Pagina 1 van 3

Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 17:30
door shamyrah
Heel vreemd dat deze topic weggehaald is, dus nog maar een keer.

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector kanton
locatie Amsterdam
zaaknummer/ rolnummer: 685731/ HA ZA 05-10907

Vonnis van 27 september 2006

in de zaak van

1. V
2. V,
beiden wonende te -woonplaats-,
eisers in conventie,
verweerders in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: P.A. Aan de Kerk,

tegen

de naamloze vennootschap
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. eveneens handelende
onder de handelsnaam Legio en op haar beurt rechtsopvolgster van Bank Labouchere B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: mr. G.P. Roth.

Partijen zullen hierna V en Dexia Bank Nederland N. V. genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding d.d. 18 april 2005, met producties;
- de rolmededeling d.d. 26 april 2005;
- de akte uitlating aanhouding d.d. 31 mei 2005, aan de zijde van V ;
- de akte van antwoord d.d. 28 juni 2005, aan de zijde van Dexia;
- de rolmededeling d.d. 12 juli 2005;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis d.d. 11 oktober 2005;
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende wijziging van eis en conclusie vanantwoord in (on)voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, tevens akte van wijzigingvan eis;
- de conclusie van dupliek in reconventie.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Medio 2000 zijn V benaderd door de heer R. Voskamp (hierna: Voskamp), medewerker van 'All Personal Finance Concept B.V.' (hierna: APFC).

APFC was cliëntenremisier voor Dexia.

2.2. Op 7 december 2000 hebben V een Aanvraagformulier Capital Effect ingevuld en ondertekend. Dit formulier luidt, voor zover van belang, als volgt:

Gewenst maandbedrag: [...]
x Ander bedrag f. 1.050,-
Looptijd 20 jaar
Vooruitbetaling: x Ja
Middels depotstorting fl. 52.500,-

[...] ,

2.3. Op 27 december 2000 zijn V- als lessee - een overeenkomst 'Capital Effect Vooruitbetaling' aangegaan met Dexia.

De overeenkomst bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:

Totaal aankoopbedragen: EUR 44.726,40
Totaal te betalen rente tijdens de looptijd van deze lease-overeenkomst EUR 69.744,00
Totaal overeengekomen lease.som: EUR 114.470,40

[...]
6. Zodra lessee al datgene aan de Bank heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en dedaarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch van rechtswege eigennaar van de waarden geworden.

2.4. Dexia heeft voor V een beleggingsrekening geopend met nummer ……. V hebben hierop een bedrag van EUR 22.894,20
(NLG 52.200,-) gestort. Van deze inleg zijn participaties Labouchere Global Aandelenfonds N.V. gekocht. Het saldo op de beleggingsrekening is sinds april 2003 niet meer toereikend om de maandtermijnen voor de effectenlease-overeenkomst te voldoen.

2.5. Bij brief d.d. 3 maart 2005 is namens V , onder meer, het volgende aan Dexia medegedeeld:

[...]
Verder werd tijdens het gesprek niet geïnformeerd naar de belleggingsdoelstellingen of - ervaring van cliënten.

De medewerker (Voskamp. toev. ktr) stelde voor dat cliënten eenmalig een bedrag zouden inleggen. Hiermede
zouden zij de verplichting welke voortvloeide uit de overeenkomst ineens hebben voldaan. Zij gingen er van uit
en mochten er van uitgaan, dat geen verdere verplichting uit de overeenkomst zouden voortvloeien.

[...]

Vervolgens stelde de medewerker aan cliënten een brochure van de 'Capital Efffect' ter hand [...]

In de brochure wordt de Capital Effect derhalve vergeleken met andere vormen van sparen, waardoor bij cliënten de indruk werd gewekt dat het zou gaan om een of andere spaarconstructie met aandelen.

[...]

Mede vanwege het feit dat Bank Labouchere een dochterondermeming was van Aegon hebben cliënten aangegeven geïnteresseerd te zijn. Zij hebben op grond van de gebrekkige en onvolledige informatie denavolgende overeenkomst gesloten:

- Capital Effect Vooruitbetaling nr. ………..

In de overeenkomst staat uitdrukkelijk vermeld dat een som van fl. 50.452,18 na onderttekening zou zijn voldaan.
Naar later bleek werd naast de overeenkomst een beleggingsrekeing geopend waar het bedrag van de overwaarde van de woning naar zou zijn overgeboekt. Het bedrag zou zijn omgezet in participaties van het 'Bank Labouchere Global Aandelenfonds'.

Er werd in het geheel geen vooruitbetaling gedaan, doch werden er maandelijks termijnbedragen van de
beleggingsrekening afgeboekt. Dat sprake zou zijn van afbetaling van enige vooruitbetaling blijkt nergens.

[...]

Primair vernietigen cliënten hierbij voornoemde overeenkomst ex artikel 6:228 BW wegens dwaling.

[...]

Subsidiair vernietigen cliënt op grond van artikel 3:44 BW de overeenkomst wegens misbruik van omstandigheden.


3. Het geschil

in conventie

3.1. V vorderen, na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1. primair voor recht verklaart dat de Capital Effect Vooruitbetaling - nr. xxxxxxx - door V bij aangetekende brief d.d. 3 maart 2005 is vernietigd wegens dwaling respectievelijk misbruik van omstandigheden;
2. op grond van sub 1, dan wel op grond van onrechtmatig handelen van Dexia jegens V ter zake van de schending van haar zorgplicht, Dexia veroordeelt tot vergoeding van de door V geleden schade nader op te maken bij staat, onder meer betreffende de door hen betaalde inleg c.q. termijnen, verhoogd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 18 april 2005 (zijnde de dag der dagvaarding)
tot aan de datum der algehele voldoening;
3. Dexia veroordeelt tot ongedaanmaking van de (A-)registratie bij het BKR te Tiel;
4. Dexia veroordeelt tot betaling aan V van de kosten van juridische bijstand;
5. Dexia veroordeelt tot betaling van de kosten van dit geding;
6. de gronden van de onrechtmatige daad, zoals in de inleidende dagvaarding werd geformuleerd, aanvult met de onrechtmatigheid welke voortvloeit uit het handelen van APFC in strijd met het verbod op cold calling;
7. meer subsidiair voor recht verklaart dat door V bij onderhavige conclusie van repliek rechtsgeldig de nietigheid van de onder punt 1.16 van de inleidende dagvaarding genoemde overeenkomst werd ingeroepen op grond van artikel 3:40 lid 2 BW wegens het ontbreken van de Wte-vergunning aan de zijde van APFC;
8. meer subsidiair voor recht verldaart dat V bij onderhavige conclusie van repliek de onder punt 1.16 van de inleidende dagvaarding genoemde overeenkomst rechtsgeldig hebben vernietigd op grond van artikel 23 lid 1 Colportagewet;
9. meer subsidiair voor recht verklaart dat - indien Dexia de door V in paragraaf 8 van de inleidende dagvaarding verzochte bescheiden niet overlegt - de onder punt 1.16 van de inleidende dagvaarding genoemde overeenkomst middels hetgeen door V werd gesteld onder paragraaf 8 van onderhavige conclusie van repliek nimmer tot stand is gekomen;
10. meer subsidiair voor recht verklaart dat - indien Dexia de door V in paragraaf 8 van de inleidende dagvaarding verzochte bescheiden niet overlegt - de onder punt 1.16 van de inleidende dagvaarding genoemde overeenkomst door V middels hetgeen door V werd gesteld onder paragraaf 8 van onderhavige conclusie van repliek werd ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming;
11. op grond van sub 8, 9, 10 of 11, dan wel als gevolg van het niet tot stand komen van de overeenkomst, dan wel als gevolg van de ontbinding, dan wel als gevolg van schending van het verbod op cold calling door APFC, Dexia veroordeelt tot vergoeding van de door V geleden schade nader op te maken bij staat onder meer betreffende de door hen betaalde inleg c.q. termijnen, verhoogd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum dagvaarding, tot aan de datum der algehele voldoening.

3.2. V leggen, naast hetgeen onder de feiten is weergegeven, onder meer, de volgende stellingen aan hun vordering ten grondslag.

Gelet op de door Dexia verstrekte informatie op grond waarvan V de aandelenlease-overeenkomst zijn aangegaan, moet worden vastgesteld dat zij bebben gedwaald dan wel dat zij zijn misleid. V zijn volstrekt onervaren op het gebied van beleggen.
Desondanks heeft Dexia voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst niet geïnformeerd naar de beleggingsdoelstelling of - ervaring van V .Voorts hebben V een brochure ontvangen die een volstrekt onvolledig en gebrekkig beeld van (de risico's van) het product schetst waardoor de indruk ontstaat dat het gaat om een spaarproduct. Wanneer V juist en volledig waren geïnformeerd over de risico's van de overeenkomst en over de mogelijkheid dat zij met een restschuld zouden blijven zitten. hadden zij de overeenkomst met Dexia nimmer gesloten.

3.3 . Voorts heeft APFC in strijd met het verbod op cold calling - en derhalve onrechtmatig - gehandeld. Op grond van artikel 26 van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 (hierna: NR 99) mag een effecteninstelling met wie geen effectentransactie is afgesloten een potentiele cliënt in beginsel alleen in persoon (doen) benaderen als deze derde daar schriftelijk mee instemt. Van enige toestemming was in de
onderhavige situatie geen sprake. Bovendien heeft APFC, nu zij heeft opgetreden als orderremisier als bedoeld in artikel 1 Wet Toezicht Effectenverkeer (hierna: Wte) maar niet over de alsdan vereiste vergunning beschikte in strijd met het bepaalde in artikel 7 Wte gehandeld. Waar voorts, gelet op het handelen van APFC, de Colportagewet in de onderhavige situatie van toepassing is en de handelingen van APFC, gelet op het bepaalde in artikel 6 van deze wet, hiermee in strijd zijn, dient de overeenkomst tussen partijen vernietigd te worden.

3.4. Dexia voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in (voorwaardelijke) reconventie

3.5. Dexia vordert - na wijzigingvan eis - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voonaad, V veroordeelt tot betaling van EUR 27.989,69 te vermeerderen met de contractuele rente daarover ad 0.96% per maand, althans de wettelijke rente, vanaf 29 december 2003, althans vanaf 27 september 2005 (zijnde de dag dat de conclusie van eis in reconventie wordt gediend), tot aan de dag der algehele voldoening almede V veroordeelt in de kosten van het geding. Dexia vordert voorts dat de kantonrechter, onder de voorwaarde dat enig deel van de in conventie ingestelde op vernietiging of ontbinding van de overeenkomsten gebaseerde vorderingen wordt
Toegewezen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad V hoofdelijk veroordeelt tot restitutie van de door hen ontvangen dividenden onder de overeenkomst zijnde een totaalbedrag van EUR 1.884,90, alsmede V hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de aankoopwaarde van het onder de overeenkomst geleaste effecten en de waarde daarvan op de datum van beëindiging van de overeenkomst, alsmede voor recht verklaart dat voornoemde voorwaardelijke reconventionele vorderingen van Dexia verrekenbaar zijn met enige schuld van Dexia uit hoofde van een in conventie uitgesproken veroordeling.

3.6. Dexia legt, naast hetgeen onder de feiten is weergegeven, onder meer de volgende stellingen aan haar vordering ten grondslag. Door de voortijdige beëindiging van de overeenkomst zijn V aan Dexia een bedrag van EUR 27.989,69 verschuldigd geworden. V is hiervoor verschillende keren aangemaand, maar betaling is uitgebleven. Met betrekking tot haar voorwaardelijke vordering heeft Dexia gesteld dat het gebruik dat V wensen te maken van de vermeende aantastbaarheid van de overeenkomst wordt tegengegaan door het bepaalde in artikel 6:278 BW.

3.7. V voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

in conventie

tussenpersoon

4.1. De vraag is allereerst of de gedragingen van de tussenpersoon - APFC - al dan niet aan Dexia zijn toe te rekenen. V stellen dat, nu Dexia zich bij het aangaan van de overeenkomsten heeft bediend van de diensten van een tussenpersoon, de gevolgen van de gedragingen en tekortkomingen van deze tussenpersoon op gelijke wijze voor rekening van Dexia komen als die van haar zelf. Dexia heeft betoogd dat misleidende of ontoereikende informatie door tussenpersonen niet aan haar kan worden tegengeworpen.

4.2. Bij de beantwoording van de vraag of een effecteninstelling aansprakelijk is voor de gedragingen van een hulppersoon die zij heeft ingeschakeld bij het tot stand brengen van overeenkomsten als de onderhavige is er aanleiding om aansluiting te zoeken bij het
bepaalde in artikel 6:76 BW, te weten dat de schuldenaar die bij de uitvoering van een verbintenis gebruik maakt van andere personen, voor hun gedragingen op gelijke wijze aansprakelijk is als voor eigen gedragingen. Wanneer een effecteninstelling zich bij het aangaan van overeenkomsten van de diensten van een tussenpersoon bedient, komen de gevolgen van gedragingen van deze tussenpersoon, tekortkomingen daaronder begrepen, op gelijke wijze voor rekening van de opdrachtgever als de gevolgen van zijn eigen gedragingen en tekortkomingen. Hierbij is niet van belang of de tussenpersoon al dan niet kan worden beschouwd als vertegenwoordiger van de opdrachtgever. Het gaat er om dat de bemiddeling geschiedt ten voordele van de opdrachtgever; nadelige gevolgen van gedragingen van de tussenpersoon behoren dan niet te worden afgewenteld op de wederpartij, maar dienen voor risico te komen van die opdrachtgever. Aan het verweer van Dexia op dit punt zal derhalve worden voorbijgegaan.

dwaling/ zorgplicht

4.3. Hiermee is de vraag aan de orde of V de overeenkomst met Dexia op grond van dwaling mochten vernietigen. Van dwaling in de zin van artikel 6:228 lid 1 BW is sprake, indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou zijn gesloten en/of Dexia in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling van V wist of behoorde te weten, V had behoren in te lichten en dat nagelaten heeft. Voorts dienen V aannemelijk te maken dat zij bij een juiste
voorstelling van zaken de overeenkomst niet, althaus niet onder dezelfde voorwaarden.zouden hebben gesloten.

4.4. Bij de beantwoording van de vraag of in dit geval sprake is van dwaling is enerzijds bepalend welke inlichtingen Dexia in de fase vóór het sluiten van de overeenkomst aan V had moeten geven en anderzijds welke informatie V in dezelfde fase zelf bij Dexia hadden moeten inwinnen. Voor wat partijen dienaangaande over en weer van elkaar mochten verwachten, is van doorslaggevend belang wie partijen zijn en welke hoedanigheid aan hen moet worden toegekend.

4.5. Waar V onweersproken hebben gesteld dat zij - bij het sluiten van de overeenkomsten - onervaren beleggers waren, moeten zij worden aangemerkt als niet ter zake kundigen van wie Dexia mocht verwachten dat zij in beginsel het hun ter beschikking gestelde materiaal met de nodige nauwkeurigheid zouden bestuderen en zich van de inhoud daarvan rekenschap zouden geven, zoals dat van elke niet terzake kundige, doch aandachtige en oplettende consument verwacht mag worden.

4.6. Dexia trad in dit verband op in haar hoedanigheid van effectenbemiddelaar in de zin van artikel 1b van de Wet toezicht effectenverkeer 1995. Bij het aanbieden en uitvoeren van de overeenkomst was Dexia gehouden aan de in de NR 99 gecodificeerde zorgplicht,
waaraan niet afdoet dat zij een kant en klaar effectenproduct aan een breed publiek aanbood. De stelling van Dexia dat de NR 99 onverbindend is, treft geen doel, reeds omdat de daarin neergelegde regels ook volgen uit de zorgplicht, waarvan de Hoge Raad in zijn arrest van 9 januari 1998, NJ1999, 285, JOR 1998, 116, heeft beslist "dat de maatschappelijke functie van de banken een bijzondere zorgplicht meebrengt, zowel jegens haar cliënten uit hoofde van de met hen bestaande contractuele verhouding, als ten opzichte van derden met wier
belangen zij rekening behoort te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijkverkeer betaamt."

4.7. Op grond van het voorgaande en gelet op de complexiteit van het onderhavige product - welk product een risico kent dat bij tussentijdse beëindiging een schuld resteert indien de te verkopen aandelen minder waard zullen zijn dan het bedrag waarvoor zij zijn aangekocht, verminderd met de op dat moment reeds betaalde aflossing - mogen aan de door Dexia aan (toekomstige) cliënten te verstrekken informatie hoge eisen worden gesteld. Dit geldt te meer, nu Dexia beoogde met dergelijke producten een breed publiek te bereiken.

4.8. Uit de tekst van de effectenlease-overeenkomst blijkt dat V voor het bedrag van de hoofdsom aandelen zullen verwerven die aan hen geleverd zullen worden onder de opschortende voorwaarde dat aan alle verplichtingen jegens Dexia zal zijn voldaan. In de overeenkomst wordt voorts vermeld:
'Lessee kan deze lease-overeenkomst na 60 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder annuleringkosten beëindigen, onder betaling of verrekrning van de restanthoofdsom. [...]'
Uit deze tekst kan niet worden opgemaakt dat de restant hoofdsom zou worden kwijtgescholden bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst. De gebruikte terminologie (lease-overeenkomst, lessee) is weliswaar verhullend - nergens wordt klip en klaar gesproken over een geldlening - maar een oplettende niet-deskundige moet in staat kunnen zijn te begrijpen dat sprake is van belleggen met geleend geld. Dexia heeft met betrekking tot de effecten-leaseovereenkomst op zichzelf derhalve voldoende informatie verstrekt.

4.9. Voorts dient te worden bezien wat door Dexia aan V kenbaar is gemaakt met betrekking tot de gehele effectenlease-constructie, met name omtrent het feit dat de lease-termijnen van de effectenlease-overeenkomst zouden worden voldaan door de maandelijkse verkoop van aandelen die waren aangeschaft uit de inleg op de beleggingsrekening, en de risico's van de hefboomwerking van deze constructie.
Hieromtrent kan het volgende worden vastgesteld.

4.10. In het door Dexia in dit kader beschikbaar gestelde informatiemateriaal wordt vooral de nadruk gelegd op een aanhoudende koerstijging van de aandelen. Zo wordt in de brochure van "Capital Effect" een rekenvoorbeeld gegeven van de mogelijke rendementen na vijf, tien en twintig jaar. In een tabel worden de rendementsvariaties weergegeven, waarbij wordt uitgegaan van een koersstijging (geen koersdaling) van 0% tot 20% per jaar, met vetgedrukt de gemiddelde koersstijging van 14%. Waar de mogelijkheid van een koersdaling in het geheel niet wordt genoemd, gaat van deze tabel de suggestie uit dat een koersstijging van 14% reëel is.

4.11. Weliswaar wordt in de brochure tevens (in kleine letters) aangegeven dat in het verleden behaalde resultaten geen garanties bieden voor de toekomst en dat de:kans bestaat op een hoger, maar ook op een lager dan gemiddeld rendement, maar dit neemt niet weg dat Dexia in haar brochure een veel te rooskleurig beeld heeft gegeven van de te verwachten rendementen. In die brochure wordt immers met geen woord gerept over de mogelijkheid dat door koersdalingen niets zou resteren dan schulden. Daarbij is tevens van belang dat bij de onderhavige leaseconstructie, alleen al om de kosten van de afbetaling van de geldlening te kunnen voldoen, een aanzienlijke koersstijging nodig zou zijn. Het risico van een restschuld bij tussentijdse beëindiging is derhalve allerminst denkbeeldig. Er wordt bovendien nergens gewezen op de (hefboom)werking van het depot, met name .het feit dat de storting op de beleggingsrekening opnieuw werd belegd, en de risico's van het
vroegtijdig leeg raken van het depot (welk risico zich overigens heeft gerealiseerd). Gelet op de ingewikkeldheid van het product kan van gemiddelde onervaren beleggers als V niet worden verwacht dat zij - zelfs bij zorgvuldige bestudering van het documentatiemateriaal - dergelijke risico's goed kunnen inschatten. Dexia was gehouden deze reële risico's expliciet te vermelden, dan wel voorzieningen te treffen teneinde de voldoening van een eventuele restschuld in geval van een koersdaling te verzekeren. Een dergelijke voorziening is bij andere, vergelijkbare aandelenlease-producten wel ingebouwd.

4.12. Dexia heeft nog betoogd dat de betreffende overeenkomst een aflossingsproduct is met een looptijd van 20 jaar, zodat er geen kans is op een restschuld. De kantonrechter deelt dit standpunt niet. De overeenkomst is, als gevolg van de bepaling dat deze na vijf jaar (en na die datum dagelijks) kan worden opgezegd, aan te merken als een overeenkomst voor de duur van vijf jaar met de mogelijkheid van (dagelijkse) verlenging tot 20 jaar. Bovendien werden de maandelijkse leasetermijnen betaald van een daartoe bij Dexia geopende beleggingsrekening waarop een depot was gestort, welk depot was belegd in aandelen. Dit depot kan derhalve niet los worden gezien van de effectenlease-overeenkomst. Als dit depot derhalve voortijdig leeg raakt, resteert - anders dan Dexia wil betogen - een restschuld.

4.13. In aansluiting op het voorgaande heeft de kantonrechter nog in aanmerking genomen dat gesteld noch gebleken is dat Dexia ook maar iets afwist van de financiële situatie van V , hun eventuele beleggingservaring of hun doelstelling op beleggingsgebied. Op Dexia rustte ingevolge artikel 28 NR 1999, dan wel op grond van de in rechtsoverweging 4.6 genoemde zorgplicht, echter wel de verplichting dergelijke
informatie in te winnen, zeker gelet op de risico's die aan het betreffende product kleefden.

4.14. Uit het vorenstaande concludeert de kantonrechter dat Dexia aan haar verplichting tot het geven van deugdelijke informatie aan V niet naar behoren heeft voldaan. Door dit tekortschieten van Dexia hebben V gedwaald. V hebben immers door de eenzijdige informatie geen inzicht kunnen krijgen inde reikwijdte van de mogelijke verliezen door koersdalingen. Ook zijn V er niet op gewezen dat in geval van koersdalingen het depot snel 'leeg' zou kunnen zijn, met als gevolg dat V - naast de rentebetalingen in verband met de tweede
hypotheek - ook nog eens maandelijks de leasetermijnen zouden moeten opbrengen. Voldoende aannemelijk is dat V bij een juiste voorstelling van zaken niet op dezelfde voorwaarden zouden hebben gecontracteerd.

4.15. Op grond van het voorgaande slaagt het beroep van V op vernietiging wegens dwaling van het samenstel van overeenkomsten (effectenlease-overeenkomst en beleggingsrekening). De vordering in conventie zal voor wat dit onderdeel betreft worden toegewezen. Dit houd in dat Dexia de door van V betaalde lease-termijnen dient te restitueren - voor zover deze niet zijn betaald uit het effectendepot - minus de door V ontvangen dividenden. Voorts dient Dexia de op de beleggingsrekening gestorte gelden aan V terug te betalen. Dexia houdt de aandelen in eigendom.

in (voorwaardelijke) reconventie

4.16. Nu de kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd, komt het beroep van Dexia op artikel 6:278 BW aan bod. Op grond van dit artikel vordert Dexia het verschil in de waarde van de gelaeaste effecten op de datum van aankoop van de effecten en de datum van de vernietiging van de effectenlease-overeenkomst.

4.17. Het beroep van Dexia op artikel 6:278 BW wordt verworpen. Uit hetgeen in de Toelichting Meijers is opgemerkt volgt dat artikel 6:278 BW niet van toepassing is in een geval waarin ervan moet worden uitgegaan dat de vordering tot ongedaanmaking erop isgegrond dat de partij die daartoe overgaat zijn wederpartij, terecht, verwijt dat deze is tekortgeschoten in de hem betamende zorg door eerstbedoelde niet voldoende te waarschuwen tegen het risico dat de waarde van de prestatie na uitvoering van de overeenkomst kan dalen als gevolg van koersdaling. Deze situatie doet zich hier voor; niet de situatie waarin de daling van de waarde van de prestatie na de uitvoering van de
overeenkomst is gedaald als gevolg van een omstandigheid die niet in verband staat met het in zorg tekortschieten als zo-even bedoeld.

4.18. Nu de effectenlease-overeenkomst waarvan Dexia nakoming vordert, wordt vernietigd. zal de (onvoorwaardelijke) reconventionele vordering van Dexia worden afgewezen.

4.19. Dexia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.

en voorst in conventie

4.20. Nu de overeenkomsten - gelet op het voorgaande - zullen worden vernietigd, acht de kantonrechter mogelijkheden aanwezig om reeds in de onderhavige procedure te komen tot vaststelling van de door V geleden schade. V zullen in de gelegenheid worden gesteld hun vordering op dit punt nader te specificeren en onderbouwen. Dexia kan hier bij antwoordakte op reageren.

4.21. De vordering met betrekking tot de ongedaanmaking van de (A-)registratie bij het BKR te Tiel zal, nu de overeenkomst(en) tussen Dexia en V zullen worden vernietigd, als voor die situatie niet weersproken, worden toegewezen.

4.22. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. Alle andere stellingen en weren kunnen, gezien het voorgaande, onbesproken blijven.

5. De beslissing

De kantonrechter

in conventie

5.1. verwijst de zaak naar de rol van 1 november 2006, direct peremptoir, voor het nemen van een akte aan de zijde van V als bedoeld in rechtsoverweging 4.20;

en voorts in conventie en in reconventie

5.2. houdt iedere (verdere) beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Westenberg en, in aanwezigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 27 september 2006.

Groetjes A3
Ver. Payback

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 18:15
door idem
Heel vreemd dat deze topic weggehaald is, dus nog maar een keer.
Dit is juist de bedoeling van Willem S Vandalen.
Goed nieuws moet zo spoedig mogelijk verpest worden.
Hiervoor verleent hij bepaalde herendiensten aan Knuppel

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 19:08
door aandekerk
De vordering met betrekking tot de ongedaanmaking van de (A-)registratie bij het BKR te Tiel zal, nu de overeenkomst(en) tussen Dexia en V zullen worden vernietigd, als voor die situatie niet weersproken, worden toegewezen.
Ook heel goed nieuws dacht ik zo....

Patrick Aan de Kerk

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 19:25
door Janneke52
Heeft een zgn adcocaat niets anders te doen dan hier op het internet te posten? Ik dacht dat hij zijn tijd beter kan spenderen aan zijn gedupeerden.

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 19:39
door painter
Wilt u deze advocaat alstublieft met rust laten, want meer dan dat deze advocaat voor de aandelenlease gedupeerden doet, is er in mijn optiek niet een.

Patrick gefeliciteerd met de behaalde overwinning op de duivelsbank.

VR GR

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:02
door Van Dalen
..

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:03
door Janneke52
Waarom?

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:05
door Van Dalen
..

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:06
door Janneke52
nee hoor, geen last van.
Ik wordt alleen gevoed door ons eigen verdiende geld.

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:09
door Van Dalen
..

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:09
door Janneke52
o ja? Leg uit!!!

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:11
door Van Dalen
..

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:14
door Janneke52
Nou: ik ben me er niet van bewust dat ik hem "onderuit" haal.
Waarom verschijnt hij dan nu opeens op dit forum? Om felicitaties van jullie te ontvangen?

Ik ken hem niet, zal best wel een aardige man zijn die zijn sporen verdiend heeft, maar nogmaals de vraag WAT DOET HIJ HIER IN DIT FORUM???

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:19
door Van Dalen
..

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:21
door Janneke52
Nou ik dacht dat die uitspraken al door verschillende mensen hier neergezet waren, waaronder Piet. Ook zijn uitleg was duidelijk.

Ik blijf bij mijn mening dat een advocaat hier niet te hoort te posten en dat nog wel in verschillende onderwerpen.

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:28
door faeks
Janneke, jij hebt gevoel voor fatsoen en ethiek. Daarom begrijpen "ze" je niet in de postings hierboven. :wink:
Je hebt helemaal gelijk; uit zelfbehoud is het echter beter de discussie niet verder aan te gaan, je delft nml. gegarandeerd het onderspit tegen degenen die niet gehinderd worden door enig fatsoen of gevoel voor ethiek.

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:29
door Navarre
Ik ben het helemaal met je eens Janneke.

Een excuus van Janneke52 aan mr Aan de Kerk lijkt ook mij zeer op zijn plaats.
Dat zou inderdaad goed aansluiten bij jouw gedachtengoed van Dalen.
Als jij uit die zgn hand wilt eten, ga je gang, maar laat anderen dat even voor zichzelf bepalen zeg.

Het lijkt mij overigens andersom, het is dhr. Aan De Kerke die uit de hand eet van de gedupeerde.
En het geeft juist daarom geen pas om zich op dit forum te begeven.

En nu kun je wel weer tegen mij tekeer gaan, ik weet dat je moeilijk anders kunt, maar geloof me, dat heeft geen enkele zin.

Het lijkt wel of het steeds gekker wordt hier, dadelijk staan bepaalde figuren nog met honkbalknuppels bij de denkbeeldige uitgang van dit forum. :wink:

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:37
door Martinvdm
En het geeft juist daarom geen pas om zich op dit forum te begeven.
Oow...En waarom dan...?

Dit is een openbaar forum wat voor iedereen toegankelijk is ..Zowel voor jou als voor deze advocaat. Hij komt ook onder zijn eigen naam op dit forum dus niet onder verschillende 'nicknames' met de bijbehorende figuranten...

Dat hij als jurist de mensen via dit medium probeert te informeren en voor te lichten wat te doen tegen de verschillende aanbieders vind ik op zich geen verkeerde zaak.

Daarom ben ik het ook niet eens met Janneke...
Maar dat is mijn mening...

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:40
door *
Volgens mij is dit forum voor iedereen toegangelijk, en zeker voor de gene die bij dit financieel drama betrokken zijn.
Er zitten tussen de posters helaas ook velen die hier niets te zoeken hebben daar zij totaal niet bij dit drama betrokken zijn.
Ik zie het probleem niet, of het moet het probleem zijn dat ook dit weer een bedreiging voor Dexia vormt.

Re: Uitspraak Amsterdam

Geplaatst: 03 okt 2006 20:41
door faeks
MartinvdM, er zit een subtiel nuanceverschil in hetgeen Janneke post en hoe jij het interpreteert!