Quote:
Er zijn echter ook combi-organisaties waarbij en een incasso en een deurwaarderspraktijk in één is. Dan heeft zo'n bedrijf wel meer bevoegdheden onder de titel van de deurwaarder weliswaar.
Wat zijn dan die bevoegdheden?
Volgens mij geen enkele bevoegheid extra.
Alle andere zaken dienen verder via de rechter te verlopen.
Het is voor een opdrachtgever makkelijker om zo'n combi dienst af te nemen. Minnelijk (voor dat het bij de (kanton)rechter is geweest) heeft het dezelfde mogelijkheden als een ander incassobureau. Echter gaat het hier in 1 stuk door: 1e aanmaning, 2e aanmaning, (bij sommige nog een 3e), dagvaarding, vonnis en executie hiervan.
Alleen het behalen van het vonnis gaat dus via de rechter, de rest doet de deurwaarder weer. Voor de rechter dus de pet van incassobureau, na de rechter de pet van deurwaarder.
Terwijl een incassobureau 100en aanmaning stuurt, en dan alsnog een deurwaarder in moet schakelen, gaat het hier in 1.
Omdat een deurwaarder onbezoldigd ambtenaar is, zal hij wel nevenpraktijken er op moete nahouden, om de praktijk draaiende te houden. In de gerechtsdeurwaarders wet is hier ook een speciaal artikel voor opgenomen: art 20 lid 3c GDW.
Paragraaf 5. Nevenwerkzaamheden
Artikel 20
1. Andere werkzaamheden dan die, bedoeld in artikel 2, verricht de
gerechtsdeurwaarder slechts indien dit de goede en onafhankelijke
vervulling van zijn ambt, dan wel het aanzien daarvan, niet schaadt of
belemmert.
2. Met het oog op de belangen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij
algemene maatregel van bestuur met betrekking tot het verrichten van
bepaalde werkzaamheden regels worden gesteld.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan het verrichten van bepaalde
werkzaamheden worden verboden, behoudens indien het betreft:
a. het optreden als proces- of rolgemachtigde en het verlenen van
rechtsbijstand in en buiten rechte, overeenkomstig hetgeen daaromtrent
bij of krachtens de wet is bepaald;
b. het optreden als curator of bewindvoerder;
c. het innen van gelden voor derden, waarbij artikel 19 van overeenkomstige
toepassing is;
d. het verrichten van inventarisaties en taxaties;
e. het opmaken van een schriftelijke verklaring betreffende door de
gerechtsdeurwaarder persoonlijk waargenomen feiten van stoffelijke aard;
f. de uitoefening van het veilinghoudersbedrijf, met dien verstande dat
de ambtshandelingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, daarin
niet mogen worden uitgeoefend.