Een eega-vernietiging die 'te laat' wordt gedaan heeft nog wel zin en gevolg voor de restschuld en openstaande termijnen!
Als Dexia nog geld van u tegoed heeft, dan hoeft u na een vernietiging van de overeenkomst door de eega niets meer te betalen
Wat Dexia is vergeten aan u te vertellen
Door mr Luc C.M. Jurgens, advocaat te Amsterdam
Deze informatie is essentieel voor de vraag of men in een eega-zaak de Duisenbergregeling wel of niet wil accepteren. En het wel of niet accepteren van de Duisenbergregeling wordt mede bepaald door de vraag of procederen wel of niet tot een betere opbrengst zal leiden.
Vernietiging door de partner die niet heeft mee getekend in geval van huwelijk of samenlevingscontract
Er spelen twee zaken, die men even gescheiden moet bekijken:
kunt u de inleg of een deel daarvan terug krijgen;
moet u de restschuld (en eventuele openstaande termijnen) nog betalen.
Vernietiging door eega binnen verjaringstermijn van 3 jaar
De vernietiging door de eega kan binnen 3 jaar nadat de eega op de hoogte is geraakt of op de hoogte kon raken van het bestaan van het contract, indien men maar bij sluiten van het contract officieel getrouwd was of een geregistreerd partnerschap had.
Als dus de eega om wat voor reden dan ook (b.v. de echtgenoten / partners zijn niet formeel gescheiden maar leven al lang gescheiden van elkaar ieder in eigen huis en weten niet van elkaar wat ze uitspoken, of de ene partner houdt voor de andere partner absoluut verborgen dat een effectenlease contract is afgesloten) b.v. pas 3 jaar na afsluiten op de hoogte geraakte van het contract, dan kan eega dus (3 jaar + 3 jaar) tot 6 jaar na sluiten van het contract vernietigen.
De vernietiging kan ook nog als na het sluiten van het contract men officieel is gescheiden of het geregistreerd partnerschap is ontbonden (artikelen 1:80 b en 1:89, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek).
Volgens de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 1 maart 2007 kan bij een tijdige vernietiging binnen de verjaringstermijn de gehele inleg worden teruggevorderd van Dexia en hoeft men geen restschuld te betalen. Juridisch gezien heeft het contract dan nooit bestaan.
Vernietiging door eega na verjaringstermijn van 3 jaar
Artikel 3:51 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:
' Een beroep in rechte op een vernietigingsgrond kan te allen tijde worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. '.
Hoewel dit wetsartikel ziet op een rechtszaak, wordt in de geleerde boeken aangenomen dat de vernietiging toch ook buiten een rechtszaak om kan.
Zie: C. Asser, Handleiding tot de beoefening van het Nederlandse burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Algemene leer der overeenkomsten, 12de druk, Deventer – 2005, nr. 474 – laatste alinea, p. 501
Als niet of 'te laat' is vernietigd kan de eega-vernietiging niet meer worden ingeroepen om de inleg terug te krijgen, maar de klant kan een eega-vernietiging dan nog altijd gebruiken als verweer tegen het moeten betalen van de restschuld en openstaande termijnen.
Dit geldt voor alle contracten, dus ook voor lopende of verlengde contracten en voor contracten die - om wat voor reden dan ook - tussentijds zijn beëindigd en waarbij een restschuld en/of achterstallige termijnen openstaan.
Ook een eega-vernietiging die 'te laat' wordt gedaan heeft dus zin en gevolg, ook nu nog!
Laat uw eega dus zo snel mogelijk per aangetekende post een vernietigingsbrief sturen naar Dexia.
Dit betekent dat als de vernietiging niet of 'te laat' is gedaan en is verjaard ((3 jaar na het moment waarop de niet-meetekenende partner op de hoogte is geraakt of op de hoogte kon raken van het bestaan van het contract; Duisenbergregeling: later dan 3 1/2 jaar na afsluiten overeenkomst)), en men dus de inleg niet meer kan terugkrijgen op basis van het eega-argument, de vernietiging toch altijd blijft werken als verweer tegen de restschuld en openstaande termijnen, dus ook tegen het deel van de restschuld (meestal 33%) dat men zou moeten betalen als men akkoord zou gaan met de Duisenbergregeling.
Restschuld en openstaande termijnen hoeven bij een vernietiging in ieder geval niet meer te worden betaald, los van de vraag of de klant in aanmerking komt voor de Duisenbergregeling.
Hier past een nuancering in verband met door Dexia-klant te kiezen strategie !!
1. Restschuld (en eventuele achterstallige termijnen) nog niet betaald aan Dexia:
In eega-zaken waarin nog niet of te laat is vernietigd (( 3 jaar vanaf het moment waarop de niet-meetekenende partner op de hoogte is geraakt of op de hoogte kon raken van het bestaan van het contract; Duisenbergregeling: later dan 3 1/2 jaar na afsluiten overeenkomst )) en waarbij de restschuld niet is betaald aan Dexia, zou men ervoor kunnen kiezen het volgende te doen:
- de eega stuurt z.s.m. per aangetekende post een vernietigingsbrief naar Dexia; en
- de klant en eega brengen vóór 1 augustus 2007 de opt-out verklaring uit.
(maak van beide documenten voor uzelf een kopie als bewijs)
Daardoor kan Dexia de openstaande restschuld en termijnen niet meer innen in een rechtszaak. Als Dexia dan toch een rechtszaak tegen de klant begint om de openstaande bedragen te innen, kan de klant alsnog een beroep op de vernietiging doen als verweer. Dexia wordt dan in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.
Door de opt-out behoudt de klant in beginsel wel de mogelijkheid om in een eventuele rechtszaak tegen Dexia terugbetaling van zijn inleg te vragen wegens b.v. het WCK-argument en/of het schenden zorgplicht-argument.
2. Restschuld (en eventuele achterstallige termijnen) al wel volledig betaald aan Dexia:
Lees uw Duisenberg-berekening die door Dexia recent aan u is toegestuurd en controleer of u in aanmerking komt voor een vergoeding.
U kunt met uw Dexia-klantnummer, contractnummer en geboortedatum ook inloggen op de internetsite
www.dexialease.nl en daar een Duisenbergberekening laten opstellen.
In eega-zaken waarbij nog niet of te laat is vernietigd (( 3 jaar vanaf het moment waarop de niet-meetekenende partner op de hoogte is geraakt of op de hoogte kon raken van het bestaan van het contract; Duisenbergregeling: later dan 3 1/2 jaar na afsluiten overeenkomst )) en waarbij de restschuld (en eventuele achterstallige termijnen) wel volledig zijn betaald aan Dexia en de klant dus niets meer verschuldigd is aan Dexia, die klanten zouden er voor kunnen kiezen, indien ze onder de werking van de Duisenbergregeling vallen, de Duisenbergregeling te accepteren omdat de klant dan in aanmerking komt voor terugbetaling van 67 % van de reeds betaalde restschuld.
Indien u de Duisenbergregeling niet accepteert, krijgt u die 67 % van de reeds betaalde restschuld namelijk niet automatisch uitgekeerd, en moet u nog maar zien dat u die later terugkrijgt van Dexia, eventueel in een rechtszaak. De rechtbank Amsterdam heeft al laten weten dat een rechtszaak tegen Dexia wel eens meer dan viereneenhalf jaar kan gaan duren i.v.m. de beschikbare capaciteit. Als u niet langer in onzekerheid wilt zitten en de boel wilt afsluiten, is deze optie het overwegen waard. U bent dan wel uw gehele inleg kwijt.
Bij acceptatie van de Duisenbergregeling krijgt de klant verder niets terug en kan niet meer procederen tegen Dexia.
BKR-registratie
Op basis van de BKR regels moet Dexia aan BKR berichten dat de klant geen in rechte af te dwingen plicht tot betalen van de restschuld/termijnen meer heeft vanaf het moment van vernietigen en dat leidt in beginsel tot verwijdering van de gehele registratie, waaronder codering i.v.m. de restschuld en openstaande termijnen die zijn ontstaan na moment van vernietigen.
Artikel 7 van het Algemeen reglement van het Bureau Krediet Registratie bepaalt:
‘Er worden geen persoonsgegevens verwerkt in CKI (Centraal Krediet Informatiesysteem, LJ) ten aanzien van een natuurlijke persoon, van wie aan de deelnemer bekend is of is geworden dat desbetreffende natuurlijke persoon ten tijde van de inwerkingtreding van de overeenkomst op grond van die overeenkomst en/of de wet niet verantwoordelijk en aansprakelijk gehouden kan worden voor het nakomen van de betalingsverplichtingen uit hoofde van die overeenkomst.’
Samengevat:
-indien eega op tijd heeft vernietigd binnen verjaringstermijn van 3 jaar (3 jaar vanaf het moment waarop de niet-meetekenende partner op de hoogte is geraakt of op de hoogte kon raken van het bestaan van het contract), dan hoeft de klant niets te betalen van restschuld en openstaande termijnen en bij opt-out Duisenbergregeling kan klant inleg terug vorderen van Dexia (volgens Hof A'dam 1 maart 2007).
-indien de eega 'te laat' heeft vernietigd, namelijk na afloop wettelijke verjaringstermijn van 3 jaar, dan hoeft de klant in geval van vernietiging nooit restschuld en achterstallige termijnen te betalen wegens bepaling van art. 3:51, derde lid, BW. Dexia zal dan een rechtszaak om restschuld en termijnen verliezen. Klant hoeft niets meer te betalen maar kan niks meer van zijn inleg terug krijgen op basis van het eega-argument. Na opt-out Duisenbergregeling zijn andere argumenten om (deel van) inleg terug te vorderen van Dexia in beginsel nog wel mogelijk, b.v. WCK-argument en/of schenden zorgplicht-argument.
Nuancering bij nog niet of 'te laat' vernietigd:
-is 'te laat' vernietigd, heeft de klant de restschuld (en eventuele achterstallige termijnen) nog niet betaald en komt men in aanmerking voor de Duisenbergregeling, dan kan men ervoor kiezen om:
eega alsnog vernietigen en klant en egaa de opt-out verklaring versturen. Klant is dan niet gebonden aan Duisenbergregeling en Dexia zal dan een rechtszaak om restschuld en termijnen verliezen. Klant hoeft niets meer te betalen; andere argumenten om (deel van) inleg terug te vorderen van Dexia zijn bij opt-out verklaring in beginsel nog wel mogelijk, b.v. WCK-argument en/of schenden zorgplicht-argument.
-is 'te laat' vernietigd, heeft de klant de restschuld (en eventuele achterstallige termijnen) wel betaald en komt men in aanmerking voor de Duisenbergregeling, kan men er voor kiezen om:
de klant accepteert de Duisenbergregeling en krijgt een deel (waarschijnlijk 67 %) van de betaalde restschuld terug van Dexia (controleer dit in de Duisenberg-berekening die u van Dexia heeft ontvangen). Klant hoeft niets meer te betalen en krijgt deel betaalde restschuld retour, maar kan daarna nooit meer iets vorderen, ook niet wegens WCK-argument en/of schenden zorgplicht argument.
Dexia heeft de plicht om een melding te doen aan het BKR.
Let op: voordat u een beslissing neemt moet u de aan u recent toegestuurde Duisenbergberekening goed bestuderen om te bezien of u recht hebt op een vergoeding.
Voor de hierna volgende mogelijkheden dient u eventueel juridische advies in te winnen.
Dexia-aanbod geaccepteerd
Artikel 6:229 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:
‘Een overeenkomst die de strekking heeft voort te bouwen op een reeds tussen partijen bestaande rechtsverhouding, is vernietigbaar, indien deze rechtsverhouding ontbreekt, tenzij dit in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van degene die zich op dit ontbreken beroept, behoort te blijven.’.
Mogelijk dat door vernietiging door de eega van de originele effectenlease-overeenkomst, een verlengingsovereenkomst en de overeenkomst Dexia-aanbod, op de voet van artikel 6:229 van het Burgerlijk Wetboek ook kunnen worden vernietigd.
De overeenkomst Dexia-aanbod moet worden gezien als een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek.
In beginsel kan ook bij een vaststellingsovereenkomst een beroep worden gedaan op de vernietiging als genoemd in artikel 6:229 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij een van de in het wetsartikel genoemde uitzonderingen zich voordoet.
De vernietiging van het Dexia-aanbod met een beroep op artikel 6:229 van het Burgerlijk Wetboek is verdedigbaar door een beroep te doen op verschil in deskundigheid van partijen, onder aanvoering dat de wederpartij (in dit geval Dexia) bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst (in dit geval het Dexia-aanbod) a. over zoveel betere informatie beschikte en/of b. op zo’n onbehoorlijke wijze zelf informatie heeft verstrekt aan de klant, dat Dexia zich een beroep op artikel 6:229 van het Burgerlijk Wetboek moet laten welgevallen.
Zie: A.R. Bloembergen e.a., Rechtshandeling en Overeenkomst, 2de druk, Deventer – 1998, nr. 191, p. 221-222, met verwijzing naar nr.174-175, p. 203-205, aldaar p. 204.
Het standpunt is verdedigbaar dat Dexia bij het doen van het Dexia-aanbod over haar juridische positie betere informatie had (b.v. van haar advocaten en andere juridisch geschoolde adviseurs - en dat waren en zijn er nog al wat, terwijl de meeste klanten bij de beoordeling van het Dexia-aanbod geen juridisch inzicht- of juridische hulp hadden), welke zij niet aan haar klanten heeft vertelt (er wordt b.v. gezegd dat Dexia al zeer lang intern, onder meer in het kader van verkooptrainingen, de informatie verspreidde dat de effectenlease-contracten huurkoop waren en dus aan vernietiging door de partner onderhevig waren, maar in de toelichting op het Dexia-aanbod pagina 20 wordt impliciet het tegendeel beweerd).
Voorts is het standpunt verdedigbaar dat Dexia bij het doen van het Dexia-aanbod, over haar juridische positie op onbehoorlijke wijze informatie heeft verstrekt aan haar klanten, door aan haar klanten over die juridische positie (o.m. Eega-, WCK- en Zorgplicht-argument) onvolledige, (deels) onjuiste, (deels) misleidende en derhalve op onbehoorlijke wijze informatie te verstrekken, met daarbij als extra zekering het dreigement van de zijde van Dexia dat ‘ Wij (zullen) onze standpunten zonodig in rechte tot in hoogste instantie <zullen> verdedigen, hoe lang dat ook zal duren.’. Zie voor het laatste de brochure ‘Toelichting’ op het Dexia-aanbod p. 17-20, aldaar p. 17.
Ontbinding effectenlease-overeenkomst als verweer tegen restschuld en eventueel openstaande termijnen
Artikel 6:268 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:
‘De bevoegdheid tot buitengerechtelijke ontbinding vervalt door verjaring van de rechtsvordering tot ontbinding. De verjaring staat niet in de weg aan de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ter afwering van een op de overeenkomst steunende rechtsvordering of andere rechtsmaatregel.’.
Iedere tekortkoming van een partij (in dit geval Dexia) in de nakoming van een van haar verbintenissen (of populair gezegd: wanprestatie) geeft in beginsel aan de wederpartij (u, de klant) de bevoegdheid om de overeenkomst (de effectenlease-overeenkomst) geheel of gedeeltelijk schriftelijk te ontbinden.
Het standpunt is verdedigbaar dat Dexia door het niet nakomen van haar zorgplichten wanprestatie heeft gepleegd, op grond waarvan de klant de overeenkomst schriftelijk kan en mag ontbinden.
En ook hier geldt:
Als niet of 'te laat' is ontbonden kan de ontbinding niet meer worden ingeroepen om de inleg terug te krijgen, maar de klant kan de ontbinding dan nog altijd gebruiken als verweer tegen het moeten betalen van de restschuld en openstaande termijnen.
Dit geldt voor alle contracten, dus ook voor lopende of verlengde contracten en voor contracten die - om wat voor reden dan ook - tussentijds zijn beëindigd en waarbij een restschuld en/of achterstallige termijnen openstaan.
Dexia moet ook hier een melding doen aan de BKR.
>>>
Mr. Jurgens is advocaat bij het kantoor Duvekot Advocaten te Amsterdam en heeft een groot aantal cliënten met een dossier i.v.m. effectenleasecontracten van Dexia en andere aanbieders.
Mr. Luc C.M. Jurgens