stuk uit de financiele telegraaf 21 juli
Geplaatst: 21 jul 2006 18:19
21 juli 2006 - Verplichtingen Dexia grotendeels afgedekt
Heeft Dexia eigenlijk wel de aandelen gekocht waarvoor vele tienduizenden leasebeleggers zwaar in het krijt staan? Zo'n anderhalve maand terug gaf het Gerechtshof Amsterdam aan de Autoriteit Financiële Markten de opdracht dit aspect nader te onderzoeken. Het Hof van Amsterdam sloot half mei de hoorzitting inzake het al of niet verbindend verklaren van de Duisenberg-regeling af met de aankondiging van de opdracht. Een onafhankelijke deskundige instantie zou niet lang tijd nodig hebben om met een antwoord op die vraag te komen. Enkele dagen later kwam aankondiging dat de AFM was aangezocht voor het karwei.
De opdracht was des temeer van belang daar een aantal dagen voor de start van de hoorzitting het Platform Aandelen Lease van Piet Koremans een aanklacht wegens fraude tegen Dexia had ingediend. Dexia heeft, aldus de aanklacht, geen aandelen voor de leasebeleggers gekocht. Men zou zich bij het afdekken van de verplichtingen jegens leasebeleggers hebben beperkt tot derivaten, zoals opties in plaats van de aandelen zelf te kopen.
Gisteren, 20 juli, vroeg ik mij af waar de AFM toch bleef met de objectieve informatie over dit punt. Het is inmiddels immers alweer bijna twee maanden terug dat de opdracht werd vergeven. En zo moeilijk zou het toch niet moeten zijn om snel tot objectieve informatie te komen. Gewoon even de fondsenstaten nalopen van de effectengiro, zo dacht ik. En wie wat deskundiger is dan ik over hoe je leasecontracten in het algemeen en de door bijvoorbeeld Labouchere c.q. Dexia afgesloten laecontracten in het bijzonder in de balanscijfers moet verantwoorden, komt nog op veel snellere en eenvoudiger manieren: Gewoon even de balans nakijken.
Verantwoording op de balans
Aan de actiefzijde van de balans horen om te beginnen de vorderingen op de leasebeleggers te staan. Plus de waarde van de aandelen die je voor de leasebeleggers hebt gekocht en waarvan je nog steeds de juridische eigenaar bent. Aan de passiefzijde zou je dan op z'n minst de aandelen moeten zetten waarop leasebeleggers met hun betalingen reeds rechten hebben opgebouwd. Ik zou me kunnen voorstellen dat je daar zelfs het hele pakket aan aandelen zet waarop leasebeleggers in elk geval in potentie recht hebben. De waarde van het pakket aandelen aan de actiefzijde zou op die manier ongeveer wegvallen tegen de waarde van het pakket aandelen aan de passiefzijde. Als bank kan je een en ander niet zomaar tegen elkaar wegstrepen en vervolgens onvermeld laten, omdat vermogenstechnisch het een nu eenmaal een andere betekenis heeft dan het ander.
De jaarstukken van Dexia Nederland kan je opvragen bij de Kamer van Koophandel. Wel ben je aangewezen op een zogenoemd 'origineel' exemplaar dat niet elektronisch kan worden opgehaald. Tegen betaling van ruim € 11 krijg je het op de fax. Ik koos voor het jaarverslag over 2004 omdat daarin volgens het jaarverslag 2005 van de Dexia-moederbank uitvoerig wordt ingegaan op de risico's van haar effectenlease-activiteiten.
Keurige cijfers
Dat klopt. In het verslag staan ook keurige cijfers met betrekking tot de nog van leasebeleggers te vorderen bedragen en met betrekking tot de voor aandelenlease in depot gehouden aandelen. Hoewel het cijfers per 31 december 2004 betreft, dus redelijk oude cijfers, wil ik ze toch in het kort even voor het voetlicht brengen. Het gaat immers vooral om de verantwoording van aandelenverplichtingen tegenover de vorderingen op de leasebeleggers.
Volgens de balanscijfers had Dexia Nederland eind 2004 ruim € 2,26 miljard te vorderen van haar leasebeleggers. Dat is na aftrek van een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid van ruim € 500 miljoen en exclusief de rente die contractueel nog in de jaren na 2004 moest worden betaald. Het gaat om een rente van tussen de 0% en 16,2%. Exclusief de aftrek van de € 500 miljoen was eind 2004 dus voor een bedrag van ruim € 2,76 miljard nog van leasebeleggers te vorderen. Daarvan had toen een bedrag van € 1,56 miljard nog een looptijd van meer dan 5 jaar. Als je daar een rente van 16,2% op zou loslaten, dan kom je na 6 jaar uit op een bedrag van ruim € 3,8 miljard. Een bedrag van ruim € 732 miljoen had eind 2004 nog een looptijd van 1 tot 5 jaar. Bij een gemiddelde looptijd van 2,5 jaar en de rente van 16,2% is dat bedrag halverwege 2007 uitgegroeid bijna € 1,1 miljard. Samen met de € 3,8 miljard zit je dan dicht in de buurt van de € 5 miljard die de leasebeleggers gezamenlijk op hun leasecontracten terugvinden als totaal nog aan Dexia te betalen.
Forse derivatenportefeuille
Tegenover die vorderingen voert Dexia Nederland inderdaad een aandelenportefeuille op. De waarde daarvan kwam eind 2004 uit op ongeveer € 399 miljoen. Dat is een kleine 17,7% van de € 2,76 miljard die eind 2004 nog van leasebeleggers was te vorderen, exclusief de voorziening van € 500 miljoen en exclusief de na 2004 nog door leasebeleggers te betalen rente. Naast de € 399 miljoen was er eind 2004 ter dekking van de verplichtingen tegenover de leasecontracten ook nog een derivatenportefeuille met een waarde van ruim € 1,8 miljard. Bij derivaten moeten we denken aan opties en dergelijke. Samen met de € 399 miljoen aan werkelijke aandelen zat men eind 2004 dus op een bedrag van bijna € 2,2 miljard aan waarde als dekking van de verplichtingen ten aanzien van de leasebeleggers.
Is dat niet wat mager ten opzichte van de € 2,26 miljard die eind 2004 na aftrek van de voorziening als vordering op leasebeleggers werd opgevoerd? Waarschijnlijk niet, zo denk ik. Elke leasebelegger kan immers uit zijn of haar eigen contract opmaken, dat het overgrote deel van de schuld aan Dexia bestaat uit nog te betalen rente over de door Dexia, dan wel rechtsvoorganger Labouchere, beweerde aankoop van aandelen. Wellicht komt de feitelijke aandelenschuld van Dexia aan leasebeleggers zelfs veel lager uit dan € 2,2 miljard aan opgevoerde dekking. Daarnaast is het bepaald niet ondenkbaar dat de derivatenportefeuille van ruim € 1,8 miljard het recht in zich draagt op de aankoop van aandelen voor een veelvoud van dat bedrag tegen de aan leasebeleggers gepresenteerde koersen.
Zeer bescheiden aandelendekking
Een andere vraag betreft natuurlijk de opdracht van het Amsterdamse Gerechtshof aan de AFM om te onderzoeken of Dexia inderdaad wel de aandelen heeft gekocht die zij op basis van de leasecontracten schuldig is aan de leasebeleggers. Op basis van de via de Kamer van Koophandel beschikbare jaarstukken kan je op die vraag heel snel, binnen een paar minuten voor geoefende jaarcijferlezers, een antwoord geven. Dat antwoord is: op zeer bescheiden schaal. Het overgrote deel van de verplichtingen tegenover de leasebeleggers is, in elk geval als je op de jaarcijfers over 2004 afgaat, gedekt met optieconstructies. Mij zou het niet verbazen wanneer de aandelenportefeuille van ongeveer € 399 miljoen nog betrekking heeft op contracten die al behoorlijk oud zijn. Misschien stammen die nog uit de periode waarin leasebeleggers door de uitgevers van de contracten nog redelijk serieus werden genomen in plaats van dat zij als potentiële melkkoeien werden gezien.
Fraude?
En is dan inderdaad sprake van fraude zoals het Platform Aandelen Lease in de aanklacht beweert? Ik zou daar geen antwoord op durven geven. Wat ik wel vind is, dat je nog eens kritisch zou moeten kijken naar de rentevergoeding van 16,2% over het bedrag van de vermeende aankoop van aandelen. Als het alleen maar om opties gaat, dan wordt over een veel te hoog bedrag de 16,2% rente betaald. Of anders gezegd: gerekend naar het werkelijk geïnvesteerde bedrag wordt in feite een veel hoger rentepercentage berekend dan de 16,2%. Mogelijk zelfs een meervoud van wat in het kader van consumentenkrediet wettelijk is toegestaan.
Heeft Dexia eigenlijk wel de aandelen gekocht waarvoor vele tienduizenden leasebeleggers zwaar in het krijt staan? Zo'n anderhalve maand terug gaf het Gerechtshof Amsterdam aan de Autoriteit Financiële Markten de opdracht dit aspect nader te onderzoeken. Het Hof van Amsterdam sloot half mei de hoorzitting inzake het al of niet verbindend verklaren van de Duisenberg-regeling af met de aankondiging van de opdracht. Een onafhankelijke deskundige instantie zou niet lang tijd nodig hebben om met een antwoord op die vraag te komen. Enkele dagen later kwam aankondiging dat de AFM was aangezocht voor het karwei.
De opdracht was des temeer van belang daar een aantal dagen voor de start van de hoorzitting het Platform Aandelen Lease van Piet Koremans een aanklacht wegens fraude tegen Dexia had ingediend. Dexia heeft, aldus de aanklacht, geen aandelen voor de leasebeleggers gekocht. Men zou zich bij het afdekken van de verplichtingen jegens leasebeleggers hebben beperkt tot derivaten, zoals opties in plaats van de aandelen zelf te kopen.
Gisteren, 20 juli, vroeg ik mij af waar de AFM toch bleef met de objectieve informatie over dit punt. Het is inmiddels immers alweer bijna twee maanden terug dat de opdracht werd vergeven. En zo moeilijk zou het toch niet moeten zijn om snel tot objectieve informatie te komen. Gewoon even de fondsenstaten nalopen van de effectengiro, zo dacht ik. En wie wat deskundiger is dan ik over hoe je leasecontracten in het algemeen en de door bijvoorbeeld Labouchere c.q. Dexia afgesloten laecontracten in het bijzonder in de balanscijfers moet verantwoorden, komt nog op veel snellere en eenvoudiger manieren: Gewoon even de balans nakijken.
Verantwoording op de balans
Aan de actiefzijde van de balans horen om te beginnen de vorderingen op de leasebeleggers te staan. Plus de waarde van de aandelen die je voor de leasebeleggers hebt gekocht en waarvan je nog steeds de juridische eigenaar bent. Aan de passiefzijde zou je dan op z'n minst de aandelen moeten zetten waarop leasebeleggers met hun betalingen reeds rechten hebben opgebouwd. Ik zou me kunnen voorstellen dat je daar zelfs het hele pakket aan aandelen zet waarop leasebeleggers in elk geval in potentie recht hebben. De waarde van het pakket aandelen aan de actiefzijde zou op die manier ongeveer wegvallen tegen de waarde van het pakket aandelen aan de passiefzijde. Als bank kan je een en ander niet zomaar tegen elkaar wegstrepen en vervolgens onvermeld laten, omdat vermogenstechnisch het een nu eenmaal een andere betekenis heeft dan het ander.
De jaarstukken van Dexia Nederland kan je opvragen bij de Kamer van Koophandel. Wel ben je aangewezen op een zogenoemd 'origineel' exemplaar dat niet elektronisch kan worden opgehaald. Tegen betaling van ruim € 11 krijg je het op de fax. Ik koos voor het jaarverslag over 2004 omdat daarin volgens het jaarverslag 2005 van de Dexia-moederbank uitvoerig wordt ingegaan op de risico's van haar effectenlease-activiteiten.
Keurige cijfers
Dat klopt. In het verslag staan ook keurige cijfers met betrekking tot de nog van leasebeleggers te vorderen bedragen en met betrekking tot de voor aandelenlease in depot gehouden aandelen. Hoewel het cijfers per 31 december 2004 betreft, dus redelijk oude cijfers, wil ik ze toch in het kort even voor het voetlicht brengen. Het gaat immers vooral om de verantwoording van aandelenverplichtingen tegenover de vorderingen op de leasebeleggers.
Volgens de balanscijfers had Dexia Nederland eind 2004 ruim € 2,26 miljard te vorderen van haar leasebeleggers. Dat is na aftrek van een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid van ruim € 500 miljoen en exclusief de rente die contractueel nog in de jaren na 2004 moest worden betaald. Het gaat om een rente van tussen de 0% en 16,2%. Exclusief de aftrek van de € 500 miljoen was eind 2004 dus voor een bedrag van ruim € 2,76 miljard nog van leasebeleggers te vorderen. Daarvan had toen een bedrag van € 1,56 miljard nog een looptijd van meer dan 5 jaar. Als je daar een rente van 16,2% op zou loslaten, dan kom je na 6 jaar uit op een bedrag van ruim € 3,8 miljard. Een bedrag van ruim € 732 miljoen had eind 2004 nog een looptijd van 1 tot 5 jaar. Bij een gemiddelde looptijd van 2,5 jaar en de rente van 16,2% is dat bedrag halverwege 2007 uitgegroeid bijna € 1,1 miljard. Samen met de € 3,8 miljard zit je dan dicht in de buurt van de € 5 miljard die de leasebeleggers gezamenlijk op hun leasecontracten terugvinden als totaal nog aan Dexia te betalen.
Forse derivatenportefeuille
Tegenover die vorderingen voert Dexia Nederland inderdaad een aandelenportefeuille op. De waarde daarvan kwam eind 2004 uit op ongeveer € 399 miljoen. Dat is een kleine 17,7% van de € 2,76 miljard die eind 2004 nog van leasebeleggers was te vorderen, exclusief de voorziening van € 500 miljoen en exclusief de na 2004 nog door leasebeleggers te betalen rente. Naast de € 399 miljoen was er eind 2004 ter dekking van de verplichtingen tegenover de leasecontracten ook nog een derivatenportefeuille met een waarde van ruim € 1,8 miljard. Bij derivaten moeten we denken aan opties en dergelijke. Samen met de € 399 miljoen aan werkelijke aandelen zat men eind 2004 dus op een bedrag van bijna € 2,2 miljard aan waarde als dekking van de verplichtingen ten aanzien van de leasebeleggers.
Is dat niet wat mager ten opzichte van de € 2,26 miljard die eind 2004 na aftrek van de voorziening als vordering op leasebeleggers werd opgevoerd? Waarschijnlijk niet, zo denk ik. Elke leasebelegger kan immers uit zijn of haar eigen contract opmaken, dat het overgrote deel van de schuld aan Dexia bestaat uit nog te betalen rente over de door Dexia, dan wel rechtsvoorganger Labouchere, beweerde aankoop van aandelen. Wellicht komt de feitelijke aandelenschuld van Dexia aan leasebeleggers zelfs veel lager uit dan € 2,2 miljard aan opgevoerde dekking. Daarnaast is het bepaald niet ondenkbaar dat de derivatenportefeuille van ruim € 1,8 miljard het recht in zich draagt op de aankoop van aandelen voor een veelvoud van dat bedrag tegen de aan leasebeleggers gepresenteerde koersen.
Zeer bescheiden aandelendekking
Een andere vraag betreft natuurlijk de opdracht van het Amsterdamse Gerechtshof aan de AFM om te onderzoeken of Dexia inderdaad wel de aandelen heeft gekocht die zij op basis van de leasecontracten schuldig is aan de leasebeleggers. Op basis van de via de Kamer van Koophandel beschikbare jaarstukken kan je op die vraag heel snel, binnen een paar minuten voor geoefende jaarcijferlezers, een antwoord geven. Dat antwoord is: op zeer bescheiden schaal. Het overgrote deel van de verplichtingen tegenover de leasebeleggers is, in elk geval als je op de jaarcijfers over 2004 afgaat, gedekt met optieconstructies. Mij zou het niet verbazen wanneer de aandelenportefeuille van ongeveer € 399 miljoen nog betrekking heeft op contracten die al behoorlijk oud zijn. Misschien stammen die nog uit de periode waarin leasebeleggers door de uitgevers van de contracten nog redelijk serieus werden genomen in plaats van dat zij als potentiële melkkoeien werden gezien.
Fraude?
En is dan inderdaad sprake van fraude zoals het Platform Aandelen Lease in de aanklacht beweert? Ik zou daar geen antwoord op durven geven. Wat ik wel vind is, dat je nog eens kritisch zou moeten kijken naar de rentevergoeding van 16,2% over het bedrag van de vermeende aankoop van aandelen. Als het alleen maar om opties gaat, dan wordt over een veel te hoog bedrag de 16,2% rente betaald. Of anders gezegd: gerekend naar het werkelijk geïnvesteerde bedrag wordt in feite een veel hoger rentepercentage berekend dan de 16,2%. Mogelijk zelfs een meervoud van wat in het kader van consumentenkrediet wettelijk is toegestaan.