Wroumen, je ging mij te kort door de bocht met de opmerking dat men niet naar maten kijkt, punt.
Het is NIET zo dat de gemeente alles maar bepaald. Sinds de WMO (oftewel 1-1-2007) is het wettelijk geregeld dat men de vrije keuze heeft voor 'compensatie in natura' (bijv. een rolstoel in bruikleen) of een PGB. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen (bewezen fraude, aantoonbare onkunde van cliënt én -waar nodig gemachtigde- belangenbehartiger om met een PGB om te gaan etc.) kan een gemeente de optie op een PGB ontzeggen en dan zal er een zware bewijslast op de schouders van de gemeente rusten. Een gemeente MOET deze optie dus bieden, ongeacht of ze dat zelf 'zien zitten'.
Ik denk dat men niet met andere opties is komen aandragen omdat het papieren tijgers zijn, niet puur om een eventueel geld plaatje. Heel lullig, maar een typisch gevalletje 'als u er geen aanvraag voor heeft ingediend -in dit geval een vervoersvoorziening, iets anders dan een mobiliteitsvoorziening als rolstoel en dus andere aanvraag- dan gaan wij het niet noemen.' Niet mijn idee van hoe een WMO-ambtenaar dient te werken, noch een indicatiesteller. Let wel; welzorg is veelal slechts een uitvoerder. Uitvoerende bedrijven mogen weinig tot niets. De indicatiesteller (vaak CIZ, GGD etc.) is degene die op papier moet stellen wat er nodig is qua aanpassing, waar vervolgens een ambtenaar dit rapport dient tegen het licht te houden in het kader van de lokale WMO-verordening.
Op dat punt is er ook helemaal geen man overboord. Je kunt morgen -mits ze open zijn- naar het gemeentehuis/stadhuis stappen en een aanvraag invullen voor een vervoersvoorziening binnen de regio.
Het probleem ligt een groot deel al in het feit dat je hier eigenlijk praat over 2 verschillende voorzieningen; een vervoersvoorziening en een rolstoel. Jij hebt een aanvraag gedaan voor 1 van de 2, maar wilt dit geschikt zien voor beiden. An sich ook nog geen probleem, maar jij had kennelijk nog geen vervoersvoorziening en dan is het een punt dat men niet mee hoeft te nemen in de beoordeling. Dat is dus ook precies wat er bij jou is gebeurd. Klinkt heel lullig, maar dat is hoe de basis van de WMO in elkaar steekt.
Het klinkt wellicht onlogisch, maar ambtenaartechnisch is dit logisch (niet mij er op aan kijken, leg het slechts uit);
- jij vraagt rolstoel aan, want de oude is niet meer geschikt
- jij krijgt een indicatie voor een rolstoel die aan de eisen 'ingevuld door indicatiesteller' voldoet. Daar komt stoel Y uit rollen, en de gemeente kent dit middels een beschikking toe. Daarmee is die aanvraag/beschikking afgerond.
- jij krijgt rolstoel en zie daar; in de praktijk geeft dat nu kennelijk problemen op vervoersgebied. Voorheen had je daarvoor geen voorziening nodig, nu kan dat anders liggen.
- verhip; een probleem dat je niet zelf binnen het redelijke kunt verhelpen -> naar de WMO en een aanvraag indienen om dat via de WMO te doen, middels een vervoersvoorziening.
- afhankelijk van de specifieke situatie kun je wel of niet hard maken dat voor het voorzien in díe behoefte (nogmaals, dat is voor het papiertechnische een andere behoefte dan de rolstoel an sich) niet adequaat afgehandeld kan worden door het verwijderen van de wielen van de rolstoel.
- in dat geval zal er verder gekeken worden welke vervoersvoorziening dan wél een optie is.
- dan komt de vraag boven drijven of jij wilt kiezen voor een natura voorziening of een PGB en of er binnen dit vlak in deze gemeente uitruil mogelijk is, waarmee jij een liftje kunt aanschaffen.
Nog even terugkomend op het PGB. Sinds die WMO heb je wettelijk recht op die keuze en dien je ook de keuze te hébben. Lees; redelijkerwijze te kunnen weten dat die optie bestaat. Ga even na of dit op de gemeentelijke website kenbaar gemaakt wordt, in eventuele folders, of het op het aanvraagformulier staat en/of het ter sprake is gekomen tijdens de indicatie of contacten met de ambtena(a)r(en). Is dat NIET het geval, dan zou het intrigerend kunnen worden om de gemeente daarop terug te fluiten. Het makkelijkste is om dit middels een bezwaarschrift te doen in de periode waarbinnen je bezwaar kunt aantekenen tegen de beschikking. In jouw geval zal die waarschijnlijk verlopen zijn, gezien de levering van de rolstoel in november.
Echter, ik zou bepaald niet raar opkijken als dit recht de duur van een optie tot bezwaarschrift overstijgt. Wellicht heeft het een kans -al vergt het wellicht lange hardnekkigheid en volharding- om alsnog de gemeente tot haar plicht te roepen en jouw de optie voor een PGB alsnog te geven. Aan jou om er dan mee te doen of laten wat je wilt, maar die optie had je geboden moeten worden in normale omstandigheden. Kortom; draai even de wetgeving WMO uit en verdiep je er even in. De preciese wettekst vind je hier;
http://www.minvws.nl/dossiers/wmo/documenten/
Vraag vervolgens inzage in de verordening WMO, het voorzieningenboek WMO en het besluit WMO van jouw gemeente. Dit zijn openbare stukken, dus daar heeft elke burger inzagerecht in. Ga eens rustig neuzen, je zult er teksten in terug moeten vinden over het PGB. Zo niet -> verordening voldoet niet aan de wet. Grote foute boel.
Vind je er wel teksten in terug; kijk wat men in de gemeente heeft benoemd. Wijs de gemeente vervolgens -bijv. in een gesprek met de wethouder- lieflijk op het feit dat men de plicht had jou te informeren over de vrijheid van keuze tussen natura of PGB en dit niet is gebeurd. Druist tegen de WMO-wetgeving in, bladiebla, pak mooi in, en kom tot 'hoe gaan we dit nu alsnog terugdraaien? Ik wens de keuzevrijheid alsnog te krijgen waar ik recht op heb, welke stappen zullen er genomen worden om dit te bereiken'.
Grote kans dat je niet direct een kant-en-klaar antwoord krijgt, dit soort dingen schrikt nogal, zeg maar.
Dat vergt eerst eens even wat overleg tussen een wethouder, afdelingshoofd en ambtenaren. Niet uit onwil, maar omdat een wethouder ook niet altijd elke punt en komma uit een verordening tot op zijn/haar duimpje kent en eerst eens even moet informeren hoe iets praktisch uitgevoerd kan en mág worden.
Blijf ten alle tijden beleefd, duidelijk, heb begrip voor het feit dat niet alles binnen 1 uur opgelost kan zijn -al hoef je natuurlijk geen 5 jaar geduld te hebben- en weet hoe regelgeving in elkaar steekt. Uiteindelijk bereik je daarmee altijd het meeste. Je zit er niet op te wachten om in een loopgravenoorlog te komen met mensen waar je vroeg of laat weer mee van doen zult krijgen.