Pagina 1 van 1

60.000 mensen reageerden destijds op de RADAR uitzendingen

Geplaatst: 26 nov 2009 11:19
door alamo
Betreft: De Richtlijn van de Commissie Forensische Neurologie inzake Whiplash. SER advies inzake Whiplash.
Eerdere correspondentie onzerzijds d.d. 24-05-2002.

Geachte Dames en Heren,

U neemt mij vast niet kwalijk dat in deze roerige WAO tijden het "Whiplashmechanisme"/de Richtlijn van de Commissie Forensische Neurologie inzake Whiplash, nogmaals onder o.a. uw aandacht wordt gebracht.

Essentie van die Richtlijn:
Omdat er middels beeldvormend onderzoek direct na ongeval geen structurele (waaronder neurologische)
letsels/afwijkingen/veranderingen werden vastgesteld van de wervelkolom en de omringende neurale structuren, zijn de klachten die langer dan 6 maanden duren te beschouwen als een somato-psychische reactie op pijn. Pijn waarvoor geen lichamelijke oorzaak is aan te wijzen. Hersenletsel is niet aannemelijk. De Commissie verwijst naar de psychiater op grond van inadequaat pijngedrag.




O.a. in 1991 en 1994 publiceerde dhr. G.K.van Wijngaarden, lid van de commissie forensische neurologie, de volgende onderzoeken:

1991:"The late Whiplash Syndrome;Fact or Fiction?".
1994:"Stricter examination: the final hours of the WAO?(law for Work Disability Insurance)".

De suggestie/associatieve verleiding was ook toen al duidelijk. Het laatste uur voor de WAO zou wel eens geslagen kunnen hebben indien strikter onderzoek werd/wordt uitgevoerd. In dec.2001 dus de richtlijn inzake Whiplash.
Ongetwijfeld tot stand gekomen na strikter onderzoek op grond van de medische inspanningsverplichting die ook de commissie heeft. Die medisch striktere onderzoeken inzake Whiplash bestonden echter al. Met name beeldvormend en psychiatrisch onderzoek. Zowel voor '94 als na '94 en voor dec.2001/datum richtlijn.

1:Beeldvormende onderzoeken waarmee werd aangetoond dat het Whiplashmechanisme in de jaren(1-3) na ongeval o.a. ernstige degeneratieve veranderingen/afwijkingen aan wervels en tussenwervelschijven kan veroorzaken,waaronder hernia's, die op datum ongeval middels beeldvormend onderzoek niet manifest waren.

2:Medisch/technische onderzoeken waarmee de relatie tussen nektrauma/whiplashmechanisme, degeneratieve veranderingen/afwijkingen/klachten en intermitterende insufficiëntie van de bloedtoevoer via de wervelslagaders t.g.v. o.a. die degeneratieve veranderingen, werd aangetoond. Het zgn.vertebro basislaris syndroom,waarvan de klachten naadloos op de whiplashklachten "passen".

3:Psychiatrische/psychologische onderzoeken waarmee werd aangetoond dat er geen relatie is tussen iemands persoonlijkheid,voor ongeval bestaande psychosociale problemen en de aanhoudende klachten na een Whiplashmechanisme. Sterker nog,die klachten deden dus vermoeden,aldus de onderzoekers, dat er iets erger aan de hand moest zijn. Des te verbazingwekkender is het dat de commissie met die onderzoeken/bevindingen geen enkele rekening houdt in de richtlijn. Immers houdt dat in dat, op grond van de uitslag van het eenmalige beeldvormende onderzoek direct na ongeval waarbij geen afwijkingen werden gevonden alsmede de psychiatrische/psychologische onderzoeken op grond waarvan de klachten evenmin door pre-existente persoonlijkheidspathologie etc. verklaard kunnen worden, het fenomeen Whiplash dus simpelweg niet bestaat. C.q. slechts een inadequate reactie is op pijn waarvoor geen oorzaak is aan te wijzen.



Op grond van de internationale medische onderzoeken is de vraag relevant of de richtlijn, die uitgaat van eenmalig beeldvormend onderzoek direct na ongeval, mogelijk "Flawed" is. Of dus op grond van "strikter" onderzoek nog immer de conclusie kan worden getrokken dat Whiplash moeilijk objectiveerbaar is/gesteld kan worden dat er sprake is van een somato-psychische reactie op pijn omdat er geen oorzakelijke afwijkingen waren aan te tonen met beeldvormend onderzoek direct na ongeval.



Overigens met alle respect. Met name ook voor de slachtoffers. Die worden nl. mede op grond van de richtlijn, geconfronteerd met niet aflatende verhalen over moeilijke objectiveerbaarheid van Whiplash op grond waarvan vervolgens verder onderzoek niet nodig is. Verhalen over "malingering",claimcultuur,het gebruik van whiplash als kapstok waar andere problemen aan worden opgehangen, "tussen de oren" verhalen en leuke reclamespotjes van verzekeringszijde.



Door Winnock, een re-integratiebureau (voorheen RAC), eigenaresse is overigens de zich als "ontzorger des Vaderlands" presenterende verzekeringsmaatschappij Achmea, worden mensen die er niet in slagen hun waanidee dat ze toch wat zouden mankeren via hun "multidisciplinaire" aanpak waarbij zelfs MRI als "placebo" onderzoek wordt aangeduid, kwijt te raken,"mislukkelingen" genoemd. Letterlijk staat daarover in de door Winnock zelf geschreven onderliggende "medische" Whiplashfilosofie: "They became Failures". Nog gesubsidieerd ook in voorkomende gevallen. Via de wet REA.



Door de overheid gesubsidieerd en wel tot "Failleur" bestempeld. En "Whiplash" dus gesubsidieerd ontkent. Door een re-integratiebureau waarvan een verzekeringsmaatschappij eigenaresse is. Dat lijkt me duidelijk genoeg. Maar niets aan de hand hoor. Wij kunnen wel wat hebben. Ook mogelijk gesubsidieerd gezwam uit gezonde medische nekken en van verzekeringsmaatschappijen. Ware het niet dat de onderstaande onderzoeken noch de richtlijn, noch dat WAO en Whiplash soort uitspraken rechtvaardigen. Kern is dus dat de Nederlandse Richtlijnen van de neurologencommissie inzake Whiplash na (verkeers)ongevallen niet in overeenstemming zijn met uitgebreid internationaal medisch onderzoek op dat gebied. Noch in overeenstemming zijn met de internationale richtlijnen m.b.t. invaliditeit zoals vastgesteld door de WHO de zgn. ICIDH-2.
De veelal jonge slachtoffers lopen bovendien kans op grond van 1 enkel onderzoek met een medisch onjuiste diagnose naar de verkeerde behandelaar te worden doorverwezen en verkeerd te worden behandeld. Immers worden ze niet doorverwezen om bv. te leren omgaan met de beperkingen/klachten,doch om ze van het waanidee af te helpen dat ze toch wat mankeren.



"Whiplash" na verkeersongevallen en andere letselschades zijn door de bemoeienissen van Verzekeringsmaatschappijen en commerciële re-integratiebureaus helaas een eigen (medisch)leven gaan leiden,met als geen ander doel de medische en financiële gevolgen reeds in het begin zodanig te bagatelliseren dat bv. 2 jaar later de ongevalgevolgen kunnen worden ontkend en de financiële lasten op conto van het slachtoffer en de sociale verzekeringen komen.



60.000 mensen reageerden destijds op de RADAR uitzendingen. Mislukkelingen? Claimers? Psychiatrische gevallen? Psycho-sociale nullen? Indien oa. Whiplash uit de WAO wordt gehaald,is dat in wezen een medische beslissing van de politiek. Zeer wel mogelijk gebaseerd op onvolledige en derhalve onjuiste informatie.
Met onderstaande gegevens hopen wij u aanvullend en correct te informeren over de mogelijke gevolgen van zo'n "ongevalletje" c.q. een Whiplashmechanisme.



Met vriendelijke groet, namens velen,

Re: 60.000 mensen reageerden destijds op de RADAR uitzendingen

Geplaatst: 05 dec 2009 09:08
door alamo
alamo schreef:Betreft: De Richtlijn van de Commissie Forensische Neurologie inzake Whiplash. SER advies inzake Whiplash.
O.a. in 1991 en 1994 publiceerde dhr. G.K.van Wijngaarden, lid van de commissie forensische neurologie, de volgende onderzoeken:

1991:"The late Whiplash Syndrome;Fact or Fiction?".
1994:"Stricter examination: the final hours of the WAO?(law for Work Disability Insurance)".

De suggestie/associatieve verleiding was ook toen al duidelijk. Het laatste uur voor de WAO zou wel eens geslagen kunnen hebben indien strikter onderzoek werd/wordt uitgevoerd. In dec.2001 dus de richtlijn inzake Whiplash.
Ongetwijfeld tot stand gekomen na strikter onderzoek op grond van de medische inspanningsverplichting die ook de commissie heeft. Die medisch striktere onderzoeken inzake Whiplash bestonden echter al. Met name beeldvormend en psychiatrisch onderzoek. Zowel voor '94 als na '94 en voor dec.2001/datum richtlijn.

1:Beeldvormende onderzoeken waarmee werd aangetoond dat het Whiplashmechanisme in de jaren(1-3) na ongeval o.a. ernstige degeneratieve veranderingen/afwijkingen aan wervels en tussenwervelschijven kan veroorzaken,waaronder hernia's, die op datum ongeval middels beeldvormend onderzoek niet manifest waren.

2:Medisch/technische onderzoeken waarmee de relatie tussen nektrauma/whiplashmechanisme, degeneratieve veranderingen/afwijkingen/klachten en intermitterende insufficiëntie van de bloedtoevoer via de wervelslagaders t.g.v. o.a. die degeneratieve veranderingen, werd aangetoond. Het zgn.vertebro basislaris syndroom,waarvan de klachten naadloos op de whiplashklachten "passen".

3:Psychiatrische/psychologische onderzoeken waarmee werd aangetoond dat er geen relatie is tussen iemands persoonlijkheid,voor ongeval bestaande psychosociale problemen en de aanhoudende klachten na een Whiplashmechanisme. Sterker nog,die klachten deden dus vermoeden,aldus de onderzoekers, dat er iets erger aan de hand moest zijn. Des te verbazingwekkender is het dat de commissie met die onderzoeken/bevindingen geen enkele rekening houdt in de richtlijn. Immers houdt dat in dat, op grond van de uitslag van het eenmalige beeldvormende onderzoek direct na ongeval waarbij geen afwijkingen werden gevonden alsmede de psychiatrische/psychologische onderzoeken op grond waarvan de klachten evenmin door pre-existente persoonlijkheidspathologie etc. verklaard kunnen worden, het fenomeen Whiplash dus simpelweg niet bestaat. C.q. slechts een inadequate reactie is op pijn waarvoor geen oorzaak is aan te wijzen.


Verschenen in: PIV-Bulletin, 2001

Invaliditeitsbepaling bij het post-whiplashsyndroom: een kwestie van gezond verstand gebruiken

Enkele maanden geleden is de nieuwe druk van de zogenoemde AMA-richtlijnen verschenen. Dit zijn de richtlijnen van de 'American Medical Association' voor de bepaling van invaliditeit bij neurologische en andere lichamelijke aandoeningen, waaronder whiplash. Momenteel worden in het licht van deze nieuwe druk ook de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN), die van de AMA zijn afgeleid, opnieuw bekeken. Dat de 'dissidenten' ten aanzien van deze richtlijnen zich nu zullen herbezinnen, is de opzet noch de verwachting.

De neuroloog dr. G.K. van Wijngaarden in Amstelveen, frequent expert in whiplashzaken, behoort niet tot de genoemde dissidenten. Hij hanteert zonder reserves de richtlijnen van zijn beroepsgroep en heeft niet veel waardering voor het standpunt van de Werkgroep Artsen-Advocaten, die - zonder enige wetenschappelijke onderbouwing - afstand van deze richtlijnen hebben genomen. Hij zegt: "Deze artsen, onder wie twee neurologen, staan op hun achterste benen over de richtlijnen, maar die twee neurologen waren niet eens aanwezig op de vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, waar die richtlijnen op de agenda stonden en er nog een supplement op de richtlijnen is aangenomen. Wanneer een groep belangenbehartigers van slachtoffers het niet met de richtlijnen eens is, omdat ze graag willen dat hun cliënten meer genoegdoening krijgen, dan is dat voor ons nog geen reden om daarvan af te stappen. Ze moeten dan eerst maar eens met wetenschappelijke argumenten komen."

Invaliditeit bepalen
De diagnose 'post-whiplashsyndroom' (of niet) is wat dr. Van Wijngaarden betreft zelden aan twijfel onderhevig. De patiënt heeft pijn in de nek en beweegt daardoor zijn nek niet goed, maar vertoont verder geen objectiveerbare afwijkingen. Deze conclusie moet enerzijds op onderzoek van de patiënt worden gebaseerd, "maar ook," aldus Van Wijngaarden, "en eigenlijk vind ik dat nog wel belangrijker, op de bevindingen door de behandelende artsen. Wat is er in de loop van de tijd gebeurd? Wanneer heeft de desbetreffende persoon klachten gekregen? Hoe vaak is hij daarmee bij zijn arts geweest? Dat zijn allemaal vragen waarmee je toch iets meer kunt objectiveren dan alleen maar aangeven dat de patiënt pijn heeft." Deze medische historie telt voor Van Wijngaarden vaak zwaarder dan het verhaal van de patiënt zelf. "Mensen komen voor een claim en hebben vaak de neiging hun beperkingen aan te dikken," zegt hij. "Ik merk dat mensen in precies dezelfde bewoordingen hun klachten brengen. Ze hebben bijvoorbeeld allemaal een zo erge geheugenstoornis, dat ze regelmatig hun sleutels in de koelkast leggen. Dat hoor ik voortdurend!" Wordt niettemin het post-whiplashsyndroom inderdaad vastgesteld, dan volgt uit de NVN-whiplash-richtlijn dat de invaliditeit, zonder te letten op de consequenties voor het arbeidsvermogen, maximaal 5 procent van de gehele mens bedraagt. "Dat is niet zo vreselijk veel," aldus Van Wijngaarden, "maar goed, er is dan ook niets aantoonbaar. Wel leidt dat nogal eens tot conflicten met belangenbehartigers die erop uit zijn hun cliënten zo veel mogelijk genoegdoening te geven. Wanneer wij dan constateren dat het pijnsyndroom niet voldoet aan de richtlijnen van de vereniging, dan wordt de invaliditeit in ieder geval geen vijf procent en misschien zelfs wel nul procent. Dat geeft dan soms aanleiding tot hele vervelende discussies van de kant van advocaten en tot gerechtelijke procedures waarin opnieuw een of meer deskundigen worden benoemd die zich erover moeten uitspreken. Als regel is dat dan geen eenvoudige zaak."

Wetenschappelijk onderzoek
Verwacht Van Wijngaarden dat wetenschappelijk nog een bijdrage zal kunnen worden geleverd aan een meer eenduidige, dat wil zeggen minder discutabele vaststelling van de invaliditeit bij een post-whiplashsyndroom? "Het punt is," zo zegt hij, "wat is wetenschappelijk? Ten aanzien van de beperkingen door whiplash is er geen echte wetenschappelijke literatuur, maar moet men zich gewoon door het gezonde verstand laten leiden. Iemand die vreselijke pijn in zijn nek heeft, moet je geen werk laten doen waarbij hij de hele dag zijn hoofd moet bewegen. Omdat het geen echte wetenschap is, hebben we die beperkingen ook niet in de richtlijnen opgenomen. Men moet gewoon van geval tot geval beoordelen, uitgaande van zijn eigen ervaring en kennis van dit beeld, wat iemand nog wel kan en wat niet meer." Medisch en sociologisch onderzoek naar het post-whiplashsyndroom wordt momenteel nauwelijks meer gedaan. In Bern houdt de groep rond Sturzenegger en de neuropsycholoog Radanov zich nog met de materie bezig ("maar wat ik daarvan heb gelezen, is voor mij nog nooit nieuw geweest," zegt Van Wijngaarden) en onlangs verscheen nog een artikel van de onderzoekers Schrader en Ferrari ("maar dat was meer een samenvatting van alles wat al eens is gezegd."). Schrader was overigens degene die aan het licht bracht dat in landen waar geen verzekering op dit gebied bestaat, het post-whiplashsyndroom vrijwel niet voorkomt. Hij beschouwde dat als een belangrijk argument om aan te nemen dat het post-whiplashsyndroom door psychosociale factoren wordt bepaald "en het is best mogelijk dat hij daar gelijk in heeft," aldus Van Wijngaarden.

Behandelende sector
Volgens Van Wijngaarden is het post-whiplashsyndroom zonder twijfel een mode-aandoening, zonder daarmee overigens het bestaan van het letsel te willen ontkennen. "Mensen die pijn hebben en de hele dag in een verkrampte houding zitten, zijn absoluut invalide. Ze zijn echter niet invalide door de verwonding als zodanig - want waarom zouden die uitgerekte bandjes niet genezen? - maar ze zijn invalide door de reactie op die verwonding. Het zou al heel erg helpen als in de behandelende sector niet meer zo snel de ontzettende suggestie wordt gegeven in de zin van: u hebt iets vreselijks. Ik vind dat zeer verderfelijk. Dat begint al bij de politie. Als iemand van achteren wordt aangereden, dan zegt de politie: u moet onmiddellijk naar uw huisarts gaan, want u kunt uw leven lang last houden van het letsel dat u hebt. Er worden zelfs formulieren uitgedeeld waarin staat dat men dat moet doen. Dat is natuurlijk heel slecht. De huisarts zegt vervolgens onveranderlijk dat de patiënt rust moet houden - iets waarvan je je ook afvraagt waarop het is gebaseerd. Die mensen houden dan meteen met werken op en gaan op een bed liggen. Van de fysiotherapeut krijgen ze een halskraag, waardoor ze ook nog eens het zichtbare stempel van ziekte opgedrukt krijgen. Zo gaat dat van kwaad tot erger. Ik denk dus dat al die mensen die op deze wijze worden behandeld, gewoon mede door de behandeling in deze invaliditeit worden gedrongen."

Lijstjes
"Het komt natuurlijk heel vaak voor dat schades zonder een expertise worden geregeld," aldus dr. Van Wijngaarden tot slot. "Als dat met goedvinden van de partijen kan gebeuren, dan is dat natuurlijk voor iedereen het prettigste. Ook voor de cliënt, want het is natuurlijk voor de cliënt niet leuk om bij de deskundige te moeten komen en om weer een onderzoek te moeten ondergaan. Bovendien zijn niet alle deskundigen even aardig en - laten we het daar ook over eens zijn - niet even deskundig. Advocaten hebben natuurlijk de neiging om deskundigen aan te bevelen van wie ze weten dat die gemakkelijk met de patiënt meepraten en niet tot een hard oordeel komen. Ze weten gewoon wie dat zijn, iedereen heeft zo zijn eigen lijstjes. Maar die zijn natuurlijk alleen maar gebaseerd op misschien een enkele ervaring met een bepaalde deskundige en verder nergens op dan alleen maar achterklap."



Peter van Steen, tekstschrijver, [email protected]