Radar

Al sinds begin 2007 ben ik mij sterk aan het maken voor feitelijke onjuistheden bij het incassobureau Intrum Justitia. Ik ben begin 2007 benaderd door dit incassobureau voor een openstaande vordering. Het zou om een factuur gaan van een client van hun. De client van hun is echter een klant van mij en ik had blijkbaar het geld niet retour gestort en derhalve had mijn klant het incassobureau ingeschakeld. Volgens Intrum Justitia had de klant mij echter een factuur gestuurd en zelfs aan mij geleverd! Ondanks de vele keren communiceren en over en weer bellen kon ik de situatie niet duidelijk maken aan dit incassobureau.

Op 18 december staat er een deurwaarder op mijn stoep met de dagvaarding met de feitelijke onjuistheden. Ook de deurwaarder heeft dit niet gezien en is gewoon aan mijn deur komen staan. In hoeverre sta ik sterk met betrekking tot deze dagvaarding? Uiteraard ben ik op de hoogte van het feit dat ik moet betalen, maar ik hoef toch niet voor een dagvaarding te betalen die feitelijk onjuist is. Zelfs de bijlagen in deze dagvaarding spreken de punten in de dagvaarding tegen. Heeft iemand hier ervaring mee en wat kan ik eventueel doen? Welke punten in het wetboek zijn eventueel aanspreekbaar voor deze situaties.

Alvast bedankt, Paul

Iemand die een proces begint, moet eerst op het gerecht griffierechten betalen. Dat zijn een soort administratiekosten.

Een rechtszaak als deze begint altijd schriftelijk en nooit met een zitting. Als je tot de zitting wacht dan ben je al je rechten al kwijt!!

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Iemand/een instantie begint een proces (bijv. om geld/betaling te eisen). Dat is de eiser. De tegenpartij krijgt dan een oproep om voor de rechter te verschijnen. Die oproep heet dagvaarding en wordt door een deurwaarder aan de tegenpartij betekend (=bezorgd). In een dagvaarding staat precies wat een eiser wil. De tegenpartij (= de gedaagde) kan hierop schriftelijk reageren. Dit heet de conclusie van antwoord (verweerschrift). De rechter beslist met name op basis van deze schriftelijke stukken.

Art. 128, lid 3

De gedaagde brengt alle excepties en zijn antwoord ten principale tegelijk naar voren, op straffe van verval van de niet aangevoerde excepties en, indien niet ten principale is geantwoord, van het recht om dat alsnog te doen.

Het proces begint dus altijd schriftelijk en nooit met een zitting bij de rechter. Voer je dus geen schriftelijk verweer, dan heeft de rechter niet jouw kant van het verhaal en verspeel je alle mogelijkheden (op straffe van verval) om nog een verweermiddel (exceptie) in te brengen òf als je geen inhoudelijk verweer hebt gevoerd om dat alsnog te doen. Dit laatste is bijv. een briefje schrijven dat je het er niet mee eens bent zonder duidelijk en uitgebreid aan te geven waarom je het er niet mee eens bent.

Na deze schriftelijke ronde volgt een zitting, waarin de rechter kijkt of partijen er samen uit kunnen komen, zodat niet nog een schriftelijke ronde nodig is. Altijd naar de zitting gaan, anders loop je de kans bij verstek veroordeeld te worden.

Lukt het niet de zaak te schikken dan krijgen beide partijen nog 1 maal de kans op verder schriftelijk verweer, te beginnen bij de eiser. Daarna doet de rechter een uitspraak op grond van de schriftelijke stukken.

Exceptie = verweermiddel, zoals bijv. kopie van betalingsbewijs, contract etc.

Dus nu schriftelijk verweer voeren met onderbouwing en binnen de gestelde termijn inleveren. Ook tegen de fouten in de dagvaarding.

Vladja