Waarom wordt op de jaarafrekening het gasverbruik omgerekend en herleid naar energiewaarde (calorische verrekening)?
De calorische waarde van een kubieke meter aardgas die in huishoudens, winkels en gebouwen wordt gebruikt, is vastgesteld op een standaard van 35,17 MJ/m3. Deze waarde is afgeleid van de energiewaarde van het zogeheten Groningen-gas uit het Slochterenveld. De Nederlandse aardgastoestellen zijn in 1963 ingericht op het gas uit het Groningenveld. Vanuit diverse redenen (technisch, veiligheid) is indertijd afgesproken dat het gas maar in beperkte mate in samenstelling en eigenschappen mag variƫren; dit zijn de zogenaamde contractgrenzen, welke aan de veilige kant zijn gekozen: de verbrandingswaarde van het gas mag dus iets meer of iets minder zijn dan dat van gas uit Groningen.
Sinds 1973 (eerste oliecrisis) hanteert Nederland het zogenaamde "kleine velden beleid", hetgeen wil zeggen dat kleine gasvelden, zoals bijvoorbeeld op de Noordzee, met voorrang gas leveren. Deze velden hebben echter allemaal een hogere verbrandingswaarde dan het gas uit het Groningenveld. Moeder Natuur zorgt bijna overal voor een specifieke samenstelling van koolwaterstoffen en andere elementen. Om dit gas geschikt te maken voor huishoudelijk gebruik wordt het gemengd met Groningen-gas in zo'n verhouding dat het de calorische waarde van dit gas benadert. Ze komt daar dicht bij in de buurt maar nooit helemaal op die standaard, tenzij men eindeloos zou blijven bijmengen.
Dat zou echter onnodig duur worden en bovendien sneller de mengvoorraad van het Groningenveld doen opraken.
Het gas dat bij de huishoudens wordt afgeleverd, moet echter wel blijven voldoen aan de eisen, zoals deze in 1963 gesteld zijn! Dit betekent dat slechts "beter" gas bijgemengd kan worden tot een bepaalde waarde. Om het veld in Groningen te sparen, wordt er in een deel van Nederland altijd (bijna) net zoveel ander gas bijgemengd als mogelijk is volgens de afgesproken grenzen.
Het gasgebruik wordt gemeten in kubieke meters, maar verrekend op basis van de calorische waarde. De prijs is gerelateerd aan die standaard kubieke meter. Ontvangt iemand dus een m3 met meer verbrandingswaarde, dan zal hij minder m3 verbruiken. Ook al betaalt hij dan een iets hogere prijs (meer energiewaarde), hij of zij betaalt niet meer omdat er ook minder gas wordt verbruikt. De centrale verwarming of het koken kost immers minder gas, want het is sneller op temperatuur door de hogere energie-inhoud. Dit verschil tussen de standaard kubieke meter en de werkelijk geleverde energiewaarde is de zogenaamde calorische verrekening. De afgelopen jaren lag die calorische waarde tussen 35,1 en 36,3 MJ/m3.
Gas Transport Service (GTS, onderdeel van NV Nederlandse Gasunie), de landelijk netbeheerder, meet die calorische waarde en informeert hierover de regionale netbebeheerders zodat deze precies weten hoeveel energiewaarde er is geleverd. De regionale netbeheerders danwel leveranciers hanteren deze opgave in hun afrekening naar de consument toe.
GasTerra, handelsbedrijf in aardgas, ontvangt van GTS en de regionaal netbeheerders de met behulp van de calorische waarde bepaalde geleverde hoeveelheid energie in (m3; 35,17MJ) voor haar afrekening naar respectievelijk industriƫle afnemers en leveranciers.
Bron: GasTerra
