Beursbaas hekelde Legio Lease
Geplaatst: 09 jul 2003 11:24
Beursbaas hekelde Legio Lease
Van onze verslaggevers Douwe Douwes Merijn Rengers
AMSTERDAM - Beursdirecteur George Möller heeft bijna vijf jaar geleden al ernstige vraagtekens gezet bij aandelenleaseconstructies, die recent vele tienduizenden beleggers in grote problemen hebben gebracht. In een brief van december 1998 wees Möller de top van Legio Lease op de onrealistische rendementen die het bedrijf zijn klanten voorspiegelde.
Gevaren aandelenlease al in 1998 bekend
Ook verweet Möller Legio Lease in de brief dat het bedrijf beleggers misleidt door niet voldoende te benadrukken dat zij zich bij aandelenleaseconstructies in de schulden steken. Möller stuurde zijn brief anderhalf jaar voordat de koersen op de Amsterdamse beurs begonnen te kelderen.
'Wij pleiten als beurs voor transparantie rondom aandelen', zegt een woordvoerder. 'Daar was geen sprake van.' De beurs - toen nog AEX geheten - had geen formele middelen om op te treden tegen de reclames. Eind 2000 uitte Möller nogmaals zijn ongenoegen over de reclames, ditmaal in een direct schrijven aan Arthur Docters van Leeuwen, de directeur van de beurstoezichthouder.
Veel klanten van Legio Lease, die met geleend geld aandelen kochten, kregen door de koersdalingen zware verliezen te verwerken. Nogal wat beleggers bleven met een forse restschuld zitten na afloop van de leasecontracten. Inmiddels hebben 70 duizend van hen zich verzameld in de stichting Leaseverlies, die poogt schadevergoeding te krijgen.
De STE, toezichthouder op de beurs, ontving een kopie van de brief van Möller. Maar, stelt een woordvoerder, de STE had destijds geen handvatten om actie te ondernemen. 'Pas in januari 2001 kregen we die bevoegdheid, en in december van dat jaar hebben we dan ook voor de gevaren van aandelenleaseconstructies gewaarschuwd.'
Labouchere, het moederbedrijf van Legio Lease, antwoordde Möller dat de reclames prima door de beugel konden. De bank wees daarbij op de stellingname van de minister van Financiën, die in mei 1998 in antwoord op Kamervragen stelde dat 'de STE controleert of de effecteninstellingen zich onthouden van het verstrekken van onjuiste of misleidende reclame.'
Volgens een woordvoerder van de STE heeft de toezichthouder het maximale gedaan: 'We hebben meermaals aanbieders van effectenleaseproducten aangesproken, maar de mogelijkheden waren beperkt.'
Ten tijde van de brief van Möller was Legio Lease - een dochter van Labouchere - in handen van verzekeraar Aegon. Aegon verkocht Labouchere in maart 2000 voor 900 miljoen euro aan de Belgische bank Dexia. Dexia nam in december 2002 een voorziening van honderden miljoenen euro's voor de nasleep van het Legio Lease-debacle.
© de Volkskrant
Van onze verslaggevers Douwe Douwes Merijn Rengers
AMSTERDAM - Beursdirecteur George Möller heeft bijna vijf jaar geleden al ernstige vraagtekens gezet bij aandelenleaseconstructies, die recent vele tienduizenden beleggers in grote problemen hebben gebracht. In een brief van december 1998 wees Möller de top van Legio Lease op de onrealistische rendementen die het bedrijf zijn klanten voorspiegelde.
Gevaren aandelenlease al in 1998 bekend
Ook verweet Möller Legio Lease in de brief dat het bedrijf beleggers misleidt door niet voldoende te benadrukken dat zij zich bij aandelenleaseconstructies in de schulden steken. Möller stuurde zijn brief anderhalf jaar voordat de koersen op de Amsterdamse beurs begonnen te kelderen.
'Wij pleiten als beurs voor transparantie rondom aandelen', zegt een woordvoerder. 'Daar was geen sprake van.' De beurs - toen nog AEX geheten - had geen formele middelen om op te treden tegen de reclames. Eind 2000 uitte Möller nogmaals zijn ongenoegen over de reclames, ditmaal in een direct schrijven aan Arthur Docters van Leeuwen, de directeur van de beurstoezichthouder.
Veel klanten van Legio Lease, die met geleend geld aandelen kochten, kregen door de koersdalingen zware verliezen te verwerken. Nogal wat beleggers bleven met een forse restschuld zitten na afloop van de leasecontracten. Inmiddels hebben 70 duizend van hen zich verzameld in de stichting Leaseverlies, die poogt schadevergoeding te krijgen.
De STE, toezichthouder op de beurs, ontving een kopie van de brief van Möller. Maar, stelt een woordvoerder, de STE had destijds geen handvatten om actie te ondernemen. 'Pas in januari 2001 kregen we die bevoegdheid, en in december van dat jaar hebben we dan ook voor de gevaren van aandelenleaseconstructies gewaarschuwd.'
Labouchere, het moederbedrijf van Legio Lease, antwoordde Möller dat de reclames prima door de beugel konden. De bank wees daarbij op de stellingname van de minister van Financiën, die in mei 1998 in antwoord op Kamervragen stelde dat 'de STE controleert of de effecteninstellingen zich onthouden van het verstrekken van onjuiste of misleidende reclame.'
Volgens een woordvoerder van de STE heeft de toezichthouder het maximale gedaan: 'We hebben meermaals aanbieders van effectenleaseproducten aangesproken, maar de mogelijkheden waren beperkt.'
Ten tijde van de brief van Möller was Legio Lease - een dochter van Labouchere - in handen van verzekeraar Aegon. Aegon verkocht Labouchere in maart 2000 voor 900 miljoen euro aan de Belgische bank Dexia. Dexia nam in december 2002 een voorziening van honderden miljoenen euro's voor de nasleep van het Legio Lease-debacle.
© de Volkskrant