Radar

Kinderkorting
U heeft recht op de kinderkorting onder de volgende voorwaarden:

In 2006 behoorde tot uw huishouden voor meer dan 6 maanden minimaal 1 kind dat op 31 december 2005 jonger was dan 18 jaar.

Dit kind stond in die periode ingeschreven op uw woonadres of dat van uw fiscale partner.

U of uw fiscale partner onderhield het kind voor minimaal 386 per kwartaal óf ontving kinderbijslag (of een vergelijkbare buitenlandse uitkering).

Het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen was niet hoger dan 44.590.



De hoogte van de kinderkorting hangt af van het gezamenlijke verzamelinkomen van u en uw (eventuele) fiscale partner:

Is het gezamenlijke verzamelinkomen niet hoger dan 28.521, dan is de kinderkorting 924 (of 441 als u 65 jaar of ouder bent).

Is het gezamenlijke verzamelinkomen hoger dan 28.521, dan neemt de kinderkorting af met 5,75% van het deel van het gezamenlijk verzamelinkomen dat uitkomt boven 28.521 (of met ongeveer 2,736% als u 65 jaar of ouder bent).

Is het gezamenlijk verzamelinkomen hoger dan 44.590, dan heeft u geen recht op kinderkorting.



Voorbeeld

Het gezamenlijke verzamelinkomen is 35.000. Uw kinderkorting is 924 min 5,75% van 6.479 (het bedrag van het inkomen dat uitkomt boven 28.521), is 552.



Let op!

Als u in 2006 65 jaar werd, verandert het tarief. U betaalt namelijk geen AOW-premie meer met ingang van de maand waarin u 65 jaar werd. Dit heeft ook gevolgen voor het bedrag van uw heffingskorting. Het programma houdt hier automatisch rekening mee.



Fiscale partner
Als u in 2006 een fiscale partner had, geldt de kinderkorting alleen voor de fiscale partner met het hoogste verzamelinkomen. Als het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner gelijk is, geldt de kinderkorting voor de oudste van u beiden. Komt uw fiscale partner in aanmerking voor de kinderkorting en wilt u dat de korting toch voor u geldt? Dan kunt u samen met uw fiscale partner hierom verzoeken.



Het gezamenlijke verzamelinkomen
Als u een fiscale partner had en u en uw partner komen in aanmerking voor kinderkorting, dan moet u uitgaan van het gezamenlijke verzamelinkomen. Het gezamenlijke verzamelinkomen van u en uw fiscale partner bestaat uit het bedrag van het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van u en uw fiscale partner samen.



Fiscale partner en kinderkorting
Bij de kinderkorting wordt met fiscale partner ook degene bedoeld:

met wie u bij de notaris een samenlevingscontract heeft afgesloten;

die als uw partner is aangemeld voor een pensioenregeling;

met wie u een eigen woning (het hoofdverblijf) bewoonde en die (mede) aansprakelijk was voor een schuld met de woning als onderpand (zoals een hypotheekschuld);

met wie u in 2006 op 1 adres ongehuwd samenwoonde (niet de bloed- of aanverwant in de eerste graad van de rechte lijn, zoals ouder en kind) en die voldoet aan de voorwaarden voor het fiscale partnerschap, maar die hier niet voor gekozen heeft. Als u aannemelijk kunt maken dat er geen sprake is van een duurzaam gevoerde gemeenschappelijke huishouding, dan telt deze persoon niet mee.