Zonder dat veel consumenten dit in de gaten hadden of hierover werden geïnformeerd zijn veel financiële producten de afgelopen 25 jaar achter de schermen opgebouwd uit derivatenconstructies. Voor banken en verzekeraars was dit veel goedkoper. Deze derivaten-constructies-achter-de-schermen zijn ook bij beleggingsverzekeringen (woekerpolissen) gebruikt. Interessant is dat vorig jaar door EU-lidstaat Polen hierover prejudiciële vragen zijn gesteld aan het Europees Hof van Justitie. De vragen gaan wel over strijdigheid met de EU richtlijn en NL Wet op de oneerlijke handelspraktijken (OHP) en die die wet geldt sinds 15 oktober 2008 (kort na het ontstaan van de woekerpolis-affaire !). Toch belangrijk genoeg om even te melden.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie (Polen) op 24 maart 2020
Prejudiciële vragen
Moeten artikel 185, lid 3, onder i), van richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) en artikel 36, lid 1, van richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering , gelezen in samenhang met bijlage III, onder A, punt a.12 daarbij, aldus worden uitgelegd dat bij de afsluiting van een unit-linked levensverzekering (beleggingsverzekering) waarbij de onderliggende activa derivaten zijn (of gestructureerde financiële instrumenten waarin derivaten zijn verwerkt), de verzekeraar respectievelijk de verzekeringnemer (die een dergelijke verzekering aanbiedt, het verzekeringsproduct op de markt brengt of de verzekering „verkoopt”) verplicht is de verzekerde consument gegevens te verstrekken over de aard, het specifieke type of de kenmerken (Engels: „indication of the nature”, Duits: „Angabe der Art”, Frans: „indications sur la nature”) van het onderliggende instrument (het derivaat of het gestructureerde financiële instrument waarin een derivaat is verwerkt), of dat het volstaat alleen het type van de onderliggende activa aan te geven, zonder de kenmerken van dat instrument te vermelden?
Indien het antwoord op de eerste vraag luidt dat de verzekeraar respectievelijk de verzekeringnemer [die een dergelijke verzekering aanbiedt, het verzekeringsproduct op de markt brengt of de unit-linked verzekering (beleggingsverzekering) „verkoopt”] verplicht is de consument gegevens te verstrekken over de aard, het specifieke type of de kenmerken van het onderliggende instrument (het derivaat of het gestructureerde financiële instrument waarin een derivaat is verwerkt), moeten artikel 185, lid 3, onder i), van richtlijn 2009/138/EG en artikel 36, lid 1, van richtlijn 2002/83/EG, gelezen in samenhang met bijlage III, onder A., punt a.12. daarbij, dan aldus worden uitgelegd dat de aan de verzekerde consument verstrekte gegevens over de aard, het specifieke type of de kenmerken van het onderliggende instrument (het derivaat of het gestructureerde financiële instrument waarin een derivaat is verwerkt) dezelfde informatie moeten bevatten als die welke vereist is krachtens artikel 19, lid 3, van richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van richtlijn 93/22/EEG van de Raad en artikel 24, lid 4, van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU , dat wil zeggen passende informatie over de derivaten en voorgestelde beleggingsstrategieën, waaronder passende toelichting en waarschuwingen over de risico’s die zijn verbonden aan beleggingen in deze instrumenten of aan bepaalde beleggingsstrategieën, met name informatie over de door de verzekeraar of berekeningsagent gehanteerde methode voor de waardering van het onderliggende instrument gedurende de looptijd van de verzekeringsdekking en informatie over het risico in verband met het derivaat en de emittent ervan, met inbegrip van informatie over de mogelijke toekomstige verandering in waarde van het derivaat, de specifieke factoren die bepalend zijn voor dergelijke veranderingen en de mate waarin deze van invloed zijn op de waarde?
En nog 3 andere prejudiciele vragen die te lang zijn voor de tekst hier.
LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Interessante ontwikkeling voor wie nog over z'n woekerpolis procedeert
-
- Berichten: 2005
- Lid geworden op: 22 mei 2012 10:45
Re: Interessante ontwikkeling voor wie nog over z'n woekerpolis procedeert
En in gewone mensentaal?
Justmeagain
vindt dit leuk
Re: Interessante ontwikkeling voor wie nog over z'n woekerpolis procedeert
in gewone mensentaal ? Nou....mogelijk heb je als woekerpolisbezitter een bijkomende claim of -als je de voorbije 14 jaar onder een steen hebt geleefd en nu pas voor het eerst van de woekerpolis-aafaire hoort, heb je MOGELIJK een nieuwe claim. Mogelijk, want eerst maar even de uitkomst van de gestelde uitlegvragen aan het Europees Hof van Justitie afwachten. Kan nog wel een paar maanden duren voor die uitspraak er is.
De pensioen-en verzekeringskamer (PVK) -dat is de voorganger van de AFM- heeft al in 1995 in een rapport in kaart gebracht dat veel Nederlandse levensverzekeraars met derivaten werkten.
De pensioen-en verzekeringskamer (PVK) -dat is de voorganger van de AFM- heeft al in 1995 in een rapport in kaart gebracht dat veel Nederlandse levensverzekeraars met derivaten werkten.