Wim2007,
In de eerste plaats is dit onderzoek vooral gebaseerd op epidemiologisch onderzoek en niet op klinisch onderzoek. Dat is vreemd, aangezien er uitspraken worden gedaan over de relatie tussen een voedingsmiddel en het krijgen van een aandoening (eigenlijk een serie van uitspraken). En dat is vreemd. Waar een uitspraak wordt gedaan over de causaliteit tussen aandoening en het nuttigen van het voedingsmiddel, daar worden vooral studies gebruikt die de correlatie tussen aandoening en voedingsmiddel pogen vast te stellen.
Hieruit merk ik op dat je volgens mij het hoofdstuk ‘judging the evidence’ in het rapport niet goed hebt gelezen.
Ten eerste worden de conclusies niet alleen gebaseerd op significant of niet-significant. Wanneer men spreekt over significantie in deze contex zou er een statistische toets moeten zijn uitgevoerd. Bij de klassieke meta-analyse waar jij over spreekt is dat niet gebeurd.
Als conclusie wordt de volgende onderverdeling gemaakt:
Overtuigend verlaagd risico, waarschijnlijk verlaagd risico, mogelijk verlaagd risico, waarschijnlijk verhoogd risico en overtuigend verhoogd risico.
Voor de indeling van een bepaald voedingsmiddel in één van deze 5 groepen zijn bepaalde criteria opgesteld. De methodologische opzet speelt hierbij een belangrijke rol. De criteria zijn in het rapport na te lezen.
Wat betreft de beoordeling voor causaliteit hanteren ze het volgende:
"3.4 Causation and risk
One of the Panel’s tasks has been to devise a transparent and objective method that enables evidence of relationships between diet, physical activity, body fatness, and associated factors, and cancer of one or more sites, to be judged as causal, with varying degrees of confidence.
3.4.1 Inferring causation
The Panel endorses the view of the panel responsible for the previous report, that causal relationships between food and nutrition, and physical activity can be confidently inferred when epidemiological evidence, and experimental and other biological findings, are consistent, unbiased, strong, graded, coherent, repeated, and plausible. Individually, none of these factors is likely to be sufficient to infer a causal relationship with confidence. Also, individual relationships may be deficiënt in various respects, but collectively can still be judged as causal because of their cumulative weight. Many types of evidence can contribute to causal inference. However strong the evidence from any single study, it will rarely justify a conclusion of causality. Increasing ‘survivability’ of an observed relationship, when supported by further studies, or which produces corroborative evidence in other categories, as listed above, strengthens the evidence for a causal relationship. With regard to food and nutrition, and physical activity, single exposures are unlikely to act alone to cause or prevent cancer. In general, many factors act together as contributory or component causes, forming a complete causal"
Natuurlijk is deze beoordeling arbitrair en kunnen de meningen hierover verschillen. Het is echter wel duidelijk hoe de beoordeling plaats vindt en op basis van welke criteria (geen statistische toets).
Er zijn bovendien maar weinig voedingsmiddelen waarbij een overtuigend verhoogd of verlaagd risico wordt gevonden. Dit gaat dan met name om alcoholische dranken en rood/bewerkt vlees dat een overtuigend verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker laat zien. Veelal is de beoordeling van een voedingsmiddel minder overtuigend, hetgeen afgeleid is van de methodologische opzet van de onderzoeken.
Inderdaad is dat vaak epidemiologisch van opzet waarbij onder andere met cohorten wordt gewerkt. Daar zijn een aantal redenen voor. De interventie zou anders lang moeten duren (uitvallers waardoor verstoord resultaat), lange tijdsduur, het vinden van voldoende respondenten is moeilijk, etisch niet altijd verantwoord, verandering van leef- voedingspatroon. Voor fruit luidt de beoordeling dat er waarschijnlijk sprake is van een verlaagd risico op bepaalde vormen van kanker. Deze relatie is in het rapport zelfs minder overtuigend dan eerst werd gedacht.
Verder biedt deze manier van werken de opstellers van het rapport de uitgelezen mogelijkheid om studies die een bepaalde (gewenste) uitkomst niet ondersteunen, niet te citeren.
Inderdaad, dat is waar. Dit geldt voor elk review en meta-analyse. Daarnaast is er nog het probleem van publicatie-bias. Maar dit is wel erg gemakkelijk gezegd van jouw zijde.
In het rapport staan duidelijk alle onderzoeken die beoordeeld zijn per voedingsmiddel. Er is een grote transparantie. Wanneer de resultaten inconsistent zijn wordt dat ook beschreven. Maar als je wilt zeggen dat dit bewust niet citeren van onderzoeken in het WCRF-rapport is gebeurd zul je toch met bewijs moeten komen.
Verder is het goed om op te merken dat de samenstellers van het rapport hebben ook buiten het rapport om hebben aangegeven dat ze met het rapport het bewustzijn wilden vergroten met betrekking tot de relatie tussen kanker en voedingspatroon. Het gaat dus om het creeren van een beeld gebaseerd op significantie en niet op causaliteit.
Daar lijkt mij niets mis mee. Prof. dr. Ellen Kampman houdt zich al jaren bezig met de relatie voeding en kanker. Deze personen, met hun expertise, lijken mij goede kandidaten om het bewustzijn over voeding en kanker te vergroten. Deze uitspraak zegt bovendien niets over de kwaliteit van het gedane onderzoek.
De redenering in deze twee zinnen loopt bovendien spaak. De onderzoekers vergroten buiten het rapport het bewustzijn over de relatie voeding en kanker
DUS wordt er een beeld gecreëerd gebaseerd op significantie en niet op causaliteit (dus=blijkens het voorgaande).
Jij beschrijft alleen kritiek op mijn argumenten, maar het onderbouwen van die kritiek blijft achterwege (Welke onderzoeken zijn er weggelaten? Wat is er gemanipuleerd? Welke onderzoeken laten het tegendeel zien?). Wanneer je kritiek hebt op het WCRF rapport ben ik benieuwd op welke manier jij de relatie voeding en kanker systematisch zou onderzoeken. Heb jij een alternatief?
Maar om nu terug te komen op het onderwerp. Het lijkt mij interessant wanneer jij met onderzoeken (of een andere vorm van overtuigend bewijs) zou komen die het tegendeel laten zien van de conclusie die het WCRF trekt. Het voedingsmiddel staat je geheel vrij.
Vooralsnog heb je in mijn ogen geen overtuigend bewijs aangedragen voor jouw standpunt en meningen. Het zijn bijna allemaal speculaties.