Hervatting Dexia-procedures op verzoek van gedupeerden
Geplaatst: 20 mar 2006 08:37
Hervatting Dexia-procedures op verzoek van gedupeerden
Dexia heeft alle lopende rechtszaken stilgelegd in afwachting van een beslissing van het gerechtshof Amsterdam. De bank heeft het hof verzocht om de Duisenberg-regeling verbindend te verklaren voor alle lease-beleggers die daarvoor in aanmerking komen. De wet kent een aantal gronden waarop gedupeerden kunnen verzoeken om te mogen doorprocederen.
Procedures stilgelegd
Door het stilleggen van de procedures moeten gedupeerden noodgedwongen maanden wachten op een beslissing van het Amsterdamse hof, voordat zij verder kunnen procederen. Er zijn ook gedupeerden die nu al hebben aangegeven gebruik te zullen maken van de zogenaamde "opt-out"-mogelijkheid indien het hof de Duisenberg-regeling algemeen verbindend mocht verklaren. In dat geval is een gedupeerde niet gebonden aan de schaderegeling, en kan hij zijn zaak voortzetten.
De procedure bij het hof Amsterdam waardoor individuele rechtszaken worden stilgelegd, is gebaseerd op een nieuwe wet, de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade (WCAM). Het staat overigens nog lang niet vast of het hof het verzoek inderdaad zal toewijzen. Het hof moet antwoord geven op enkele belangrijke vragen: of de toegekende schadevergoeding redelijk is, of de belangen van gedupeerden voldoende gewaarborgd zijn, en of de betrokken belangenorganisaties (Leaseverlies, Eegalease, Consumentenbond, VEB) voldoende representatief zijn. JuroFoon is van mening dat het hof bovenstaande vragen met 'nee' dient te beantwoorden en dus het verzoek van Dexia moet afwijzen. Zie verder over deze kwestie het artikel: "Duisenberg-regeling voor alle gedupeerden?" van 7 december 2005.
Het is eigenlijk belachelijk dat zoveel gedupeerden moeten wachten terwijl ze nu al zeker weten dat ze willen doorprocederen. Dexia heeft in alle lopende rechtszaken een verzoek ingediend om de betreffende zaak van de rol te halen. Veel gedupeerden zijn het hier niet mee eens omdat zij via de rechter een grotere schadevergoeding kunnen eisen dan waarop zij op grond van de Duisenberg-regeling aanspraak maken. De Duisenberg-regeling voorziet in (gedeeltelijke) kwijtschelding van de restschuld, terwijl gedupeerden via de rechter ook de betaalde inleg kunnen terugvorderen. Andere gedupeerden willen doorprocederen omdat zij niet eens in aanmerking komen voor de regeling.
Nu al doorprocederen?
Hoe reageren rechters in individuele zaken op een verzoek van een gedupeerde om de rechtszaak nu te hervatten? Er zijn vijf gronden waarop een procedure kan worden hervat, te vinden in artikel 1015 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv):
a) Andere schadevergoeding: wanneer andere schadevergoeding wordt gevorderd waarin de Duisenberg-regeling niet voorziet.
b) Opt-out: wanneer de gedupeerde een opt-out-verklaring heeft afgelegd.
c) Afwijzing verzoek: wanneer vaststaat dat het hof het verzoek van Dexia tot verbindendverklaring van de Duisenberg-regeling niet zal toewijzen.
d) Opzegging: wanneer Leaseverlies en de overige partijen de overeenkomst met Dexia opzeggen omdat de regeling voor te weinig gedupeerden soelaas mocht blijken te bieden.
e) Langdurigheid: wanneer de behandeling door het hof onaanvaardbaar lang gaat duren.
Uit de weinige uitspraken die tot nu toe bekend zijn komt het volgende beeld naar voren:
Duisenberg-regeling niet van toepassing
Kantonrechter Leiden, 25-01-2006, LJN:AV2149
Het ging in deze zaak om het aandelenlease-product "Overwaarde Effect", een depotlease-constructie die niet voor de Duisenberg-regeling in aanmerking komt. Nadat de gedupeerden bezwaar hadden gemaakt tegen de schorsing en Dexia daarop niet reageerde, heeft de kantonrechter de procedure voortgezet.
Andere schadevergoeding (a-grond)
De wet zelf maakt niet duidelijk wat "andere schadevergoeding" is. De Memorie van Toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel vermeldt als voorbeeld het geval waarin zaakschade wordt gevorderd terwijl de overeenkomst alleen in vergoeding van letselschade voorziet. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen schades die al vaststaan en (toekomstige) schades die nog niet vaststaan. Denk bijvoorbeeld aan asbestslachtoffers die pas na jaren ziek worden.
Specifiek met betrekking tot aandelenlease zou een onderscheid gemaakt kunnen worden tussen de verschillende schades:
Ruimere schadevergoeding
De Duisenberg-regeling voorziet in de meeste gevallen in een kwijtschelding van 67% van de restschuld. De gedupeerde zou kunnen aanvoeren dat de overige 33%, die voor eigen rekening blijft, andere schadevergoeding is waarvoor hij wil doorprocederen.
Inleg
Gedupeerden die gebruik maken van de Duisenberg-regeling krijgen de betaalde inleg niet terug, terwijl rechters dit ook als schade aanmerken. De inleg is andere schade dan de ontstane restschuld.
Terugbetaling is geen schadevergoeding
Wanneer een aandelenleasecontract nietig (wegens de ontbrekende Wck-vergunning) of vernietigbaar (wegens de ontbrekende handtekening van de partner) is, dan ontstaan ongedaanmakingsverplichtingen: Dexia moet de door de belegger betaalde bedragen teruggeven. Juridisch gezien betaalt Dexia dan geen schadevergoeding.
Overige schade
De belegger die Dexia aansprakelijk stelt wegens onrechtmatig handelen, kan in beginsel vergoeding eisen voor andere schadeposten. Denk bijvoorbeeld aan misgelopen kredietrente, kosten van rechtsbijstand, schadevergoeding wegens hogere hypotheeklasten door BKR-notering, enzovoort.
Terugbetaling inleg
Kantonrechter Breda, 15-02-2006, LJN: AV1913
De partner van de gedupeerde heeft het aandelenlease-contract vernietigd wegens het ontbreken van haar handtekening. De rechter had al de vordering tot betaling van de restschuld afgewezen, de gedupeerde eist nu de betaalde inleg terug van Dexia. De gedupeerde wil doorprocederen omdat de Duisenberg-regeling alleen zijn restschuld kwijtscheldt, maar geen recht geeft op terugbetaling van de inleg. Dexia beweert - tegen beter weten in - dat de Duisenberg-regeling wél voorziet in de teruggave van de inleg. De kantonrechter:
Dexia heeft geen specifieke bepaling van de WCAM-overeenkomst genoemd waarin een regeling is opgenomen omtrent de vergoeding van de schade aan de klant door Dexia bestaande in de (gedeeltelijke) (terug)betaling van de termijnbedragen. De kantonrechter is vooralsnog niet gebleken de de "Vergoeding" in de WCAM-overeenkomst op deze vordering van de klant ziet.
Dexia moet nu de specifieke vindplaats aanwijzen waaruit blijkt dat terugbetaling van de inleg wél is geregeld. Dat kan Dexia uiteraard niet want dat staat er gewoon niet in, maar de bank weet op deze manier wel weer een rechtszaak met enkele maanden onnodig te vertragen.
Samenhang tussen vorderingen
Rechtbank Arnhem, 04-01-2006, LJN: AV2036
Dexia vordert betaling van de restschuld, de gedupeerde wil kwijtschelding van de restschuld en terugbetaling van betaalde maandtermijnen. De gedupeerde wil doorprocederen omdat de Duisenberg-regeling alleen kwijtschelding van de restschuld regelt. De rechtbank wijst het beroep op de a-grond (andere schadevergoeding) af:
Naar het oordeel van de rechtbank hangen de vordering in conventie en in reconventie nauw samen en kunnen deze niet los van elkaar beschouwd en beoordeeld worden. De Duisenberg-regeling ziet op de financiële afwikkeling van aandelenleaseovereenkomsten, in het kader waarvan finale kwijting over een weer wordt verleend, en daarmede op het geschil in volle omvang. De Duisenberg-regeling heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook mede betrekking op de door gevorderde schadevergoeding, hoewel de Duisenberg-regeling daarin niet uitdrukkelijk voorziet.
Opt-out (b-grond)
In bovenstaande zaak stelt de gedupeerde dat zij nu al zeker weet dat zij, mocht het hof Amsterdam de regeling algemeen verbindend verklaren, gebruik zal maken van de opt-out-mogelijkheid om niet aan de Duisenberg-regeling gebonden te zijn De rechtbank Arnhem oordeelt dat een beroep op de b-grond (opt-out) nog niet aan de orde is:
De gedaagde In de brief van 2 december 2005 wordt tevens aangegeven dat gebruik zal maken van de mogelijkheid genoemd in artikel 7:908 lid 2 BW, met de juiste toevoeging dat de daarin bepaalde termijn waarbinnen kan aangeven niet aan de eventuele verbindendverklaring gebonden te willen zijn, nog niet is aangevangen. Dit vormt derhalve (thans) geen grond voor hervatting van de procedure.
De rechtbank verplaatst de zaak naar de parkeerrol van 3 oktober 2007 (!). Dat moet erg frustrerend zijn om nog bijna twee jaar te moeten wachten terwijl je toch al weet dat je geen gebruik gaat maken van de Duisenberg-regeling.
Ook in een andere zaak (Rechtbank Almelo, 01-02-2006, LJN: AV0611) had de gedupeerde aangegeven zeker gebruik te zullen maken van de opt-out-mogelijkheid. De rechter vindt dat een gedupeerde op deze grond geen bezwaar kan maken, omdat de termijn van de opt-out-mogelijkheid nog niet is ingegaan.
Langdurigheid (e-grond)
In de zaak Rechtbank Almelo, 01-02-2006, LJN: AV0611 had de gedupeerde gesteld dat vaststaat dat de procedure bij het hof Amsterdam lang zal duren en dat het schorsingsverzoek van Dexia misbruik van recht oplevert (e-grond). De rechtbank Almelo vindt dat het nu nog te vroeg is om te zeggen dat de procedure in Amsterdam onaanvaardbaar lang zal duren. Daarnaast is de e-grond vooral bedoeld voor gedupeerden die in financiële nood komen wanneer ze te lang op hervatting zouden moeten wachten.
Doorprocederen in hoger beroep
Gerechtshof Arnhem, 27-12-2005, LJN: AU9207
Dit is een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo van 13 april 2005, LJN: AU6115. De gedupeerde kreeg bij de rechtbank 85% van zijn restschuld kwijtgescholden, terwijl de Duisenberg-regeling slechts 67% biedt. De rechtbank Almelo voert een zeer eigenzinnig beleid waarover JuroFoon eerder een artikel schreef, zie: "Rechtbank Almelo negeert aangevoerde argumenten in aandelenlease-zaken". Wanneer een rechtbank zo'n eigenaardig en afwijkend beleid voert, is een oordeel van het hof in hoger beroep zeer gewenst. Desondanks besloot het hof Arnhem om de bezwaren van de gedupeerde tegen het schorsingsverzoek van Dexia te verwerpen.
De gedupeerde had meerdere bezwaren:
1. De Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade zou niet van toepassing zijn, onder meer omdat in dit geval geen sprake is van vorderingen uit onrechtmatige daad. Het hof Arnhem oordeelt dat het hof Amsterdam deze vraag moet beantwoorden.
2. De rechtszaak zou niet door het enkele indienen van een akte tot schorsing al geschorst worden. Het Arnhemse hof wijst dit bezwaar van de hand:
De akte tot schorsing bewerkstelligt in beginsel uit zichzelf het stilleggen van de procedure, zij het dat rekening moet worden gehouden met uitzonderingsgevallen, zoals gevallen van misbruik van procesrecht. Daarom is de wederpartij van Dexia in de gelegenheid gesteld op de akte tot schorsing te reageren.
3. Met het schorsen van procedures zou Dexia misbruik van procesrecht maken. Er is immers al een vonnis van de rechtbank geweest en op de site dexialease.nl staat dat de gedupeerde bij een definitief vonnis niet meer in aanmerking komt voor de Duisenberg-regeling. Het hof wijst er op dat de uitzondering alleen geldt bij een onherroepelijk vonnis. En over het vermeende misbruik van procesrecht:
Dat de schorsing uitsluitend ten doel heeft in zijn belang bij voortgang van het hoger beroep te treffen, is niet gebleken. Ook overigens is de schorsing niet in strijd met een behoorlijke rechtsorde.
Overige gronden
Er zijn geen uitspraken bekend waarin de c-grond (wanneer vaststaat dat het hof het verzoek van Dexia niet zal toewijzen) en de d-grond (wanneer Leaseverlies en de overige partijen de overeenkomst met Dexia opzeggen) worden aangevoerd. Deze gronden maken naar hun aard - vooralsnog - geen kans van slagen.
Conclusie
In de meeste gevallen zullen gedupeerden die in een procedure tegen Dexia verwikkeld zijn, moeten wachten totdat het Amsterdams hof een beslissing heeft genomen. Alleen wanneer een gedupeerde aannemelijk maakt dat in zijn geval de Duisenberg-regeling niet van toepassing is, zal een rechter geneigd zijn de procedure te hervatten. Wanneer een gedupeerde in beginsel wél onder de regeling valt, kan alleen de a-grond (andere schadevergoeding) gebruikt worden om door te procederen. Het ligt dan aan de rechter wat hij onder "andere schadevergoeding" verstaat.
Dexia heeft alle lopende rechtszaken stilgelegd in afwachting van een beslissing van het gerechtshof Amsterdam. De bank heeft het hof verzocht om de Duisenberg-regeling verbindend te verklaren voor alle lease-beleggers die daarvoor in aanmerking komen. De wet kent een aantal gronden waarop gedupeerden kunnen verzoeken om te mogen doorprocederen.
Procedures stilgelegd
Door het stilleggen van de procedures moeten gedupeerden noodgedwongen maanden wachten op een beslissing van het Amsterdamse hof, voordat zij verder kunnen procederen. Er zijn ook gedupeerden die nu al hebben aangegeven gebruik te zullen maken van de zogenaamde "opt-out"-mogelijkheid indien het hof de Duisenberg-regeling algemeen verbindend mocht verklaren. In dat geval is een gedupeerde niet gebonden aan de schaderegeling, en kan hij zijn zaak voortzetten.
De procedure bij het hof Amsterdam waardoor individuele rechtszaken worden stilgelegd, is gebaseerd op een nieuwe wet, de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade (WCAM). Het staat overigens nog lang niet vast of het hof het verzoek inderdaad zal toewijzen. Het hof moet antwoord geven op enkele belangrijke vragen: of de toegekende schadevergoeding redelijk is, of de belangen van gedupeerden voldoende gewaarborgd zijn, en of de betrokken belangenorganisaties (Leaseverlies, Eegalease, Consumentenbond, VEB) voldoende representatief zijn. JuroFoon is van mening dat het hof bovenstaande vragen met 'nee' dient te beantwoorden en dus het verzoek van Dexia moet afwijzen. Zie verder over deze kwestie het artikel: "Duisenberg-regeling voor alle gedupeerden?" van 7 december 2005.
Het is eigenlijk belachelijk dat zoveel gedupeerden moeten wachten terwijl ze nu al zeker weten dat ze willen doorprocederen. Dexia heeft in alle lopende rechtszaken een verzoek ingediend om de betreffende zaak van de rol te halen. Veel gedupeerden zijn het hier niet mee eens omdat zij via de rechter een grotere schadevergoeding kunnen eisen dan waarop zij op grond van de Duisenberg-regeling aanspraak maken. De Duisenberg-regeling voorziet in (gedeeltelijke) kwijtschelding van de restschuld, terwijl gedupeerden via de rechter ook de betaalde inleg kunnen terugvorderen. Andere gedupeerden willen doorprocederen omdat zij niet eens in aanmerking komen voor de regeling.
Nu al doorprocederen?
Hoe reageren rechters in individuele zaken op een verzoek van een gedupeerde om de rechtszaak nu te hervatten? Er zijn vijf gronden waarop een procedure kan worden hervat, te vinden in artikel 1015 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv):
a) Andere schadevergoeding: wanneer andere schadevergoeding wordt gevorderd waarin de Duisenberg-regeling niet voorziet.
b) Opt-out: wanneer de gedupeerde een opt-out-verklaring heeft afgelegd.
c) Afwijzing verzoek: wanneer vaststaat dat het hof het verzoek van Dexia tot verbindendverklaring van de Duisenberg-regeling niet zal toewijzen.
d) Opzegging: wanneer Leaseverlies en de overige partijen de overeenkomst met Dexia opzeggen omdat de regeling voor te weinig gedupeerden soelaas mocht blijken te bieden.
e) Langdurigheid: wanneer de behandeling door het hof onaanvaardbaar lang gaat duren.
Uit de weinige uitspraken die tot nu toe bekend zijn komt het volgende beeld naar voren:
Duisenberg-regeling niet van toepassing
Kantonrechter Leiden, 25-01-2006, LJN:AV2149
Het ging in deze zaak om het aandelenlease-product "Overwaarde Effect", een depotlease-constructie die niet voor de Duisenberg-regeling in aanmerking komt. Nadat de gedupeerden bezwaar hadden gemaakt tegen de schorsing en Dexia daarop niet reageerde, heeft de kantonrechter de procedure voortgezet.
Andere schadevergoeding (a-grond)
De wet zelf maakt niet duidelijk wat "andere schadevergoeding" is. De Memorie van Toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel vermeldt als voorbeeld het geval waarin zaakschade wordt gevorderd terwijl de overeenkomst alleen in vergoeding van letselschade voorziet. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen schades die al vaststaan en (toekomstige) schades die nog niet vaststaan. Denk bijvoorbeeld aan asbestslachtoffers die pas na jaren ziek worden.
Specifiek met betrekking tot aandelenlease zou een onderscheid gemaakt kunnen worden tussen de verschillende schades:
Ruimere schadevergoeding
De Duisenberg-regeling voorziet in de meeste gevallen in een kwijtschelding van 67% van de restschuld. De gedupeerde zou kunnen aanvoeren dat de overige 33%, die voor eigen rekening blijft, andere schadevergoeding is waarvoor hij wil doorprocederen.
Inleg
Gedupeerden die gebruik maken van de Duisenberg-regeling krijgen de betaalde inleg niet terug, terwijl rechters dit ook als schade aanmerken. De inleg is andere schade dan de ontstane restschuld.
Terugbetaling is geen schadevergoeding
Wanneer een aandelenleasecontract nietig (wegens de ontbrekende Wck-vergunning) of vernietigbaar (wegens de ontbrekende handtekening van de partner) is, dan ontstaan ongedaanmakingsverplichtingen: Dexia moet de door de belegger betaalde bedragen teruggeven. Juridisch gezien betaalt Dexia dan geen schadevergoeding.
Overige schade
De belegger die Dexia aansprakelijk stelt wegens onrechtmatig handelen, kan in beginsel vergoeding eisen voor andere schadeposten. Denk bijvoorbeeld aan misgelopen kredietrente, kosten van rechtsbijstand, schadevergoeding wegens hogere hypotheeklasten door BKR-notering, enzovoort.
Terugbetaling inleg
Kantonrechter Breda, 15-02-2006, LJN: AV1913
De partner van de gedupeerde heeft het aandelenlease-contract vernietigd wegens het ontbreken van haar handtekening. De rechter had al de vordering tot betaling van de restschuld afgewezen, de gedupeerde eist nu de betaalde inleg terug van Dexia. De gedupeerde wil doorprocederen omdat de Duisenberg-regeling alleen zijn restschuld kwijtscheldt, maar geen recht geeft op terugbetaling van de inleg. Dexia beweert - tegen beter weten in - dat de Duisenberg-regeling wél voorziet in de teruggave van de inleg. De kantonrechter:
Dexia heeft geen specifieke bepaling van de WCAM-overeenkomst genoemd waarin een regeling is opgenomen omtrent de vergoeding van de schade aan de klant door Dexia bestaande in de (gedeeltelijke) (terug)betaling van de termijnbedragen. De kantonrechter is vooralsnog niet gebleken de de "Vergoeding" in de WCAM-overeenkomst op deze vordering van de klant ziet.
Dexia moet nu de specifieke vindplaats aanwijzen waaruit blijkt dat terugbetaling van de inleg wél is geregeld. Dat kan Dexia uiteraard niet want dat staat er gewoon niet in, maar de bank weet op deze manier wel weer een rechtszaak met enkele maanden onnodig te vertragen.
Samenhang tussen vorderingen
Rechtbank Arnhem, 04-01-2006, LJN: AV2036
Dexia vordert betaling van de restschuld, de gedupeerde wil kwijtschelding van de restschuld en terugbetaling van betaalde maandtermijnen. De gedupeerde wil doorprocederen omdat de Duisenberg-regeling alleen kwijtschelding van de restschuld regelt. De rechtbank wijst het beroep op de a-grond (andere schadevergoeding) af:
Naar het oordeel van de rechtbank hangen de vordering in conventie en in reconventie nauw samen en kunnen deze niet los van elkaar beschouwd en beoordeeld worden. De Duisenberg-regeling ziet op de financiële afwikkeling van aandelenleaseovereenkomsten, in het kader waarvan finale kwijting over een weer wordt verleend, en daarmede op het geschil in volle omvang. De Duisenberg-regeling heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook mede betrekking op de door gevorderde schadevergoeding, hoewel de Duisenberg-regeling daarin niet uitdrukkelijk voorziet.
Opt-out (b-grond)
In bovenstaande zaak stelt de gedupeerde dat zij nu al zeker weet dat zij, mocht het hof Amsterdam de regeling algemeen verbindend verklaren, gebruik zal maken van de opt-out-mogelijkheid om niet aan de Duisenberg-regeling gebonden te zijn De rechtbank Arnhem oordeelt dat een beroep op de b-grond (opt-out) nog niet aan de orde is:
De gedaagde In de brief van 2 december 2005 wordt tevens aangegeven dat gebruik zal maken van de mogelijkheid genoemd in artikel 7:908 lid 2 BW, met de juiste toevoeging dat de daarin bepaalde termijn waarbinnen kan aangeven niet aan de eventuele verbindendverklaring gebonden te willen zijn, nog niet is aangevangen. Dit vormt derhalve (thans) geen grond voor hervatting van de procedure.
De rechtbank verplaatst de zaak naar de parkeerrol van 3 oktober 2007 (!). Dat moet erg frustrerend zijn om nog bijna twee jaar te moeten wachten terwijl je toch al weet dat je geen gebruik gaat maken van de Duisenberg-regeling.
Ook in een andere zaak (Rechtbank Almelo, 01-02-2006, LJN: AV0611) had de gedupeerde aangegeven zeker gebruik te zullen maken van de opt-out-mogelijkheid. De rechter vindt dat een gedupeerde op deze grond geen bezwaar kan maken, omdat de termijn van de opt-out-mogelijkheid nog niet is ingegaan.
Langdurigheid (e-grond)
In de zaak Rechtbank Almelo, 01-02-2006, LJN: AV0611 had de gedupeerde gesteld dat vaststaat dat de procedure bij het hof Amsterdam lang zal duren en dat het schorsingsverzoek van Dexia misbruik van recht oplevert (e-grond). De rechtbank Almelo vindt dat het nu nog te vroeg is om te zeggen dat de procedure in Amsterdam onaanvaardbaar lang zal duren. Daarnaast is de e-grond vooral bedoeld voor gedupeerden die in financiële nood komen wanneer ze te lang op hervatting zouden moeten wachten.
Doorprocederen in hoger beroep
Gerechtshof Arnhem, 27-12-2005, LJN: AU9207
Dit is een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo van 13 april 2005, LJN: AU6115. De gedupeerde kreeg bij de rechtbank 85% van zijn restschuld kwijtgescholden, terwijl de Duisenberg-regeling slechts 67% biedt. De rechtbank Almelo voert een zeer eigenzinnig beleid waarover JuroFoon eerder een artikel schreef, zie: "Rechtbank Almelo negeert aangevoerde argumenten in aandelenlease-zaken". Wanneer een rechtbank zo'n eigenaardig en afwijkend beleid voert, is een oordeel van het hof in hoger beroep zeer gewenst. Desondanks besloot het hof Arnhem om de bezwaren van de gedupeerde tegen het schorsingsverzoek van Dexia te verwerpen.
De gedupeerde had meerdere bezwaren:
1. De Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade zou niet van toepassing zijn, onder meer omdat in dit geval geen sprake is van vorderingen uit onrechtmatige daad. Het hof Arnhem oordeelt dat het hof Amsterdam deze vraag moet beantwoorden.
2. De rechtszaak zou niet door het enkele indienen van een akte tot schorsing al geschorst worden. Het Arnhemse hof wijst dit bezwaar van de hand:
De akte tot schorsing bewerkstelligt in beginsel uit zichzelf het stilleggen van de procedure, zij het dat rekening moet worden gehouden met uitzonderingsgevallen, zoals gevallen van misbruik van procesrecht. Daarom is de wederpartij van Dexia in de gelegenheid gesteld op de akte tot schorsing te reageren.
3. Met het schorsen van procedures zou Dexia misbruik van procesrecht maken. Er is immers al een vonnis van de rechtbank geweest en op de site dexialease.nl staat dat de gedupeerde bij een definitief vonnis niet meer in aanmerking komt voor de Duisenberg-regeling. Het hof wijst er op dat de uitzondering alleen geldt bij een onherroepelijk vonnis. En over het vermeende misbruik van procesrecht:
Dat de schorsing uitsluitend ten doel heeft in zijn belang bij voortgang van het hoger beroep te treffen, is niet gebleken. Ook overigens is de schorsing niet in strijd met een behoorlijke rechtsorde.
Overige gronden
Er zijn geen uitspraken bekend waarin de c-grond (wanneer vaststaat dat het hof het verzoek van Dexia niet zal toewijzen) en de d-grond (wanneer Leaseverlies en de overige partijen de overeenkomst met Dexia opzeggen) worden aangevoerd. Deze gronden maken naar hun aard - vooralsnog - geen kans van slagen.
Conclusie
In de meeste gevallen zullen gedupeerden die in een procedure tegen Dexia verwikkeld zijn, moeten wachten totdat het Amsterdams hof een beslissing heeft genomen. Alleen wanneer een gedupeerde aannemelijk maakt dat in zijn geval de Duisenberg-regeling niet van toepassing is, zal een rechter geneigd zijn de procedure te hervatten. Wanneer een gedupeerde in beginsel wél onder de regeling valt, kan alleen de a-grond (andere schadevergoeding) gebruikt worden om door te procederen. Het ligt dan aan de rechter wat hij onder "andere schadevergoeding" verstaat.