reïntegratie buitenland
Geplaatst: 10 jan 2008 20:35
Nederlandse bedrijven spelen een centrale rol in een Israëlisch work first-programma gericht op werkloze Arabieren en immigranten. Volgens critici maken deze bedrijven "de deelnemers het leven zuur, totdat ze het opgeven en thuisblijven." Na protesten heeft de regering het programma aangepast, maar de weerstand blijft.
door Dirk Kloosterboer
Het Israëlische work first-programma staat algemeen bekend als het Wisconsin Plan, genoemd naar het Amerikaanse Wisconsin Works (W2)-programma. Het idee achter W2 is dat iedereen moet werken; niemand ontvangt bijstand zonder daar iets voor terug te doen. In theorie krijgen werkzoekenden training, kinderopvang, een ziektekostenverzekering en hulp bij het afkicken.
Volgens New York Times-journalist Jason DeParle was W2 in werkelijkheid gebaseerd op bluf, mismanagement en geldverspilling. Desondanks werden veel bijstandsgerechtigden afgeschrikt door het strenge imago van het programma, wat In Amerika leidde tot een spectaculaire daling van het aantal uitkeringen.
Wisconsin werd een populaire bestemming voor 'beleidstoeristen' uit Amerika en het buitenland. Eén van de eerste Nederlanders die W2 ontdekte, was Dick Vink, een adviseur die het concept in Nederland introduceerde en studiereizen naar Wisconsin organiseerde voor Nederlandse beleidsmedewerkers.
Eind jaren negentig schreef hij een artikel waarin hij W2 vergeleek met ontwikkelingen in het Nederlandse reïntegratiebeleid. Het artikel trok de aandacht van Israëlische ambtenaren, die contact met hem opnamen om te praten over manieren om de arbeidsparticipatie in hun land te verhogen.
Proef Israël
Een aantal jaar later werd besloten om de work first-benadering uit te proberen op vier locaties in Israël. De proeflocaties worden ofwel grotendeels door Arabieren bewoond ofwel door nieuwe immigranten uit Russisch-sprekende landen en Ethiopië, aldus de plaatselijke organisatie Sawt el-Amel ('Stem van de Arbeider').
Om de overheidsbureaucratie te omzeilen werden commerciële organisaties uitgenodigd om het programma uit te voeren. Vink werd gevraagd om te helpen bij het schrijven van het bestek. "Er is ook gekeken naar de vraag of je het niet een beetje spannend maken voor zo'n bedrijf, zodat ze ook het maximale gaan doen", zegt Vink. Bedrijven konden een flinke beloning krijgen als het aantal uitkeringen zou dalen - ongeacht wat er gebeurt met degenen die de bijstand verlaten.
Om zoveel mogelijk te leren van het experiment wilde Israël graag dat buitenlandse bedrijven eraan deel zouden nemen. Vink werd gevraagd om bedrijven hiervoor te interesseren. Hij richtte zich vooral op Groot-Brittannië en Nederland, omdat dit destijds de enige Europese landen waren waar particuliere bedrijven een substantiële rol speelden bij reïntegratie. Vink organiseerde een bijeenkomst in Amsterdam waarop hij en de Israëliërs kennis maakten met vertegenwoordigers van twaalf potentiële kandidaten.
Uiteindelijk hebben zes Nederlandse en vier Britse bedrijven een serieus bod uitgebracht. Calder kreeg het contract voor Nazareth en Agens dat voor Hadera. De overige twee contracten werden toegekend aan Maximus - een controversiële W2-pionier uit Amerika - en A4e uit Groot-Brittannië. Volgens de Jerusalem Post krijgen de vier bedrijven elk bijna 4 miljoen euro van de overheid, maar ze kunnen dit bedrag verhogen door het aantal uitkeringen te verlagen. Maximus schatte in dat zijn contract meer dan 10 miljoen euro waard was.
Wisconsincentra
Opvallend is dat enkele hoofdrolspelers bij de uitvoering van het Israëlische reïntegratieproject zelf bekeerde uitkeringsontvangers zijn. Directeur Rob Dijkhuis van Agens vertelde een Israëlische krant dat hij als voortijdig schoolverlater leefde van de 'vrijgevigheid van de regering' tot hij zich realiseerde dat hij zelf het heft in handen moest nemen. En volgens Elsevier ontving voormalig mede-eigenaar Marius Touwen van Calder een arbeidsongeschiktheidsuitkering terwijl hij het bedrijf leidde. Hij zou daar nog recht op hebben gehad omdat Calder hem dividend uitbetaalde in plaats van een salaris.
Maximus
De nieuwe 'Wisconsincentra' in Israël gingen open in augustus 2005. Op de website van Agens International staat een beschrijving van het centrum in Hadera: 'Het centrum heeft een open en uitnodigende sfeer; mensen lopen in en uit, sommigen zitten samen aan een balie, zichtbaar opgaand in hun gesprek, anderen bladeren in kranten en tijdschriften aan een grote tafel in het midden van het centrum, mensen werken op computers, telefoons rinkelen...'
Eén van de medewerkers van het centrum vertelde de Israëlische krant Haaretz over de dankbaarheid die klanten betoonden: 'Eindelijk is er iemand die om ze geeft. Zij, de werklozen, komen onze hand kussen'. Deze nogal idyllische beschrijving van de uitvoering van het Wisconsin Plan vertelt echter niet het hele verhaal. Herhaaldelijk hebben honderden deelnemers en actievoerders gedemonstreerd tegen het plan.
Marie Badarne van Sawt el-Amel, een organisatie die actief is in Nazareth, vat in een e-mail samen hoe deelnemers over het programma denken: "Het belangrijkste wat de mensen erover kwijt willen is waarschijnlijk: Er zijn geen banen. Het is één grote leugen."
Barbara Epstein van het Community Advocacy in Jeruzalem heeft vergelijkbare verhalen gehoord van de 800 deelnemers waarmee ze te maken heeft gehad. "De meeste deelnemers zouden wel willen werken maar het programma bood ze geen training en hielp ze niet verder met het vinden van een baan. Dit gold het sterkst voor mensen van 45 jaar en ouder en voor mensen die weinig vaardigheden hebben die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Verder was er sprake van een gevoel van angst en dreiging door het contact met het arbeidsbureau. Ze waren bang om voor hun mening uit te komen; vaak durfden ze niet in beroep te gaan tegen beslissingen omdat ze bang waren om een sanctie te krijgen", meldt Epstein in een e-mail.
Ontmoediging
In april 2006 schreef verslaggever Meron Rapoport van Haaretz een artikel over het Wisconsincentrum van Agens in Hadera. Volgens Rapoport hadden medewerkers van het centrum heel goed door wat je moet doen om het aantal uitkeringen te verlagen: 'Je maakt de deelnemers het leven zuur, totdat ze het opgeven en thuisblijven'.
Toen twee mensen in het centrum flauwvielen zouden medewerkers van Agens geweigerd hebben om een ambulance te bellen, tenzij de flauwgevallen personen NIS 700 [120 euro] zouden betalen. De plaatselijke algemeen directeur van Agens, Arye Sivan, zou desgevraagd hebben gezegd dat zijn medewerkers voldoende ervaring hebben om te beoordelen wie doet alsof en wie niet. Voor 'echte' patiënten zou het bedrijf een ambulance bellen zonder de kosten in rekening te brengen.
Een medewerkster van Sawt el-Amel
interviewt een werknemer van een
Wisconsin-project in Nazareth
Deelnemers aan het Agensprogramma klaagden dat ze zinloze en vernederende cursussen moesten volgen, waaronder was- en opmaaklessen. Toen Rapoport de directeur van het Maof College - waar de cursussen worden gegeven - hiernaar vroeg, legde die uit dat 'mensen er stinkend binnenkwamen omdat ze thuis geen warm water hebben'. Voordat hij zich nader kon verklaren kreeg de directeur een telefoontje van Agens met de opdracht om niet meer met de verslaggever van Haaretz te praten.
Tijdens een opmaakles zouden docenten geprobeerd hebben om cosmetica te verkopen aan de deelnemers. 'Ze verkochten ons dromen voor een hoop geld', aldus één van de deelnemers tegenover Haaretz. Algemeen directeur Sivan zei dat het contract met het bedrijf dat de cursus aanbood was opgezegd. De directeur van het Maof College zag niet in wat het probleem was: 'Het is net zoiets als dat we hier buiten koffie verkopen voor NIS 3 [50 eurocent]. Wie wil, koopt'.
Er waren ook klachten over de aangeboden vacatures. Russische deelnemers kregen bijvoorbeeld 'een kleine map met oude advertenties, sommige voor nierdonoren en andere voor 'ongebonden jonge vrouwen' om in een club te werken', aldus een deelnemer tegenover Haaretz.
Afgaande op de inhoud van een brochure van Sawt el-Amel waren de omstandigheden bij het centrum van Calder in Nazareth niet veel beter: 'We worden vernederd door de medewerkers, die ons en onze kinderen behandelen alsof we minder waard zijn, en als ze vinden dat we niet 'coöperatief' genoeg zijn dan verliezen we onze uitkering voor een maand. Tot nog toe heeft niemand van ons een beroepsopleiding gehad die ons in staat stelt een baan te vinden, noch heeft iemand een fatsoenlijke baan gevonden die langer duurde dan een paar dagen', zo lezen we.
Deelnemers aan het Wisconsin Plan kunnen verplicht worden om vrijwilligerswerk te verrichten. Er gaan geruchten dat sommigen werk doen dat eerder door reguliere werknemers werd gedaan. "De kwestie van de verdringing van reguliere werknemers is een erg grijs gebied", zegt Barbara Epstein. "Deelnemers aan het programma moeten vaak als vrijwilligers werkzaamheden verrichten waarvan wij vinden dat het betaalde banen zouden moeten zijn, of die in het verleden betaald werden."
Minder streng
Officiële rapporten claimen dat het Wisconsin Plan met succes het aantal bijstandsuitkeringen omlaag heeft gebracht en mensen aan het werk heeft geholpen. Volgens gegevens die de Bank van Israël citeert hebben 10.800 van de 23.000 deelnemers (47 procent) binnen een jaar een baan gevonden dankzij het programma (hij voegt toe dat 30 procent vaker dan een keer een baan heeft gevonden, wat suggereert dat de banen vaak van korte duur zijn). Haaretz citeerde uit een ander onderzoek waaruit bleek dat 22,1 procent van de deelnemers 'hun arbeidssituatie' verbeterden, tegenover 5 procent van een controlegroep.
Dick Vink aan het woord
Adviseur Dick Vink is al zes maanden niet meer in Israël geweest, maar hij is van plan om de vier proeflocaties in januari weer te bezoeken. Hij heeft de indruk dat de Nederlandse bedrijven een goede balans hebben gevonden tussen een strenge en een ondersteunende aanpak. "Mij viel op dat met name de Nederlandse bedrijven daar toch een wat vriendelijker aanpak uit proberen", zegt hij.
Interessant genoeg zei Roy Newey van het Britse A4e dat het juist zijn bedrijf was dat een 'softer' programma heeft geïmplementeerd, 'afwijkend van de harde aanpak bij de drie andere centra in Israël'. Epstein stelt dat er niet veel verschil is: "De Nederlandse bedrijven zijn niet beter en ook niet veel slechter dan de andere."
De bedrijven zelf staan niet te springen om commentaar te geven. Directeur Godert van Buren van Calder zegt dat de activiteiten van zijn bedrijf in Israël vooral werden getrokken door de toenmalige mede-eigenaar Marius Touwen. In april zijn Van Buren en Touwen uit elkaar gegaan en de activiteiten in Israël werden ondergebracht bij Touwen’s bedrijf Maetis. "Op zich waren we niet ongelukkig dat het overging naar de nieuwe onderneming", aldus Van Buren, die uitlegt dat het voor hem niet helemaal duidelijk was wat Calder in Israël deed.
Als Touwen niet op telefoontjes reageert, legt zijn secretaresse bij Maetis uit dat hij het erg druk heeft. "Ik denk dat hij even het belang er niet van zag. Als het nou nog voor een gerenommeerd blad was geweest..." Bij Agens International vertelt de secretaresse dat het bedrijf momenteel in een 'overgangsfase' zit. Daarom is dit geen goed moment voor een interview, legt ze uit.
Nederland
In Nederland heeft work first zich in een adembenemend tempo verspreid na de invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004. Gemeenten kunnen nu geld verdienen door het aantal bijstandsuitkeringen te verlagen. Bijna allemaal hebben ze work first-projecten ingevoerd, die vooral succesvol zijn in het verminderen van de instroom.
Hoewel deze projecten ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de daling van het aantal bijstandsuitkeringen, bestaat er zorg dat sommige mensen die worden afgeschrikt door de strengere aanpak, schulden opbouwen of in de criminaliteit terechtkomen - hoewel niemand weet hoeveel mensen in de problemen raken. Op enkele locaties zijn problemen met arbeidsomstandigheden gemeld. Uit een onderzoek in Helmond bleek dat een meer ondersteunend project veel succesvoller was dan work first als het erom gaat mensen duurzaam aan het werk te helpen.
Protest tegen Wisconsin in Nazareth
Enkele organisaties zoals de Bijstandsbond, Werken zonder werk, Flexmens en FNV Jong hebben geprotesteerd tegen de Nederlandse work first-aanpak. Toch is het verzet hier lang niet zo fel als in Israël. Volgens adviseur Vink heeft dit iets te maken met het feit dat Nederland al in de jaren '90 is begonnen om de sociale zekerheid stap voor stap strenger te maken. In Israël is de invoering van een strengere bijstand veel abrupter verlopen. "En dan is het logisch dat je daar heftige reacties op krijgt", aldus Vink.
Daarmee wil hij overigens de kritiek van organisaties en in de media in Israël niet van de tafel vegen. Zoals Vink het ziet is de hervorming van de bijstand een leerproces, waarbij fouten worden gemaakt. "Ik denk dat er best wel signalen zijn die volkomen terecht zijn. Maar de kunst is natuurlijk om daar iets mee te doen en iets van te leren."
Aanpassingen
Hoe dan ook, protesten en berichtgeving in de media hebben het draagvlak voor het Israëlische Wisconsin Plan ondergraven. Aan het begin van 2007 werd duidelijk dat er in de Knesset brede steun was om het plan af te schaffen. In reactie hierop heeft de overheid besloten om een aantal drastische wijzigingen door te voeren, die per 1 augustus van kracht zijn geworden. De contacten met de Nederlandse bedrijven zijn verlengd.
Op basis van het aangepaste programma worden bedrijven niet meer betaald voor het verlagen van het aantal uitkeringen ongeacht wat er gebeurt met de uitstromers: van nu af aan worden ze betaald op basis van het aantal mensen dat werk heeft gevonden. Verder vallen 45-plussers niet meer onder het programma (40 programma van de deelnemers was 50 jaar of ouder). Bovendien komen er speciale trajecten voor bijvoorbeeld gehandicapten, nieuwe immigranten en academici.
Marie Badarne beschouwt de aanpassingen als een belangrijke overwinning voor haar organisatie Sawt el-Amel en voor de deelnemers aan het Wisconsin Plan. Toch blijft ze tegenstander van het plan, want "als arbeidersorganisatie verwerpen we de neoliberale ideologie van het privatiseren van arbeidsmarktbeleid en sociale voorzieningen." Sawt el-Amel werkt momenteel aan een nieuwe voorlichtings- en mediacampagne. In een later stadium worden wellicht nieuwe demonstraties georganiseerd.
Barbara Epstein zegt dat de aanpassingen aan het programma in theorie een verbetering vormen, maar ze voegt toe dat het nog onduidelijk is hoe deze veranderingen in de praktijk gebracht zullen worden. "We zijn nu weer terug bij af - we zoeken de deelnemers op, kijken wat werkt en wat niet, en daarna zullen we onze doelen en acties bepalen. Momenteel werken we aan een nieuwe rechtenbrochure en we beginnen met de werving van een nieuwe groep activisten."
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Reageer op dit bericht
--------------------------------------------------------------------------------
January 02, 2008 at 03:27:48pm
Raymond Wie geloofd er nog in Sinterklaas ?
door Dirk Kloosterboer
Het Israëlische work first-programma staat algemeen bekend als het Wisconsin Plan, genoemd naar het Amerikaanse Wisconsin Works (W2)-programma. Het idee achter W2 is dat iedereen moet werken; niemand ontvangt bijstand zonder daar iets voor terug te doen. In theorie krijgen werkzoekenden training, kinderopvang, een ziektekostenverzekering en hulp bij het afkicken.
Volgens New York Times-journalist Jason DeParle was W2 in werkelijkheid gebaseerd op bluf, mismanagement en geldverspilling. Desondanks werden veel bijstandsgerechtigden afgeschrikt door het strenge imago van het programma, wat In Amerika leidde tot een spectaculaire daling van het aantal uitkeringen.
Wisconsin werd een populaire bestemming voor 'beleidstoeristen' uit Amerika en het buitenland. Eén van de eerste Nederlanders die W2 ontdekte, was Dick Vink, een adviseur die het concept in Nederland introduceerde en studiereizen naar Wisconsin organiseerde voor Nederlandse beleidsmedewerkers.
Eind jaren negentig schreef hij een artikel waarin hij W2 vergeleek met ontwikkelingen in het Nederlandse reïntegratiebeleid. Het artikel trok de aandacht van Israëlische ambtenaren, die contact met hem opnamen om te praten over manieren om de arbeidsparticipatie in hun land te verhogen.
Proef Israël
Een aantal jaar later werd besloten om de work first-benadering uit te proberen op vier locaties in Israël. De proeflocaties worden ofwel grotendeels door Arabieren bewoond ofwel door nieuwe immigranten uit Russisch-sprekende landen en Ethiopië, aldus de plaatselijke organisatie Sawt el-Amel ('Stem van de Arbeider').
Om de overheidsbureaucratie te omzeilen werden commerciële organisaties uitgenodigd om het programma uit te voeren. Vink werd gevraagd om te helpen bij het schrijven van het bestek. "Er is ook gekeken naar de vraag of je het niet een beetje spannend maken voor zo'n bedrijf, zodat ze ook het maximale gaan doen", zegt Vink. Bedrijven konden een flinke beloning krijgen als het aantal uitkeringen zou dalen - ongeacht wat er gebeurt met degenen die de bijstand verlaten.
Om zoveel mogelijk te leren van het experiment wilde Israël graag dat buitenlandse bedrijven eraan deel zouden nemen. Vink werd gevraagd om bedrijven hiervoor te interesseren. Hij richtte zich vooral op Groot-Brittannië en Nederland, omdat dit destijds de enige Europese landen waren waar particuliere bedrijven een substantiële rol speelden bij reïntegratie. Vink organiseerde een bijeenkomst in Amsterdam waarop hij en de Israëliërs kennis maakten met vertegenwoordigers van twaalf potentiële kandidaten.
Uiteindelijk hebben zes Nederlandse en vier Britse bedrijven een serieus bod uitgebracht. Calder kreeg het contract voor Nazareth en Agens dat voor Hadera. De overige twee contracten werden toegekend aan Maximus - een controversiële W2-pionier uit Amerika - en A4e uit Groot-Brittannië. Volgens de Jerusalem Post krijgen de vier bedrijven elk bijna 4 miljoen euro van de overheid, maar ze kunnen dit bedrag verhogen door het aantal uitkeringen te verlagen. Maximus schatte in dat zijn contract meer dan 10 miljoen euro waard was.
Wisconsincentra
Opvallend is dat enkele hoofdrolspelers bij de uitvoering van het Israëlische reïntegratieproject zelf bekeerde uitkeringsontvangers zijn. Directeur Rob Dijkhuis van Agens vertelde een Israëlische krant dat hij als voortijdig schoolverlater leefde van de 'vrijgevigheid van de regering' tot hij zich realiseerde dat hij zelf het heft in handen moest nemen. En volgens Elsevier ontving voormalig mede-eigenaar Marius Touwen van Calder een arbeidsongeschiktheidsuitkering terwijl hij het bedrijf leidde. Hij zou daar nog recht op hebben gehad omdat Calder hem dividend uitbetaalde in plaats van een salaris.
Maximus
De nieuwe 'Wisconsincentra' in Israël gingen open in augustus 2005. Op de website van Agens International staat een beschrijving van het centrum in Hadera: 'Het centrum heeft een open en uitnodigende sfeer; mensen lopen in en uit, sommigen zitten samen aan een balie, zichtbaar opgaand in hun gesprek, anderen bladeren in kranten en tijdschriften aan een grote tafel in het midden van het centrum, mensen werken op computers, telefoons rinkelen...'
Eén van de medewerkers van het centrum vertelde de Israëlische krant Haaretz over de dankbaarheid die klanten betoonden: 'Eindelijk is er iemand die om ze geeft. Zij, de werklozen, komen onze hand kussen'. Deze nogal idyllische beschrijving van de uitvoering van het Wisconsin Plan vertelt echter niet het hele verhaal. Herhaaldelijk hebben honderden deelnemers en actievoerders gedemonstreerd tegen het plan.
Marie Badarne van Sawt el-Amel, een organisatie die actief is in Nazareth, vat in een e-mail samen hoe deelnemers over het programma denken: "Het belangrijkste wat de mensen erover kwijt willen is waarschijnlijk: Er zijn geen banen. Het is één grote leugen."
Barbara Epstein van het Community Advocacy in Jeruzalem heeft vergelijkbare verhalen gehoord van de 800 deelnemers waarmee ze te maken heeft gehad. "De meeste deelnemers zouden wel willen werken maar het programma bood ze geen training en hielp ze niet verder met het vinden van een baan. Dit gold het sterkst voor mensen van 45 jaar en ouder en voor mensen die weinig vaardigheden hebben die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Verder was er sprake van een gevoel van angst en dreiging door het contact met het arbeidsbureau. Ze waren bang om voor hun mening uit te komen; vaak durfden ze niet in beroep te gaan tegen beslissingen omdat ze bang waren om een sanctie te krijgen", meldt Epstein in een e-mail.
Ontmoediging
In april 2006 schreef verslaggever Meron Rapoport van Haaretz een artikel over het Wisconsincentrum van Agens in Hadera. Volgens Rapoport hadden medewerkers van het centrum heel goed door wat je moet doen om het aantal uitkeringen te verlagen: 'Je maakt de deelnemers het leven zuur, totdat ze het opgeven en thuisblijven'.
Toen twee mensen in het centrum flauwvielen zouden medewerkers van Agens geweigerd hebben om een ambulance te bellen, tenzij de flauwgevallen personen NIS 700 [120 euro] zouden betalen. De plaatselijke algemeen directeur van Agens, Arye Sivan, zou desgevraagd hebben gezegd dat zijn medewerkers voldoende ervaring hebben om te beoordelen wie doet alsof en wie niet. Voor 'echte' patiënten zou het bedrijf een ambulance bellen zonder de kosten in rekening te brengen.
Een medewerkster van Sawt el-Amel
interviewt een werknemer van een
Wisconsin-project in Nazareth
Deelnemers aan het Agensprogramma klaagden dat ze zinloze en vernederende cursussen moesten volgen, waaronder was- en opmaaklessen. Toen Rapoport de directeur van het Maof College - waar de cursussen worden gegeven - hiernaar vroeg, legde die uit dat 'mensen er stinkend binnenkwamen omdat ze thuis geen warm water hebben'. Voordat hij zich nader kon verklaren kreeg de directeur een telefoontje van Agens met de opdracht om niet meer met de verslaggever van Haaretz te praten.
Tijdens een opmaakles zouden docenten geprobeerd hebben om cosmetica te verkopen aan de deelnemers. 'Ze verkochten ons dromen voor een hoop geld', aldus één van de deelnemers tegenover Haaretz. Algemeen directeur Sivan zei dat het contract met het bedrijf dat de cursus aanbood was opgezegd. De directeur van het Maof College zag niet in wat het probleem was: 'Het is net zoiets als dat we hier buiten koffie verkopen voor NIS 3 [50 eurocent]. Wie wil, koopt'.
Er waren ook klachten over de aangeboden vacatures. Russische deelnemers kregen bijvoorbeeld 'een kleine map met oude advertenties, sommige voor nierdonoren en andere voor 'ongebonden jonge vrouwen' om in een club te werken', aldus een deelnemer tegenover Haaretz.
Afgaande op de inhoud van een brochure van Sawt el-Amel waren de omstandigheden bij het centrum van Calder in Nazareth niet veel beter: 'We worden vernederd door de medewerkers, die ons en onze kinderen behandelen alsof we minder waard zijn, en als ze vinden dat we niet 'coöperatief' genoeg zijn dan verliezen we onze uitkering voor een maand. Tot nog toe heeft niemand van ons een beroepsopleiding gehad die ons in staat stelt een baan te vinden, noch heeft iemand een fatsoenlijke baan gevonden die langer duurde dan een paar dagen', zo lezen we.
Deelnemers aan het Wisconsin Plan kunnen verplicht worden om vrijwilligerswerk te verrichten. Er gaan geruchten dat sommigen werk doen dat eerder door reguliere werknemers werd gedaan. "De kwestie van de verdringing van reguliere werknemers is een erg grijs gebied", zegt Barbara Epstein. "Deelnemers aan het programma moeten vaak als vrijwilligers werkzaamheden verrichten waarvan wij vinden dat het betaalde banen zouden moeten zijn, of die in het verleden betaald werden."
Minder streng
Officiële rapporten claimen dat het Wisconsin Plan met succes het aantal bijstandsuitkeringen omlaag heeft gebracht en mensen aan het werk heeft geholpen. Volgens gegevens die de Bank van Israël citeert hebben 10.800 van de 23.000 deelnemers (47 procent) binnen een jaar een baan gevonden dankzij het programma (hij voegt toe dat 30 procent vaker dan een keer een baan heeft gevonden, wat suggereert dat de banen vaak van korte duur zijn). Haaretz citeerde uit een ander onderzoek waaruit bleek dat 22,1 procent van de deelnemers 'hun arbeidssituatie' verbeterden, tegenover 5 procent van een controlegroep.
Dick Vink aan het woord
Adviseur Dick Vink is al zes maanden niet meer in Israël geweest, maar hij is van plan om de vier proeflocaties in januari weer te bezoeken. Hij heeft de indruk dat de Nederlandse bedrijven een goede balans hebben gevonden tussen een strenge en een ondersteunende aanpak. "Mij viel op dat met name de Nederlandse bedrijven daar toch een wat vriendelijker aanpak uit proberen", zegt hij.
Interessant genoeg zei Roy Newey van het Britse A4e dat het juist zijn bedrijf was dat een 'softer' programma heeft geïmplementeerd, 'afwijkend van de harde aanpak bij de drie andere centra in Israël'. Epstein stelt dat er niet veel verschil is: "De Nederlandse bedrijven zijn niet beter en ook niet veel slechter dan de andere."
De bedrijven zelf staan niet te springen om commentaar te geven. Directeur Godert van Buren van Calder zegt dat de activiteiten van zijn bedrijf in Israël vooral werden getrokken door de toenmalige mede-eigenaar Marius Touwen. In april zijn Van Buren en Touwen uit elkaar gegaan en de activiteiten in Israël werden ondergebracht bij Touwen’s bedrijf Maetis. "Op zich waren we niet ongelukkig dat het overging naar de nieuwe onderneming", aldus Van Buren, die uitlegt dat het voor hem niet helemaal duidelijk was wat Calder in Israël deed.
Als Touwen niet op telefoontjes reageert, legt zijn secretaresse bij Maetis uit dat hij het erg druk heeft. "Ik denk dat hij even het belang er niet van zag. Als het nou nog voor een gerenommeerd blad was geweest..." Bij Agens International vertelt de secretaresse dat het bedrijf momenteel in een 'overgangsfase' zit. Daarom is dit geen goed moment voor een interview, legt ze uit.
Nederland
In Nederland heeft work first zich in een adembenemend tempo verspreid na de invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004. Gemeenten kunnen nu geld verdienen door het aantal bijstandsuitkeringen te verlagen. Bijna allemaal hebben ze work first-projecten ingevoerd, die vooral succesvol zijn in het verminderen van de instroom.
Hoewel deze projecten ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de daling van het aantal bijstandsuitkeringen, bestaat er zorg dat sommige mensen die worden afgeschrikt door de strengere aanpak, schulden opbouwen of in de criminaliteit terechtkomen - hoewel niemand weet hoeveel mensen in de problemen raken. Op enkele locaties zijn problemen met arbeidsomstandigheden gemeld. Uit een onderzoek in Helmond bleek dat een meer ondersteunend project veel succesvoller was dan work first als het erom gaat mensen duurzaam aan het werk te helpen.
Protest tegen Wisconsin in Nazareth
Enkele organisaties zoals de Bijstandsbond, Werken zonder werk, Flexmens en FNV Jong hebben geprotesteerd tegen de Nederlandse work first-aanpak. Toch is het verzet hier lang niet zo fel als in Israël. Volgens adviseur Vink heeft dit iets te maken met het feit dat Nederland al in de jaren '90 is begonnen om de sociale zekerheid stap voor stap strenger te maken. In Israël is de invoering van een strengere bijstand veel abrupter verlopen. "En dan is het logisch dat je daar heftige reacties op krijgt", aldus Vink.
Daarmee wil hij overigens de kritiek van organisaties en in de media in Israël niet van de tafel vegen. Zoals Vink het ziet is de hervorming van de bijstand een leerproces, waarbij fouten worden gemaakt. "Ik denk dat er best wel signalen zijn die volkomen terecht zijn. Maar de kunst is natuurlijk om daar iets mee te doen en iets van te leren."
Aanpassingen
Hoe dan ook, protesten en berichtgeving in de media hebben het draagvlak voor het Israëlische Wisconsin Plan ondergraven. Aan het begin van 2007 werd duidelijk dat er in de Knesset brede steun was om het plan af te schaffen. In reactie hierop heeft de overheid besloten om een aantal drastische wijzigingen door te voeren, die per 1 augustus van kracht zijn geworden. De contacten met de Nederlandse bedrijven zijn verlengd.
Op basis van het aangepaste programma worden bedrijven niet meer betaald voor het verlagen van het aantal uitkeringen ongeacht wat er gebeurt met de uitstromers: van nu af aan worden ze betaald op basis van het aantal mensen dat werk heeft gevonden. Verder vallen 45-plussers niet meer onder het programma (40 programma van de deelnemers was 50 jaar of ouder). Bovendien komen er speciale trajecten voor bijvoorbeeld gehandicapten, nieuwe immigranten en academici.
Marie Badarne beschouwt de aanpassingen als een belangrijke overwinning voor haar organisatie Sawt el-Amel en voor de deelnemers aan het Wisconsin Plan. Toch blijft ze tegenstander van het plan, want "als arbeidersorganisatie verwerpen we de neoliberale ideologie van het privatiseren van arbeidsmarktbeleid en sociale voorzieningen." Sawt el-Amel werkt momenteel aan een nieuwe voorlichtings- en mediacampagne. In een later stadium worden wellicht nieuwe demonstraties georganiseerd.
Barbara Epstein zegt dat de aanpassingen aan het programma in theorie een verbetering vormen, maar ze voegt toe dat het nog onduidelijk is hoe deze veranderingen in de praktijk gebracht zullen worden. "We zijn nu weer terug bij af - we zoeken de deelnemers op, kijken wat werkt en wat niet, en daarna zullen we onze doelen en acties bepalen. Momenteel werken we aan een nieuwe rechtenbrochure en we beginnen met de werving van een nieuwe groep activisten."
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Reageer op dit bericht
--------------------------------------------------------------------------------
January 02, 2008 at 03:27:48pm
Raymond Wie geloofd er nog in Sinterklaas ?