Aangifte Economisch Delict Tegen Dexia en AFM
Geplaatst: 02 jun 2006 07:40
Dit is een origineel persbericht.
De vereniging Payback heeft, namens haar leden, aangifte gedaan bij de Afdeling Economie
& Milieu van het Arrondissementsparket te Arnhem voor het schenden van de zorgplicht
door Dexia en tegen de AFM wegens het houden van onvoldoende toezicht.
De AFM heeft in haar hoedanigheid van de waakhondfunctie de wettelijke plicht toezicht te
houden op de regels betreffende uitgifte en openbaar bod op effecten, melding zeggenschap
in beursgenoteerde ondernemingen en de verstrekking van de financiële bijsluiter.
Voor controle op de naleving van de bij of krachtens de Wte (Wet toezicht effectenverkeer)
1995 gestelde regels heeft de AFM de bevoegdheid inlichtingen in te winnen die nodig zijn
voor het vervullen van de haar opgedragen taak. Deze bevoegdheid strekt zich ondermeer
uit tot effecten uitgevende instellingen, bieders (openbaar bod), de
effecteninstellingen, houders van een gekwalificeerde deelneming, degenen die deel
uitmaken van een groep waartoe ook een effecteninstelling behoort en houders van een
effectenbeurs. Op de AFM rust immers het gedragstoezicht, waaronder het verstrekken van
toezichtinformatie aan opsporingsinstanties in het kader van een aangifte en
consumentenbescherming.
Payback stelt, dat Dexia in haar hoedanigheid van effecteninstelling (zij bood de
effectenleaseovereenkomsten aan en voerde deze ook uit) zich te houden heeft aan de
daarvoor door de wet gestelde regels. Het niet naleven van de gestelde regels van de Wte
is een strafbaar feit dat wordt gesanctioneerd door de Wet op de Economische Delicten
(WED).
Overtreding van de in de WED opgesomde strafbepalingen leveren strafbare feiten op. Op
grond van de Wte en de daarop door delegatie gebaseerde bepalingen heeft Dexia als bank
een bijzondere zorgplicht jegens haar cliënten. De zorgplicht betekent ondermeer het
inwinnen van informatie bij de klant teneinde te voorkomen dat zij risico s en
verplichtingen aangaan die zij zelf niet kunnen overzien. Het raadplegen van het
BKR-register is nog geen inhoud geven aan zorgplicht. Ook de DSI stelt in haar uitspraak
van 5 februari 2004 dat Dexia ten onrechte niet heeft onderzocht of haar klanten wel
reserves hadden of wilden opbrengen om een mogelijk verlies te dragen.
Payback is dan ook de mening toegedaan dat Dexia minimaal had moeten waarschuwen toen er
op de effectenleaseovereenkomsten een negatief saldo ontstond. Dexia had toen om
aanvullende zekerheden moeten vragen en als die niet gegeven konden worden had Dexia
terstond tot liquidatie van de portefeuilles en beëindiging van de overeenkomsten
moeten overgaan.
Ook de commissie Oosting heeft zich op het standpunt gesteld dat latere koersverliezen
voorkomen hadden kunnen worden bij de naleving van de saldo-bewakingsplicht. De AFM kan
op grond van artikel 48 Wetboek van Strafrecht medeplichtigheid door nalaten worden
verweten. Op de AFM rustte immers de verplichting tot gedragstoezicht en de bevoegdheid
tot openbaarmaking van overtredingen krachtens de wet.
Toen Dexia op een laakbare wijze producten aan de man bracht had de AFM handelend tegen
Dexia moeten optreden. De AFM heeft nagelaten waarschuwingen uit te brengen aan
consumenten over de aard en reikwijdte van de diverse door Dexia in de markt gebrachte
effectenlease-overeenkomsten en de daaraan verbonden risico s. Van deze
consumentenbescherming is, voor zover het door Dexia in de markt gebrachte producten
betreft, bitter weinig terecht gekomen.
De AFM is op grond van haar wettelijke taak strafrechtelijk verantwoordelijk te houden
voor het niet althans het onvoldoende uitvoeren van haar wettelijke taak. Dit valt de AFM
te verwijten.
Op grond van de inmiddels in de civiele zaken gewezen vonnissen en arresten betreffende de
schending van zorgplicht door Dexia meent de vereniging Payback dat deze schending bewezen
kan worden en dat Dexia en in haar verlengstuk de AFM wegens het houden van onvoldoende
toezicht strafbaar zijn.
De volledige tekst van de aangifte is opvraagbaar bij de vereniging Payback.
Groetjes A3
De vereniging Payback heeft, namens haar leden, aangifte gedaan bij de Afdeling Economie
& Milieu van het Arrondissementsparket te Arnhem voor het schenden van de zorgplicht
door Dexia en tegen de AFM wegens het houden van onvoldoende toezicht.
De AFM heeft in haar hoedanigheid van de waakhondfunctie de wettelijke plicht toezicht te
houden op de regels betreffende uitgifte en openbaar bod op effecten, melding zeggenschap
in beursgenoteerde ondernemingen en de verstrekking van de financiële bijsluiter.
Voor controle op de naleving van de bij of krachtens de Wte (Wet toezicht effectenverkeer)
1995 gestelde regels heeft de AFM de bevoegdheid inlichtingen in te winnen die nodig zijn
voor het vervullen van de haar opgedragen taak. Deze bevoegdheid strekt zich ondermeer
uit tot effecten uitgevende instellingen, bieders (openbaar bod), de
effecteninstellingen, houders van een gekwalificeerde deelneming, degenen die deel
uitmaken van een groep waartoe ook een effecteninstelling behoort en houders van een
effectenbeurs. Op de AFM rust immers het gedragstoezicht, waaronder het verstrekken van
toezichtinformatie aan opsporingsinstanties in het kader van een aangifte en
consumentenbescherming.
Payback stelt, dat Dexia in haar hoedanigheid van effecteninstelling (zij bood de
effectenleaseovereenkomsten aan en voerde deze ook uit) zich te houden heeft aan de
daarvoor door de wet gestelde regels. Het niet naleven van de gestelde regels van de Wte
is een strafbaar feit dat wordt gesanctioneerd door de Wet op de Economische Delicten
(WED).
Overtreding van de in de WED opgesomde strafbepalingen leveren strafbare feiten op. Op
grond van de Wte en de daarop door delegatie gebaseerde bepalingen heeft Dexia als bank
een bijzondere zorgplicht jegens haar cliënten. De zorgplicht betekent ondermeer het
inwinnen van informatie bij de klant teneinde te voorkomen dat zij risico s en
verplichtingen aangaan die zij zelf niet kunnen overzien. Het raadplegen van het
BKR-register is nog geen inhoud geven aan zorgplicht. Ook de DSI stelt in haar uitspraak
van 5 februari 2004 dat Dexia ten onrechte niet heeft onderzocht of haar klanten wel
reserves hadden of wilden opbrengen om een mogelijk verlies te dragen.
Payback is dan ook de mening toegedaan dat Dexia minimaal had moeten waarschuwen toen er
op de effectenleaseovereenkomsten een negatief saldo ontstond. Dexia had toen om
aanvullende zekerheden moeten vragen en als die niet gegeven konden worden had Dexia
terstond tot liquidatie van de portefeuilles en beëindiging van de overeenkomsten
moeten overgaan.
Ook de commissie Oosting heeft zich op het standpunt gesteld dat latere koersverliezen
voorkomen hadden kunnen worden bij de naleving van de saldo-bewakingsplicht. De AFM kan
op grond van artikel 48 Wetboek van Strafrecht medeplichtigheid door nalaten worden
verweten. Op de AFM rustte immers de verplichting tot gedragstoezicht en de bevoegdheid
tot openbaarmaking van overtredingen krachtens de wet.
Toen Dexia op een laakbare wijze producten aan de man bracht had de AFM handelend tegen
Dexia moeten optreden. De AFM heeft nagelaten waarschuwingen uit te brengen aan
consumenten over de aard en reikwijdte van de diverse door Dexia in de markt gebrachte
effectenlease-overeenkomsten en de daaraan verbonden risico s. Van deze
consumentenbescherming is, voor zover het door Dexia in de markt gebrachte producten
betreft, bitter weinig terecht gekomen.
De AFM is op grond van haar wettelijke taak strafrechtelijk verantwoordelijk te houden
voor het niet althans het onvoldoende uitvoeren van haar wettelijke taak. Dit valt de AFM
te verwijten.
Op grond van de inmiddels in de civiele zaken gewezen vonnissen en arresten betreffende de
schending van zorgplicht door Dexia meent de vereniging Payback dat deze schending bewezen
kan worden en dat Dexia en in haar verlengstuk de AFM wegens het houden van onvoldoende
toezicht strafbaar zijn.
De volledige tekst van de aangifte is opvraagbaar bij de vereniging Payback.
Groetjes A3