor onbepaalde tijd is "aangehouden". Op een protestbrief mijnerzijds over de vreemde gang van zaken, onving ik half januari een brief van de Voorzitter van de Klachtencommmissie van DSI waarin hij mij meedeelde dat hij over deze gang van zaken niet wenste te discussieëren en als ik het niet eens was met de "aanhouding" van mijn klacht, ik deze klacht maar in moest trekken en mijn "gelijk" maar bij de burgerrechter moest gaan halen. Deze zeer autoritaire gedachtegang van de Voorzitter geeft mij weinig hoop op een democratische wijze van afhandeling van mijn klacht welke al zo lang loopt.
Daarom verzoek ik u om, de hele vreemde manier waarop mensen die hun verzoek richten om de gang van zaken aan een nader onderzoek te onderwerpen, te bekijken of hier inderdaad de belangen van de klagers niet wat al te veel zijn verontachtzaamd en daarbij geen recht wordt verleend aan de belangen van deze klagers.
Wellicht verbaast het u als ik u verteld dat de overheid zich min of meer ook schuldig heeft gemaakt aan het meewerken van het promoten van de verkoop van deze producten.
Sinds een half jaar voer ik per e-mail correspondentie met een ambtenaar die op een Ministerie werkt.
Direct vanaf het begin van deze correspondentie liet deze ambtenaar aan mij het volgende weten:
"Wist je trouwens dat het product ook via andere kanalen is aangeboden?
Bij de overheid hebben ze de folder zelfs bij de salarisstroken ingedaan.
Dat product heet Triple effect, voor Overheid, Zorg en Onderwijs.
Tussenpersoon PMA consultancy. De constructie is exact hetzelfde, ook
aandelen ABN, AHOLD en ING. Bank de La Bouchere. Je zal het maar op je
geweten hebben."
Tot slot wil ik u nog even attenderen op de manier waarop AFM omgaat met belangen in de financieele wereld.
Onderstaand bericht heb ik van de site van AFM gehaald waarin heel duidelijk vermeld wordt dat betreffende adviesgroep de wet overtreed:
"02 jan 03 Waarschuwing Gelink Adviesgroep B.V.
Waarschuwing Gelink Adviesgroep B.V.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) maakt op grond van artikel 32, onderdeel d van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 bekend dat Gelink Adviesgroep B.V., gevestigd te Enschede, de voorschriften voor reclame-uitingen voor financiële producten overtreedt bij haar activiteiten met betrekking tot het product Meerwaarde hypotheek. Deze voorschriften zijn vastgelegd in de Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002 (NRg 2002), voorheen de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Gelink Adviesgroep B.V. is een cliëntenremisier en dient zich in deze hoedanigheid aan deze reclamevoorschriften te houden.
In de reclame-uitingen voor de Meerwaarde hypotheek heeft Gelink Adviesgroep B.V. onder meer onvoldoende informatie verstrekt als bedoeld in Bijlage 7 van de Nadere Regeling gedragstoezicht effectenverkeer 2002, rubriek 7.5. en 7.8. Daarin is onder meer vastgelegd dat informatie in reclames inhoudelijk juist en niet misleidend mag zijn. Als met geleend geld wordt belegd, dient dit in de reclame op de voorgeschreven wijze kenbaar te worden gemaakt. Tevens moet bij vermelding van potentiële rendementen duidelijk zijn dat het prognoses betreft en moeten in reclame-uitingen naast positieve ook negatieve scenario's worden weergegeven.
Consumenten zijn als gevolg van de overtreding door Gelink Adviesgroep B.V. niet of onvoldoende in staat de risico's van het product Meerwaarde hypotheek te beoordelen. Gelink Adviesgroep B.V. misleidt hiermee de consument."
Hebt u geconstateerd dat de betreffende advies groep een verbod heeft gekregen om over dit product nog reclame op alle TV stations te mogen uitzenden?? Zoals u wellicht zelf kunt constateren gaat de misleiding zonder enige beperking gewoon door.
Als de AFM dan de financiële waakhond is, dan is het er wel één zonder tanden! ! !
Uiteraard ben ik, mocht u dat wensen, bereid om eventuele verdere informatie te verstrekken.
Met belangstelling zie ik uw reactie tegemoet.
Met vriendelijke groet,
L. Blok