Aankoopbewijs Dexia overtuigde niet
Geplaatst: 31 mei 2006 08:32
Aankoopbewijs Dexia overtuigde niet
Vrijdag maakt het Amsterdamse gerechtshof bekend wie gaat onderzoeken od Dexia werkelijk aandelen voor zijn leaseklanten kocht. In eerdere procedures bleef dit vaag.
Vasco van der Boon
Bron: Financieel Dagblad
AMSTERDAM - Bestuursvoorzitter Ben Knüppe van Dexia Bank Nederland noemt het een 'indianenverhaal' of een 'broodje-aap verhaal': de argwaan dat Dexia niet alle aandelen heeft aangeschaft die hij contractueel voor zijn leaseklanten belooft te kopen. Niettemin is de twijfel kennelijk serieus genoeg voor het Amsterdamse gerechtshof.
Dat kondigde anderhalve week geleden aan om aanstaande vrijdag een onafhankelijk deskundige te benoemen om dit punt te onderzoeken.
Een verrassende zet van het hof. De aandelenleaseaffaire grossiert immers in principiële geschilpunten. Elk afzonderlijk rechtvaardigt de inschakeling door het gerechtshof van een onafhankelijke expert. Zoals de kernvraag die nu bij het hof ligt: is de Duisenberg-schikking redelijk genoeg om algemeen verbindend te verklaren voor alle Dexia-klanten? Of een van de vele onderliggende vragen: had een aandelenleaseproducent vergunning nodig volgens de Wet consumentenkrediet? Minister Zalm (Financiën) vond 8 juli 1999 van niet, maar 26 november 2001 van wel.
Voer voor een onafhankelijkeexpert, kan gedacht worden.
Maar het Amsterdamse gerechtshof gebruikt nu haar bevoegdheid om een deskundige in te schakelen voor een aspect dat zelden een hoofdrol speelt in de duizenden rechtszaken over aandelenlease. Het hof verwijst daarbij naar een verweerschrift van een individuele Dexia-klant, Joseph Zweiphenning,tegen verbindend verklaren.
, Zweiphenning trekt daar in twijfel of Dexia de door hem geleasde aandelen heeft gekocht. Hij verzoekt het hof een 'registeraccountant te benoemen om te onderzoeken of de aandelen waarop zijn leasecontracten betrekking hebben, zijn gekocht tegen op de contracten vermelde. koersen, of de aandelen op zijn naam zijn gesteld en of de aandelen sinds de koop altijd in Dexia's bezit zijn gebleven.
Zweiphenning voert geen bewijs aan dat Dexia niet de aandelen kocht. Hij wijst er alleen op dat volgens hem Dexia nog nooit een van zijn klanten aan-en verkoopbewijzen heeft getoond.
In zijn reactie op Zweiphenning noemt Dexia diens stelling 'dermate ongeloofwaardig' dat het hof er geen aandacht aan moet besteden. De door Zweiphenning 'gesuggereerde malversaties kunnen onmogelijk aan de aandacht van de Nederlandsche Bank, de onafhankelijke accountant en de Autoriteit Financiële Markten zijn ontgaan'.
'Zelfs indien zou komen vast te staan dat Dexia geen aandelen voor cliënten zou hebben verkregen, dan nog zijn de met die cliënten gesloten overeenkomsten te beschouwen als overeenkomsten die strekken tot verrekening van koersverschillen, waaruit voor de cliënten geldschulden kunnen voortvloeien', vindt Dexia.
In de 66 pagina's antwoord op Zweiphenning etaleert Dexia massieve handelsdocumentatie. Het zijn geaggregeerde verzameldata. Deze 'adstructie' toont volgens Dexia dat sinds 2000 genoeg aandelen in bezit waren om aan verplichtingen jegens de cliëntèle te voldoen.
Verder 'lijkt Zweiphenning nog steeds slachtoffer van het misverstand dat aandelen individueel identificeerbaar zijn'. Net zoals de ene euro niet van de andere is te onderscheiden, zitten aandelen in verzameldepots zonder dat ze individueel aan een klant zijn te koppelen, betoogt Dexia.
Advocaten die partijen bijstaan die tegen de verbindendverklaring van de Duisenberg schikking procederen, stellen dat op grond van onder meer de Nadere Regeling 1999 banken wel geïndividualiseerde aan-en verkoopbewijzen van effectentransacties voor hun klanten moeten tonen.
In een van de zeldzame procedures die hierover zijn gevoerd, oordeelde de Arnhemse rechtbank 17 februari 2005 dat Dexia 'nog onvoldoende (..) het verlangde bewijs' heeft geleverd dat daadwerkelijk aandelen voor een individuele klant zijn gekocht. In die zaak kwam Dexia met afschriften van bulkorders, die op geraamde orderstromen omstreeks de betreffende contractdatum tot stand kwamen.
Individualisering van aankopen wees Dexia als te kostbaar van de hand. Het risico zou bestaan dat "nog meer van zijn 394.486 leaseklanten voor hun 713.540 leasecontracten dergelijke bewijsvoering zouden verlangen. De Arnhemse rechtbank gaf Dexia de gelegenheid alsnog met aankoopbewijzen te komen, inclusief wettelijk voorgeschreven kennisgeving aan de klant. De zaak ligt stil hangende de procedure over bindendverklaring van de Duisenberg-schikking.
Verwant zijn twee zaken waarin het Gerechtshof Den Bosch 20 januari dit jaar Dexia beval afschriften te tonen van individuele klantendossiers, inclusief hun risicoprofiel.
Geïndividualiseerde aankoopbewijzen zondert het Bosche hof uit van dit bevel, omdat Dexia voldoende aannemelijk had gemaakt inderdaad aandelen te hebben gekocht. Dexia is tegen deze bevelen in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De bank vreest hoge onkosten als ze aan alle 3900 verzoeken van leaseklanten om inzage in hun dossier moet voldoen.
Vrijdag maakt het Amsterdamse gerechtshof bekend wie gaat onderzoeken od Dexia werkelijk aandelen voor zijn leaseklanten kocht. In eerdere procedures bleef dit vaag.
Vasco van der Boon
Bron: Financieel Dagblad
AMSTERDAM - Bestuursvoorzitter Ben Knüppe van Dexia Bank Nederland noemt het een 'indianenverhaal' of een 'broodje-aap verhaal': de argwaan dat Dexia niet alle aandelen heeft aangeschaft die hij contractueel voor zijn leaseklanten belooft te kopen. Niettemin is de twijfel kennelijk serieus genoeg voor het Amsterdamse gerechtshof.
Dat kondigde anderhalve week geleden aan om aanstaande vrijdag een onafhankelijk deskundige te benoemen om dit punt te onderzoeken.
Een verrassende zet van het hof. De aandelenleaseaffaire grossiert immers in principiële geschilpunten. Elk afzonderlijk rechtvaardigt de inschakeling door het gerechtshof van een onafhankelijke expert. Zoals de kernvraag die nu bij het hof ligt: is de Duisenberg-schikking redelijk genoeg om algemeen verbindend te verklaren voor alle Dexia-klanten? Of een van de vele onderliggende vragen: had een aandelenleaseproducent vergunning nodig volgens de Wet consumentenkrediet? Minister Zalm (Financiën) vond 8 juli 1999 van niet, maar 26 november 2001 van wel.
Voer voor een onafhankelijkeexpert, kan gedacht worden.
Maar het Amsterdamse gerechtshof gebruikt nu haar bevoegdheid om een deskundige in te schakelen voor een aspect dat zelden een hoofdrol speelt in de duizenden rechtszaken over aandelenlease. Het hof verwijst daarbij naar een verweerschrift van een individuele Dexia-klant, Joseph Zweiphenning,tegen verbindend verklaren.
, Zweiphenning trekt daar in twijfel of Dexia de door hem geleasde aandelen heeft gekocht. Hij verzoekt het hof een 'registeraccountant te benoemen om te onderzoeken of de aandelen waarop zijn leasecontracten betrekking hebben, zijn gekocht tegen op de contracten vermelde. koersen, of de aandelen op zijn naam zijn gesteld en of de aandelen sinds de koop altijd in Dexia's bezit zijn gebleven.
Zweiphenning voert geen bewijs aan dat Dexia niet de aandelen kocht. Hij wijst er alleen op dat volgens hem Dexia nog nooit een van zijn klanten aan-en verkoopbewijzen heeft getoond.
In zijn reactie op Zweiphenning noemt Dexia diens stelling 'dermate ongeloofwaardig' dat het hof er geen aandacht aan moet besteden. De door Zweiphenning 'gesuggereerde malversaties kunnen onmogelijk aan de aandacht van de Nederlandsche Bank, de onafhankelijke accountant en de Autoriteit Financiële Markten zijn ontgaan'.
'Zelfs indien zou komen vast te staan dat Dexia geen aandelen voor cliënten zou hebben verkregen, dan nog zijn de met die cliënten gesloten overeenkomsten te beschouwen als overeenkomsten die strekken tot verrekening van koersverschillen, waaruit voor de cliënten geldschulden kunnen voortvloeien', vindt Dexia.
In de 66 pagina's antwoord op Zweiphenning etaleert Dexia massieve handelsdocumentatie. Het zijn geaggregeerde verzameldata. Deze 'adstructie' toont volgens Dexia dat sinds 2000 genoeg aandelen in bezit waren om aan verplichtingen jegens de cliëntèle te voldoen.
Verder 'lijkt Zweiphenning nog steeds slachtoffer van het misverstand dat aandelen individueel identificeerbaar zijn'. Net zoals de ene euro niet van de andere is te onderscheiden, zitten aandelen in verzameldepots zonder dat ze individueel aan een klant zijn te koppelen, betoogt Dexia.
Advocaten die partijen bijstaan die tegen de verbindendverklaring van de Duisenberg schikking procederen, stellen dat op grond van onder meer de Nadere Regeling 1999 banken wel geïndividualiseerde aan-en verkoopbewijzen van effectentransacties voor hun klanten moeten tonen.
In een van de zeldzame procedures die hierover zijn gevoerd, oordeelde de Arnhemse rechtbank 17 februari 2005 dat Dexia 'nog onvoldoende (..) het verlangde bewijs' heeft geleverd dat daadwerkelijk aandelen voor een individuele klant zijn gekocht. In die zaak kwam Dexia met afschriften van bulkorders, die op geraamde orderstromen omstreeks de betreffende contractdatum tot stand kwamen.
Individualisering van aankopen wees Dexia als te kostbaar van de hand. Het risico zou bestaan dat "nog meer van zijn 394.486 leaseklanten voor hun 713.540 leasecontracten dergelijke bewijsvoering zouden verlangen. De Arnhemse rechtbank gaf Dexia de gelegenheid alsnog met aankoopbewijzen te komen, inclusief wettelijk voorgeschreven kennisgeving aan de klant. De zaak ligt stil hangende de procedure over bindendverklaring van de Duisenberg-schikking.
Verwant zijn twee zaken waarin het Gerechtshof Den Bosch 20 januari dit jaar Dexia beval afschriften te tonen van individuele klantendossiers, inclusief hun risicoprofiel.
Geïndividualiseerde aankoopbewijzen zondert het Bosche hof uit van dit bevel, omdat Dexia voldoende aannemelijk had gemaakt inderdaad aandelen te hebben gekocht. Dexia is tegen deze bevelen in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De bank vreest hoge onkosten als ze aan alle 3900 verzoeken van leaseklanten om inzage in hun dossier moet voldoen.