Coulanceregeling Dexia niet coulant genoeg
Geplaatst: 08 feb 2007 17:38
Origineel persbericht ANP
Coulanceregeling Dexia niet coulant genoeg
Is de Duisenberg-Regeling en zijn de aanverwante regelingen al met al niet onredelijk?
Zoals door sommige belangenbehartigers werd voorspeld zou de roemruchte algemeen verbindendverklaring van de Duisenberg-Regeling door het Hof te Amsterdam, een mogelijke weerslag kunnen hebben op de rechterlijke beoordeling van de lopende procedures tegen Dexia. Inmiddels werd op 31 januari 2007 vonnis gewezen na de algemeen verbindendverklaring door de Rechtbank Amsterdam, Sector Kanton -CV 06-3272 -voorheen: CV 05-24606- en 06-1335-,.
Het resultaat van de uitspraak is dat de gedupeerden de volledige storting die zij in het depot hebben gedaan terugkrijgen. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente. In het onderhavige geval komt dit mogelijk neer op een vergoeding van tussen de € 47.000,00 en € 55.000,00. Uitgaande van het nadeel dat bestond in de storting en de inmiddels door de gedupeerden betaalde restschuld – dus exclusief de betaalde rentetermijnen in het kader van de hypotheken – krijgen de gedupeerden 85% van het geleden nadeel terug. Indien de gedupeerden in deze zaak zouden hebben gekozen voor een afwikkeling overeenkomstig de coulanceregeling depotlease - bestaande in een vergoeding van € 18.000,00 -, dan zouden zij een aanzienlijk lager bedrag ter vergoeding van de geleden schade hebben gekregen. De vergoeding die zij door de rechter toegewezen hebben gekregen is het drievoudige van het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen in het kader van de coulanceregeling depotlease.
De vereniging Payback is verheugd met deze uitspraak voor deze procedure die namens eisers gevoerd is door mr. P.A. Aan de Kerk. Op basis van de uitspraak kan namelijk worden vastgesteld dat de kwesties die worden voorgelegd aan de rechter en waarbij zodoende kritisch naar de feiten en omstandigheden van het individuele geval wordt gekeken, meer opleveren dan wanneer de gedupeerden ingaan op de coulanceregeling depotlease en mogelijk aanverwante regelingen. Ondanks dat het Gerechtshof de Duisenberg-Regeling als - al met al niet onredelijk - werd aangemerkt zijn de gedupeerden dus beter af bij de rechter.
Payback zet evenwel ook een kanttekening bij het vonnis. De kantonrechter oordeelt dat:
Bij zijn beschikking d.d. 25 januari 2007 tot verbindendverklaring van de Duisenbergregeling heeft het Gerechtshof geconcludeerd dat er geen reden is om in twijfel te trekken dat Dexia de in de eftectenleaseovereenkomsten genoemde effecten gekocht en vervolgens behouden heeft.
De rechter gaat geheel voorbij aan het feit dat Dexia in de overeenkomsten vermeldt dat de effecten worden geleverd door op naamstelling overeenkomstig artikel 17 Wge en voorts gaat de rechter er aan voorbij dat de AFM nu juist heeft geconstateerd dat van bijschrijving op naam in de administratie van Dexia geen sprake is. Ondanks dat Dexia niet heeft gedaan wat er in de overeenkomsten staat en dat in onderhavige procedure ook werd gevorderd dat de overeenkomst diende te worden ontbonden vanwege deze tekortkoming, verbindt de rechter hier verder geen consequenties aan.
De jurisprudentie van de Hoge Raad en DSI stellen over dit onderwerp:
Van een verkrijging door belanghebbende van de effecten van rechtswege, met achterwege laten van levering op de voet van art. 17 Wge, kan geen sprake zijn -vgl. HR 23 september 1994, NJ 1996, 461-. Nu niet gesteld is dat de effecten op de voet van art. 17 Wge zijn bijgeschreven op naam van belanghebbende en evenmin is gebleken van het doen van een kennisgeving als bedoeld in art. 25 lid 1 Wge, moet er van worden uitgegaan dat geen sprake ervan is dat de overeenkomst is uitgevoerd in de zin van art. 6:278 lid 1 BW. Reeds hierom is niet aan de voorwaarde voor toepassing van deze bepaling voldaan.
Zoals eerder opgemerkt zal de Hoge Raad over dit onderwerp het verlossende woord moeten geven. Nog even volhouden dus!
Vereniging Payback
Coulanceregeling Dexia niet coulant genoeg
Is de Duisenberg-Regeling en zijn de aanverwante regelingen al met al niet onredelijk?
Zoals door sommige belangenbehartigers werd voorspeld zou de roemruchte algemeen verbindendverklaring van de Duisenberg-Regeling door het Hof te Amsterdam, een mogelijke weerslag kunnen hebben op de rechterlijke beoordeling van de lopende procedures tegen Dexia. Inmiddels werd op 31 januari 2007 vonnis gewezen na de algemeen verbindendverklaring door de Rechtbank Amsterdam, Sector Kanton -CV 06-3272 -voorheen: CV 05-24606- en 06-1335-,.
Het resultaat van de uitspraak is dat de gedupeerden de volledige storting die zij in het depot hebben gedaan terugkrijgen. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente. In het onderhavige geval komt dit mogelijk neer op een vergoeding van tussen de € 47.000,00 en € 55.000,00. Uitgaande van het nadeel dat bestond in de storting en de inmiddels door de gedupeerden betaalde restschuld – dus exclusief de betaalde rentetermijnen in het kader van de hypotheken – krijgen de gedupeerden 85% van het geleden nadeel terug. Indien de gedupeerden in deze zaak zouden hebben gekozen voor een afwikkeling overeenkomstig de coulanceregeling depotlease - bestaande in een vergoeding van € 18.000,00 -, dan zouden zij een aanzienlijk lager bedrag ter vergoeding van de geleden schade hebben gekregen. De vergoeding die zij door de rechter toegewezen hebben gekregen is het drievoudige van het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen in het kader van de coulanceregeling depotlease.
De vereniging Payback is verheugd met deze uitspraak voor deze procedure die namens eisers gevoerd is door mr. P.A. Aan de Kerk. Op basis van de uitspraak kan namelijk worden vastgesteld dat de kwesties die worden voorgelegd aan de rechter en waarbij zodoende kritisch naar de feiten en omstandigheden van het individuele geval wordt gekeken, meer opleveren dan wanneer de gedupeerden ingaan op de coulanceregeling depotlease en mogelijk aanverwante regelingen. Ondanks dat het Gerechtshof de Duisenberg-Regeling als - al met al niet onredelijk - werd aangemerkt zijn de gedupeerden dus beter af bij de rechter.
Payback zet evenwel ook een kanttekening bij het vonnis. De kantonrechter oordeelt dat:
Bij zijn beschikking d.d. 25 januari 2007 tot verbindendverklaring van de Duisenbergregeling heeft het Gerechtshof geconcludeerd dat er geen reden is om in twijfel te trekken dat Dexia de in de eftectenleaseovereenkomsten genoemde effecten gekocht en vervolgens behouden heeft.
De rechter gaat geheel voorbij aan het feit dat Dexia in de overeenkomsten vermeldt dat de effecten worden geleverd door op naamstelling overeenkomstig artikel 17 Wge en voorts gaat de rechter er aan voorbij dat de AFM nu juist heeft geconstateerd dat van bijschrijving op naam in de administratie van Dexia geen sprake is. Ondanks dat Dexia niet heeft gedaan wat er in de overeenkomsten staat en dat in onderhavige procedure ook werd gevorderd dat de overeenkomst diende te worden ontbonden vanwege deze tekortkoming, verbindt de rechter hier verder geen consequenties aan.
De jurisprudentie van de Hoge Raad en DSI stellen over dit onderwerp:
Van een verkrijging door belanghebbende van de effecten van rechtswege, met achterwege laten van levering op de voet van art. 17 Wge, kan geen sprake zijn -vgl. HR 23 september 1994, NJ 1996, 461-. Nu niet gesteld is dat de effecten op de voet van art. 17 Wge zijn bijgeschreven op naam van belanghebbende en evenmin is gebleken van het doen van een kennisgeving als bedoeld in art. 25 lid 1 Wge, moet er van worden uitgegaan dat geen sprake ervan is dat de overeenkomst is uitgevoerd in de zin van art. 6:278 lid 1 BW. Reeds hierom is niet aan de voorwaarde voor toepassing van deze bepaling voldaan.
Zoals eerder opgemerkt zal de Hoge Raad over dit onderwerp het verlossende woord moeten geven. Nog even volhouden dus!
Vereniging Payback