Vonnis Rechtbank Almelo: Wck leidt tot nietigheid, toch 50%
Geplaatst: 14 dec 2008 16:06
Op de PAL website het vonnis van 12 december van de Rechtbank Almelo. Vonnis was al van oudere datum.
De Rechtbank beslist dat de Wck van toepassing is en Profit Effect contract nietig. Toch is de uitkomst slechts 50% van de totale schade (restschuld en inleg). Dat percentage is, zoals vaker in aandelenleaserechtszaken, het bekende rechterlijke nattenvingerwerk. De rechtbank wijst er op dat de gedupeerde de nietigheid niet zou hebben ingeroepen wanneer het contract tot een positief resultaat zou hebben geleid. Die laatste conclusie is denk ik, op zichzelf genomen, juist. Desondanks gaat deze conclusie volledig voorbij aan een kernelement, namelijk dat de statistische kans op een positief resultaat reeds bij het aangaan van het contract ruim kleiner dan 50% was (<0,5 in statische termen). Blijkbaar ook in deze zaak onvoldoende statistische bewijsvoering door de advocaat van de gedupeerde. Voor alle mij bekende aandelenleaseproducten aangeboden vanaf 1998 geldt dat de kans op een positief rendement bij aanvang van contract steeds kleiner was dan 50%, meestal tussen de 10% en 40%. In spiegelbeeld: de aanmerkelijk grotere kans op verlies zat al in zo'n aandelenlease product ''ingebakken''. De Rechtbank Almelo steekt hier evenwel de natte vinger in de lucht en komt, zonder nadere motivering, uit op 50% schade.
De exacte hoekleinheid van de kans op een positief rendement (en bij wijze van spiegelbeeld, de kans op het ontstaan van financiele schade) zal o.m. afhangen van het rentepercentage (over het kredietbedrag) bij DIT product en de concrete belegging bij zo'n Profit Plan-contract. Op de PAL website trof ik geen folder aan van DIT product en ook het vonnis zwijgt over deze cruciale elementen.
Positief aan dit vonnis is dat de Rechtbank Almelo, tegen de stroom in van kulargumenteringen door andere Rechtbanken en Gerechtshoven, vasthoudt aan toepasselijkheid van de Wck.
De Rechtbank beslist dat de Wck van toepassing is en Profit Effect contract nietig. Toch is de uitkomst slechts 50% van de totale schade (restschuld en inleg). Dat percentage is, zoals vaker in aandelenleaserechtszaken, het bekende rechterlijke nattenvingerwerk. De rechtbank wijst er op dat de gedupeerde de nietigheid niet zou hebben ingeroepen wanneer het contract tot een positief resultaat zou hebben geleid. Die laatste conclusie is denk ik, op zichzelf genomen, juist. Desondanks gaat deze conclusie volledig voorbij aan een kernelement, namelijk dat de statistische kans op een positief resultaat reeds bij het aangaan van het contract ruim kleiner dan 50% was (<0,5 in statische termen). Blijkbaar ook in deze zaak onvoldoende statistische bewijsvoering door de advocaat van de gedupeerde. Voor alle mij bekende aandelenleaseproducten aangeboden vanaf 1998 geldt dat de kans op een positief rendement bij aanvang van contract steeds kleiner was dan 50%, meestal tussen de 10% en 40%. In spiegelbeeld: de aanmerkelijk grotere kans op verlies zat al in zo'n aandelenlease product ''ingebakken''. De Rechtbank Almelo steekt hier evenwel de natte vinger in de lucht en komt, zonder nadere motivering, uit op 50% schade.
De exacte hoekleinheid van de kans op een positief rendement (en bij wijze van spiegelbeeld, de kans op het ontstaan van financiele schade) zal o.m. afhangen van het rentepercentage (over het kredietbedrag) bij DIT product en de concrete belegging bij zo'n Profit Plan-contract. Op de PAL website trof ik geen folder aan van DIT product en ook het vonnis zwijgt over deze cruciale elementen.
Positief aan dit vonnis is dat de Rechtbank Almelo, tegen de stroom in van kulargumenteringen door andere Rechtbanken en Gerechtshoven, vasthoudt aan toepasselijkheid van de Wck.