Radar

Beste, Mensen

Ik zal mijn situatie een beetje uitleggen.

In ben inwonend bij mijn vader en zog voor hem
ik heb geen inkomen wegens omstandigheden.

Met mijn vaders gezondheid gaat het niet zo best.
Mocht mijn vader overlijden mag dan de woningbouw
mij dan gelijk op straat zetten ?
Dan zou ik toch tijd moeten krijgen om geschikte woonruimte
vinden. En hoe zit dat met een medehuurder

Ik hierover diversen discussies gehad de een zeg ja
en de ander zegt dat ze dat niet mogen.

Daarom wil ik het hier vragen,

Hopelijk wordt ik hier wat meer wijzer.

BEdankt in ieder gaval.

Met vriendelijke groet,
Gerard

Het ligt denk ik aan de Woningbouwvereniging en aan de omstandigheden. Ik heb er ook navraag nagedaan nadat ik een paar jaar geleden met mijn vriend ben gaan samenwonen. Ze hielden toen een beetje een slag om de arm.

Het hangt er denk ik vanaf of er signalen zijn van overlast, of de huur steeds netjes betaald wordt en hoe lang je al bij de gemeente ingeschreven staat als medebewoner. Op het moment dat blijkt dat er gedoe komt als iemand er blijft wonen, hebben ze zo natuurlijk een mooie reden om iemand de huur op te zeggen. Zijn er geen aanwijzingen dat er problemen komen, dan zullen ze denk ik het huurcontract gewoon overzetten op de inwonende nabestaande.

Oh ja, volgens mij mag je na een bepaalde periode jezelf ook op laten 'bijschrijven' op het huurcontract. Maar daar zou je even naar kunnen informeren bij je verhuurder. Als het huurcontract mede op jouw naam komt te staan, zit je natuurlijk altijd goed. Maar ik denk dat het er hier ook weer vanaf hangt, hoe lang jullie samen op het adres wonen. Dit moet volgens mij wel een aantal jaar zijn om hiervoor in aanmerking te komen en dit moet je uiteraard kunnen bewijzen.

Ik ben zelf 25 en het is een 4 kamer flat Klopt precies


Ja, Ik zal gewoon de woningbouw een beetje de situatie uitleggen '
en kijken wat hun reactie is. Dat weet ik het in ieder geval echt zeker, '
Bedankt voor de reactie's

Op de site van Vestia kan ik niks vinden
maar, heb de vraag zojuist voorgelegt

Ik zou gewoon contact opnemen met de huurdersvereniging van Vestia. Zie ook:
http://www.huurdersvereniging.nl/huurdersorg_links1.htm

U mag nog zes maanden in de woning blijven als u een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd. Binnen deze periode kunt u eerst de verhuurder vragen u als hoofdhuurder te accepteren. Deze is daar echter niet toe verplicht. Wordt uw verzoek afgewezen, maar wilt u na die 6 maanden toch in de woning blijven wonen? Dan kunt u de kantonrechter vragen om u 'het huurrecht toe te wijzen'. Dat betekent dat u een huurcontract op uw naam krijgt en dus in de woning kunt blijven. U moet dan voldoen aan ongeveer dezelfde voorwaarden als voor iemand, die medehuurder wil worden

De vraag was hoe lang mag je nog in de woning blijven, dat is zes maanden.

Of je dan huurder kan worden, hangt af of je aan de criteria voldoet. Dat zal 1 persoon voor een 4 kamerwoning niet zijn. Maar ik geef de wettelijke regels weer.

Dit wordt bij Vestia Zoetermeer door de
woonconsulenten per situatie bekeken.

De mevrouw die er over gaat is over 3 weken pas weer op kantoor.

Ja, dat ik hier kan blijven wonen, die kans is heel klein.
In me eentje in een 4 kamer woning in de randstad.
Ik vind het geen ramp dat ik er uit moet, maar gaat mij
er meer om van hoe lang krijg ik hier de tijd dan voor.

Iemand zij tegen mij dan moet je aan het einde van
de kalendermaand het huis schoon opgeleverd hebben..

Dus Vladja, de wettelijke norm is dat ik 6 maanden
de tijd krijg om de woning schoon op te leveren zeg maar.
Als dat zo is vind ik dat een redelijk termijn wat haalbaar moet zijn.

Ik heb liever dat het helemaal niet gebeurd natuurlijk maar,
wil niet graag voor verrassingen komen te staan

Oja, gezamenlijke huishouding .. Hoe moet ik die verstaan
of met andere worden hoe kan ik dat aantonen.

Bedankt voor de reactie's En Geniet van het lekkere weer !!!

Burgerlijk Wetboek nr. 7 Bijzondere overeenkomsten

Artikel 268
1. Bij overlijden van de huurder zet de medehuurder de huur als huurder voort. Hij kan de huur binnen zes maanden na het overlijden bij exploot of aangetekende brief opzeggen met ingang van de eerste dag van de tweede maand na de opzegging.

-----------------------------------------------------------------
Omdat je geen medehuurder bent, geldt punt 2.
-----------------------------------------------------------------

2. De persoon die niet op grond van lid 1 huurder wordt, doch wel in de woonruimte zijn hoofdverblijf heeft en met de overleden huurder een duurzame gemeenschappelijk huishouding heeft gehad, zet de huur voort gedurende zes maanden na het overlijden van de huurder; de tweede zin van lid 1 is van toepassing. Hij zet de huur ook nadien voort, indien de rechter dit heeft bepaald op een daartoe strekkende binnen die termijn ingestelde vordering, en in elk zolang op deze vordering niet onherroepelijk is beslist.

------------------------------------------------------------------
Je moet dus op dat adres ingeschreven staan als bewoner. Om te voorkomen dat iemand op het laatste moment ergens bij iemand gaat “wonen”, om zodoende nog 6 maanden te kunnen blijven wonen na overlijden van de huurder en een verzoek bij de rechter indient om te kunnen blijven wonen, is de “duurzame gemeenschappelijke huishouding” als vereiste gesteld. Op die manier wordt voorkomen dat mensen voordringen op de wachtlijst. Voor een kind dat thuis woont, is het niet moeilijk om een gemeenschappelijke huishouding aan te tonen. Samen of voor elkaar boodschappen, eten (koken), wassen, samen TV etc. Voor duurzaam is het nodig daar langere tijd ingeschreven te staan en er daadwerkelijk te wonen.
----------------------------------------------------------------

3. De rechter wijst de vordering bedoeld in lid 2 in ieder geval af:
a. indien de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan de vereisten van lid 2 voldoet;
b. indien de eiser vanuit financieel oogpunt onvoldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur;
c. indien het woonruimte betreft waarop hoofdstuk II van de Huisvestingswet van toepassing is, indien de eiser niet een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7 lid 1 van die wet overlegt.
4 .Lid 4, de eerste zin van lid 5 en lid 7 van artikel 267 zijn van overeenkomstige toepassing
5 .Komt vast te staan, dat een persoon ten onrechte een beroep op voortzetting van de huur krachtens dit artikel heeft gedaan, dan blijft hij over de tijd gedurende welke hij het genot van de woonruimte heeft gehad jegens de verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van de huur die voor hem zou hebben bestaan als hij huurder was geweest. Heeft meer dan één persoon ten onrechte een beroep op voortzetting van de huur gedaan, dan is ieder van hen jegens de verhuurder hoofdelijk aansprakelijk.

--------------------------------------------------------------