reintegratiebeerput leest als spannend oorlogsboek !!
Geplaatst: 09 nov 2005 11:41
Reïntegratie, ervaringen van uitkeringsgerechtigden
Voorwoord
Met ingang van januari 2001 wordt de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden (WW-ers en WAO-ers) uitgevoerd door reïntegratiebedrijven (RIB’s). Deze reïntegratiebedrijven hebben deelgenomen aan de veiling welke medio 2000 door de Uitvoeringsinstellingen (uvi’s) werd gehouden.
In afwijking van de situatie van voor 2001 worden de reïntegratiebedrijven nu “afgerekend” op het al dan niet werkelijk bemiddelen van de uitkeringsgerechtigden naar werk.
Op zich stemt FNV Bondgenoten in met het beleid dat het “gemeenschapsgeld” dat wordt aangewend om de reïntegratie te verzorgen, op een doelmatige wijze wordt ingezet.
Echter, doordat er aan de reïntegratiebedrijven zelf geen kwaliteitseisen worden gesteld, hadden wij het vermoeden dat de kwaliteit van de reïntegratie wel eens in het geding zou kunnen komen.
In januari van dit jaar hebben wij dan ook zo’n 20.000 leden aangeschreven die wellicht met deze (nieuwe vorm van) reïntegratie te maken zouden kunnen krijgen.
Ruim 5000 leden reageerden op deze brief en verzochten om een informatiepakket of wilden worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst.
Uiteindelijk hebben zo’n 600 leden ook daadwerkelijk een van de informatiebijeenkomsten bijgewoond.
Op deze bijeenkomsten, die gehouden zijn in de periode februari – april, bleek al snel dat diegenen, die reeds te maken hadden gekregen met de reïntegratie, opmerkelijk vaak aangaven dat ze negatief waren over de verstrekte dienstverlening door het reïntegratiebedrijf waarnaar men door de uitvoeringsinstelling was verwezen.
Een veelheid aan klachten kwam hierbij aan het licht.
Om een indruk te geven van de ervaringen van de betrokkenen, hebben we in deze bundel een 20-tal mensen hun verhaal laten vertellen. Over de wijze waarop zijzelf de aangeboden reïntegratie hebben ervaren.
Zorgvuldigheidshalve willen we hierbij vermelden dat er natuurlijk ook positieve ervaringen waren met reïntegratiebedrijven. Waaruit blijkt dat de reïntegratie wel degelijk goed en succesvol kan verlopen. De ervaring leert dat succesvolle reïntegratiebedrijven voldoen aan een aantal basiskwaliteitscriteria.
FNV Bondgenoten
Hans de Vries, voorzitter
Mei 2001
In de verhalen van de betrokkenen zijn op een aantal plaatsen voetnoten opgenomen. Deze voetnoten hebben betrekking op/verwijzen naar de lijst van kwaliteitskriteria die als bijlage achterin is opgenomen.
Colofon
Dit is een uitgave van de stichting FNV Pers t.b.v. FNV Bondgenoten
Utrecht
Juni 2001
Opmaak en druk: FNV Bondgenoten
R0313769.bro
Praten, praten en geen resultaten
In juli 2000 stelde het GAK vast dat C.W. (49) arbeidsbemiddelbaar was en stelde hem een reïntegratietraject voor. Na tien maanden van gesprekken en vooral wachten is C.W. nog geen stap verder.
C.W. werd begin 2000 door de bedrijfsarts van het GAK voor 80 – 100% afgekeurd en mocht niet meer terug naar zijn oude werkgever. Hij was 47 jaar oud en nog nooit eerder werkloos geweest. “Het liefst ging ik direct weer aan de slag”, zegt C.W. “Ik kwam er echter al snel achter, dat het vinden van ander werk niet zo gemakkelijk was. Ik heb in de loop der jaren door zelfstudie wel veel kennis opgedaan, maar de diploma’s die ik heb zijn inmiddels verouderd.”
Omscholen
Daarom stelde het GAK in november 2000 voor om iets te doen aan bij- of omscholing. Reintegratie dus. C.W. vroeg zich af wat dat inhield en kreeg op aanvraag een informatieboekje van het GAK thuisgestuurd: “Niet te lezen voor de gewone man,” zegt C.W., “Een volkomen oninteressant verhaal over de geschiedenis van integratie waar ik bovendien niets van begreep. Volkomen onleesbare tekst. Ik heb het in een map gestopt en moet het nog steeds vertalen.5”
Verder werd hij verwezen naar bemiddelingsbureau Luba Intermediair. “Ik ben thuis eens op Internet gaan zoeken, maar daar stond: Luba uitzendbureau. Dat lijkt me toch wel iets anders dan een reïntegratiebureau,” vertelt C.W. “Maar goed, ik ging naar de intake bij Luba op 1 december 2000.”
Vaag
Hij vervolgt: ”Dat gesprek was erg vaag. Ik kwam daar als klant, dus ik had een probleem. Er werd mij echter niets verteld over de gang van zaken, over hoe we het zouden gaan aanpakken, wat de bedoeling was5. Mijn contactpersoon vroeg mij een hoop dingen en zat van alles op een papier te krabbelen. Ik kreeg niet de indruk dat het hem veel interesseerde. Ik zocht werk, zij waren immers een uitzendbureau dus ik zei: ‘joh, kijk nou eens in die la van je wat je aan banen hebt.’ Nee, zo werkt dat hier niet, was het antwoord. Ik moest zelf een baan zoeken en zij zouden bemiddelen en adviseren. Maar ik heb in mijn hele leven nog nooit een sollicitatiebrief geschreven!”
Bij de tweede bijeenkomst in december 2000 wordt bij C.W. een test voor kwaliteiten en vaardigheden afgenomen. Een computertest. “Ik had sterk de indruk dat ik daar aan het lijntje werd gehouden. Het hoe en waarom van de test werd me totaal niet duidelijk,” zegt hij. Een maand later, tijdens het derde gesprek, kwam C.W. zelf met het voorstel om computerles te gaan geven, aan bijvoorbeeld ouderen. Luba bleek toevallig goede connecties met SIOM, dat opleidingen verzorgt. Hij werd nu naar hen verwezen10.
Eindelijk concrete plannen
In februari 2001, werd C.W. uitgenodigd door SIOM. Daar volgde weer een intake. C.W.: “Dit was echt een constructief gesprek. Er werd uitgebreid ingegaan op mijn ideeën en wat voor werk ik wilde gaan doen.” Hij gaat verder: “Al snel kwam er een concreet plan op tafel voor een opleiding met daaraan gekoppeld een erkend diploma waarmee ik computerlessen zou kunnen geven. SIOM zou hiervoor een offerte voor Luba maken en verder was het wachten alleen nog op de goedkeuring. Ik was er heilig van overtuigd dat het toch nog goed zou komen. Dat ik over een poosje weer aan het werk zou zijn.”
Opgedoekt
Na een maand, eind maart, ontving hij echter een brief van bemiddelaar Luba. Daarin werd meegedeeld, dat Luba de samenwerking met het GAK moest stopzetten. “Natuurlijk deed men niet uit de doeken waarom dat zo was, zegt C.W.5. “De afspraken met SIOM waren hiermee dus ook van de baan. In de brief stond verder, dat het nog niet bekend was welk bureau het traject zou voortzetten. Daarover zou hij te zijner tijd worden bericht door het GAK.”
Half april kreeg hij bericht van het GAK dat Sagen reïntegratiebedrijf alles over zal nemen. C.W.: “Nu krijg ik binnenkort wéér een mij volkomen onbekend persoon5. Wéér een intake waarin ik alles moet gaan vertellen. Ik word ziek van al dat gepraat.”
Intussen doet hij er alles aan om zelf werk te vinden. “Als ik naar een uitzendbureau ga en ik vraag naar werk, is het: u bent te oud ben en u wilt teveel verdienen.”
Ook op de banenmarkt ging C.W. een kijkje nemen. De plaatselijke busmaatschappij stond er met een bord: chauffeurs gezocht. Om chauffeur te worden moest je schriftelijk solliciteren en daar een curriculum vitae bijvoegen. Onbegonnen werk voor C.W. Hij zegt: “Een sollicitatietraining heeft men mij nooit voorgesteld. Er wordt gepraat en gepraat en er gebeurt niets. Ik heb nooit een plan zwart op wit gezien. Er zijn nooit vaste afspraken gemaakt. Van de gesprekken vroeg ik altijd een afschrift: nooit iets gekregen. Een vaste contactpersoon heb ik niet5. Eigenlijk ben je gewoon een nummer, waar veel geld aan wordt verdiend. Ik zit nu al zo lang thuis en kan geen kant op. Intussen loopt mijn WAO-uitkering langzamerhand naar twee jaar toe. Dat betekent voor mij binnenkort een korting van 30% op mijn uitkering!”
C.W. kan niets anders doen dan wachten3.
Bemiddelingsbureau: “Wij gaan ervoor!”
Er stopt een snelle wagen voor de deur. Een jongeman in een strak pak stapt uit. Terwijl hij zijn auto centraal vergrendelt handelt hij nog even een mobiel gesprekje af. Het is de consulent van integratiebureau Agens, die een intakegesprekje komt doen.
Je kunt zowel volledig de WAO als in de WW zitten. Hoe dat mogelijk is, dat kunnen beide uitkerende instanties niet uitleggen noch oplossen. Terwijl zij sinds maart 1999 in de WW zat werd N.J. (54) ernstig ziek. De arts van het GAK keurde haar daarom begin maart 2001 af voor 80 – 100%. RIB houdt echter vol dat N.J. als werkzoekende ingeschreven moet staan.
Passende opleiding
Begin maart stuurt het GAK haar een brief, waarin men heeft besloten dat bemiddelingsbureau Agens een bemiddelingsplan voor haar gaat opstellen. Een week later komt de vertegenwoordiger bij haar thuis en daarmee begint de bemiddeling.
Nu heeft N.J. ruim twintig jaar ervaring in bestuurswerk, maatschappelijke dienstverlening, beleidswerk en dergelijke. In de politiek en ook als vrijwilliger was zij jarenlang actief. Ze heeft onlangs een advertentie van Kliq zien staan, waarin een docentenopleiding van zestien maanden wordt aangeboden voor herintreders. “Dat lijkt me nou een passende opleiding voor mij- het sluit precies aan bij mijn ervaring en ik kan met lesgeven heel zinvol werk doen. Met die lerarentekorten heb ik ook snel een baan,” redeneert N.J. tijdens de intake.
Zoethoudertje
Maar dat gaat niet zomaar. De vertegenwoordiger van Agens legt uit, dat N.J. bij het RIB in fase 4 is ingedeeld. Moeilijk bemiddelbaar dus. Waarom dat zo is, wordt niet duidelijk. Bovendien, in fase 4 kom je niet in aanmerking voor een scholingsbudget. Dat is heel spijtig natuurlijk. Geen nood, mevrouw kan wél in aanmerking komen voor een Wiw-baan -met minimuminkomen: als suppoost in het museum in Alkmaar. N.J. peinst er niet over: “Ik vind die Wiw-regeling niet meer dan een zoethoudertje en ik ben potdorie wel tot meer in staat.”
Internet
Korte tijd later ontvangt ze een brief, waarin wordt gemeld ‘dat het bemiddelingsplan van bureau Agens is goedgekeurd’. Wat dit plan behelst staat niet in de brief. Aan de telefoon kan men het haar ook niet vertellen: als zij het wil weten moet ze maar contact met het GAK opnemen. Voordat ze dat heeft kunnen doen, krijgt ze het antwoord op haar vraag al vanuit bureau Agens.
Dat is boven verwachting snel, maar in de glossy brochure staat niet voor niets: ‘wij gaan ervoor!’. Haar consulent stuurt haar namenlijk onaangekondigd per post twee uitdraaien van vacatures van Werknet.nl. N.J.: “Als dat de bemiddeling is waar ze zoveel ophef over maken... Die vacatures had ik zelf ook wel op Internet kunnen vinden natuurlijk.” Het zijn twee banen in het welzijnswerk. De ene is voor cultureel medewerkster en de andere in de kinderopvang. Tezamen voor 20 uur per week en dat in Amsterdam, terwijl N.J. in Alkmaar woont. “Voor 20 uur per week in het welzijnswerk zou ik mijn hand toch nog steeds moeten ophouden om aan een minimuminkomen te komen. Want iedereen weet wel dat ze daar op een slof en een schoen hun werk moeten doen.”
Daarbij komt, dat beide functies voor 7 à 8 maanden zijn. “Daar zit ‘m nou net de kneep, gaat N.J. verder. “Want bij bemiddeling naar een baan langer dan 6 maanden wordt bemiddelingsbureau Agens betaald door het GAK. Ik las nota bene in het FNV-blad, dat het bureau ook geld ontvangt als iemand zélf een baan vindt.”
Op eigen houtje
Wat Agens kan, kan N.J. ook: ze is zelf op Internet gaan zoeken naar een baantje. Ze is al bezig met een sollicitatieprocedure die naar verwachting positief zal uitvallen. Van bureau Agens heeft ze niets meer gehoord. “Het RIB, waar ik vreemd genoeg ook nog steeds sta ingeschreven, heeft mij überhaupt nog nooit een baan aangeboden. Ook niet in de jaren dat ik eerder stond ingeschreven,” zegt zij. “Ik vraag me ook af, hoeveel andere klanten van het GAK net zoals ik óók bij het RIB als werkzoekenden staan ingeschreven. Met al die dubbele inschrijvingen zou namenlijk het aantal werklozen en het aantal WAO’ers er heel anders uitzien.”
Drijfzand
Om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt volgt K.D. een computercursus, een sollicitatietraining en daarna nog een vervolgtraining. Toch lukt het haar niet om een baan te vinden. “Ik ben opgehouden me schuldig te voelen. Het ligt niet aan mij. Ik doe wat ik kan.”
Toen zij 48 jaar werd, kwam K.D. in de WW. Bij het Reïntegratiebedrijf stelde zij zelf voor een cursus te volgen voor werk in de gezondheidszorg, omdat ze daar toch al jarenlange ervaring had opgedaan. Dat leek de consulent geen goed idee. “Je bent te oud voor dat werk, zei zij,” vertelt K.D. “Ik zou toch niet worden aangenomen.” Het RIB raadde haar aan zelf te solliciteren. Het lukte K.D. om een vaste baan te vinden. Zij werd echter ontslagen omdat men haar te langzaam vond. Zij draaide de Ziektewet in 1.
Administratief nummer
In februari 1999 meldt K.D. zich na een langdurige ziekteperiode beter en komt in de WW. Ze gaat naar Cadans voor een gesprek. Ze wil meer kans op de arbeidsmarkt krijgen. “Ik wil graag meedoen met die computercursus”, geeft zij aan. Dat kan, zegt Cadans, maar dan moet je eerst even terug naar het RIB om je in te schrijven.
Haar consulent bij het RIB pakt het grondig aan: zij dient in februari 2000 een aanvraag in bij Cadans voor een computercursus gevolgd door een sollicitatietraining met vervolgtraining. Haar RIBconsulent vertelt haar, dat zij zelf ergens anders gaat werken en dat zij nog niet weet wie haar gaat vervangen.
Uiterlijk in juni van dat jaar moet de cursus starten, maar K.D. hoort maandenlang niets meer. Ze wordt er zenuwachtig van en belt daarom zelf regelmatig naar het RIB om te horen hoe de stand van zaken is. Bij het RIB is ze inmiddels slechts een administratief geval geworden. Ze heeft er geen vaste consulent meer 5. Per computer blijkt 5 haar dossier te verhuizen van Amsterdam naar Purmerend naar Zaandam. Telkens krijgt ze een andere persoon aan de lijn. Een persoonlijk gesprek heeft ze niet meer. Uiteindelijk belt ze maar weer naar Cadans om te vragen hoe het nu zit, want ook van die instantie hoort ze niets. “Ik zat echt te springen om die cursus 6. Zolang ik een analfabeet op de computer ben maak ik helemaal geen kans op een baan,” vertelt K.D. Uiteindelijk kan ze in september 2000 starten. Eind goed al goed, zou je zeggen.
Het lukt niet
Intussen heeft ze de sollicitatietraining afgerond. Een leerzame training van een maand lang gedurende vier dagen per week. De kosten van het reisgeld, die ze al in januari declareerde, heeft ze echter vijf maanden later nog steeds niet terug. “Dat liep toch behoorlijk op, want je moest elke dag met de trein naar Amsterdam.”
Vanaf februari 2001 is K.D. weer gaan solliciteren. “Ik kan niet zeggen, dat het geholpen heeft,” zegt zij. “Of binnen het bedrijf wordt iets geregeld, of ik ben te duur, of te oud.
In het begin voelde ik me schuldig dat het me niet lukte om een baan te vinden. Maar dat doe ik nu niet meer. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de bijscholing niet aansluit op wat er gevraagd wordt. Het ligt niet aan mij, ik doe wat ik kan 10.”
Vrijblijvend en minimaal
Inmiddels is zij bezig met de vervolgtraining. Slechts een deel van de tien cursisten mag hieraan meedoen. Waarom de consulent dit heeft besloten wordt niet duidelijk 5. Voor de vervolgtraining reist K.D. nu een middag per week naar het sollicitatiecentrum in Amsterdam. De vervolgtraining blijkt erg vrijblijvend en minimaal te zijn. K.D. hierover: “Cursisten moeten alles op eigen houtje uitzoeken zonder daar veel begeleiding bij te krijgen. Sommigen moeten van ver komen: dat kost een hoop geld en tijd. Voor vrouwen met kinderen is het een heel geregel. Het lijkt op het oog goed georganiseerd te zijn, maar de klant ervaart het heel anders.”
Koppeling
“Als je in Nederland in een uitkering terechtkomt, dan word je naar huis gestuurd en daar moet je maar afwachten wat er verder met je gebeurt. Er wordt niets met je gedaan. Het is net alsof je in drijfzand zit,” zegt K.D. “De koppeling tussen ziek zijn en reïntegratie wordt niet gemaakt. Als je beter wilt worden en weer aan het werk wilt, moet je dat op eigen kracht doen. Vervolgens word je van het kastje naar de muur gestuurd. Uiteindelijk levert het allemaal niets op.”
Het is niet wat het lijkt, of toch?
Toevallig viel de voorlichtingsbijeenkomst van de FNV tegelijkertijd met het aanbod van een baan, die J.S. aangeboden werd door de St. Integratie Werk (SIW). Hij was nu voorbereid en wist waar hij op moest letten.
Import-export
Via de sociale dienst werd hij begin dit jaar overgenomen door Siw. “Het intakegesprek werd 3 keer uitgesteld. Reden onbekend, maar het maakte wel een amateuristische indruk,” vindt J.S. Toen het dan eindelijk begin maart zover was waren er twee maanden verstreken6. Het leek voor zijn consulent ook allemaal nieuw te zijn11. Bij het intakegesprek werd hem gevraagd wat hij graag zou willen, waarop J.S. aangaf dat hij graag een baan wilde in de import-export, omdat hij blijkens een eerder afgenomen test daar geschikt voor zou zijn. Na dat intakegesprek ging het snel: half maart vertelde zijn consulent hem, dat hij een Wiw-baan voor hem had bij een kringloopbedrijf in de functie van export- transport medewerker. Het zou een leidinggevende baan zijn met administratiewerk.
Toekomst
Samen et zijn consulent van Siw ging J.S. eind maart naar het kringloopbedrijf voor een sollicitatiegesprek. “Hij had het zo goed voorbereid, dat ik de indruk kreeg op weg te zijn naar een goede voor mij passende baan,” vertelt J.S. “Maar toen begonnen de problemen al. Want bij kringloop denk ik toch vooral aan oude kleding en oude meubels. Ik vroeg daarom bij dat gesprek welk deel van de baan te maken had met export. Die chef keek me een beetje raar aan en zei, dat ze niets met het buitenland te maken hadden. Maar wie weet, zei hij, misschien is dat wel een idee voor de toekomst.” J.S. moet er nu een beetje om lachen, maar destijds het viel hem toch tegen.
Functiebeschrijving
Begin april ontving J.S. op zijn verzoek een functiebeschrijving van het kringloopbedrijf. “De functie heette nu management-assistent3. Het waren drie A4 vellen vol tekst, zo uitgebreid en zo vaag, dat ik er helemaal niets concreets uit kon opmaken. Ik ben daarna zelf weer naar dat bedrijf toegegaan en heb een gesprek gehad met de chef. Hij zou op papier zetten wat ik precies moest doen. Er bleek al iemand anders te zijn die hetzelfde werk deed, wat nieuw voor me was. Ik heb een verslagje gemaakt van dat gesprek en daarvan een afschrift naar mijn consulent gestuurd. Dat was in april. Begin mei heb ik een brief naar het SIW gestuurd met het verzoek om een duidelijker functiebeschrijving. Ik wil eerst zekerheid. Sindsdien heb ik er vreemd genoeg niets meer van gehoord.5”
Nieuwe intake
Tot zijn verbazing kreeg J.S. begin april een brief van het Arbeidsbureau. Daar moest hij komen voor weer een intake. “De dame in kwestie heb ik voorheen al heel vaak gezien. Ik vroeg, waarom ik weer een intake kreeg. ‘U bent nu toch van mij af,’ zei ik nog. Ze zei: ‘we werken een beetje samen met het SIW.’ Ik kreeg weer zes bladzijden formulieren in te vullen. Met van die stomme vragen zoals: wat is voor u belangrijk, en: waarom wilt u werken. Ik vond het niet meer te volgen en ik had eigenlijk een beetje de pest in na alles wat er met het SIW was gebeurd. Wie nou wat doet wordt steeds onduidelijker. Hoeveel je verdient met een Wiw-baan weet J.S. ook nog steeds niet5.
Ze doen helemaal niets
Computertechneut zonder papieren wordt werkloos en kan het voortaan schudden in de wereld van de snelle jongens
H.H. (55) windt zich op. Hij is al drie jaar werkloos en het ziet er niet naar uit dat daar op korte termijn verandering in komt. Hij zegt verbitterd: “Die arbeidsintegratie, dat is één grote zakkenvullerij. Ze dragen mensen voor om via een uitzendbureau in een traject geplaatst te worden. Het zal hun worst wezen wat jij ook gaat doen en of jij dat lichamelijk aankan. Het is een heel smerig spelletje.”
Zijn werk was een uit de hand gelopen hobby: hij werkte als computerinstallateur zonder opleiding 10 jaar lang in een bedrijf. Daar werd hij 4 jaar geleden ontslagen en kwam in de Ziektewet. Hij had eigenlijk een handicap, maar wilde per sé niet worden afgekeurd. Het lukte hem in de WW te komen, omdat hij dacht nog een kans te hebben om aan de bak te komen. Dat is nu al drie jaar geleden.
Vrijwillig werken
Hij heeft op vrijwillige basis een stuk of tachtig computers in onderhoud op een school. “Ik zou dolgelukkig zijn als ik 3 of 4 dagen in dienst genomen werd om al die machines te onderhouden. Niemand ziet kans om dat voor mij te regelen. Daar op het Arbeidsbureau roepen ze alsmaar, meneer, daar zijn regelingen voor, we gaan het voor u regelen. Maar ze hebben nog nooit iets geregeld.”
Hij heeft in de afgelopen drie jaar vele gesprekken gehad op het RIB. Hij deed mee aan een sollicitatietraining. Van de computercursus die het RIB aanbood leerde hij niets nieuws.
“Ik heb alles zelf geleerd, in de praktijk. Ik ben niet die clevere figuur met die HTS-opleiding,” zegt H.H. “Daar komt nog bij, dat het RIB totaal geen verstand heeft van wat automatisering inhoudt. Er zijn zoveel geledingen- ze begrijpen het niet. Die keer bijvoorbeeld toen ze mij naar een cursus stuurden in Rotterdam. Die bleek helemaal in het Engels te worden gegeven. Op Hbo-niveau. Het ging ook nog over systeembeheer, dat is een heel andere richting.”
Schande
“Ik heb al zoveel consulenten gehad, iedere keer als ik bij het RIB kom heb ik weer een andere. Als ik vraag naar meneer Jansen, dat is het: nee, meneer Jansen die werkt hier niet meer. Allemaal worden ze weggepromoveerd,” briest H.H. “De laatste consulent die mij in september nog te woord stond, vond het een schande dat ik niet werd geholpen. Hij zou er wat aan gaan doen. Hij zou het hélemaal uitzoeken. Nou, daar heb ik ook nooit meer wat van gehoord. En zo gaat het altijd.”
“Ze belden mij eens op met de vraag of ik mee wou doen aan een programma voor ouderen. Daarin werd ouderen geleerd hoe ze met hun vrije tijd om konden gaan. Ik zei dat is prima; ik ben overal voor in.
Nooit meer iets van gehoord. Integratietraject? Nooit van gehoord. Ze willen mij niet meer omscholen; ik kom nergens voor in aanmerking omdat ik te oud ben. Vandaar dat ik naar die voorlichtingsmiddag naar de FNV ben geweest. Daar stonden mijn oren wel even te klapperen.”
Hij gaat verder: “Het was heel interessant wat ze ons daar vertelden: dat je niet zomaar met alles genoegen hoeft te nemen wat ze voor je in petto hebben. Het gaat toch om mijn inkomen? En ik heb, juist door die handicap, altijd keihard geknokt om toch aan de gang te blijven.”
Bitter
Hij solliciteert iedere week. “Maar, ik heb geen papieren, ik ben te oud en bovendien zijn er momenteel helemaal geen vacatures in de automatisering die passend zijn voor mij. En nogmaals, op die school is werk zat. Die docenten weten niets van computers en die werken zelf al pakweg 60 uur per week met al die extra taken die ze tegenwoordig moeten doen. Ik heb een tijd geleden alles uitgezocht, maar ze kunnen mij daar op die school zelfs niet met een loonsuppletie aannemen. Het is vanuit Den Haag niet geregeld. Terwijl er zoveel werk ligt te wachten, ook op andere scholen.”
H.H. is bitter geworden. Hij zegt: “Ik begrijp niet hoe een staatssecretaris in Den Haag kan zeggen dat werklozen zich niet genoeg inspannen om aan werk te komen.”
Foutje
Stel, je zit in de WW en wil je vakantiedagen opnemen. Je dient netjes een aanvraag in, krijgt toestemming en je gaat op reis. Laat nou iemand die gegevens even kwijt zijn geraakt. En net in die tijd wil Kliq beginnen met je reïntegratietraject.
J.P.(49), bedradingmonteur, is werkloos sinds juni 1997. Hij komt in zijn vak niet meer aan het werk. Hij wil graag weer aan de slag en wel in de bedrijfssector waarin hij 35 jaar werkzaam was. “Vanwege de pensioensopbouw,” vertelt J.P. Via het RIB krijgt hij de kans om zich om te scholen en als administrateur terug te keren in die sector. Hij doet al jaren vrijwillig veel boekhoudkundig werk en krijgt van het RIB daarom een cursus bedrijfsadministratie op MBO-niveau. De cursus duurt van maart ’99 tot december 2000.
Desondanks lukt het hem niet aan werk te komen. De opleiding sluit niet voldoende aan bij zijn werkervaring2. “Er gaan elke week twee brieven de deur uit,” zegt J.P. Tot dusver lukt het hem niet aan werk te komen.
Uitkering gestopt, dossier gesloten
In december 2000 gaat J.P. op reis. Hij heeft alles netjes geregeld met het GAK voor wat betreft zijn WW-uitkering. Reisdoel en duur zijn goedgekeurd. Helaas vergeet iemand dit vast te leggen in de computer, maar dat blijkt pas als J.P. al weer terug is van zijn reis. Juist in de periode dat hij op vakantie is, krijgt Kliq de opdracht om contact met hem op te nemen voor een reïntegratietraject. Natuurlijk reageert J.P. op geen van de drie uitnodigingen want hij is op vakantie. Zodra hij terug is neemt hij contact op met Kliq. Daar weten ze nergens van. Bij navraag blijkt het GAK ook niets in de computer te hebben staan. Intussen heeft Kliq zijn dossier gesloten omdat hij drie keer niet heeft gereageerd op een oproep. Zijn dossier kan ook niet meer worden heropend. Zijn uitkering is geblokkeerd. “In de computer staat niets over uw vakantie,” zei de WW-ambtenaar. “Jammer, foutje.” 8,12.
Regels zijn regels
“Eigenlijk had de termijn voor mijn trajectbegeleiding moeten worden opgeschoven. Maar omdat het dossier gesloten was kon er niets meer gedaan worden. Die meneer bij Kliq kon er ook niets aan doen, dat hij vast zit aan regels,” zegt J.P. “Ik had er schoon genoeg van om met dit geklungel te maken te hebben. Trouwens, er waren zoveel banen, dat ik tegen hem zei, dat ik zelf wel zou gaan solliciteren. Ik wil nou wel eens te gelde maken wat ik heb geleerd.” Maar na vele sollicitaties is J.P. nog steeds niet aan de bak. Hij kan op zijn c.v. niet aantonen dat hij met het boekhouden ervaring heeft opgedaan binnen een bedrijf of instelling. “Het ligt er steeds aan, dat mijn profiel niet klopt met de baan die ik zoek.”
Op de mat voor deur gaan liggen
Als je dolgraag begeleid wilt worden naar vaste baan en je consulent bij het GAK geeft nooit thuis, wat moet dan nog doen om zijn aandacht te vangen?
Mevrouw S. (50) heeft 28 jaar bij Philips gewerk en zit door gedwongen ontslag 2 jaar in de WW. “Ik wilde heel graag weer aan de slag, na twee jaar thuis zitten had ik het echt wel gezien. Ik had al zoveel over Wiw-banen gehoord dat ik dacht, misschien is dat ook wel iets voor mij. Ik was nieuwsgierig wat dat precies is. Ik heb toen door bemiddeling van mijn consulent bij het GAK een Wiw-baan aangenomen in de Aanvullende Thuiszorg met een proeftijd van een half jaar.”
Wiw-baan
Zij vertelt: “De baan op zich was perfect, het was heel mooi werk. Er was alleen zoveel ruimte, dat ging mij toch wat te ver. Iedereen kon zelf zijn wensen invullen op het werkrooster en dat is op zich prima. Maar het kwam er wel op neer dat ik drie van de vier weekenddiensten draaide, omdat iedereen het te druk had met zijn hobbies en sociale leven. Met alle respect, maar Ik vind, dat je toch een strakke lijn moet trekken. Daar kwam bij dat ik daar erge last van de rook had. Plus het minimumloon waarvoor je werkt dat vond ik ook niet ideaal. Dus ik dacht, moet je hier nou mee verder?10”
Geen contact mogelijk
Na haar proeftijd wilde mevrouw S. stoppen, maar dat ging zomaar niet. “Mijn vaste consulent bij het GAK was intussen overgeplaatst,” vertelt zij. “Een andere consulent zou mijn dossier overnemen, maar hoe ik ook probeerde die te pakken te krijgen, het lukte niet. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd5. Ik heb maandenlang moeten wachten tot ze de Wiw-baan eindelijk stopzette. Alles bij elkaar heb ik het nog een half jaar langer volgehouden in die Wiw-baan. In november vorig jaar ben ik dan eindelijk gestopt. Omdat ik zelf een andere baan had gevonden!”
Nog steeds geen contact mogelijk
De laatste maanden werkt zij via een uitzendbureau als telefoniste-receptioniste: “Dat is natuurlijk ook weer tijdelijk en ik wil wel een vaste baan.” Zij vervolgt: “Geen één bureau werkt aan mijn reïntegratie5. Twee maanden geleden sprak ik iemand bij de FNV, die me adviseerde een brief naar het GAK te sturen waarom ik helemaal geen begeleiding meer kreeg. Dat heb ik gedaan en ja hoor, binnen twee weken had ik een oproep gekregen voor een gesprek met een nieuwe consulente bij het GAK. Die ging er direct mee aan de slag3 en zou een verzoek indienen voor bemiddeling bij een reintegratiebureau.
Ik moet zeggen, dat ik er alle vertrouwen in heb dat zij dat gedaan heeft. Alleen, ik heb nu een maand gewacht en nog niets gehoord.6”
Klantenservice
“Ik wil het GAK niet meer bellen, want dan krijg je altijd iemand anders van de klantenservice. Ze zijn heel vriendelijk hoor, maar je bent niet meer dan een naam in de computer die ze moeten opzoeken. De contactpersoon die ik wil spreken is nooit bereikbaar.” Zij gaat verder: “Uiteindelijk heb ik een brief aan mijn contactpersoon bij het GAK geschreven. Die brief stopte ik in de envelop bij mijn werkbriefje- dan móest hij hem wel krijgen. Dat is drie weken geleden, maar tot nu toe taal noch teken. Het minste wat hij kan doen is mij even bevestigen dat hij mijn brief heeft ontvangen en mij laten weten dat het in behandeling is genomen, dat is toch niet zo moeilijk?5 Hoe je je dan voelt als mens, dat is echt niet leuk2. Ik heb altijd gewerkt en nou zit ik aan dat GAK vast. Je moet kennelijk op je knieën vallen of ze je een beetje willen helpen.”
Ik ben nu een nieuwe weg ingeslagen. Dat werk als receptioniste-telefoniste met licht administratief werk bevalt me prima. Het bedrijf is top, het personeel is prettig, maar het is toch weer ziektevervanging; ik ben bang dat ik op deze manier geen vaste baan vind. Ik wil gewoon werken en ik wordt steeds ouder. Als ze niet reageren bij dat GAK wat moet ik dan!”
Er wordt dik aan ons verdiend
Eind augustus 2000 werd T.V. (48) werkloos. Hij meldde hij zich de volgende dag aan bij het Arbeidsbureau, met het verzoek om mee te kunnen doen aan een opleiding met baangarantie. Na 9 maanden wachten is de cursus nog steeds niet gestart6.
Eenendertig jaar werkte T.V. in de haven. Soms vast, soms op contractbasis. Door de Flexwet kon zijn arbeidscontract niet worden verlengd bij de ECT in de Rotterdamse Waalhaven. Dus moesten ze hem per 31 augustus laten gaan en kon hem ook geen vast contract worden aangeboden. Toevallig zag T.V. een advertentie voor de opleiding van assistent expediteur met baangarantie staan, waarmee hij onmiddellijk naar het Arbeidsbureau stapte. De opleiding sloot mooi aan bij zijn opleiding en werkervaring en zou volgens de advertentie snel starten.
Blaren
De consulent bij het Arbeidsbureau vertelde hem echter, dat hij niet in aanmerking kwam voor de cursus. 0mdat hij nog maar sinds kort werkloos was8. T.V. vertelt: “Ik vroeg: ‘hoe lang moet ik dan werkloos zijn om wél mee te kunnen doen?’ Toen was het antwoord: ‘Meer dan tien jaar.’ Het was dus alleen voor langdurig werklozen, maar dat werd in de advertentie niet vermeld.” T.V. was verbijsterd en woedend; hij liet het er niet bij zitten. Hij vroeg bemiddeling aan. Die kreeg hij bij reïntegratiebedrijf Kliq. “Na twee intakegesprekken en de blaren op mijn tong te hebben gepraat wist ik die consulenten eindelijk ervan te overtuigen dat mijn wens serieus kon worden genomen,” zegt T.V. “Dus ik kon meedoen aan die cursus. Volgens het contract, dat ik ter ondertekening kreeg toegestuurd, zou het hele traject ruim ƒ 4000, - kosten. Te weten ƒ 780. - voor het reïntegratieplan, voor de cursus
ƒ 300. - en voor ‘intensieve bemiddeling’ het bedrag van ƒ 3080. -. Dat vond ik een flink bedrag, maar het GAK zou alles betalen en die gingen akkoord dus ik nam aan dat het wel goed zat.”
Uitzendbureau
Vervolgens vond er in oktober een voorlichtingsbijeenkomst plaats voor de zestien deelnemers.
“Daar bleek tot mijn stomme verbazing, dat uitzendbureau Randstad ertussen zat. Voor die ‘intensieve bemiddeling’ dus. Wij kregen bovendien te horen, dat we maar een brutosalaris van ƒ 2500. - zouden krijgen! Toen ik vroeg waarom we met een minimumloon moesten beginnen, zeiden die mensen van Randstad: ‘ja, je moet eerst een stapje terugdoen.’ Terwijl zij voor die intensieve bemiddeling ƒ 3080. – per persoon ontvingen! Dat staat toch in geen verhouding tot elkaar.”
Ondanks de financiële strop die dit T.V. zou gaan opleveren zette hij toch door. Hij wilde werken en hoopte wanneer hij eenmaal aan de slag was een beter salaris te kunnen opbouwen.
Hoge kosten
De cursus werd eind november 2000 uitgesteld. Reden: te weinig deelnemers, waardoor de hoge kosten een probleem zouden vormen. Kliq wilde snel een doorstart maken en stuurde T.V. in februari 2001 een nieuw contract ter ondertekening toe. T.V.: “De kosten voor de cursus waren nu ineens gestegen naar ƒ 10.000. -. Er moet kennelijk flink op verdiend worden, want waarom was de rekening ineens met ƒ 6000. - verhoogd?” Helaas, nu meldden twee van de elf deelnemers zich af, wat betekende dat het kostenplaatje opnieuw het struikelblok zou worden.
Uiteindelijk werd de hele cursus afgelast. T.V. heeft nooit iets gehoord over een klachtenprocedure5 en een stappenplan voor zijn reïntegratie is er nooit gemaakt10.
De aanhouder wint
“Kliq kwam steeds met een ander baantje,” vertelt T.V. “Dan weer vroegen ze mij of ik niet als chauffeur op de bus wilde werken, of ze hadden wel een leuk baantje als parkeerwacht voor me. Maar dat wil ik allemaal niet. Ik wil gewoon terug in de haven, dat heb ik altijd gedaan en alleen daar wil ik werken.” En hij zet door. Tijdens een gesprek bij Kliq draagt hij een nieuw idee aan: waarom niet een cursusplaats inkopen direct bij het Scheepvaart en Transportcollege? Gemakkelijk te regelen en niet duur: ƒ 1350, -. Hij wil het desnoods zelf betalen, want T.V. wil en zal werken.
Intussen heeft Kliq T.V. dus op diens aandringen aangemeld bij de Havenvakschool voor een cursus voor expediteur. Wie de begeleiding op zich gaat nemen is nog niet duidelijk5. De opleiding begint pas in september. Tegen die tijd is T.V. dertien maanden werkloos en op eigen initiatief een klein stapje verder gekomen.
Weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden
Het is goed zakendoen met geld voor
werkzoekenden
In de loop van 2000 adverteert Computerij Onderwijs in Rotterdam met de volgende advertentie:
“Nu een uitkering/ in de WAO? Straks een baan in de ICT!”
Computerij Onderwijs biedt mensen met een uitkering de kans op een opleiding met baangarantie in de Informatie en Communicatie Technologie. De advertentie suggereert dat 12.500 mensen een vaste baan hebben gevonden.
Op eigen initiatief reageren 9 man op deze advertentie. Met toestemming van het GAK kunnen zij deelnemen aan de cursus. Kosten: ƒ 20.000. – per persoon.
Wanneer zij rond september 2000 zijn begonnen met de scholing bij Computerij Onderwijs komen de leerlingen erachter, dat de school op geen stukken na waarmaakt wat zij hebben voorgespiegeld.
De algehele organisatie is een rommeltje: er blijkt geen duidelijke planning te zijn voor het onderwijs noch voor de inhoud van de cursussen, docenten zijn (soms) niet aanwezig waardoor de cursisten naar huis worden gestuurd, leerlingen krijgen nergens informatie over en moeten er zelf maar achter komen hoe en wanneer de lessen worden gegeven. Het gedeelte Sociale Vaardigheden neemt een onevenredig deel van de cursus in beslag. Het eigenlijke computeronderwijs komt na lang aandringen eindelijk van de grond met een haastig ingehuurde docent, maar stelt dan weinig voor.
Resultaat: snuffelcursus
Rond de jaarwisseling blijkt Gaga Educations de zaak te hebben overgenomen van Computerij Onderwijs. Zonder geïnformeerd te worden over het hoe en waarom, krijgen de cursisten achteraf een ongedateerde brief ter kennisgeving.
Na drie maanden hebben de cursisten nauwelijks iets geleerd en hebben als resultaat slechts 1 of soms 2 certificaten in de hand.
Waarde certificaten
Vervolgens blijven de beloofde baangaranties uit. De gemaakte afspraken met SP&C Projecten, Baas Telecom BV bij UPC blijken stageplaatsen te zijn, waarvoor de werkgever een vergoeding per werknemer per dag ontvangt. Binnen de bedrijven waar stage wordt gelopen de echte scholing pas op gang, want de behaalde certificaten zijn absoluut onvoldoende voor een vast contract. De stagières werken maandenlang met behoud van uitkering zonder een cent te verdienen en zonder enige zekerheid op een vast contract.
Er blijken bovendien slechte afspraken te zijn met de stageplaatsen, waardoor de stagiaires van hot naar her worden gestuurd.
In die tijd is er geen enkele begeleiding van Gaga Educations, of enig reïntegratietraject dan ook.
Eindresultaat:
Slechts een enkeling heeft, met veel moeite, een vast contract weten te bemachtigen.
De meeste cursisten hebben inmiddels afgehaakt. Gevolg: terug in de uitkering met een uitkering op minimumniveau en een emotionele harde klap. De cursisten voelen zich allemaal gebruikt, in de steek gelaten en niet serieus genomen. Er is hier sprake van uitbuiting en misbruik maken van gemeenschapsgeld: in totaal is er bijna ƒ 180.000. - weggegooid, waar werkzoekenden de dupe van zijn geworden.
Hierna volgen 3 voorbeelden.
Weggegooid: biina hondertachtig duizend gulden (1)
In een diep gat gevallen
Computerij Onderwijs (nu Gaga Educations) stuurt cursisten na drie maanden het bos in.
Op weg naar huis kreeg P.D. (30) een telefoontje dat zijn stage er op zat en dat hij niet terug hoefde te komen. De reden daarvan heeft hij nooit vernomen5.
Computerij Onderwijs, inmiddels was het Gaga Educations geworden, wist van niets. Er werd ook niet gekeken of er misschien iets geregeld kon worden met het bedrijf waar P.D. stage had gelopen. Hij moest er zelf maar achteraan. Het SIOM, het integratiebureau waar P.D. cliënt was, ging ervan uit dat het wel aan hem zelf zou hebben gelegen dat hij op straat was gegooid5. “Ik had er op het laatst zo genoeg van, van die hele toestand, dat ik er al helemaal geen zin meer in had,” zegt P.D.
“Ik was zelf gaan kijken bij Computerij Onderwijs, omdat ik die advertentie had gelezen voor telecom-technicus; daar kon je een cursus volgen met baangarantie,” vertelt hij. “Iemand bij het GAK zei tegen mij, dat ik bij reïntegratiebureau SIOM moest zijn. Die gaf toestemming2, want Computerij Onderwijs stond goed bij hen bekend. Daarna had ik bij Computerij Onderwijs een gesprek met iemand van Internetbedrijf SP&C Projecten9. Het SP&C steunde dit traject en zou ons na de cursus werk verschaffen. Maar wat hij mij vertelde bleek achteraf helemaal niet te kloppen. Toen de cursus eenmaal was begonnen bleken we wekenlang hoofdzakelijk sociale vaardigheden te krijgen. We hebben volop gelachen, daar niet van, maar we kwamen natuurlijk voor onderwijs in de communicatie technologie en dat kregen we maar niet.”
Van hot naar her
P.D. gaat verder: “Onze groep bestond uit met een man of negen. Tijdens de cursus bleek Computerij Onderwijs ineens veranderd in Gaga Educations. Dat hoorde ik toevallig via iemand anders. Af en toe waren er geen leraren, dan werden we naar huis gestuurd. En wij maar vragen wanneer onze computerlessen nou zouden beginnen. Op een gegeven moment kregen we les van een partner van Gaga Educations. Toen begonnen we dan eindelijk met de computer te werken: we begonnen met de computer uit elkaar te halen, om te kijken wat er allemaal in zat. Enfin, op een bepaald moment gingen we stage lopen bij Planhold in Rotterdam.” Deze stage duurde een of twee weken. P.D. vindt het moeilijk alles weer terug te halen: “Het was ook zo’n puinhoop. Op een dag kwamen we daar aan, toen die lui van Planhold zeiden: ga maar terug naar Gaga Educations, de stage is afgelopen. Wij wisten van niets5. We werden maar van hot naar her gestuurd3, we begrepen er niets van. Maar we hadden inmiddels wel door dat we de dupe waren van een ongeorganiseerde bende, waar de honden geen brood van lusten.”
MTS
Na de stage bij Planhold moest de groep naar SP&C in Amsterdam. “Die stuurde ons naar UPC door,” zegt P.D. “We kregen met iemand van UPC eerst een gesprek. Die wist helemaal niet wat wij kwamen doen; hij dacht dat wij de MTS deden! Toen brak de hel los. Wij zeiden, dat we stage kwamen lopen. Maar die man zei, hoezo? De directeur kwam erbij en uiteindelijk hebben zij gezegd, weet je wat, we nemen jullie vandaag wel op en geven jullie les.”
Na die dag was dit avontuur ook afgelopen. “We waren zo boos op dat SP&C, dat we na de les weer naar het kantoortje van SP&C zijn gegaan. Daar hebben we zitten praten tot ‘s avonds laat. We baalden enorm van die vent, voor ons was de maat wel vol.”
Uiteindelijk kwam de groep weer terug bij Gaga Educations. Die heeft toen maar iemand ingehuurd om ons te leren netwerken aan te leggen en dergelijke.
Eindelijk een echte cursus
“SP&C had uiteindelijk met Baas Telecom afgesproken dat we naar Waddinxveen konden gaan voor twee weken opleiding. Dat waren de beste twee weken die ik al die tijd heb meegemaakt,” zegt P.D. “Maar dat liep ook niet goed af. We zouden stage lopen. Het regelen daarvan was nog een heel gedoe, want SP&C had andere contracten lopen. Baas Telecom wilde ons wel overnemen en daar was iedereen wel over te spreken. We begonnen met de stage in januari en zouden per 1 maart in vaste dienst komen. Alleen, voor mij is het niets geworden. In mei was ik nog steeds bezig met stage lopen. Al die tijd heb ik niets verdiend, maar Baas Telecom kreeg ƒ 200. - per persoon per dag uitbetaald. Dat vond ik echt vreemd. Ik had het tegen die tijd helemaal gehad. Er waren er al een heleboel afgevallen. En ik hoefde dus ineens ook niet meer terug te komen na dat telefoontje,” besluit hij.
Het is tenslotte werk
P.D. belt het SIOM op met de vraag wat er nu moet gebeuren. Hij had al die maanden geen contact gehad met hen en in eerste instantie reageerden ze een beetje geschokt. P.D.: “Ze vonden dat ik moest doorgaan met stage lopen. Het was tenslotte werk12. Het GAK wilde mijn uitkering zelfs stopzetten als ik niet door zou zetten! Wat kan ik nou voor werk vinden, terwijl ik geen diploma of niks heb, alleen een certificaat, waarop staat dat ik Word heb gedaan? We hebben zelfs de sollicitatiecursus die we zouden krijgen niet gehad. Het enige diploma dat ik heb, heb ik bij Baas Telecom gehaald nota bene.” Hij bleef bellen, omdat hij het geen stijl vond wat er allemaal gebeurde. Tenslotte haalde P.D. de FNV erbij. “Die namen ons wel serieus en hebben de zaak uitgezocht. Zij hebben het SIOM ervan weten te overtuigen dat er echt wat mis was met Gaga Educations.“
Omscholen
“Ik vind het schandalig wat er is gebeurd. Als je nagaat dat dit traject bij elkaar pakweg anderhalve ton heeft gekost voor de hele groep, terwijl het voor bijna de hele groep op niets is uitgelopen. En als je bedenkt hoeveel tijd en motivatie we erin hebben gestopt. Ik ben echt in een diep gat gevallen toen dit voorbij was,” zegt P.D. Dan, lachend: “Maar het SIOM helpt me op het moment heel erg goed. Ze hebben nu een test afgenomen en dan gaan we werken aan een complete omscholing.”
Weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden (2)
Er wordt niets uitgelegd
S.K. (22) was een van de mensen die bij Computerij Onderwijs kwam om in de ICT te gaan werken als computer technicus. Hij moest maandenlang wachten op een vast contract.
Na de opleiding werd S.K. in januari 2001 naar Baas Telecom gestuurd in Amsterdam. Hij vertelt: “Ze wilden me eerst een paar weken stage laten lopen. Daarna vroeg ik of ik een vast contract kon krijgen, maar dat kon niet omdat ik geen rijbewijs had. Ik vond dat ik aan het lijntje werd gehouden. De sfeer op de afdeling beviel me ook niet. Er was ook nog een ruzie met mijn baas, die dacht dat het mij allemaal niets interesseerde. Maar dat was niet zo, het was gewoon een foutje in de communicatie. Ik kreeg echter wel de schuld. Daarom heb ik heb er in februari een punt achter gezet.”
Bemiddelen
Gaga probeerde de zaak te sussen, door S.K. een brief te laten schrijven naar zijn baas. S.K.: “Ik kreeg uiteindelijk wel gelijk, maar ik wou er helemaal niet meer terug. S.K.: “Ik had bovendien de baas van een andere vestiging van Baas Telecom gesproken, die tegen mij zei, dat-ie nog een mannetje nodig had op zijn afdeling in Gouda. Daar kon ik wel een vast contract krijgen, maar dat moest eerst geregeld worden. Uiteindelijk duurde dat zo lang, dat scheen heel moeilijk te zijn. Ik ben toen maar een tijdje voor een uitzendbureau gaan werken. Pas na de tiende mei kreeg ik dat contract toegestuurd.”
S.K. heeft het nu naar zijn zin. Hij is sinds kort bij een nieuwe ploeg ingedeeld. Hij zegt: “Het was in het begin best moeilijk. Er waren collega’s die probeerden je op te zadelen met hun werk. Daar krijg je stress van. Bij de groep waar ik nu in zit gaat het goed.”
Beter
S.K. vindt dat er in zijn traject te weinig begeleiding is. “Ze leggen niets uit, er wordt helemaal niets gezegd. Je moet gewoon je werk doen maar je weet niet waar je aan toe bent,” zegt hij.
weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden (3)
Toiletpapiertje
Subsidie van ƒ20.000. - voor reïntegratietraject: wel een hoop geld voor een beginnerscursus van drie maanden. En aan de certificaten heb je niks als je voor een baas gaat werken.
A.S. (52): “Ik had in de krant een advertentie van Computerij Onderwijs zien staan. Die hadden een opleiding in de ICT (Informatie en Communicatie Technologie) voor mensen met een uitkering. Ze garandeerden drie maanden stage en een baan in een telecombedrijf. Daar heb ik toen zelf op gereageerd. Het GAK vond het goed en zou de cursus betalen 2. De kosten waren ƒ 20.000, -. Maar als je nou kijkt wat we daarvoor hebben gekregen vind ik het weggegooid geld. We kregen een cursus sociale vaardigheid en nog een computercursus. Het duurde in totaal drie maanden. Tussendoor veranderde de opleiding ook nog in Gaga Educations. Uiteindelijk had ik twee certificaten op zak waar je niets meer mee kan dan een stage lopen van drie maanden.”
Niet zeuren
A.S. zit nu nog in zijn proefperiode en is er niet zeker van of hij na een half jaar weer op straat staat. “Je verdient iets meer dan bij het GAK, anders deed ik het niet. Rijk wordt je er niet van en je kunt ook niet zeggen dat je meer wil gaan verdienen. Ik kan ermee leven, het is altijd beter dan de 70% Ziektewet die ik kreeg. De meeste jongens zijn ermee gestopt, die zijn nog jong. Ik ben 52 jaar en wil graag nog werk hebben tot mijn 65e. Gewoon hard werken, je aan de regels houden en je rustig houden. Doe je dat niet dan sta je zo op straat. Als je maar eenmaal in vaste loondienst bent dan zit je goed. Dat is natuurlijk normaal. Je moet het wel van twee kanten zien: die baas wil wel dat je komt opdagen als je afspraken hebt gemaakt.”
Doorscholen
Pas wanneer hij een vaste aanstelling krijgt beginnen de echte vakopleidingen binnen het bedrijf. Die vinden ‘s avonds na het werk plaats en worden door het telecombedrijf bekostigd. Het niveau van deze ‘doorscholing’ liegt er niet om. “Ik moet nou zorgen dat ik iets haal, “ zegt J.S. “Ze hebben ons veel te hoog ingeschat; het is veel zwaarder dan je denkt. Je moest voor de Computerij opleidingen een vooropleiding op vbo-mavo niveau hebben, maar nu vragen ze al mensen op havo-vwo niveau 10. Ik kan toevallig goed rekenen, maar iemand met reken- of taalproblemen die kan het vergeten.”
Certificaat stelt niets voor
“Ik mag niet klagen,” zegt Smallendijk. “Maar er komt heel wat bij kijken bij dit werk. Aan die certificaten heb je helemaal niets; dat is eigenlijk niet meer waard dan een toiletpapiertje. Internetbedrijven, telecombedrijven, uitzendbureau’s, ze vragen altijd diploma’s. Met die cursus van drie maanden ƒ 20.000, - heeft moeten kosten vind ik een grof schandaal. Als ik alles van tevoren had geweten was ik er niet aan begonnen 4.”
Rijbewijs
“Een heleboel jongens werden niet aangenomen 10 door het telecombedrijf omdat ze geen rijbewijs hadden. Dat bleek een voorwaarde te zijn, maar ze waren toch door Computerij aangenomen, ” vertelt hij. Hij vervolgt: “De regering wil iedereen aan het werk hebben, maar als ze mensen die ziek zijn en mensen die buiten de boot vallen op zo’n manier gaan behandelen kom je nooit in een vaste baan. Het is gewoon geld weggeven van de maatschappij. Maar het is een keihard systeem. Als ze weten dat dit van mij komt kan ik het vergeten.”
Spelletjes
Zo’n traject bij een reïntegratiebureau, daar heeft W.S. (58) helemaal geen meer zin in.
Hij is vijf jaar geleden als privéchauffeur wegbezuinigd bij een reorganisatie binnen zijn bedrijf. W.S. kreeg een schadeloosstelling, die langzamerhand daalt naar minimumloon. Een half jaar voor het ontslag werd hij verwezen naar het Arbeidsinterventiebureau van Start. “Ik ben er een paar keer geweest. Ik zat er dan wat advertenties te lezen en wat bedrijven op te bellen, maar het leverde allemaal niets op,10” vertelt hij. “Ik had daar ook zo’n coach, zoals ze dat noemden. Met hem had ik wat persoonlijke gesprekken. Verder zat ik met een stel studenten van allerlei scholen spelletjes te doen. Computerspelletjes, woordspelletjes, intelligentiespelletjes, allemaal heel leuk, maar dan ga ik toch liever tennissen of badmintonnen3.”
VIP
Het Arbeidsbureau belde me eens op, waarom ik nooit kwam. Zij boden mij toen een zg. VIP-cursus aan: ‘Veertigplussers in progess’. Daar moest je aan jezelf werken. Veel heeft die dag niet opgeleverd. Ook bood het Arbeidsbureau hem een keer een baan aan als taxichauffeur. Het taxibedrijf vond hem echter te oud. “Ik vond het op mijn leeftijd zelf ook te link en ik werd bovendien veel minder betaald dan als privé-chauffeur. Het Arbeidsbureau had daar wel begrip voor4 en zei toen meteen, dat ik die vacature maar moest teruggeven.” Hij zit nu thuis en heeft het druk met zijn liefhebberijen.
Ik geef niet op
W.S. heeft nooit problemen gehad met het GAK. Gelukkig kan hij nu zijn werkbriefjes eens per maand schriftelijk indienen. “Ik heb wel eens ruzie gemaakt met zo’n mannetje die me op een feestdag drie uur liet rijden om mijn werkbriefje te komen inleveren. Toen ik daar kwam kon ik het afgeven aan de portier want hij had een vrije dag. Zulke dingen gebeuren allemaal met je, maar langzamerhand gaat dat over. Ik maak me er niet meer druk over. Ik heb alle werkgevers in de regio al gehad en solliciteer op elke baan die in aanmerking komt. Ik geef niet op, maar ik ben te oud,” zegt hij nuchter.
In een traject wil W.S. niet meer. “Daar gaan ze je weer leuk bezighouden of je moet 2 woorden aan je c.v. veranderen. Ik heb geen zin om met iemand van 20, 30 jaar oud weer aan mezelf te werken. Als ze nou zeggen: joh, je doet een maand een cursus en dan kan je aan het werk, dan zeg ik: akkoord, ik ga mee.1”
Rotbaantjes
“Als je ziet waar die begeleiding van zo’n reïntegratiebedrijven eigenlijk op neerkomt. Veel mensen hebben zoveel meegemaakt, voor hen hoeft het niet meer. Die zijn alleen maar bang om gekort te worden op hun uitkering of dat ze in een of ander rotbaantje terechtkomen als ze niet meewerken.
Want het gaat toch hoofdzakelijk om het scoren, van we hebben wat mensen aan het werk gezet. Maar als die na een half jaar weer op straat staan kunnen ze die geen vervolg geven.12”
Werkobject
“Ze zitten nou wel te rotzooien om die WAO van de baan te krijgen, maar dit is gewoon werken met de botte bijl.”
H.V. (51) bladert in het gebruikelijke dikke pak brieven, waarvan die van het GAK uitblinken in onleesbaarheid. V. zit sinds ‘85 in de WAO voor 25-35%. Hij vist uit de stapel een fraai certificaat, dat getuigt van het behalen van het theorie-examen vorkhefchauffeur, in 1998. Het praktijkexamen heeft hij niet gehaald omdat hij niet snel genoeg was 10. “Dat was wel een grote teleurstelling. Ik kon wel herexamen doen, maar dat moest ik zelf betalen. Daarna heb ik van Arbeidsintegratie nooit meer iets gehoord.”
PTT
In sept. 2000 krijgt V. een verwijzing naar reïntegratiebureau CAT. Hij ontvangt er een vel papier krijgt waarop in fraaie bewoordingen wordt uitgelegd ‘wat CAT allemaal voor u kan doen’, onder andere de begeleiding naar werk. Tot nu toe is dat niet gelukt.
Begin oktober komt zijn consulent van CAT op huisbezoek voor een gesprek.
“Het klonk allemaal wel goed en zij zou er vaart achter zetten om mij weer aan het werk te helpen. Op 12 oktober had ik weer een afspraak bij het CAT. Toen heeft mijn consulent toegezegd werk te zoeken in de groenvoorziening. Dat leek mij leuk. Maar er is niet veel van terechtgekomen. Ik kreeg wel een folder mee over de Wiw. Daar begrijp ik niets van- dat verhaaltje is mij te ingewikkeld.”
V. bedenkt dan, dat hij wel bij de PTT kan solliciteren voor postbesteller 10. Zelf stelt hij een sollicitatiebrief op, die hij bij het CAT eerst laat lezen voordat hij hem opstuurt. Helaas, de PTT heeft geen personeel nodig.
Geen uitstraling
In april 2001 wordt hij weer uitgenodigd voor een gesprek bij de PTT. Wanneer hij twee dagen later op de afspraak verschijnt, blijkt degene die hem heeft uitgenodigd niet meer op die functie te zitten. Weggepromoveerd. Toch heeft V. een gesprek met een andere personeelswerker binnen het bedrijf. Maar die ziet het niet zitten met V.. Hem lijkt de afstand van huis naar werk te groot om het op de lange duur vol te kunnen houden. “Het eerste half jaar zou ik hulppostbode worden, zonder een onkostenvergoeding. Pas daarna kon vaste aanstelling worden gegeven. Dus die meneer van de PTT zei, ga naar Venray, dat is dichterbij. Dat heb ik toen gedaan, maar daar zagen ze het ook niet zitten. Trouwens, in Venray zou ik veel minder per uur verdienen. Hoe dat kan snap ik ook niet.”
Het CAT greep in. Zijn consulent ging met V. naar de PTT. Er werd afgesproken, dat hij een proefperiode kreeg. Dat wou hij wel.
Toch gaat deze afspraak ook niet door. De PTT laat weten genoeg personeel te hebben. “Ze waren bang dat ik het werk niet aan zou kunnen en ik had te weinig uitstraling,” zegt V. gelaten.
Hij gaat verder: “t Werkt toch allemaal niet zoals het hoort. Eerst ga je ergens solliciteren, maar dan moet je dat eerst met het GAK overleggen of het wel kan met je WAO. Tegen die tijd is de baan al vergeven. Daar erger ik me nou zo aan.”
Weinig interesse
Nu knipt hij zelf advertenties uit. “De medewerkster van het reïntegratiebureau vroeg laatst of ik zelf nog wat had gevonden. Ik liet ze aan haar zien. Ze maakte er geen aantekeningen van. De volgende dag wist ze niets meer van die advertenties. Ze zei: ‘ik krijg er zoveel, dat kan ik me niet meer herinneren. Dit bedrijf ken ik helemaal niet’. Het komt allemaal zo incompleet over,” vindt hij.
Eind mei vond V. zelf nog twee vacatures in de krant. Eén in de groenvoorziening via een uitzendbureau en één als productiemedewerker. Hij maakte een kopietje van beide advertenties en stuurde ze op naar het CAT. Donderdagochtend belde zijn consulent hem op: zij kon deze week niets meer voor hem doen. Ook niet de komende drie weken want ze ging op vakantie. “Ik heb het idee dat ik een werkobject ben voor CAT. Het lijkt wel alsof ze haar tijd vol zit te maken met mij en andere mensen. Wat moet ik hier nou mee,” zegt V..
Jongensdroom
Het valt soms niet mee om anderen ervan te overtuigen dat je weet wat je wilt en je moet van goeden huize komen om zó lang vol te houden dat je toch de nodige medewerking krijgt.
Drie jaar geleden, in juni 1997, werd zelfstandig ondernemer K.P. (54) ziek: burn-out syndroom. Hij kwam bij het GAK in de WAZ. Na intensieve begeleiding krabbelde hij langzamerhand weer overeind. Eind1998 wilde P. weer gaan werken, maar nooit meer terug in zijn oude vak van bouwkundig ingenieur. Hij wilde zijn jongensdroom verwezenlijken: internationaal vrachtwagenchauffeur worden.
Wij kunnen niets voor u doen
Daarvoor moest hij eerst zijn groot rijbewijs halen. Hij had bedacht dat via de wet Rea er een mogelijkheid voor hem was om weer aan het werk te komen en meldde zich bij zijn arbeidsdeskundige van het GAK. Die vond het geen goed idee. P.: “Ik was voor 80 – 100% afgekeurd dus ik moest maar eens leuke dingen gaan doen1. Voor arbeidsintegratie kwam ik niet in aanmerking.” Maar daar was P. het niet mee eens. Na lang aanhouden en een aantal gesprekken ging de arbeidsdeskundige overstag en gaf hem op voor arbeidsintegratie bij reïntegratiebedrijf Passage, dat tegenwoordig deel uitmaakt van Kliq.
Intussen zat P. niet stil en haalde maar vast op eigen kosten zijn rijbewijs C voor vrachtwagenchauffeur. “Eigenlijk ging het allemaal wat te snel, maar ik had de geraniums al lang genoeg water gegeven en de hond lag te zuchten omdat-ie weer mee uit moest,” vertelt hij. “Ik ging daarom ook maar eens langs bij het Arbeidsbureau. Daar bieden ze ook leuke cursussen aan werkzoekenden. ‘Wij kunnen niets voor u doen, want u bent arbeidsongeschikt’, zeiden ze daar.”
Hulpverlening is wachten
Na verloop van tijd werd P. opgeroepen door bureau Passage. Op de vraag wat zijn wensberoep was vertelde hij, dat hij internationaal vrachtwagenchauffeur wilde worden. “Het leek hun helemaal geen goed idee,” zegt P., “Ik zou dan ver beneden mijn niveau tussen allerlei ongeletterde mensen zitten en me beslist niet gelukkiger gaan voelen1.”
Hij liet zich niet van zijn stuk brengen en duwde door. Voor de zekerheid liet bureau Passage P. een psychologische test doen, waarvan de uitslag was dat hij vrachtwagenchauffeur wilde en kon worden. Ondanks de testuitslag vond het testbureau hem echter toch niet geschikt voor dit beroep2. Men dacht meer aan het beroep van calculator of iets dergelijks. P. gaf geen krimp, “Daar griezel ik van,” zegt hij, “Ik krijg al kippenvel bij de gedachte ergens op een kantoor te moeten gaan zitten. Trouwens, ook daarvoor moet ik worden omgeschoold en studeren kan ik niet meer sinds ik ziek ben geweest.” Daarmee was ook deze testperiode op niets uitgelopen. Het testbureau zond een eindrapport naar bureau Passage. “Weer wekenlang wachten6 op een gesprek bij Passage. Hulpverlening is wachten,” is zijn conclusie.
“Passage voerde de gesprekken nu op basis van het testrapport, dus men wilde mij niet helpen bij mijn wens om vrachtwagenchauffeur te worden3. Na een paar gesprekken zei ik uiteindelijk: ik ga mijn eigen weg wel. Je hoort nog wel van me.”
Boete
En zo gebeurde het. Op eigen initiatief behaalde P. zijn rijbewijs E. Na een spoedcursus slaagde hij in juli 2000 bij de eerste keer afrijden voor zijn examen. Nu kon hij ook een vrachtwagen met oplegger besturen. Inmiddels had hij contact met een transportbedrijf waarvoor hij parttime ritten kon gaan rijden. Het bedrijf ging akkoord met de gesubsidieerde Rea-regeling en zo begon P. aan zijn chauffeursbestaan. Hij werkte 2½ dag per week en viel daardoor nog netjes binnen zijn uitkering (minimumloon).
Dreigbrieven
Het bedrijf was tevreden over hem en bood hem na de proefperiode van drie maanden een vast contract binnen de Rea. “Het GAK was meteen gealarmeerd en stuurde mij een heel vervelende brief waarin ze dreigden dat ik een boete zou krijgen als ik ging bijverdienen! 8“ zegt P. verbolgen. Hij legt uit: “Verder was de zaak helaas niet zo gemakkelijk te regelen. Een contract van 20 of 30 uur per week bleek teveel voor mij. Ik kan nog niet uit de uitkering, dat is voor mij nog veel te riskant. Dus heb ik een middagje zitten uitrekenen dat ik niet meer dan 10 uur mag werken om in de uitkering te kunnen blijven. De werkgever ging akkoord en meldde mij vervolgens aan bij het GAK voor de Rea, zoals het hoort. Daarover kreeg ik van het GAK onmiddellijk een brief thuis met de tekst: ‘wij hebben geconstateerd dat u werkt’. Ze hielden meteen mijn uitkering in8. Ik was woedend. Ik heb natuurlijk per omgaande op gereageerd en toen heeft het GAK het, zonder excuus of wat dan ook, weer rechtgezet.”
Integratiekosten
“Intussen was iedereen aan mij aan het verdienen: bureau Passage voor de begeleiding die ze niet eens uitvoerden, de werkgever met de subsidie, en ikzelf werkte voor een minimuminkomen.” gaat P. verder. “Ik belde daarom Passage maar weer eens op om te zeggen dat ik mijn rijbewijzen had en ook een baan. Ik dacht, dat ze nu de door mij gemaakte kosten voor de studie wel konden vergoeden. Ook voor de cursus ADR (gevaarlijke stoffen), die ik nu moet doen. Helaas, dat kon niet meer, want dat had ik eerst moeten vragen12. Maar toen ik het vroeg vonden ze mij te snugger voor de vrachtwagen!” Na lang aandringen beloofde bureau Passage de aanvraag voor studiekostenvergoeding door te sluizen naar het GAK en over een maand of 4 wel eens verder kijken. P.: “Na maanden wachten zocht ik contact met een arbeidsdeskundige bij het GAK die ik al vaker had gesproken. Deze man was zelf bekend met het vak van vrachtwagenchauffeur en hij kende ook hoger opgeleide mensen die al jaren heel gelukkig in het transport zaten. Hij zei: weet je wat, ik geef een positief advies af en je krijgt je opleiding helemaal vergoed. Klaar.”
Inmiddels is het geld nog steeds niet binnen. Na lang wachten en vervolgens een zoektocht in de burelen van het GAK bleek het formulier onder op een stapel te zijn terechtgekomen. Reden: er was geen officieel aanvraagformulier was ingevuld.
Aan het handje
P.: “Vanaf het moment dat je in een uitkering zit wordt je geacht niet meer zelfstandig na te denken. Dat doen zij wel voor je3. Je wordt bij het handje gepakt en op je vijftigste op een werkervaringsplaats gezet.”
Een grote puinhoop
Al bijna vier jaar lang wordt er gesleuteld aan het reïntegratieproces van H.W. Uitgescholden, genegeerd, ondergewaardeerd en aan het lijntje gehouden: niets kan hem nog verbazen.
W. ( 52) is één van de velen, die niet met name genoemd wil worden. Hij denkt dat publicatie van zijn verhaal nadelig zou kunnen werken voor hem. Hij heeft al teveel meegemaakt. Maar eerst een korte samenvatting van de situatie.
H. werd in februari 1989 voor 80-100% afgekeurd en kreeg een WAO-uitkering. In het begin van die tijd deed H. via Cadans nog een test om te kijken of hij in aanmerking kon komen voor de werk. Hij was echter nog niet hersteld en mocht niet werken. Vervolgens hoorde hij niets meer van Cadans.
Vrijwilligerswerk
In 1995 was W. weer zodanig hersteld, dat hij wilde uitzoeken wat hij nog aankon. Hij begon bij Vluchtelingenwerk Nederland als vrijwilliger. Gaandeweg werkte hij daar steeds meer uren en ontwikkelde zich op veel terreinen.
Afgewezen door Cadans
Een poging tot bijscholing ondernam W., door in 1996 een consulent van Cadans te vragen om een training voor het leren omgaan met studiemateriaal. “Ik dacht, ik ga me vast voorbereiden op omscholing voor de arbeidsmarkt, vertelt hij. “Na een tijd kreeg ik een afwijzing daarop. Ik was te oud en ik was eerder al afgewezen voor de werkvoorziening. Daar heb ik toen een bezwaar tegen ingediend. De arbeidsdeskundige die ik daarna sprak, de zoveelste, stelde mij in het gelijk en liet mij een beroepstest doen. Helaas kwam ik daar heel slecht uit en lag de zaak weer stil.”
Al die tijd werkte W. als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland. “Eind 1998 was dat langzamerhand opgelopen tot drie dagen per week. Ik meende, dat de tijd gekomen was om mij te oriënteren op het ‘echte’ werk. Want vrijwilligerswerk is volgens Cadans geen echt werk, weet je,” zegt W.. Hij vroeg daarom Cadans om ingezet te worden op een Rea-traject. Na twee maanden6 werd hij verwezen naar GAK Arbeidsintegratie, waar een aantal gesprekken plaatsvonden met een arbeidsdeskundige. “Hij bood me eens een Melkert-baan aan10. Ik heb toen eerst advies gevraagd aan een kennis van mij, die zelf consulent is. Hij zei: begin nooit aan een Melkert-baan; als je daar eenmaal in zit kom je er nooit meer uit, 5” vertelt W.. “Bovendien heb ik bij Vluchtelingenwerk toch jarenlang op Hbo-niveau gewerkt en iets opgebouwd. Ik wil op dat niveau nu natuurlijk verder gaan.”
Herkeuringsronde
Ondertussen had de minister besloten alle WAO’ers te herkeuren. W. was in september 1997 aan de beurt. “De verzekeringsdeskundige van Cadans, waar ik moest verschijnen, moest beoordelen hoe ik in mijn vel zat. Hij zat een beetje te bladeren in mijn dikke dossier en vroeg mij af en toe wat. Hij bleek niets van mij af te weten. Maar aangezien hij in hooguit drie kwartier moest beoordelen wat ik wel of niet zou kunnen3, moet hij in zijn hoofd al een idee hebben gehad over het advies dat hij aan de arbeidskundige zou gaan doorgeven. Alleen vertelde hij mij dat natuurlijk niet.5”
U krijgt niets van mij
Vervolgens nodigt Cadans H.W. uit om bij een arbeidsdeskundige te komen om een belastbaarheidsprofiel op te stellen. H. vertelt: “Hij zag geen enkele beperking voor mij om weer aan het werk te gaan. Hij zei, dat ik op 13 maart 2000 voor 100% in de WW zou gaan. Ik vroeg wat dat inhield en of ik dan begeleiding kreeg. Hij zei, ‘u krijgt geen cent van mij’! Ik moest het zelf maar uitzoeken5. Ik wilde bijvoorbeeld wel een computeropleiding om meer kans te hebben op de arbeidsmarkt. Nee, ik kreeg ook geen opleiding van hem. Ik moest mijn eisen maar op een lijstje zetten en naar het Arbeids
Voorwoord
Met ingang van januari 2001 wordt de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden (WW-ers en WAO-ers) uitgevoerd door reïntegratiebedrijven (RIB’s). Deze reïntegratiebedrijven hebben deelgenomen aan de veiling welke medio 2000 door de Uitvoeringsinstellingen (uvi’s) werd gehouden.
In afwijking van de situatie van voor 2001 worden de reïntegratiebedrijven nu “afgerekend” op het al dan niet werkelijk bemiddelen van de uitkeringsgerechtigden naar werk.
Op zich stemt FNV Bondgenoten in met het beleid dat het “gemeenschapsgeld” dat wordt aangewend om de reïntegratie te verzorgen, op een doelmatige wijze wordt ingezet.
Echter, doordat er aan de reïntegratiebedrijven zelf geen kwaliteitseisen worden gesteld, hadden wij het vermoeden dat de kwaliteit van de reïntegratie wel eens in het geding zou kunnen komen.
In januari van dit jaar hebben wij dan ook zo’n 20.000 leden aangeschreven die wellicht met deze (nieuwe vorm van) reïntegratie te maken zouden kunnen krijgen.
Ruim 5000 leden reageerden op deze brief en verzochten om een informatiepakket of wilden worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst.
Uiteindelijk hebben zo’n 600 leden ook daadwerkelijk een van de informatiebijeenkomsten bijgewoond.
Op deze bijeenkomsten, die gehouden zijn in de periode februari – april, bleek al snel dat diegenen, die reeds te maken hadden gekregen met de reïntegratie, opmerkelijk vaak aangaven dat ze negatief waren over de verstrekte dienstverlening door het reïntegratiebedrijf waarnaar men door de uitvoeringsinstelling was verwezen.
Een veelheid aan klachten kwam hierbij aan het licht.
Om een indruk te geven van de ervaringen van de betrokkenen, hebben we in deze bundel een 20-tal mensen hun verhaal laten vertellen. Over de wijze waarop zijzelf de aangeboden reïntegratie hebben ervaren.
Zorgvuldigheidshalve willen we hierbij vermelden dat er natuurlijk ook positieve ervaringen waren met reïntegratiebedrijven. Waaruit blijkt dat de reïntegratie wel degelijk goed en succesvol kan verlopen. De ervaring leert dat succesvolle reïntegratiebedrijven voldoen aan een aantal basiskwaliteitscriteria.
FNV Bondgenoten
Hans de Vries, voorzitter
Mei 2001
In de verhalen van de betrokkenen zijn op een aantal plaatsen voetnoten opgenomen. Deze voetnoten hebben betrekking op/verwijzen naar de lijst van kwaliteitskriteria die als bijlage achterin is opgenomen.
Colofon
Dit is een uitgave van de stichting FNV Pers t.b.v. FNV Bondgenoten
Utrecht
Juni 2001
Opmaak en druk: FNV Bondgenoten
R0313769.bro
Praten, praten en geen resultaten
In juli 2000 stelde het GAK vast dat C.W. (49) arbeidsbemiddelbaar was en stelde hem een reïntegratietraject voor. Na tien maanden van gesprekken en vooral wachten is C.W. nog geen stap verder.
C.W. werd begin 2000 door de bedrijfsarts van het GAK voor 80 – 100% afgekeurd en mocht niet meer terug naar zijn oude werkgever. Hij was 47 jaar oud en nog nooit eerder werkloos geweest. “Het liefst ging ik direct weer aan de slag”, zegt C.W. “Ik kwam er echter al snel achter, dat het vinden van ander werk niet zo gemakkelijk was. Ik heb in de loop der jaren door zelfstudie wel veel kennis opgedaan, maar de diploma’s die ik heb zijn inmiddels verouderd.”
Omscholen
Daarom stelde het GAK in november 2000 voor om iets te doen aan bij- of omscholing. Reintegratie dus. C.W. vroeg zich af wat dat inhield en kreeg op aanvraag een informatieboekje van het GAK thuisgestuurd: “Niet te lezen voor de gewone man,” zegt C.W., “Een volkomen oninteressant verhaal over de geschiedenis van integratie waar ik bovendien niets van begreep. Volkomen onleesbare tekst. Ik heb het in een map gestopt en moet het nog steeds vertalen.5”
Verder werd hij verwezen naar bemiddelingsbureau Luba Intermediair. “Ik ben thuis eens op Internet gaan zoeken, maar daar stond: Luba uitzendbureau. Dat lijkt me toch wel iets anders dan een reïntegratiebureau,” vertelt C.W. “Maar goed, ik ging naar de intake bij Luba op 1 december 2000.”
Vaag
Hij vervolgt: ”Dat gesprek was erg vaag. Ik kwam daar als klant, dus ik had een probleem. Er werd mij echter niets verteld over de gang van zaken, over hoe we het zouden gaan aanpakken, wat de bedoeling was5. Mijn contactpersoon vroeg mij een hoop dingen en zat van alles op een papier te krabbelen. Ik kreeg niet de indruk dat het hem veel interesseerde. Ik zocht werk, zij waren immers een uitzendbureau dus ik zei: ‘joh, kijk nou eens in die la van je wat je aan banen hebt.’ Nee, zo werkt dat hier niet, was het antwoord. Ik moest zelf een baan zoeken en zij zouden bemiddelen en adviseren. Maar ik heb in mijn hele leven nog nooit een sollicitatiebrief geschreven!”
Bij de tweede bijeenkomst in december 2000 wordt bij C.W. een test voor kwaliteiten en vaardigheden afgenomen. Een computertest. “Ik had sterk de indruk dat ik daar aan het lijntje werd gehouden. Het hoe en waarom van de test werd me totaal niet duidelijk,” zegt hij. Een maand later, tijdens het derde gesprek, kwam C.W. zelf met het voorstel om computerles te gaan geven, aan bijvoorbeeld ouderen. Luba bleek toevallig goede connecties met SIOM, dat opleidingen verzorgt. Hij werd nu naar hen verwezen10.
Eindelijk concrete plannen
In februari 2001, werd C.W. uitgenodigd door SIOM. Daar volgde weer een intake. C.W.: “Dit was echt een constructief gesprek. Er werd uitgebreid ingegaan op mijn ideeën en wat voor werk ik wilde gaan doen.” Hij gaat verder: “Al snel kwam er een concreet plan op tafel voor een opleiding met daaraan gekoppeld een erkend diploma waarmee ik computerlessen zou kunnen geven. SIOM zou hiervoor een offerte voor Luba maken en verder was het wachten alleen nog op de goedkeuring. Ik was er heilig van overtuigd dat het toch nog goed zou komen. Dat ik over een poosje weer aan het werk zou zijn.”
Opgedoekt
Na een maand, eind maart, ontving hij echter een brief van bemiddelaar Luba. Daarin werd meegedeeld, dat Luba de samenwerking met het GAK moest stopzetten. “Natuurlijk deed men niet uit de doeken waarom dat zo was, zegt C.W.5. “De afspraken met SIOM waren hiermee dus ook van de baan. In de brief stond verder, dat het nog niet bekend was welk bureau het traject zou voortzetten. Daarover zou hij te zijner tijd worden bericht door het GAK.”
Half april kreeg hij bericht van het GAK dat Sagen reïntegratiebedrijf alles over zal nemen. C.W.: “Nu krijg ik binnenkort wéér een mij volkomen onbekend persoon5. Wéér een intake waarin ik alles moet gaan vertellen. Ik word ziek van al dat gepraat.”
Intussen doet hij er alles aan om zelf werk te vinden. “Als ik naar een uitzendbureau ga en ik vraag naar werk, is het: u bent te oud ben en u wilt teveel verdienen.”
Ook op de banenmarkt ging C.W. een kijkje nemen. De plaatselijke busmaatschappij stond er met een bord: chauffeurs gezocht. Om chauffeur te worden moest je schriftelijk solliciteren en daar een curriculum vitae bijvoegen. Onbegonnen werk voor C.W. Hij zegt: “Een sollicitatietraining heeft men mij nooit voorgesteld. Er wordt gepraat en gepraat en er gebeurt niets. Ik heb nooit een plan zwart op wit gezien. Er zijn nooit vaste afspraken gemaakt. Van de gesprekken vroeg ik altijd een afschrift: nooit iets gekregen. Een vaste contactpersoon heb ik niet5. Eigenlijk ben je gewoon een nummer, waar veel geld aan wordt verdiend. Ik zit nu al zo lang thuis en kan geen kant op. Intussen loopt mijn WAO-uitkering langzamerhand naar twee jaar toe. Dat betekent voor mij binnenkort een korting van 30% op mijn uitkering!”
C.W. kan niets anders doen dan wachten3.
Bemiddelingsbureau: “Wij gaan ervoor!”
Er stopt een snelle wagen voor de deur. Een jongeman in een strak pak stapt uit. Terwijl hij zijn auto centraal vergrendelt handelt hij nog even een mobiel gesprekje af. Het is de consulent van integratiebureau Agens, die een intakegesprekje komt doen.
Je kunt zowel volledig de WAO als in de WW zitten. Hoe dat mogelijk is, dat kunnen beide uitkerende instanties niet uitleggen noch oplossen. Terwijl zij sinds maart 1999 in de WW zat werd N.J. (54) ernstig ziek. De arts van het GAK keurde haar daarom begin maart 2001 af voor 80 – 100%. RIB houdt echter vol dat N.J. als werkzoekende ingeschreven moet staan.
Passende opleiding
Begin maart stuurt het GAK haar een brief, waarin men heeft besloten dat bemiddelingsbureau Agens een bemiddelingsplan voor haar gaat opstellen. Een week later komt de vertegenwoordiger bij haar thuis en daarmee begint de bemiddeling.
Nu heeft N.J. ruim twintig jaar ervaring in bestuurswerk, maatschappelijke dienstverlening, beleidswerk en dergelijke. In de politiek en ook als vrijwilliger was zij jarenlang actief. Ze heeft onlangs een advertentie van Kliq zien staan, waarin een docentenopleiding van zestien maanden wordt aangeboden voor herintreders. “Dat lijkt me nou een passende opleiding voor mij- het sluit precies aan bij mijn ervaring en ik kan met lesgeven heel zinvol werk doen. Met die lerarentekorten heb ik ook snel een baan,” redeneert N.J. tijdens de intake.
Zoethoudertje
Maar dat gaat niet zomaar. De vertegenwoordiger van Agens legt uit, dat N.J. bij het RIB in fase 4 is ingedeeld. Moeilijk bemiddelbaar dus. Waarom dat zo is, wordt niet duidelijk. Bovendien, in fase 4 kom je niet in aanmerking voor een scholingsbudget. Dat is heel spijtig natuurlijk. Geen nood, mevrouw kan wél in aanmerking komen voor een Wiw-baan -met minimuminkomen: als suppoost in het museum in Alkmaar. N.J. peinst er niet over: “Ik vind die Wiw-regeling niet meer dan een zoethoudertje en ik ben potdorie wel tot meer in staat.”
Internet
Korte tijd later ontvangt ze een brief, waarin wordt gemeld ‘dat het bemiddelingsplan van bureau Agens is goedgekeurd’. Wat dit plan behelst staat niet in de brief. Aan de telefoon kan men het haar ook niet vertellen: als zij het wil weten moet ze maar contact met het GAK opnemen. Voordat ze dat heeft kunnen doen, krijgt ze het antwoord op haar vraag al vanuit bureau Agens.
Dat is boven verwachting snel, maar in de glossy brochure staat niet voor niets: ‘wij gaan ervoor!’. Haar consulent stuurt haar namenlijk onaangekondigd per post twee uitdraaien van vacatures van Werknet.nl. N.J.: “Als dat de bemiddeling is waar ze zoveel ophef over maken... Die vacatures had ik zelf ook wel op Internet kunnen vinden natuurlijk.” Het zijn twee banen in het welzijnswerk. De ene is voor cultureel medewerkster en de andere in de kinderopvang. Tezamen voor 20 uur per week en dat in Amsterdam, terwijl N.J. in Alkmaar woont. “Voor 20 uur per week in het welzijnswerk zou ik mijn hand toch nog steeds moeten ophouden om aan een minimuminkomen te komen. Want iedereen weet wel dat ze daar op een slof en een schoen hun werk moeten doen.”
Daarbij komt, dat beide functies voor 7 à 8 maanden zijn. “Daar zit ‘m nou net de kneep, gaat N.J. verder. “Want bij bemiddeling naar een baan langer dan 6 maanden wordt bemiddelingsbureau Agens betaald door het GAK. Ik las nota bene in het FNV-blad, dat het bureau ook geld ontvangt als iemand zélf een baan vindt.”
Op eigen houtje
Wat Agens kan, kan N.J. ook: ze is zelf op Internet gaan zoeken naar een baantje. Ze is al bezig met een sollicitatieprocedure die naar verwachting positief zal uitvallen. Van bureau Agens heeft ze niets meer gehoord. “Het RIB, waar ik vreemd genoeg ook nog steeds sta ingeschreven, heeft mij überhaupt nog nooit een baan aangeboden. Ook niet in de jaren dat ik eerder stond ingeschreven,” zegt zij. “Ik vraag me ook af, hoeveel andere klanten van het GAK net zoals ik óók bij het RIB als werkzoekenden staan ingeschreven. Met al die dubbele inschrijvingen zou namenlijk het aantal werklozen en het aantal WAO’ers er heel anders uitzien.”
Drijfzand
Om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt volgt K.D. een computercursus, een sollicitatietraining en daarna nog een vervolgtraining. Toch lukt het haar niet om een baan te vinden. “Ik ben opgehouden me schuldig te voelen. Het ligt niet aan mij. Ik doe wat ik kan.”
Toen zij 48 jaar werd, kwam K.D. in de WW. Bij het Reïntegratiebedrijf stelde zij zelf voor een cursus te volgen voor werk in de gezondheidszorg, omdat ze daar toch al jarenlange ervaring had opgedaan. Dat leek de consulent geen goed idee. “Je bent te oud voor dat werk, zei zij,” vertelt K.D. “Ik zou toch niet worden aangenomen.” Het RIB raadde haar aan zelf te solliciteren. Het lukte K.D. om een vaste baan te vinden. Zij werd echter ontslagen omdat men haar te langzaam vond. Zij draaide de Ziektewet in 1.
Administratief nummer
In februari 1999 meldt K.D. zich na een langdurige ziekteperiode beter en komt in de WW. Ze gaat naar Cadans voor een gesprek. Ze wil meer kans op de arbeidsmarkt krijgen. “Ik wil graag meedoen met die computercursus”, geeft zij aan. Dat kan, zegt Cadans, maar dan moet je eerst even terug naar het RIB om je in te schrijven.
Haar consulent bij het RIB pakt het grondig aan: zij dient in februari 2000 een aanvraag in bij Cadans voor een computercursus gevolgd door een sollicitatietraining met vervolgtraining. Haar RIBconsulent vertelt haar, dat zij zelf ergens anders gaat werken en dat zij nog niet weet wie haar gaat vervangen.
Uiterlijk in juni van dat jaar moet de cursus starten, maar K.D. hoort maandenlang niets meer. Ze wordt er zenuwachtig van en belt daarom zelf regelmatig naar het RIB om te horen hoe de stand van zaken is. Bij het RIB is ze inmiddels slechts een administratief geval geworden. Ze heeft er geen vaste consulent meer 5. Per computer blijkt 5 haar dossier te verhuizen van Amsterdam naar Purmerend naar Zaandam. Telkens krijgt ze een andere persoon aan de lijn. Een persoonlijk gesprek heeft ze niet meer. Uiteindelijk belt ze maar weer naar Cadans om te vragen hoe het nu zit, want ook van die instantie hoort ze niets. “Ik zat echt te springen om die cursus 6. Zolang ik een analfabeet op de computer ben maak ik helemaal geen kans op een baan,” vertelt K.D. Uiteindelijk kan ze in september 2000 starten. Eind goed al goed, zou je zeggen.
Het lukt niet
Intussen heeft ze de sollicitatietraining afgerond. Een leerzame training van een maand lang gedurende vier dagen per week. De kosten van het reisgeld, die ze al in januari declareerde, heeft ze echter vijf maanden later nog steeds niet terug. “Dat liep toch behoorlijk op, want je moest elke dag met de trein naar Amsterdam.”
Vanaf februari 2001 is K.D. weer gaan solliciteren. “Ik kan niet zeggen, dat het geholpen heeft,” zegt zij. “Of binnen het bedrijf wordt iets geregeld, of ik ben te duur, of te oud.
In het begin voelde ik me schuldig dat het me niet lukte om een baan te vinden. Maar dat doe ik nu niet meer. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de bijscholing niet aansluit op wat er gevraagd wordt. Het ligt niet aan mij, ik doe wat ik kan 10.”
Vrijblijvend en minimaal
Inmiddels is zij bezig met de vervolgtraining. Slechts een deel van de tien cursisten mag hieraan meedoen. Waarom de consulent dit heeft besloten wordt niet duidelijk 5. Voor de vervolgtraining reist K.D. nu een middag per week naar het sollicitatiecentrum in Amsterdam. De vervolgtraining blijkt erg vrijblijvend en minimaal te zijn. K.D. hierover: “Cursisten moeten alles op eigen houtje uitzoeken zonder daar veel begeleiding bij te krijgen. Sommigen moeten van ver komen: dat kost een hoop geld en tijd. Voor vrouwen met kinderen is het een heel geregel. Het lijkt op het oog goed georganiseerd te zijn, maar de klant ervaart het heel anders.”
Koppeling
“Als je in Nederland in een uitkering terechtkomt, dan word je naar huis gestuurd en daar moet je maar afwachten wat er verder met je gebeurt. Er wordt niets met je gedaan. Het is net alsof je in drijfzand zit,” zegt K.D. “De koppeling tussen ziek zijn en reïntegratie wordt niet gemaakt. Als je beter wilt worden en weer aan het werk wilt, moet je dat op eigen kracht doen. Vervolgens word je van het kastje naar de muur gestuurd. Uiteindelijk levert het allemaal niets op.”
Het is niet wat het lijkt, of toch?
Toevallig viel de voorlichtingsbijeenkomst van de FNV tegelijkertijd met het aanbod van een baan, die J.S. aangeboden werd door de St. Integratie Werk (SIW). Hij was nu voorbereid en wist waar hij op moest letten.
Import-export
Via de sociale dienst werd hij begin dit jaar overgenomen door Siw. “Het intakegesprek werd 3 keer uitgesteld. Reden onbekend, maar het maakte wel een amateuristische indruk,” vindt J.S. Toen het dan eindelijk begin maart zover was waren er twee maanden verstreken6. Het leek voor zijn consulent ook allemaal nieuw te zijn11. Bij het intakegesprek werd hem gevraagd wat hij graag zou willen, waarop J.S. aangaf dat hij graag een baan wilde in de import-export, omdat hij blijkens een eerder afgenomen test daar geschikt voor zou zijn. Na dat intakegesprek ging het snel: half maart vertelde zijn consulent hem, dat hij een Wiw-baan voor hem had bij een kringloopbedrijf in de functie van export- transport medewerker. Het zou een leidinggevende baan zijn met administratiewerk.
Toekomst
Samen et zijn consulent van Siw ging J.S. eind maart naar het kringloopbedrijf voor een sollicitatiegesprek. “Hij had het zo goed voorbereid, dat ik de indruk kreeg op weg te zijn naar een goede voor mij passende baan,” vertelt J.S. “Maar toen begonnen de problemen al. Want bij kringloop denk ik toch vooral aan oude kleding en oude meubels. Ik vroeg daarom bij dat gesprek welk deel van de baan te maken had met export. Die chef keek me een beetje raar aan en zei, dat ze niets met het buitenland te maken hadden. Maar wie weet, zei hij, misschien is dat wel een idee voor de toekomst.” J.S. moet er nu een beetje om lachen, maar destijds het viel hem toch tegen.
Functiebeschrijving
Begin april ontving J.S. op zijn verzoek een functiebeschrijving van het kringloopbedrijf. “De functie heette nu management-assistent3. Het waren drie A4 vellen vol tekst, zo uitgebreid en zo vaag, dat ik er helemaal niets concreets uit kon opmaken. Ik ben daarna zelf weer naar dat bedrijf toegegaan en heb een gesprek gehad met de chef. Hij zou op papier zetten wat ik precies moest doen. Er bleek al iemand anders te zijn die hetzelfde werk deed, wat nieuw voor me was. Ik heb een verslagje gemaakt van dat gesprek en daarvan een afschrift naar mijn consulent gestuurd. Dat was in april. Begin mei heb ik een brief naar het SIW gestuurd met het verzoek om een duidelijker functiebeschrijving. Ik wil eerst zekerheid. Sindsdien heb ik er vreemd genoeg niets meer van gehoord.5”
Nieuwe intake
Tot zijn verbazing kreeg J.S. begin april een brief van het Arbeidsbureau. Daar moest hij komen voor weer een intake. “De dame in kwestie heb ik voorheen al heel vaak gezien. Ik vroeg, waarom ik weer een intake kreeg. ‘U bent nu toch van mij af,’ zei ik nog. Ze zei: ‘we werken een beetje samen met het SIW.’ Ik kreeg weer zes bladzijden formulieren in te vullen. Met van die stomme vragen zoals: wat is voor u belangrijk, en: waarom wilt u werken. Ik vond het niet meer te volgen en ik had eigenlijk een beetje de pest in na alles wat er met het SIW was gebeurd. Wie nou wat doet wordt steeds onduidelijker. Hoeveel je verdient met een Wiw-baan weet J.S. ook nog steeds niet5.
Ze doen helemaal niets
Computertechneut zonder papieren wordt werkloos en kan het voortaan schudden in de wereld van de snelle jongens
H.H. (55) windt zich op. Hij is al drie jaar werkloos en het ziet er niet naar uit dat daar op korte termijn verandering in komt. Hij zegt verbitterd: “Die arbeidsintegratie, dat is één grote zakkenvullerij. Ze dragen mensen voor om via een uitzendbureau in een traject geplaatst te worden. Het zal hun worst wezen wat jij ook gaat doen en of jij dat lichamelijk aankan. Het is een heel smerig spelletje.”
Zijn werk was een uit de hand gelopen hobby: hij werkte als computerinstallateur zonder opleiding 10 jaar lang in een bedrijf. Daar werd hij 4 jaar geleden ontslagen en kwam in de Ziektewet. Hij had eigenlijk een handicap, maar wilde per sé niet worden afgekeurd. Het lukte hem in de WW te komen, omdat hij dacht nog een kans te hebben om aan de bak te komen. Dat is nu al drie jaar geleden.
Vrijwillig werken
Hij heeft op vrijwillige basis een stuk of tachtig computers in onderhoud op een school. “Ik zou dolgelukkig zijn als ik 3 of 4 dagen in dienst genomen werd om al die machines te onderhouden. Niemand ziet kans om dat voor mij te regelen. Daar op het Arbeidsbureau roepen ze alsmaar, meneer, daar zijn regelingen voor, we gaan het voor u regelen. Maar ze hebben nog nooit iets geregeld.”
Hij heeft in de afgelopen drie jaar vele gesprekken gehad op het RIB. Hij deed mee aan een sollicitatietraining. Van de computercursus die het RIB aanbood leerde hij niets nieuws.
“Ik heb alles zelf geleerd, in de praktijk. Ik ben niet die clevere figuur met die HTS-opleiding,” zegt H.H. “Daar komt nog bij, dat het RIB totaal geen verstand heeft van wat automatisering inhoudt. Er zijn zoveel geledingen- ze begrijpen het niet. Die keer bijvoorbeeld toen ze mij naar een cursus stuurden in Rotterdam. Die bleek helemaal in het Engels te worden gegeven. Op Hbo-niveau. Het ging ook nog over systeembeheer, dat is een heel andere richting.”
Schande
“Ik heb al zoveel consulenten gehad, iedere keer als ik bij het RIB kom heb ik weer een andere. Als ik vraag naar meneer Jansen, dat is het: nee, meneer Jansen die werkt hier niet meer. Allemaal worden ze weggepromoveerd,” briest H.H. “De laatste consulent die mij in september nog te woord stond, vond het een schande dat ik niet werd geholpen. Hij zou er wat aan gaan doen. Hij zou het hélemaal uitzoeken. Nou, daar heb ik ook nooit meer wat van gehoord. En zo gaat het altijd.”
“Ze belden mij eens op met de vraag of ik mee wou doen aan een programma voor ouderen. Daarin werd ouderen geleerd hoe ze met hun vrije tijd om konden gaan. Ik zei dat is prima; ik ben overal voor in.
Nooit meer iets van gehoord. Integratietraject? Nooit van gehoord. Ze willen mij niet meer omscholen; ik kom nergens voor in aanmerking omdat ik te oud ben. Vandaar dat ik naar die voorlichtingsmiddag naar de FNV ben geweest. Daar stonden mijn oren wel even te klapperen.”
Hij gaat verder: “Het was heel interessant wat ze ons daar vertelden: dat je niet zomaar met alles genoegen hoeft te nemen wat ze voor je in petto hebben. Het gaat toch om mijn inkomen? En ik heb, juist door die handicap, altijd keihard geknokt om toch aan de gang te blijven.”
Bitter
Hij solliciteert iedere week. “Maar, ik heb geen papieren, ik ben te oud en bovendien zijn er momenteel helemaal geen vacatures in de automatisering die passend zijn voor mij. En nogmaals, op die school is werk zat. Die docenten weten niets van computers en die werken zelf al pakweg 60 uur per week met al die extra taken die ze tegenwoordig moeten doen. Ik heb een tijd geleden alles uitgezocht, maar ze kunnen mij daar op die school zelfs niet met een loonsuppletie aannemen. Het is vanuit Den Haag niet geregeld. Terwijl er zoveel werk ligt te wachten, ook op andere scholen.”
H.H. is bitter geworden. Hij zegt: “Ik begrijp niet hoe een staatssecretaris in Den Haag kan zeggen dat werklozen zich niet genoeg inspannen om aan werk te komen.”
Foutje
Stel, je zit in de WW en wil je vakantiedagen opnemen. Je dient netjes een aanvraag in, krijgt toestemming en je gaat op reis. Laat nou iemand die gegevens even kwijt zijn geraakt. En net in die tijd wil Kliq beginnen met je reïntegratietraject.
J.P.(49), bedradingmonteur, is werkloos sinds juni 1997. Hij komt in zijn vak niet meer aan het werk. Hij wil graag weer aan de slag en wel in de bedrijfssector waarin hij 35 jaar werkzaam was. “Vanwege de pensioensopbouw,” vertelt J.P. Via het RIB krijgt hij de kans om zich om te scholen en als administrateur terug te keren in die sector. Hij doet al jaren vrijwillig veel boekhoudkundig werk en krijgt van het RIB daarom een cursus bedrijfsadministratie op MBO-niveau. De cursus duurt van maart ’99 tot december 2000.
Desondanks lukt het hem niet aan werk te komen. De opleiding sluit niet voldoende aan bij zijn werkervaring2. “Er gaan elke week twee brieven de deur uit,” zegt J.P. Tot dusver lukt het hem niet aan werk te komen.
Uitkering gestopt, dossier gesloten
In december 2000 gaat J.P. op reis. Hij heeft alles netjes geregeld met het GAK voor wat betreft zijn WW-uitkering. Reisdoel en duur zijn goedgekeurd. Helaas vergeet iemand dit vast te leggen in de computer, maar dat blijkt pas als J.P. al weer terug is van zijn reis. Juist in de periode dat hij op vakantie is, krijgt Kliq de opdracht om contact met hem op te nemen voor een reïntegratietraject. Natuurlijk reageert J.P. op geen van de drie uitnodigingen want hij is op vakantie. Zodra hij terug is neemt hij contact op met Kliq. Daar weten ze nergens van. Bij navraag blijkt het GAK ook niets in de computer te hebben staan. Intussen heeft Kliq zijn dossier gesloten omdat hij drie keer niet heeft gereageerd op een oproep. Zijn dossier kan ook niet meer worden heropend. Zijn uitkering is geblokkeerd. “In de computer staat niets over uw vakantie,” zei de WW-ambtenaar. “Jammer, foutje.” 8,12.
Regels zijn regels
“Eigenlijk had de termijn voor mijn trajectbegeleiding moeten worden opgeschoven. Maar omdat het dossier gesloten was kon er niets meer gedaan worden. Die meneer bij Kliq kon er ook niets aan doen, dat hij vast zit aan regels,” zegt J.P. “Ik had er schoon genoeg van om met dit geklungel te maken te hebben. Trouwens, er waren zoveel banen, dat ik tegen hem zei, dat ik zelf wel zou gaan solliciteren. Ik wil nou wel eens te gelde maken wat ik heb geleerd.” Maar na vele sollicitaties is J.P. nog steeds niet aan de bak. Hij kan op zijn c.v. niet aantonen dat hij met het boekhouden ervaring heeft opgedaan binnen een bedrijf of instelling. “Het ligt er steeds aan, dat mijn profiel niet klopt met de baan die ik zoek.”
Op de mat voor deur gaan liggen
Als je dolgraag begeleid wilt worden naar vaste baan en je consulent bij het GAK geeft nooit thuis, wat moet dan nog doen om zijn aandacht te vangen?
Mevrouw S. (50) heeft 28 jaar bij Philips gewerk en zit door gedwongen ontslag 2 jaar in de WW. “Ik wilde heel graag weer aan de slag, na twee jaar thuis zitten had ik het echt wel gezien. Ik had al zoveel over Wiw-banen gehoord dat ik dacht, misschien is dat ook wel iets voor mij. Ik was nieuwsgierig wat dat precies is. Ik heb toen door bemiddeling van mijn consulent bij het GAK een Wiw-baan aangenomen in de Aanvullende Thuiszorg met een proeftijd van een half jaar.”
Wiw-baan
Zij vertelt: “De baan op zich was perfect, het was heel mooi werk. Er was alleen zoveel ruimte, dat ging mij toch wat te ver. Iedereen kon zelf zijn wensen invullen op het werkrooster en dat is op zich prima. Maar het kwam er wel op neer dat ik drie van de vier weekenddiensten draaide, omdat iedereen het te druk had met zijn hobbies en sociale leven. Met alle respect, maar Ik vind, dat je toch een strakke lijn moet trekken. Daar kwam bij dat ik daar erge last van de rook had. Plus het minimumloon waarvoor je werkt dat vond ik ook niet ideaal. Dus ik dacht, moet je hier nou mee verder?10”
Geen contact mogelijk
Na haar proeftijd wilde mevrouw S. stoppen, maar dat ging zomaar niet. “Mijn vaste consulent bij het GAK was intussen overgeplaatst,” vertelt zij. “Een andere consulent zou mijn dossier overnemen, maar hoe ik ook probeerde die te pakken te krijgen, het lukte niet. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd5. Ik heb maandenlang moeten wachten tot ze de Wiw-baan eindelijk stopzette. Alles bij elkaar heb ik het nog een half jaar langer volgehouden in die Wiw-baan. In november vorig jaar ben ik dan eindelijk gestopt. Omdat ik zelf een andere baan had gevonden!”
Nog steeds geen contact mogelijk
De laatste maanden werkt zij via een uitzendbureau als telefoniste-receptioniste: “Dat is natuurlijk ook weer tijdelijk en ik wil wel een vaste baan.” Zij vervolgt: “Geen één bureau werkt aan mijn reïntegratie5. Twee maanden geleden sprak ik iemand bij de FNV, die me adviseerde een brief naar het GAK te sturen waarom ik helemaal geen begeleiding meer kreeg. Dat heb ik gedaan en ja hoor, binnen twee weken had ik een oproep gekregen voor een gesprek met een nieuwe consulente bij het GAK. Die ging er direct mee aan de slag3 en zou een verzoek indienen voor bemiddeling bij een reintegratiebureau.
Ik moet zeggen, dat ik er alle vertrouwen in heb dat zij dat gedaan heeft. Alleen, ik heb nu een maand gewacht en nog niets gehoord.6”
Klantenservice
“Ik wil het GAK niet meer bellen, want dan krijg je altijd iemand anders van de klantenservice. Ze zijn heel vriendelijk hoor, maar je bent niet meer dan een naam in de computer die ze moeten opzoeken. De contactpersoon die ik wil spreken is nooit bereikbaar.” Zij gaat verder: “Uiteindelijk heb ik een brief aan mijn contactpersoon bij het GAK geschreven. Die brief stopte ik in de envelop bij mijn werkbriefje- dan móest hij hem wel krijgen. Dat is drie weken geleden, maar tot nu toe taal noch teken. Het minste wat hij kan doen is mij even bevestigen dat hij mijn brief heeft ontvangen en mij laten weten dat het in behandeling is genomen, dat is toch niet zo moeilijk?5 Hoe je je dan voelt als mens, dat is echt niet leuk2. Ik heb altijd gewerkt en nou zit ik aan dat GAK vast. Je moet kennelijk op je knieën vallen of ze je een beetje willen helpen.”
Ik ben nu een nieuwe weg ingeslagen. Dat werk als receptioniste-telefoniste met licht administratief werk bevalt me prima. Het bedrijf is top, het personeel is prettig, maar het is toch weer ziektevervanging; ik ben bang dat ik op deze manier geen vaste baan vind. Ik wil gewoon werken en ik wordt steeds ouder. Als ze niet reageren bij dat GAK wat moet ik dan!”
Er wordt dik aan ons verdiend
Eind augustus 2000 werd T.V. (48) werkloos. Hij meldde hij zich de volgende dag aan bij het Arbeidsbureau, met het verzoek om mee te kunnen doen aan een opleiding met baangarantie. Na 9 maanden wachten is de cursus nog steeds niet gestart6.
Eenendertig jaar werkte T.V. in de haven. Soms vast, soms op contractbasis. Door de Flexwet kon zijn arbeidscontract niet worden verlengd bij de ECT in de Rotterdamse Waalhaven. Dus moesten ze hem per 31 augustus laten gaan en kon hem ook geen vast contract worden aangeboden. Toevallig zag T.V. een advertentie voor de opleiding van assistent expediteur met baangarantie staan, waarmee hij onmiddellijk naar het Arbeidsbureau stapte. De opleiding sloot mooi aan bij zijn opleiding en werkervaring en zou volgens de advertentie snel starten.
Blaren
De consulent bij het Arbeidsbureau vertelde hem echter, dat hij niet in aanmerking kwam voor de cursus. 0mdat hij nog maar sinds kort werkloos was8. T.V. vertelt: “Ik vroeg: ‘hoe lang moet ik dan werkloos zijn om wél mee te kunnen doen?’ Toen was het antwoord: ‘Meer dan tien jaar.’ Het was dus alleen voor langdurig werklozen, maar dat werd in de advertentie niet vermeld.” T.V. was verbijsterd en woedend; hij liet het er niet bij zitten. Hij vroeg bemiddeling aan. Die kreeg hij bij reïntegratiebedrijf Kliq. “Na twee intakegesprekken en de blaren op mijn tong te hebben gepraat wist ik die consulenten eindelijk ervan te overtuigen dat mijn wens serieus kon worden genomen,” zegt T.V. “Dus ik kon meedoen aan die cursus. Volgens het contract, dat ik ter ondertekening kreeg toegestuurd, zou het hele traject ruim ƒ 4000, - kosten. Te weten ƒ 780. - voor het reïntegratieplan, voor de cursus
ƒ 300. - en voor ‘intensieve bemiddeling’ het bedrag van ƒ 3080. -. Dat vond ik een flink bedrag, maar het GAK zou alles betalen en die gingen akkoord dus ik nam aan dat het wel goed zat.”
Uitzendbureau
Vervolgens vond er in oktober een voorlichtingsbijeenkomst plaats voor de zestien deelnemers.
“Daar bleek tot mijn stomme verbazing, dat uitzendbureau Randstad ertussen zat. Voor die ‘intensieve bemiddeling’ dus. Wij kregen bovendien te horen, dat we maar een brutosalaris van ƒ 2500. - zouden krijgen! Toen ik vroeg waarom we met een minimumloon moesten beginnen, zeiden die mensen van Randstad: ‘ja, je moet eerst een stapje terugdoen.’ Terwijl zij voor die intensieve bemiddeling ƒ 3080. – per persoon ontvingen! Dat staat toch in geen verhouding tot elkaar.”
Ondanks de financiële strop die dit T.V. zou gaan opleveren zette hij toch door. Hij wilde werken en hoopte wanneer hij eenmaal aan de slag was een beter salaris te kunnen opbouwen.
Hoge kosten
De cursus werd eind november 2000 uitgesteld. Reden: te weinig deelnemers, waardoor de hoge kosten een probleem zouden vormen. Kliq wilde snel een doorstart maken en stuurde T.V. in februari 2001 een nieuw contract ter ondertekening toe. T.V.: “De kosten voor de cursus waren nu ineens gestegen naar ƒ 10.000. -. Er moet kennelijk flink op verdiend worden, want waarom was de rekening ineens met ƒ 6000. - verhoogd?” Helaas, nu meldden twee van de elf deelnemers zich af, wat betekende dat het kostenplaatje opnieuw het struikelblok zou worden.
Uiteindelijk werd de hele cursus afgelast. T.V. heeft nooit iets gehoord over een klachtenprocedure5 en een stappenplan voor zijn reïntegratie is er nooit gemaakt10.
De aanhouder wint
“Kliq kwam steeds met een ander baantje,” vertelt T.V. “Dan weer vroegen ze mij of ik niet als chauffeur op de bus wilde werken, of ze hadden wel een leuk baantje als parkeerwacht voor me. Maar dat wil ik allemaal niet. Ik wil gewoon terug in de haven, dat heb ik altijd gedaan en alleen daar wil ik werken.” En hij zet door. Tijdens een gesprek bij Kliq draagt hij een nieuw idee aan: waarom niet een cursusplaats inkopen direct bij het Scheepvaart en Transportcollege? Gemakkelijk te regelen en niet duur: ƒ 1350, -. Hij wil het desnoods zelf betalen, want T.V. wil en zal werken.
Intussen heeft Kliq T.V. dus op diens aandringen aangemeld bij de Havenvakschool voor een cursus voor expediteur. Wie de begeleiding op zich gaat nemen is nog niet duidelijk5. De opleiding begint pas in september. Tegen die tijd is T.V. dertien maanden werkloos en op eigen initiatief een klein stapje verder gekomen.
Weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden
Het is goed zakendoen met geld voor
werkzoekenden
In de loop van 2000 adverteert Computerij Onderwijs in Rotterdam met de volgende advertentie:
“Nu een uitkering/ in de WAO? Straks een baan in de ICT!”
Computerij Onderwijs biedt mensen met een uitkering de kans op een opleiding met baangarantie in de Informatie en Communicatie Technologie. De advertentie suggereert dat 12.500 mensen een vaste baan hebben gevonden.
Op eigen initiatief reageren 9 man op deze advertentie. Met toestemming van het GAK kunnen zij deelnemen aan de cursus. Kosten: ƒ 20.000. – per persoon.
Wanneer zij rond september 2000 zijn begonnen met de scholing bij Computerij Onderwijs komen de leerlingen erachter, dat de school op geen stukken na waarmaakt wat zij hebben voorgespiegeld.
De algehele organisatie is een rommeltje: er blijkt geen duidelijke planning te zijn voor het onderwijs noch voor de inhoud van de cursussen, docenten zijn (soms) niet aanwezig waardoor de cursisten naar huis worden gestuurd, leerlingen krijgen nergens informatie over en moeten er zelf maar achter komen hoe en wanneer de lessen worden gegeven. Het gedeelte Sociale Vaardigheden neemt een onevenredig deel van de cursus in beslag. Het eigenlijke computeronderwijs komt na lang aandringen eindelijk van de grond met een haastig ingehuurde docent, maar stelt dan weinig voor.
Resultaat: snuffelcursus
Rond de jaarwisseling blijkt Gaga Educations de zaak te hebben overgenomen van Computerij Onderwijs. Zonder geïnformeerd te worden over het hoe en waarom, krijgen de cursisten achteraf een ongedateerde brief ter kennisgeving.
Na drie maanden hebben de cursisten nauwelijks iets geleerd en hebben als resultaat slechts 1 of soms 2 certificaten in de hand.
Waarde certificaten
Vervolgens blijven de beloofde baangaranties uit. De gemaakte afspraken met SP&C Projecten, Baas Telecom BV bij UPC blijken stageplaatsen te zijn, waarvoor de werkgever een vergoeding per werknemer per dag ontvangt. Binnen de bedrijven waar stage wordt gelopen de echte scholing pas op gang, want de behaalde certificaten zijn absoluut onvoldoende voor een vast contract. De stagières werken maandenlang met behoud van uitkering zonder een cent te verdienen en zonder enige zekerheid op een vast contract.
Er blijken bovendien slechte afspraken te zijn met de stageplaatsen, waardoor de stagiaires van hot naar her worden gestuurd.
In die tijd is er geen enkele begeleiding van Gaga Educations, of enig reïntegratietraject dan ook.
Eindresultaat:
Slechts een enkeling heeft, met veel moeite, een vast contract weten te bemachtigen.
De meeste cursisten hebben inmiddels afgehaakt. Gevolg: terug in de uitkering met een uitkering op minimumniveau en een emotionele harde klap. De cursisten voelen zich allemaal gebruikt, in de steek gelaten en niet serieus genomen. Er is hier sprake van uitbuiting en misbruik maken van gemeenschapsgeld: in totaal is er bijna ƒ 180.000. - weggegooid, waar werkzoekenden de dupe van zijn geworden.
Hierna volgen 3 voorbeelden.
Weggegooid: biina hondertachtig duizend gulden (1)
In een diep gat gevallen
Computerij Onderwijs (nu Gaga Educations) stuurt cursisten na drie maanden het bos in.
Op weg naar huis kreeg P.D. (30) een telefoontje dat zijn stage er op zat en dat hij niet terug hoefde te komen. De reden daarvan heeft hij nooit vernomen5.
Computerij Onderwijs, inmiddels was het Gaga Educations geworden, wist van niets. Er werd ook niet gekeken of er misschien iets geregeld kon worden met het bedrijf waar P.D. stage had gelopen. Hij moest er zelf maar achteraan. Het SIOM, het integratiebureau waar P.D. cliënt was, ging ervan uit dat het wel aan hem zelf zou hebben gelegen dat hij op straat was gegooid5. “Ik had er op het laatst zo genoeg van, van die hele toestand, dat ik er al helemaal geen zin meer in had,” zegt P.D.
“Ik was zelf gaan kijken bij Computerij Onderwijs, omdat ik die advertentie had gelezen voor telecom-technicus; daar kon je een cursus volgen met baangarantie,” vertelt hij. “Iemand bij het GAK zei tegen mij, dat ik bij reïntegratiebureau SIOM moest zijn. Die gaf toestemming2, want Computerij Onderwijs stond goed bij hen bekend. Daarna had ik bij Computerij Onderwijs een gesprek met iemand van Internetbedrijf SP&C Projecten9. Het SP&C steunde dit traject en zou ons na de cursus werk verschaffen. Maar wat hij mij vertelde bleek achteraf helemaal niet te kloppen. Toen de cursus eenmaal was begonnen bleken we wekenlang hoofdzakelijk sociale vaardigheden te krijgen. We hebben volop gelachen, daar niet van, maar we kwamen natuurlijk voor onderwijs in de communicatie technologie en dat kregen we maar niet.”
Van hot naar her
P.D. gaat verder: “Onze groep bestond uit met een man of negen. Tijdens de cursus bleek Computerij Onderwijs ineens veranderd in Gaga Educations. Dat hoorde ik toevallig via iemand anders. Af en toe waren er geen leraren, dan werden we naar huis gestuurd. En wij maar vragen wanneer onze computerlessen nou zouden beginnen. Op een gegeven moment kregen we les van een partner van Gaga Educations. Toen begonnen we dan eindelijk met de computer te werken: we begonnen met de computer uit elkaar te halen, om te kijken wat er allemaal in zat. Enfin, op een bepaald moment gingen we stage lopen bij Planhold in Rotterdam.” Deze stage duurde een of twee weken. P.D. vindt het moeilijk alles weer terug te halen: “Het was ook zo’n puinhoop. Op een dag kwamen we daar aan, toen die lui van Planhold zeiden: ga maar terug naar Gaga Educations, de stage is afgelopen. Wij wisten van niets5. We werden maar van hot naar her gestuurd3, we begrepen er niets van. Maar we hadden inmiddels wel door dat we de dupe waren van een ongeorganiseerde bende, waar de honden geen brood van lusten.”
MTS
Na de stage bij Planhold moest de groep naar SP&C in Amsterdam. “Die stuurde ons naar UPC door,” zegt P.D. “We kregen met iemand van UPC eerst een gesprek. Die wist helemaal niet wat wij kwamen doen; hij dacht dat wij de MTS deden! Toen brak de hel los. Wij zeiden, dat we stage kwamen lopen. Maar die man zei, hoezo? De directeur kwam erbij en uiteindelijk hebben zij gezegd, weet je wat, we nemen jullie vandaag wel op en geven jullie les.”
Na die dag was dit avontuur ook afgelopen. “We waren zo boos op dat SP&C, dat we na de les weer naar het kantoortje van SP&C zijn gegaan. Daar hebben we zitten praten tot ‘s avonds laat. We baalden enorm van die vent, voor ons was de maat wel vol.”
Uiteindelijk kwam de groep weer terug bij Gaga Educations. Die heeft toen maar iemand ingehuurd om ons te leren netwerken aan te leggen en dergelijke.
Eindelijk een echte cursus
“SP&C had uiteindelijk met Baas Telecom afgesproken dat we naar Waddinxveen konden gaan voor twee weken opleiding. Dat waren de beste twee weken die ik al die tijd heb meegemaakt,” zegt P.D. “Maar dat liep ook niet goed af. We zouden stage lopen. Het regelen daarvan was nog een heel gedoe, want SP&C had andere contracten lopen. Baas Telecom wilde ons wel overnemen en daar was iedereen wel over te spreken. We begonnen met de stage in januari en zouden per 1 maart in vaste dienst komen. Alleen, voor mij is het niets geworden. In mei was ik nog steeds bezig met stage lopen. Al die tijd heb ik niets verdiend, maar Baas Telecom kreeg ƒ 200. - per persoon per dag uitbetaald. Dat vond ik echt vreemd. Ik had het tegen die tijd helemaal gehad. Er waren er al een heleboel afgevallen. En ik hoefde dus ineens ook niet meer terug te komen na dat telefoontje,” besluit hij.
Het is tenslotte werk
P.D. belt het SIOM op met de vraag wat er nu moet gebeuren. Hij had al die maanden geen contact gehad met hen en in eerste instantie reageerden ze een beetje geschokt. P.D.: “Ze vonden dat ik moest doorgaan met stage lopen. Het was tenslotte werk12. Het GAK wilde mijn uitkering zelfs stopzetten als ik niet door zou zetten! Wat kan ik nou voor werk vinden, terwijl ik geen diploma of niks heb, alleen een certificaat, waarop staat dat ik Word heb gedaan? We hebben zelfs de sollicitatiecursus die we zouden krijgen niet gehad. Het enige diploma dat ik heb, heb ik bij Baas Telecom gehaald nota bene.” Hij bleef bellen, omdat hij het geen stijl vond wat er allemaal gebeurde. Tenslotte haalde P.D. de FNV erbij. “Die namen ons wel serieus en hebben de zaak uitgezocht. Zij hebben het SIOM ervan weten te overtuigen dat er echt wat mis was met Gaga Educations.“
Omscholen
“Ik vind het schandalig wat er is gebeurd. Als je nagaat dat dit traject bij elkaar pakweg anderhalve ton heeft gekost voor de hele groep, terwijl het voor bijna de hele groep op niets is uitgelopen. En als je bedenkt hoeveel tijd en motivatie we erin hebben gestopt. Ik ben echt in een diep gat gevallen toen dit voorbij was,” zegt P.D. Dan, lachend: “Maar het SIOM helpt me op het moment heel erg goed. Ze hebben nu een test afgenomen en dan gaan we werken aan een complete omscholing.”
Weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden (2)
Er wordt niets uitgelegd
S.K. (22) was een van de mensen die bij Computerij Onderwijs kwam om in de ICT te gaan werken als computer technicus. Hij moest maandenlang wachten op een vast contract.
Na de opleiding werd S.K. in januari 2001 naar Baas Telecom gestuurd in Amsterdam. Hij vertelt: “Ze wilden me eerst een paar weken stage laten lopen. Daarna vroeg ik of ik een vast contract kon krijgen, maar dat kon niet omdat ik geen rijbewijs had. Ik vond dat ik aan het lijntje werd gehouden. De sfeer op de afdeling beviel me ook niet. Er was ook nog een ruzie met mijn baas, die dacht dat het mij allemaal niets interesseerde. Maar dat was niet zo, het was gewoon een foutje in de communicatie. Ik kreeg echter wel de schuld. Daarom heb ik heb er in februari een punt achter gezet.”
Bemiddelen
Gaga probeerde de zaak te sussen, door S.K. een brief te laten schrijven naar zijn baas. S.K.: “Ik kreeg uiteindelijk wel gelijk, maar ik wou er helemaal niet meer terug. S.K.: “Ik had bovendien de baas van een andere vestiging van Baas Telecom gesproken, die tegen mij zei, dat-ie nog een mannetje nodig had op zijn afdeling in Gouda. Daar kon ik wel een vast contract krijgen, maar dat moest eerst geregeld worden. Uiteindelijk duurde dat zo lang, dat scheen heel moeilijk te zijn. Ik ben toen maar een tijdje voor een uitzendbureau gaan werken. Pas na de tiende mei kreeg ik dat contract toegestuurd.”
S.K. heeft het nu naar zijn zin. Hij is sinds kort bij een nieuwe ploeg ingedeeld. Hij zegt: “Het was in het begin best moeilijk. Er waren collega’s die probeerden je op te zadelen met hun werk. Daar krijg je stress van. Bij de groep waar ik nu in zit gaat het goed.”
Beter
S.K. vindt dat er in zijn traject te weinig begeleiding is. “Ze leggen niets uit, er wordt helemaal niets gezegd. Je moet gewoon je werk doen maar je weet niet waar je aan toe bent,” zegt hij.
weggegooid: bijna honderdtachtig duizend gulden (3)
Toiletpapiertje
Subsidie van ƒ20.000. - voor reïntegratietraject: wel een hoop geld voor een beginnerscursus van drie maanden. En aan de certificaten heb je niks als je voor een baas gaat werken.
A.S. (52): “Ik had in de krant een advertentie van Computerij Onderwijs zien staan. Die hadden een opleiding in de ICT (Informatie en Communicatie Technologie) voor mensen met een uitkering. Ze garandeerden drie maanden stage en een baan in een telecombedrijf. Daar heb ik toen zelf op gereageerd. Het GAK vond het goed en zou de cursus betalen 2. De kosten waren ƒ 20.000, -. Maar als je nou kijkt wat we daarvoor hebben gekregen vind ik het weggegooid geld. We kregen een cursus sociale vaardigheid en nog een computercursus. Het duurde in totaal drie maanden. Tussendoor veranderde de opleiding ook nog in Gaga Educations. Uiteindelijk had ik twee certificaten op zak waar je niets meer mee kan dan een stage lopen van drie maanden.”
Niet zeuren
A.S. zit nu nog in zijn proefperiode en is er niet zeker van of hij na een half jaar weer op straat staat. “Je verdient iets meer dan bij het GAK, anders deed ik het niet. Rijk wordt je er niet van en je kunt ook niet zeggen dat je meer wil gaan verdienen. Ik kan ermee leven, het is altijd beter dan de 70% Ziektewet die ik kreeg. De meeste jongens zijn ermee gestopt, die zijn nog jong. Ik ben 52 jaar en wil graag nog werk hebben tot mijn 65e. Gewoon hard werken, je aan de regels houden en je rustig houden. Doe je dat niet dan sta je zo op straat. Als je maar eenmaal in vaste loondienst bent dan zit je goed. Dat is natuurlijk normaal. Je moet het wel van twee kanten zien: die baas wil wel dat je komt opdagen als je afspraken hebt gemaakt.”
Doorscholen
Pas wanneer hij een vaste aanstelling krijgt beginnen de echte vakopleidingen binnen het bedrijf. Die vinden ‘s avonds na het werk plaats en worden door het telecombedrijf bekostigd. Het niveau van deze ‘doorscholing’ liegt er niet om. “Ik moet nou zorgen dat ik iets haal, “ zegt J.S. “Ze hebben ons veel te hoog ingeschat; het is veel zwaarder dan je denkt. Je moest voor de Computerij opleidingen een vooropleiding op vbo-mavo niveau hebben, maar nu vragen ze al mensen op havo-vwo niveau 10. Ik kan toevallig goed rekenen, maar iemand met reken- of taalproblemen die kan het vergeten.”
Certificaat stelt niets voor
“Ik mag niet klagen,” zegt Smallendijk. “Maar er komt heel wat bij kijken bij dit werk. Aan die certificaten heb je helemaal niets; dat is eigenlijk niet meer waard dan een toiletpapiertje. Internetbedrijven, telecombedrijven, uitzendbureau’s, ze vragen altijd diploma’s. Met die cursus van drie maanden ƒ 20.000, - heeft moeten kosten vind ik een grof schandaal. Als ik alles van tevoren had geweten was ik er niet aan begonnen 4.”
Rijbewijs
“Een heleboel jongens werden niet aangenomen 10 door het telecombedrijf omdat ze geen rijbewijs hadden. Dat bleek een voorwaarde te zijn, maar ze waren toch door Computerij aangenomen, ” vertelt hij. Hij vervolgt: “De regering wil iedereen aan het werk hebben, maar als ze mensen die ziek zijn en mensen die buiten de boot vallen op zo’n manier gaan behandelen kom je nooit in een vaste baan. Het is gewoon geld weggeven van de maatschappij. Maar het is een keihard systeem. Als ze weten dat dit van mij komt kan ik het vergeten.”
Spelletjes
Zo’n traject bij een reïntegratiebureau, daar heeft W.S. (58) helemaal geen meer zin in.
Hij is vijf jaar geleden als privéchauffeur wegbezuinigd bij een reorganisatie binnen zijn bedrijf. W.S. kreeg een schadeloosstelling, die langzamerhand daalt naar minimumloon. Een half jaar voor het ontslag werd hij verwezen naar het Arbeidsinterventiebureau van Start. “Ik ben er een paar keer geweest. Ik zat er dan wat advertenties te lezen en wat bedrijven op te bellen, maar het leverde allemaal niets op,10” vertelt hij. “Ik had daar ook zo’n coach, zoals ze dat noemden. Met hem had ik wat persoonlijke gesprekken. Verder zat ik met een stel studenten van allerlei scholen spelletjes te doen. Computerspelletjes, woordspelletjes, intelligentiespelletjes, allemaal heel leuk, maar dan ga ik toch liever tennissen of badmintonnen3.”
VIP
Het Arbeidsbureau belde me eens op, waarom ik nooit kwam. Zij boden mij toen een zg. VIP-cursus aan: ‘Veertigplussers in progess’. Daar moest je aan jezelf werken. Veel heeft die dag niet opgeleverd. Ook bood het Arbeidsbureau hem een keer een baan aan als taxichauffeur. Het taxibedrijf vond hem echter te oud. “Ik vond het op mijn leeftijd zelf ook te link en ik werd bovendien veel minder betaald dan als privé-chauffeur. Het Arbeidsbureau had daar wel begrip voor4 en zei toen meteen, dat ik die vacature maar moest teruggeven.” Hij zit nu thuis en heeft het druk met zijn liefhebberijen.
Ik geef niet op
W.S. heeft nooit problemen gehad met het GAK. Gelukkig kan hij nu zijn werkbriefjes eens per maand schriftelijk indienen. “Ik heb wel eens ruzie gemaakt met zo’n mannetje die me op een feestdag drie uur liet rijden om mijn werkbriefje te komen inleveren. Toen ik daar kwam kon ik het afgeven aan de portier want hij had een vrije dag. Zulke dingen gebeuren allemaal met je, maar langzamerhand gaat dat over. Ik maak me er niet meer druk over. Ik heb alle werkgevers in de regio al gehad en solliciteer op elke baan die in aanmerking komt. Ik geef niet op, maar ik ben te oud,” zegt hij nuchter.
In een traject wil W.S. niet meer. “Daar gaan ze je weer leuk bezighouden of je moet 2 woorden aan je c.v. veranderen. Ik heb geen zin om met iemand van 20, 30 jaar oud weer aan mezelf te werken. Als ze nou zeggen: joh, je doet een maand een cursus en dan kan je aan het werk, dan zeg ik: akkoord, ik ga mee.1”
Rotbaantjes
“Als je ziet waar die begeleiding van zo’n reïntegratiebedrijven eigenlijk op neerkomt. Veel mensen hebben zoveel meegemaakt, voor hen hoeft het niet meer. Die zijn alleen maar bang om gekort te worden op hun uitkering of dat ze in een of ander rotbaantje terechtkomen als ze niet meewerken.
Want het gaat toch hoofdzakelijk om het scoren, van we hebben wat mensen aan het werk gezet. Maar als die na een half jaar weer op straat staan kunnen ze die geen vervolg geven.12”
Werkobject
“Ze zitten nou wel te rotzooien om die WAO van de baan te krijgen, maar dit is gewoon werken met de botte bijl.”
H.V. (51) bladert in het gebruikelijke dikke pak brieven, waarvan die van het GAK uitblinken in onleesbaarheid. V. zit sinds ‘85 in de WAO voor 25-35%. Hij vist uit de stapel een fraai certificaat, dat getuigt van het behalen van het theorie-examen vorkhefchauffeur, in 1998. Het praktijkexamen heeft hij niet gehaald omdat hij niet snel genoeg was 10. “Dat was wel een grote teleurstelling. Ik kon wel herexamen doen, maar dat moest ik zelf betalen. Daarna heb ik van Arbeidsintegratie nooit meer iets gehoord.”
PTT
In sept. 2000 krijgt V. een verwijzing naar reïntegratiebureau CAT. Hij ontvangt er een vel papier krijgt waarop in fraaie bewoordingen wordt uitgelegd ‘wat CAT allemaal voor u kan doen’, onder andere de begeleiding naar werk. Tot nu toe is dat niet gelukt.
Begin oktober komt zijn consulent van CAT op huisbezoek voor een gesprek.
“Het klonk allemaal wel goed en zij zou er vaart achter zetten om mij weer aan het werk te helpen. Op 12 oktober had ik weer een afspraak bij het CAT. Toen heeft mijn consulent toegezegd werk te zoeken in de groenvoorziening. Dat leek mij leuk. Maar er is niet veel van terechtgekomen. Ik kreeg wel een folder mee over de Wiw. Daar begrijp ik niets van- dat verhaaltje is mij te ingewikkeld.”
V. bedenkt dan, dat hij wel bij de PTT kan solliciteren voor postbesteller 10. Zelf stelt hij een sollicitatiebrief op, die hij bij het CAT eerst laat lezen voordat hij hem opstuurt. Helaas, de PTT heeft geen personeel nodig.
Geen uitstraling
In april 2001 wordt hij weer uitgenodigd voor een gesprek bij de PTT. Wanneer hij twee dagen later op de afspraak verschijnt, blijkt degene die hem heeft uitgenodigd niet meer op die functie te zitten. Weggepromoveerd. Toch heeft V. een gesprek met een andere personeelswerker binnen het bedrijf. Maar die ziet het niet zitten met V.. Hem lijkt de afstand van huis naar werk te groot om het op de lange duur vol te kunnen houden. “Het eerste half jaar zou ik hulppostbode worden, zonder een onkostenvergoeding. Pas daarna kon vaste aanstelling worden gegeven. Dus die meneer van de PTT zei, ga naar Venray, dat is dichterbij. Dat heb ik toen gedaan, maar daar zagen ze het ook niet zitten. Trouwens, in Venray zou ik veel minder per uur verdienen. Hoe dat kan snap ik ook niet.”
Het CAT greep in. Zijn consulent ging met V. naar de PTT. Er werd afgesproken, dat hij een proefperiode kreeg. Dat wou hij wel.
Toch gaat deze afspraak ook niet door. De PTT laat weten genoeg personeel te hebben. “Ze waren bang dat ik het werk niet aan zou kunnen en ik had te weinig uitstraling,” zegt V. gelaten.
Hij gaat verder: “t Werkt toch allemaal niet zoals het hoort. Eerst ga je ergens solliciteren, maar dan moet je dat eerst met het GAK overleggen of het wel kan met je WAO. Tegen die tijd is de baan al vergeven. Daar erger ik me nou zo aan.”
Weinig interesse
Nu knipt hij zelf advertenties uit. “De medewerkster van het reïntegratiebureau vroeg laatst of ik zelf nog wat had gevonden. Ik liet ze aan haar zien. Ze maakte er geen aantekeningen van. De volgende dag wist ze niets meer van die advertenties. Ze zei: ‘ik krijg er zoveel, dat kan ik me niet meer herinneren. Dit bedrijf ken ik helemaal niet’. Het komt allemaal zo incompleet over,” vindt hij.
Eind mei vond V. zelf nog twee vacatures in de krant. Eén in de groenvoorziening via een uitzendbureau en één als productiemedewerker. Hij maakte een kopietje van beide advertenties en stuurde ze op naar het CAT. Donderdagochtend belde zijn consulent hem op: zij kon deze week niets meer voor hem doen. Ook niet de komende drie weken want ze ging op vakantie. “Ik heb het idee dat ik een werkobject ben voor CAT. Het lijkt wel alsof ze haar tijd vol zit te maken met mij en andere mensen. Wat moet ik hier nou mee,” zegt V..
Jongensdroom
Het valt soms niet mee om anderen ervan te overtuigen dat je weet wat je wilt en je moet van goeden huize komen om zó lang vol te houden dat je toch de nodige medewerking krijgt.
Drie jaar geleden, in juni 1997, werd zelfstandig ondernemer K.P. (54) ziek: burn-out syndroom. Hij kwam bij het GAK in de WAZ. Na intensieve begeleiding krabbelde hij langzamerhand weer overeind. Eind1998 wilde P. weer gaan werken, maar nooit meer terug in zijn oude vak van bouwkundig ingenieur. Hij wilde zijn jongensdroom verwezenlijken: internationaal vrachtwagenchauffeur worden.
Wij kunnen niets voor u doen
Daarvoor moest hij eerst zijn groot rijbewijs halen. Hij had bedacht dat via de wet Rea er een mogelijkheid voor hem was om weer aan het werk te komen en meldde zich bij zijn arbeidsdeskundige van het GAK. Die vond het geen goed idee. P.: “Ik was voor 80 – 100% afgekeurd dus ik moest maar eens leuke dingen gaan doen1. Voor arbeidsintegratie kwam ik niet in aanmerking.” Maar daar was P. het niet mee eens. Na lang aanhouden en een aantal gesprekken ging de arbeidsdeskundige overstag en gaf hem op voor arbeidsintegratie bij reïntegratiebedrijf Passage, dat tegenwoordig deel uitmaakt van Kliq.
Intussen zat P. niet stil en haalde maar vast op eigen kosten zijn rijbewijs C voor vrachtwagenchauffeur. “Eigenlijk ging het allemaal wat te snel, maar ik had de geraniums al lang genoeg water gegeven en de hond lag te zuchten omdat-ie weer mee uit moest,” vertelt hij. “Ik ging daarom ook maar eens langs bij het Arbeidsbureau. Daar bieden ze ook leuke cursussen aan werkzoekenden. ‘Wij kunnen niets voor u doen, want u bent arbeidsongeschikt’, zeiden ze daar.”
Hulpverlening is wachten
Na verloop van tijd werd P. opgeroepen door bureau Passage. Op de vraag wat zijn wensberoep was vertelde hij, dat hij internationaal vrachtwagenchauffeur wilde worden. “Het leek hun helemaal geen goed idee,” zegt P., “Ik zou dan ver beneden mijn niveau tussen allerlei ongeletterde mensen zitten en me beslist niet gelukkiger gaan voelen1.”
Hij liet zich niet van zijn stuk brengen en duwde door. Voor de zekerheid liet bureau Passage P. een psychologische test doen, waarvan de uitslag was dat hij vrachtwagenchauffeur wilde en kon worden. Ondanks de testuitslag vond het testbureau hem echter toch niet geschikt voor dit beroep2. Men dacht meer aan het beroep van calculator of iets dergelijks. P. gaf geen krimp, “Daar griezel ik van,” zegt hij, “Ik krijg al kippenvel bij de gedachte ergens op een kantoor te moeten gaan zitten. Trouwens, ook daarvoor moet ik worden omgeschoold en studeren kan ik niet meer sinds ik ziek ben geweest.” Daarmee was ook deze testperiode op niets uitgelopen. Het testbureau zond een eindrapport naar bureau Passage. “Weer wekenlang wachten6 op een gesprek bij Passage. Hulpverlening is wachten,” is zijn conclusie.
“Passage voerde de gesprekken nu op basis van het testrapport, dus men wilde mij niet helpen bij mijn wens om vrachtwagenchauffeur te worden3. Na een paar gesprekken zei ik uiteindelijk: ik ga mijn eigen weg wel. Je hoort nog wel van me.”
Boete
En zo gebeurde het. Op eigen initiatief behaalde P. zijn rijbewijs E. Na een spoedcursus slaagde hij in juli 2000 bij de eerste keer afrijden voor zijn examen. Nu kon hij ook een vrachtwagen met oplegger besturen. Inmiddels had hij contact met een transportbedrijf waarvoor hij parttime ritten kon gaan rijden. Het bedrijf ging akkoord met de gesubsidieerde Rea-regeling en zo begon P. aan zijn chauffeursbestaan. Hij werkte 2½ dag per week en viel daardoor nog netjes binnen zijn uitkering (minimumloon).
Dreigbrieven
Het bedrijf was tevreden over hem en bood hem na de proefperiode van drie maanden een vast contract binnen de Rea. “Het GAK was meteen gealarmeerd en stuurde mij een heel vervelende brief waarin ze dreigden dat ik een boete zou krijgen als ik ging bijverdienen! 8“ zegt P. verbolgen. Hij legt uit: “Verder was de zaak helaas niet zo gemakkelijk te regelen. Een contract van 20 of 30 uur per week bleek teveel voor mij. Ik kan nog niet uit de uitkering, dat is voor mij nog veel te riskant. Dus heb ik een middagje zitten uitrekenen dat ik niet meer dan 10 uur mag werken om in de uitkering te kunnen blijven. De werkgever ging akkoord en meldde mij vervolgens aan bij het GAK voor de Rea, zoals het hoort. Daarover kreeg ik van het GAK onmiddellijk een brief thuis met de tekst: ‘wij hebben geconstateerd dat u werkt’. Ze hielden meteen mijn uitkering in8. Ik was woedend. Ik heb natuurlijk per omgaande op gereageerd en toen heeft het GAK het, zonder excuus of wat dan ook, weer rechtgezet.”
Integratiekosten
“Intussen was iedereen aan mij aan het verdienen: bureau Passage voor de begeleiding die ze niet eens uitvoerden, de werkgever met de subsidie, en ikzelf werkte voor een minimuminkomen.” gaat P. verder. “Ik belde daarom Passage maar weer eens op om te zeggen dat ik mijn rijbewijzen had en ook een baan. Ik dacht, dat ze nu de door mij gemaakte kosten voor de studie wel konden vergoeden. Ook voor de cursus ADR (gevaarlijke stoffen), die ik nu moet doen. Helaas, dat kon niet meer, want dat had ik eerst moeten vragen12. Maar toen ik het vroeg vonden ze mij te snugger voor de vrachtwagen!” Na lang aandringen beloofde bureau Passage de aanvraag voor studiekostenvergoeding door te sluizen naar het GAK en over een maand of 4 wel eens verder kijken. P.: “Na maanden wachten zocht ik contact met een arbeidsdeskundige bij het GAK die ik al vaker had gesproken. Deze man was zelf bekend met het vak van vrachtwagenchauffeur en hij kende ook hoger opgeleide mensen die al jaren heel gelukkig in het transport zaten. Hij zei: weet je wat, ik geef een positief advies af en je krijgt je opleiding helemaal vergoed. Klaar.”
Inmiddels is het geld nog steeds niet binnen. Na lang wachten en vervolgens een zoektocht in de burelen van het GAK bleek het formulier onder op een stapel te zijn terechtgekomen. Reden: er was geen officieel aanvraagformulier was ingevuld.
Aan het handje
P.: “Vanaf het moment dat je in een uitkering zit wordt je geacht niet meer zelfstandig na te denken. Dat doen zij wel voor je3. Je wordt bij het handje gepakt en op je vijftigste op een werkervaringsplaats gezet.”
Een grote puinhoop
Al bijna vier jaar lang wordt er gesleuteld aan het reïntegratieproces van H.W. Uitgescholden, genegeerd, ondergewaardeerd en aan het lijntje gehouden: niets kan hem nog verbazen.
W. ( 52) is één van de velen, die niet met name genoemd wil worden. Hij denkt dat publicatie van zijn verhaal nadelig zou kunnen werken voor hem. Hij heeft al teveel meegemaakt. Maar eerst een korte samenvatting van de situatie.
H. werd in februari 1989 voor 80-100% afgekeurd en kreeg een WAO-uitkering. In het begin van die tijd deed H. via Cadans nog een test om te kijken of hij in aanmerking kon komen voor de werk. Hij was echter nog niet hersteld en mocht niet werken. Vervolgens hoorde hij niets meer van Cadans.
Vrijwilligerswerk
In 1995 was W. weer zodanig hersteld, dat hij wilde uitzoeken wat hij nog aankon. Hij begon bij Vluchtelingenwerk Nederland als vrijwilliger. Gaandeweg werkte hij daar steeds meer uren en ontwikkelde zich op veel terreinen.
Afgewezen door Cadans
Een poging tot bijscholing ondernam W., door in 1996 een consulent van Cadans te vragen om een training voor het leren omgaan met studiemateriaal. “Ik dacht, ik ga me vast voorbereiden op omscholing voor de arbeidsmarkt, vertelt hij. “Na een tijd kreeg ik een afwijzing daarop. Ik was te oud en ik was eerder al afgewezen voor de werkvoorziening. Daar heb ik toen een bezwaar tegen ingediend. De arbeidsdeskundige die ik daarna sprak, de zoveelste, stelde mij in het gelijk en liet mij een beroepstest doen. Helaas kwam ik daar heel slecht uit en lag de zaak weer stil.”
Al die tijd werkte W. als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland. “Eind 1998 was dat langzamerhand opgelopen tot drie dagen per week. Ik meende, dat de tijd gekomen was om mij te oriënteren op het ‘echte’ werk. Want vrijwilligerswerk is volgens Cadans geen echt werk, weet je,” zegt W.. Hij vroeg daarom Cadans om ingezet te worden op een Rea-traject. Na twee maanden6 werd hij verwezen naar GAK Arbeidsintegratie, waar een aantal gesprekken plaatsvonden met een arbeidsdeskundige. “Hij bood me eens een Melkert-baan aan10. Ik heb toen eerst advies gevraagd aan een kennis van mij, die zelf consulent is. Hij zei: begin nooit aan een Melkert-baan; als je daar eenmaal in zit kom je er nooit meer uit, 5” vertelt W.. “Bovendien heb ik bij Vluchtelingenwerk toch jarenlang op Hbo-niveau gewerkt en iets opgebouwd. Ik wil op dat niveau nu natuurlijk verder gaan.”
Herkeuringsronde
Ondertussen had de minister besloten alle WAO’ers te herkeuren. W. was in september 1997 aan de beurt. “De verzekeringsdeskundige van Cadans, waar ik moest verschijnen, moest beoordelen hoe ik in mijn vel zat. Hij zat een beetje te bladeren in mijn dikke dossier en vroeg mij af en toe wat. Hij bleek niets van mij af te weten. Maar aangezien hij in hooguit drie kwartier moest beoordelen wat ik wel of niet zou kunnen3, moet hij in zijn hoofd al een idee hebben gehad over het advies dat hij aan de arbeidskundige zou gaan doorgeven. Alleen vertelde hij mij dat natuurlijk niet.5”
U krijgt niets van mij
Vervolgens nodigt Cadans H.W. uit om bij een arbeidsdeskundige te komen om een belastbaarheidsprofiel op te stellen. H. vertelt: “Hij zag geen enkele beperking voor mij om weer aan het werk te gaan. Hij zei, dat ik op 13 maart 2000 voor 100% in de WW zou gaan. Ik vroeg wat dat inhield en of ik dan begeleiding kreeg. Hij zei, ‘u krijgt geen cent van mij’! Ik moest het zelf maar uitzoeken5. Ik wilde bijvoorbeeld wel een computeropleiding om meer kans te hebben op de arbeidsmarkt. Nee, ik kreeg ook geen opleiding van hem. Ik moest mijn eisen maar op een lijstje zetten en naar het Arbeids