[ archief ] Flexwet

[queenfan]

Ik heb een vraag, ik heb een collega en die is als uitzendkracht werkzaam en ik ben bij hetzelfde bedrijf werkzaam via een detacheringsbedrijf.

Hij verteld mij dat wij onder de flexwet vallen en dat in de flexwet staat dat je na een tijd (aantal maanden) bij dezelfde opdrachtgever aan het werk te zijn betaald moet worden volgens hun CAO.

Aangezien ik bij mij eigen werkgever niet onder een CAO val zal ik bij loonsverhogingen e.d. achter het net vissen.

Mijn vraag is omdat ik het nergens kan vinden staat dit zo omschreven in de flexwet en zo ja geldt dit ook voor gedetacheerden???

[roro25]

als uitzendkracht val je onder de flexwet omdat je een bepaalde bescherming moet krijgen. Dat verhaal wat hij verteld is m.i. pure onzin dat je betaald moet worden volgens de CAO van dat bedrijf na enkele maanden.
IK denk dat hij bedoeld dat je verschillende fasen hebt. JE mag vanaf fase II (dat is na 26 weken) overgenomen worden door het bedrijf dat je ingehuurd heeft. De postitie van een uitzendkracht is iets minder beschermd dan als je gedetacheerd bent. Als de inlener je niet meer nodig heeft dan heb je geen werk meer en wordt je ook niet betaald.

Als je gedetacheerd bent heb je een arbeidsoverneekomst met het detacheringsbedrijf. Wordt de opdracht ingetrokken ben je nog wel in dienst bij het detacheringbedrijf en wordt je gewoon doorbetaald. Het detacheringsbedrijf zal dan wel zsm een neiuwe opdracht voor je zoeken; anders kost het hen te vele geld.

[Mr. Floppy]

Ligt aan de CAO voor de uitzend-organisatie.
Je hebt volgens mij 2 cao's.
Bij 1 ervan moeten ze je zelfs gelijk aan het begin hetzelfde betalen. (NBBU)
Bij de andere idd na een bepaalde periode.

Voor jou geldt het dus niet.

[roro25]

@MR Floppy
Dit is pure onzin.
Kijk in art. 22 CAO voor Uitzendkrachten 2004-2009
daar staan verschillen tussen de dre fase A,B en C.
Vanaf fase B (dat is na 26 wkn) wordt je als uitzendkracht in geschaald in een functiegroep met een bijbehorend salaris.
En bij fase C krijg je een bepaalde toeslag.
De inlener kan wel bepalen dat hij wil dat de uitzendkracht een bepaalde toeslag krijgt. De inlener betaald nl de facturen aan het uitzendbureau.

[Mr. Floppy]

roro25,

Beetje eigenwijs om zomaar iets te gaan roepen, waarvan je geen kennis hebt.
Terwijl je zelfs al op het juiste antwoord gewezen bent, blijf je iets anders roepen, terwijl je zelf niet eens de moeite neemt om het even na te kijken.

CAO: Lonen en onkostenvergoedingen
NBBU
De NBBU-CAO voor uitzendkrachten neemt voor wat betreft de lonen en onkostenvergoeding het loonverhoudingsvoorschrift van de Waadi als uitgangspunt aan:
Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt is aan deze arbeidskrachten loon en overige vergoedingen verschuldigd overeenkomstig het loon en overige vergoedingen die worden toegekend aan werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming bij welke de terbeschikkingstelling plaatsvindt.

ABU
ABU-leden volgen in principe de eerste 26 weken bij één inlener, de lonen van de ABU-CAO voor Uitzendkrachten. Na deze periode wordt het loonverhoudingsvoorschrift gevolgd. De betreffende inleen-CAO kan bepalen dat sommige werknemers als vakkracht zijn aan te merken. Voor vakkrachten geldt het loonverhoudingsvoorschrift direct.

[roro25]

mag er misschien ook een bron bij???

[Mr. Floppy]

Sorry was een betere reactie geweest.

terwijl je zelf niet eens de moeite neemt om het even na te kijken.

Nog steeds zelf niet de moeite genomen?

Gewoon even in de juiste CAO kijken (was al eerder door mij genoemd); ook artikel 22.

ARTIKEL 22. UURBELONING EN VERGOEDINGEN
1 Het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht zijn gelijk aan het loon en vergoedingen
die worden toegekend aan werknemers, werkzaam in gelijkwaardige functies in dienst van
de inlener. Dit loonverhoudingsvoorschrift dient ter bescherming van de rust op de
arbeidsmarkt en is opgenomen in artikel 8 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
(Waadi).
2 Onder het loonverhoudingsvoorschrift vallen de volgende componenten:
– Het naar tijdruimte vastgestelde loon;
– De van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan –zulks ter keuze van de
uitzendonderneming- gecompenseerd worden in tijd en/ of geld;
– Toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder
feestdagentoeslag) en ploegendienst;
– Initiële loonstijging;
– Onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten
noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie;
– Periodieken.
3 Het is de uitzendonderneming toegestaan om met inachtneming van de wettelijke regels
(artikel 7: 617 BW), het loon deels in natura te voldoen.
4 Als het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht niet kunnen worden vastgesteld
volgens het loonverhoudingsvoorschrift, bijvoorbeeld omdat er geen werknemers
werkzaam in gelijkwaardige functies in dienst van de inlener zijn, dan worden het loon en
de vergoedingen vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de
uitzendonderneming worden gevoerd met de inlener en de uitzendkracht. In dit geval is de
leidraad bij het vaststellen van het loon het opleidingsniveau en de ervaring van de
uitzendkracht en daarnaast de verantwoordelijkheden en benodigde capaciteiten die
invulling van de functie met zich meebrengt. Indien de uitzendkracht hierom verzoekt
maakt de werkgever aantoonbaar dat het loon en de vergoedingen niet kunnen worden
vastgesteld volgens het loonverhoudingsvoorschrift.
5 De verloning zal uitsluitend volgens de bruto-netto methodiek worden uitgevoerd. Indien
hiervan afgeweken wordt zal het bruto-loon in ieder geval conform het
loonverhoudingsvoorschrift dienen te zijn.