LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Minister De Jager gaat in gesprek
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Hallo Jammer
Het ontwikkelen en verkopen van producten als beleggingsverzekeringen/woekerpolissen, met een onduidelijke en veel te hoge kostenstructuur, is inderdaad het beste te omschrijven als oplichting. Dit geldt ook voor aandelenlease-producten.
Het koppelen/inbouwen van een ORV, met een hefboom en inteereffect maakt het nog erger, is een aparte vorm van oplichting.
De wijze van verrekening van de kosten en van de premie voor de OVR, via het verminderen van het aantal beleggingseenheden, is vervolgens ook oplichting. Dus 3 keer oplichting binnen een product.
Het blijkt echter dat het grootste deel van onze volksvertegenwoordiging het niet wil zien dat er sprake is van oplichting. Deels uit onwil, deels uit naiviteit en deels uit onnoozelheid. Het kan ook zijn dat er sprake is van belangenverstrengeling, het uitzicht op een mooi baanje in de toekomst zoals bij het CDA en de VVD. De Jager is ten slotte lid van het CDA.
De enige die nog wel een morele meetlat wil gebruiken. en de koppelverkoop van de ORV onwettig noemt, is Braakhuis van Groen-Links. Die was 2 jaar terug nog hoofd "maatschappelijk verantwoord ondernemen" bij Van Lanschot Bankiers , een rijke-luis-bank.
Irrgang van de SP zoekt en eist nog regelmatig naar schuldbesef bij verzekeraars. Maar dat komt er maar niet van. Irrgang heeft in het verleden bij de DNB gewerkt en weet dus ook van wanten.
Wat de DSB betreft. Het DSB-bedrijf was een consortium bestaande uit meerdere bedrijven. Alleen DSB-bank is failliet gegaan.
DSB-verzekeringen bestaat nog steeds en verkoopt en beheert nog steeds een aantal beleggingsverzekeringen. Net als met een aantale andere kleine verzekeraars, zoals Erasmus, conservatrix, enz., is er nooit een overeenkomst met de stichtingen woekerpolis en verliespolis afgesloten. Deze kleine verzekeraars passen op vrijwillige basis een eigen kostencompensatie toe, die verder onbekend/onduidelijk is of ze doen het niet. Geen haan die er naar kraait.
DSB-bank heeft als tussenpersoon beleggingsverzekeringen/woekerpolissen verkocht, zoals de Hollands -Welvaren- Polis. Dit waren, voor zover ik het weet, producten van SNS-Reaal. Deze beleggingsverzekeringen lopen gewoon door en worden door SNS-Reaal beheert. Het is dan dus SNS-reaal die voor de kostencompensatie moet zorgen.
Over een aandelen-lease product van de DSB , Hollands-Welvaren-Select loopt al enige jaren een juridische procedure.
Met vriendelijke groet, Arie Wever
Het ontwikkelen en verkopen van producten als beleggingsverzekeringen/woekerpolissen, met een onduidelijke en veel te hoge kostenstructuur, is inderdaad het beste te omschrijven als oplichting. Dit geldt ook voor aandelenlease-producten.
Het koppelen/inbouwen van een ORV, met een hefboom en inteereffect maakt het nog erger, is een aparte vorm van oplichting.
De wijze van verrekening van de kosten en van de premie voor de OVR, via het verminderen van het aantal beleggingseenheden, is vervolgens ook oplichting. Dus 3 keer oplichting binnen een product.
Het blijkt echter dat het grootste deel van onze volksvertegenwoordiging het niet wil zien dat er sprake is van oplichting. Deels uit onwil, deels uit naiviteit en deels uit onnoozelheid. Het kan ook zijn dat er sprake is van belangenverstrengeling, het uitzicht op een mooi baanje in de toekomst zoals bij het CDA en de VVD. De Jager is ten slotte lid van het CDA.
De enige die nog wel een morele meetlat wil gebruiken. en de koppelverkoop van de ORV onwettig noemt, is Braakhuis van Groen-Links. Die was 2 jaar terug nog hoofd "maatschappelijk verantwoord ondernemen" bij Van Lanschot Bankiers , een rijke-luis-bank.
Irrgang van de SP zoekt en eist nog regelmatig naar schuldbesef bij verzekeraars. Maar dat komt er maar niet van. Irrgang heeft in het verleden bij de DNB gewerkt en weet dus ook van wanten.
Wat de DSB betreft. Het DSB-bedrijf was een consortium bestaande uit meerdere bedrijven. Alleen DSB-bank is failliet gegaan.
DSB-verzekeringen bestaat nog steeds en verkoopt en beheert nog steeds een aantal beleggingsverzekeringen. Net als met een aantale andere kleine verzekeraars, zoals Erasmus, conservatrix, enz., is er nooit een overeenkomst met de stichtingen woekerpolis en verliespolis afgesloten. Deze kleine verzekeraars passen op vrijwillige basis een eigen kostencompensatie toe, die verder onbekend/onduidelijk is of ze doen het niet. Geen haan die er naar kraait.
DSB-bank heeft als tussenpersoon beleggingsverzekeringen/woekerpolissen verkocht, zoals de Hollands -Welvaren- Polis. Dit waren, voor zover ik het weet, producten van SNS-Reaal. Deze beleggingsverzekeringen lopen gewoon door en worden door SNS-Reaal beheert. Het is dan dus SNS-reaal die voor de kostencompensatie moet zorgen.
Over een aandelen-lease product van de DSB , Hollands-Welvaren-Select loopt al enige jaren een juridische procedure.
Met vriendelijke groet, Arie Wever
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Het is ook het grootste gemak waardoor de DNB de assurantiebelasting al een
paar jaar liet verhogen en nu ook de verzekeringspremie voor auto's, aangezien de verzekeraars meer vlees op hun botten moeten hebben, maar de CDA is ook
bekend van de WCAM door de strot douwen, en de CDA is ook bekend van de stress-test voor banken en voor kernreactoren, maar beslist niet een stress-test van het huishoudboekje van haar kiezers of andere soort consumenten van wie het vertrouwen meer dan ook beschaamd is, in zowel politiek als verrotte bankwezen en verzekeringswezen
paar jaar liet verhogen en nu ook de verzekeringspremie voor auto's, aangezien de verzekeraars meer vlees op hun botten moeten hebben, maar de CDA is ook
bekend van de WCAM door de strot douwen, en de CDA is ook bekend van de stress-test voor banken en voor kernreactoren, maar beslist niet een stress-test van het huishoudboekje van haar kiezers of andere soort consumenten van wie het vertrouwen meer dan ook beschaamd is, in zowel politiek als verrotte bankwezen en verzekeringswezen
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Eens met je eindconclusie, Arie: geen zoden aan de dijk, gedupeerden zijn aangewezen op zelf afdwingen van claim via 'snelrecht'.wevera schreef:Inmiddels is er wat meer duidelijkheid over de coordinerende taak die minster De Jager van een kamermeerderheid (CDA, PvDA, VVD en D66) heeft toegeschoven gekregen.
PVV, Groen-Links en SP denken er anders over en zijn het, grotendeels,niet eens met de volgende vermeldingen.
- Wabeke regeling blijft uitgangspunt. Dus er komt een kostenmaximering bedoeld als percentage van de eindwaarde van de polis elk jaar. Het wordt dus weer een jaarkostenafslag. De PvDA heeft blijft dus draaien in het woekerpolisdossier. Plasterk verbaasde zich bij de hoorzitting er over dat het kostenpercentage elk jaar wordt toegepast. Daar stemt hij dus nu mee in.
- Er komt een uniforme regeling geldend voor alle verzekeraars die bindend is voor de kostenmaximisering. Komt er op deze manier een einde aan de woekerpolisaffaire?
- Consumenten die vinden dat de zorgplicht is geschonden houden het recht om te procederen. Er komt dus geen einde aan de woekerpolisaffaire. Maar ze moeten niet procederen over te hoge en onduidelijk verrekende kosten maar over misleiding, foutieve en onvolledig informatie en dwaling.
- Bij het KIFID komt er een versnelde procedure. Maar hoe is niet duidelijk.
- De nieuwe regeling bevat het beste van de huidige regelingen. De AFM krijgt de opdracht dit uit te zoeken.
Dat wordt dus de Achmea regeling met een beetje ASR-regeling. In Achmea- regeling wordt de kostencompensatie direct verrekend, eind 2011,en bijgestort in de vorm van beleggingseenheden/participaties op de beleggersrekening van de polishouder. Het kostenmaximiseringspercentage ligt tussen de 2.25% - 2.85% afh. van de polisduur en inleg. De opslag voor kostemmaximisering voor polissen met een garantie is 0.45% ( zie http://www.woekerpolisclaim.nl bij overzicht regelingen en overeenkomsten)
- Het overleg van min. De Jager zal beginnen met de stichtingen Woekerpolisclaim en Verliespolis en de verzekeraars. Wellicht ook met anderen maar waarschijnlijk niet.
Al met al dus weinig verbeteringen voor gedupeerden. Van De Jager is bekend dat hij voor alles eerst toestemming van DNB vraagt en niks doet zonder toestemming van DNB. DNB heeft al duidelijk gemaakt dat zij er op zal toezien dat geen enkele verzekeraar een regeling accepteert die het voortbestaan in gevaar brengt.
Dit zet geen zoden aan de dijk. Dit is alleen maar een nieuwe ronde. Ik hoop dat de overige partijen er hard tegen in gaan.
Met vriendelijke groet, Arie Wever
Maar op punten is het genuanceerder dan je stelt (zie mijn analyse & interpretatie hierboven):
- PVV, Groen-Links en SP dachten er anders over, maar zijn meegegaan met de opdracht aan De Jager
- zij koesteren wel de illusie dat 'aan tafel' de 2,5% norm ter discussie wordt gesteld als 'woeker'; CDA & VVD koesteren illusie dat er een best of class is beneden de 2,45% (PS Wabeke was 3,5%, met 2,5% wordt bedoeld de compensatieregelingen)
- nee, er komt juist niet een uniforme regeling geldend voor alle verzekeraars die bindend is voor de kostenmaximisering, maar er komt een oproep om 'best of class' te volgen
- bij het KIFID komt er inderdaad een versnelde procedure, de Minister laat 1 juni a.s. per brief aan de Kamer weten hoe kiFiD dat voor zich ziet.
- de nieuwe regeling..... nee er komt geen nieuwe regeling, er komt een oproep van de Minister; de AFM inventariseert slechts met best of class in tabelletje
- in Achmea- regeling wordt de kostencompensatie direct verrekend.... dit is een uitdrukkelijke wens van de Kamer: alle compensaties moeten direct contant gemaakt worden en niet pas op einddatum
- aah, hier is een voorbeeld van lager dan 2,45%, OK, dan wordt best of class 2,25% (ook voor polissen met inleg lager dan 1.200 per jaar?); NB aparte behandeling voor rendementsgaranties ongetwijfeld, maar voor gegarandeerd kapitaal bij leven op einddatum is dat nogal denkbeeldig
Dus ja, gedupeerden zijn op snelrecht Geschillencommissie KiFiD aangewezen, waarbij ook op woekeraspecten te hoge kosteninhouding kan worden gewezen, maar bij voorkeur toch in breder verband van misleiding.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
In mijn bericht van 25 april noemde ik 3 vormen van oplichting die , in combinatie,kunnen voorkomen in beleggingsverzekeringen/woekerpolissen.
Er ontbreekt er echter nog een. Dat betreft het moment van de kostenberekening en het weghalen van de beleggingseenheden/participaties.
In de beleggingsverzekeringen die na 2000 zijn ontwikkeld is er bij de meesten voor gekozen om het grootste deel van de totale kostenverrekening, over de gehele looptijd, in de eerste 5 jaar van de looptijd te laten plaats vinden
Dit levert voor de polishouders een groot rendementsverlies op en voor de verzekeraar een groot rendementswinst.
Reken het maar eens na voor een koopsompolis met een inleg van € 60000 en een kostenverrekening van nominaal € 20000. Als de kosten verrekening direct wordt toepast ontstaat er eigenlijk een beleggingsverzekering met een inleg van € 40000. Dit levert bij een looptijd van 30 jaar en een jaarrendement van 6% een veel lagere eindwaarde op dan een beleggingsverzekering met een inleg van 60000 met dezelfde looptijd en jaarrendement, waarbij op het eind € 20000 aan kosten wordt verrekend.
In beide gevallen wordt 33.3% van de inleg aan kosten verrekend en dit is redelijk normaal. Maar bij een vroege kostenverrekening, zoals vaak het geval is, ontstaat er een veel lagere eindwaarde/uitkering, dus een veel lager netto-rendement, dan bij een kostenverrekening die op een later moment in de looptijd van de polis plaats vindt.
Met het nadelige effect van de vroege kostenverrekening op het nettorendement wordt helemaal nergens rekening gehouden. Het kreeg geen aandacht in de Wabeke-regeling, niet in de compensatieregelingen van de stichting verliespolis en woekerpolisclaim en dus ook niet in de regeling die nu m.b.v minister de Jager tot stand gaan komen.
Met vriendelijke groet, A.Wever
Er ontbreekt er echter nog een. Dat betreft het moment van de kostenberekening en het weghalen van de beleggingseenheden/participaties.
In de beleggingsverzekeringen die na 2000 zijn ontwikkeld is er bij de meesten voor gekozen om het grootste deel van de totale kostenverrekening, over de gehele looptijd, in de eerste 5 jaar van de looptijd te laten plaats vinden
Dit levert voor de polishouders een groot rendementsverlies op en voor de verzekeraar een groot rendementswinst.
Reken het maar eens na voor een koopsompolis met een inleg van € 60000 en een kostenverrekening van nominaal € 20000. Als de kosten verrekening direct wordt toepast ontstaat er eigenlijk een beleggingsverzekering met een inleg van € 40000. Dit levert bij een looptijd van 30 jaar en een jaarrendement van 6% een veel lagere eindwaarde op dan een beleggingsverzekering met een inleg van 60000 met dezelfde looptijd en jaarrendement, waarbij op het eind € 20000 aan kosten wordt verrekend.
In beide gevallen wordt 33.3% van de inleg aan kosten verrekend en dit is redelijk normaal. Maar bij een vroege kostenverrekening, zoals vaak het geval is, ontstaat er een veel lagere eindwaarde/uitkering, dus een veel lager netto-rendement, dan bij een kostenverrekening die op een later moment in de looptijd van de polis plaats vindt.
Met het nadelige effect van de vroege kostenverrekening op het nettorendement wordt helemaal nergens rekening gehouden. Het kreeg geen aandacht in de Wabeke-regeling, niet in de compensatieregelingen van de stichting verliespolis en woekerpolisclaim en dus ook niet in de regeling die nu m.b.v minister de Jager tot stand gaan komen.
Met vriendelijke groet, A.Wever
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Zie je wel aegon: Ik krijg dus niks aan compensatie mijn is inleg lager dan E 1200,- per jaar dus de kosten mogen dus 2,85% per jaar van de poliswaarde zijn.....Heb ik nu net 4 van deze woekerpolissen die in dit pakket zitten. Niks gegarandeerd bij leven. Nou daar ben ik klaar mee.
Kijk dat bedoel ik nou. Kleim van aegon zei toch al 70 tot 75% van de polissen van aegon hoeft niet gecompenseerd hoeven te worden. En dan zijn ze sinds 2008 al aan het rekenen gegaan. Wij zouden als het lukt 1-7-2011 uitslag krijgen van aegon......Ik hoef de uitslag al niet eens meer.
Ik wil alleen maar 100% schade vergoeding.
Kijk dat bedoel ik nou. Kleim van aegon zei toch al 70 tot 75% van de polissen van aegon hoeft niet gecompenseerd hoeven te worden. En dan zijn ze sinds 2008 al aan het rekenen gegaan. Wij zouden als het lukt 1-7-2011 uitslag krijgen van aegon......Ik hoef de uitslag al niet eens meer.
Ik wil alleen maar 100% schade vergoeding.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Het gaat erop lijken dat er nog veel particulieren procedures gaan opstarten.
Jan Kees de Jager met zijn priet praatjes mag zich eerst eens verdiepen in de woekerpolissen.
Het begint er steeds meer op te lijken dat de verzekeringsmaatschappijen
In bescherming worden genomen.
Waarom denk je dat Jan kees de Jager opeens op het toneel verschijnt?
Precies omdat er nog veel staatsteun en overheid centjes openstaan.
Hij ziet zijn vermogen verdampen aan polisreparaties.
Pappen en nathouden, Huilen wet de wolven in het Bos.
Beter gezegd laat je niet met een kluitje het riet insturen.
Succes in de strijd!
Jan Kees de Jager met zijn priet praatjes mag zich eerst eens verdiepen in de woekerpolissen.
Het begint er steeds meer op te lijken dat de verzekeringsmaatschappijen
In bescherming worden genomen.
Waarom denk je dat Jan kees de Jager opeens op het toneel verschijnt?
Precies omdat er nog veel staatsteun en overheid centjes openstaan.
Hij ziet zijn vermogen verdampen aan polisreparaties.
Pappen en nathouden, Huilen wet de wolven in het Bos.
Beter gezegd laat je niet met een kluitje het riet insturen.
Succes in de strijd!
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Het aardige is dat het rekenvoorbeeld van het Verbond (uitleg compensatieregeling) nu juist ingaat op de situatie die Wever schetst: hoge kosteninhouding in de eerste jaren. De compensatieregeling werkt dan zo uit dat die eerste kosten volledig 'gecompenseerd' worden, maar dat (weliswaar fictief) over latere jaren de maximale norm wordt berekend. Per saldo krijgt de consument in het rekenvoorbeeld ca. 415 uitgekeerd en mag de verzekeraar nog eens 7.000 meer aan kosten inhouden dan zonder de compensatieregeling.wevera schreef: Met het nadelige effect van de vroege kostenverrekening op het nettorendement wordt helemaal nergens rekening gehouden. Het kreeg geen aandacht in de Wabeke-regeling, niet in de compensatieregelingen van de stichting verliespolis en woekerpolisclaim en dus ook niet in de regeling die nu m.b.v minister de Jager tot stand gaan komen.
Zie eerder gepubliceerde berichten, met analyse van New Flame.
Bron met rekenvoorbeeld: http://www.meerovercompensatieregelinge ... erzekering
Navrante conclusie: compensatieregeling houdt wel degelijk rekening met situatie zoals geschetst door Wever, maar dan op de averechtse manier
Benieuwd of dit in 'best of class' aan de orde komt. Gedupeerden weten wel beter: volg de snelrecht route KiFiD.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
@Van Rossum en Wevera,
Ik denk dat doorzettende klagers met een lopende of aanstaande klacht- of rechtsprocedure bij het Kifid of gewone rechter zich toch enigszins zorgen moeten maken over deze zg. ''best of class'' vinding. Regressie naar een uitgemiddeld fooitje, wellicht .
Het riekt naar een beoogde generieke oplossing a la de (uiterst magere) Duisenberg-schikking in de aandelenlease-affaire. De rechtspraak in de aandelenlease-affaire heeft zich vervolgens zodanig uitgekristallisseerd (door middel van de rechterlijke invulling van de zorgplichtschending) dat de einduitkomst grote overeenkomsten vertoont met deze Duisenberg-schikking die met (alleen) Dexia was overeengekomen. Overigens hanteert het Kifid in de aandelenlease-affaire een andere (duidelijkere, betere) invulling van de zorgplicht. Wellicht hoeven Kifid-klagers nog niet direct te vrezen over die '''best'' of class uitvinding.
Van wie is die term overigens afkomstig ? Van De Jager of een van zijn ambtenaren ?
Ik denk dat doorzettende klagers met een lopende of aanstaande klacht- of rechtsprocedure bij het Kifid of gewone rechter zich toch enigszins zorgen moeten maken over deze zg. ''best of class'' vinding. Regressie naar een uitgemiddeld fooitje, wellicht .
Het riekt naar een beoogde generieke oplossing a la de (uiterst magere) Duisenberg-schikking in de aandelenlease-affaire. De rechtspraak in de aandelenlease-affaire heeft zich vervolgens zodanig uitgekristallisseerd (door middel van de rechterlijke invulling van de zorgplichtschending) dat de einduitkomst grote overeenkomsten vertoont met deze Duisenberg-schikking die met (alleen) Dexia was overeengekomen. Overigens hanteert het Kifid in de aandelenlease-affaire een andere (duidelijkere, betere) invulling van de zorgplicht. Wellicht hoeven Kifid-klagers nog niet direct te vrezen over die '''best'' of class uitvinding.
Van wie is die term overigens afkomstig ? Van De Jager of een van zijn ambtenaren ?
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
@juwita,
Geen zorgen.
Best of class is tijdens AOV door regeringspartij(en) ingebracht (Blanksma, CDA) en onmiddellijk door De Jager overgenomen in zijn 3-puntenplan. Of dat van te voren was afgestemd kun je slechts vermoeden, maar zou politiek niet ongewoon zijn. Toon van de (politieke) muziek: Minister, wij zijn teleurgesteld over uw brief van december 2010, u dient een actievere rol te spelen in dit dossier.
Voor iedereen is echter duidelijk dat zorgplichtschendingen (w.o. misleiding en dwaling) buiten best of class oproep vallen. De appels met peren is echter dat Kamerleden zich baseren op de 25% slechte adviezen uit AFM 2008, maar die gingen over (toen) actuele praktijk, niet over de historie. Ik durf wel aan dat 50 - 75% van de adviezen in periode 1990 - 2008 slecht, niet passend, misleidend zijn geweest.
Zie ook de kronkels waarin WPC zich nu beweegt om de gunst niet te verspelen. Ook zij tamboereren nu op thema van zorgplichtschendingen.
Per 1 juni a.s. weten we hoe het 'snelrecht' KiFiD er uit komt te zien. In de snelle route wordt ook de intake versimpeld, in de slakkengang versie komen er eerst tientallen richtinggevende uitspraken en gaat de bal pas daarna rollen.
Geen zorgen.
Best of class is tijdens AOV door regeringspartij(en) ingebracht (Blanksma, CDA) en onmiddellijk door De Jager overgenomen in zijn 3-puntenplan. Of dat van te voren was afgestemd kun je slechts vermoeden, maar zou politiek niet ongewoon zijn. Toon van de (politieke) muziek: Minister, wij zijn teleurgesteld over uw brief van december 2010, u dient een actievere rol te spelen in dit dossier.
Voor iedereen is echter duidelijk dat zorgplichtschendingen (w.o. misleiding en dwaling) buiten best of class oproep vallen. De appels met peren is echter dat Kamerleden zich baseren op de 25% slechte adviezen uit AFM 2008, maar die gingen over (toen) actuele praktijk, niet over de historie. Ik durf wel aan dat 50 - 75% van de adviezen in periode 1990 - 2008 slecht, niet passend, misleidend zijn geweest.
Zie ook de kronkels waarin WPC zich nu beweegt om de gunst niet te verspelen. Ook zij tamboereren nu op thema van zorgplichtschendingen.
Per 1 juni a.s. weten we hoe het 'snelrecht' KiFiD er uit komt te zien. In de snelle route wordt ook de intake versimpeld, in de slakkengang versie komen er eerst tientallen richtinggevende uitspraken en gaat de bal pas daarna rollen.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
om een duidelijker beeld te krijgen zou ook een "worst of class" berekend kunnen worden.
dat zou een groot stuk helderheid opleveren, maar is waarschijnlijk niet gewenst.
hoorde gisteren op de radio een deel van een intervieuw met mei li vos - ex 2e kamer pvda. heeft inmiddels ook een boekje geschreven.
twee opmerkingen van haar:
- de politiek heeft zitten slapen tijdens de bijeenkomsten van de commissie en
wist eigenlijk niet wat het échte probleem was
- de kennisvoorsprong en de absolute macht alsmede de lobby van de financiële
sector is zo groot dat er van de politiek weinig te verwachten valt.
zij stak overigens ook "de hand in eigen boezem".
nu de politiek zich er mee gaat bemoeien wodt het niet beter, vrees ik. de
bemoeienis van de jager is het ultieme voorbeeld van belangenverstrengeling.
dat zou een groot stuk helderheid opleveren, maar is waarschijnlijk niet gewenst.
hoorde gisteren op de radio een deel van een intervieuw met mei li vos - ex 2e kamer pvda. heeft inmiddels ook een boekje geschreven.
twee opmerkingen van haar:
- de politiek heeft zitten slapen tijdens de bijeenkomsten van de commissie en
wist eigenlijk niet wat het échte probleem was
- de kennisvoorsprong en de absolute macht alsmede de lobby van de financiële
sector is zo groot dat er van de politiek weinig te verwachten valt.
zij stak overigens ook "de hand in eigen boezem".
nu de politiek zich er mee gaat bemoeien wodt het niet beter, vrees ik. de
bemoeienis van de jager is het ultieme voorbeeld van belangenverstrengeling.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
bron: AM
Advies aan Kifid: 'Branche moet uit het bestuur'
26-04-2011
Bestuursleden van brancheorganisaties die zitting hebben in het bestuur van Kifid, hebben hun zetel onlangs ter beschikking gesteld. Zij gaven daarmee gevolg aan het advies van mr. Bert van Delden, de vroegere voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, die de afgelopen maanden onderzoek deed naar het functioneren van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.
Om het consumentenvertrouwen te herstellen is het beter dat de branche geen deel meer uitmaakt van het bestuur van Kifid, constateerde Van Delden.
Er was de afgelopen tijd veel kritiek op het klachteninstituut. Kifid voert op dit moment bewust beleid om klagende consumenten zo snel mogelijk af te schepen, meldden ex-medewerkers vorige week in Het Financieele Dagblad. Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zette bij monde van bestuurder Theodor Kockelkoren onlangs een vraagteken bij de effectiviteit van het instituut. Kockelkoren stelde ook voor het Kifid publiekrechtelijk te maken.
Als reactie op de kritiek meldt Kifid dat er op dit moment maatregelen worden genomen die tot verbetering en versnelling van de afwikkeling van de klachten kunnen leiden. Verder is Ombudsman Nol Monster (foto) bezig om in overleg met het ministerie van Financiën een nieuwe bestuursstructuur in te voeren.
Kifid kreeg de laatste twee jaar te maken met een explosieve stijging van het aantal klachten. Dat groeide van circa 4.000 tot 8.000 per jaar
Advies aan Kifid: 'Branche moet uit het bestuur'
26-04-2011
Bestuursleden van brancheorganisaties die zitting hebben in het bestuur van Kifid, hebben hun zetel onlangs ter beschikking gesteld. Zij gaven daarmee gevolg aan het advies van mr. Bert van Delden, de vroegere voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, die de afgelopen maanden onderzoek deed naar het functioneren van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.
Om het consumentenvertrouwen te herstellen is het beter dat de branche geen deel meer uitmaakt van het bestuur van Kifid, constateerde Van Delden.
Er was de afgelopen tijd veel kritiek op het klachteninstituut. Kifid voert op dit moment bewust beleid om klagende consumenten zo snel mogelijk af te schepen, meldden ex-medewerkers vorige week in Het Financieele Dagblad. Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zette bij monde van bestuurder Theodor Kockelkoren onlangs een vraagteken bij de effectiviteit van het instituut. Kockelkoren stelde ook voor het Kifid publiekrechtelijk te maken.
Als reactie op de kritiek meldt Kifid dat er op dit moment maatregelen worden genomen die tot verbetering en versnelling van de afwikkeling van de klachten kunnen leiden. Verder is Ombudsman Nol Monster (foto) bezig om in overleg met het ministerie van Financiën een nieuwe bestuursstructuur in te voeren.
Kifid kreeg de laatste twee jaar te maken met een explosieve stijging van het aantal klachten. Dat groeide van circa 4.000 tot 8.000 per jaar
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Helaas nog geen 4.000 of 8.000 klachten van woekergedupeerden die misleid zijn in de precontractuele fase. Maar dat gaat zeker nog komen
NB Alleen de ombudsman kan eventueel publiekrechtelijke status krijgen, de Geschillencommissie (en Commissie van Beroep) niet. Volgens de wet is er maar 1 publiekrechtelijke geschilbeslechting mogelijk, namelijk via de rechter.
Maar die publiekrechtelijke status van een financiële ombudsman gaat allemaal nog wel even duren. Maar 'snelrecht' in woekerzaken via KiFiD route zou al kort na 1 juni 2011 mogelijk moeten kunnen worden.
Maar mooi berichtje uit AM, hakra.
Zie ook wat KiFiD hier zelf over te melden heeft: http://bit.ly/er5kmD
NB Alleen de ombudsman kan eventueel publiekrechtelijke status krijgen, de Geschillencommissie (en Commissie van Beroep) niet. Volgens de wet is er maar 1 publiekrechtelijke geschilbeslechting mogelijk, namelijk via de rechter.
Maar die publiekrechtelijke status van een financiële ombudsman gaat allemaal nog wel even duren. Maar 'snelrecht' in woekerzaken via KiFiD route zou al kort na 1 juni 2011 mogelijk moeten kunnen worden.
Maar mooi berichtje uit AM, hakra.
Zie ook wat KiFiD hier zelf over te melden heeft: http://bit.ly/er5kmD
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
POLITIEK KOMT GEDEELTELIJK TEGEMOET AAN OPROEP VAN WPC
Uitkomsten van het Algemeen Overleg van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer der Staten Generaal inzake de stand van zaken beleggingsverzekeringen
Op 20 april jl. vond in de Tweede Kamer Algemeen Overleg (AO) inzake beleggingsverzekeringen plaats tussen de woordvoerders financiën van de verschillende fracties.
In de aanloop naar dit AO heeft Stichting WPC middels ondermeer een persbericht en in een brief aan de leden van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Tweede Kamer verzocht druk uit te oefenen op verzekeraars om op uniforme wijze een compensatieregeling uit te werken die voorziet in compensatie van te hoge kosten in beleggingsverzekeringen zonder afwijkingen ten gunste van individuele verzekeraars. Tevens verzocht WPC de Tweede Kamer om een efficiënte collectieve rechtsgang mogelijk te maken voor de beslechting van alle geschillen over de informatie en zorgplicht van verzekeraars en tussenpersonen bij de verkoop van beleggingsverzekeringen waarbij een onafhankelijke commissie van deskundigen met verregaande bevoegdheden in het leven moet worden geroepen. In deze nieuwsbrief treft u een verslag van hetgeen is besproken en besloten tijdens het AO, en wat dit voor beleggingspolishouders in Nederland kan betekenen.
Collectieve regeling ter compensatie van excessieve kosten
Minister de Jager heeft tijdens het AO toegezegd de AFM opdracht te zullen geven om de compensatieregelingen naast elkaar te leggen en te vergelijken. De uitkomst van dit ‘best of class’ onderzoek moet volgens Minister De Jager leiden tot een overkoepelend advies voor een uniforme compensatieregeling die bestaat uit de beste elementen uit de verschillende compensatieregelingen die er nu zijn. De Minister acht het wenselijk dat verzekeraars de bestaande compensatieregelingen waar nodig optrekken tot dit niveau. Hiertoe zal de Minister in overleg treden met alle betrokken partijen, waaronder de claimstichtingen, de verzekeraars en andere belangenbehartigers. De Minister gaat er vanuit dat verzekeraars zich zullen conformeren aan de uitkomsten van het ‘Best of Class advies’ van de AFM maar merkte tevens op dat het om een privaatrechtelijk geschil gaat, dat de overheid niet naar zich toe moet halen. De minister zal de Tweede Kamer voor 1 juni informeren over de voortgang.
WPC is gematigd positief over de toezeggingen van de Minister. Voor WPC heeft altijd centraal gestaan dat de collectieve compensatieregelingen met alle verzekeraars op uniforme wijze moeten worden uitgewerkt waarbij aansluiting dient te worden gezocht met de compensatieregelingen gesloten door de meerderheid van de branche. Om deze reden heeft WPC eind 2010 geen overstemming kunnen bereiken met SNS-Reaal en Nationale Nederlanden. Nationale Nederlanden in het bijzonder wenste een regeling met WPC af te sluiten die ten kosten van de polishouder op meerdere zeer materiële punten afweek van de compensatieregelingen gesloten door branchegenoten zoals Delta Lloyd, Achmea en AEGON. De huidige compensatieregeling van Nationale Nederlanden creëert opnieuw een mist van verschillende uitgangspunten die een vergelijking met de compensatie geboden door andere verzekeraars onmogelijk maakt. De compensatieregeling creëert bovendien rechtsongelijkheid tussen polishouders in Nederland en staat daarmee een collectieve oplossing met maatschappelijk draagvlak in de weg.
Met de toezegging van de Minister om de AFM een rol te geven in de vergelijking van de verschillende compensatieregelingen worden de kwaliteitsverschillen tussen de getroffen compensatieregelingen eindelijk duidelijk. Met het voornemen om de beste regeling als uitgangspunt te nemen komt een uniforme collectieve regeling voor alle polishouders een stap dichterbij. Een regeling dus die geen afwijkingen toestaat van de norm, ten gunste van belangen van individuele verzekeraars. Het zal echter moeten worden afgewacht in hoeverre verzekeraars bereid zijn gevolg te geven aan het uit te brengen ‘Best of Class’ advies. U kunt er in ieder geval op rekenen dat WPC pas zal rusten wanneer de Minister zijn toezeggingen nakomt en verzekeraars tegemoet zijn gekomen aan het ‘Best of Class advies’.
Aanvullende compensatie wegens schending van informatie- en zorgplicht – nieuwe efficiënte rechtsgang
Minister De Jager heeft tijdens het AO aangegeven niet zo ver te willen gaan dat er een nieuwe rechtsgang wordt gecreëerd voor de beslechting van alle geschillen over de informatie en zorgplicht van verzekeraars en tussenpersonen bij de verkoop van beleggingsverzekeringen, zoals bepleit door WPC. De Minister vertrouwt erop dat het Kifid kan voorzien in een laagdrempelige en onafhankelijke beoordeling van klachten van woekerpolishouders. Wel heeft hij toegezegd dat de capaciteit en expertise bij het Kifid, zowel waar het betreft de Geschillencommissie als de Commissie voor Beroep aanzienlijk beter moeten worden toegerust voor de behandeling van zaken.
WPC is teleurgesteld dat de Minister niet tegemoet komt aan de wens van WPC te voorzien in een efficiënte collectieve procedure ter beslechting van de geschillen omtrent de schadeplicht van verzekeraars en tussenpersonen als gevolg van schending van zorg- en informatieplicht[1] bij de verkoop van beleggingspolissen. Onder de compensatieregelingen gesloten door WPC zijn polishouders vrij om hogere compensatie te claimen via de rechter of het Kifid bijvoorbeeld in geval van dwaling of wanneer de verzekeraar zijn informatie- en/of zorgplicht heeft geschonden. WPC had de Tweede Kamer in haar brief opgeroepen een Tijdelijke Commissie Beleggingsverzekeringen in te stellen die zou moeten worden belast met de voorbereiding van een wettelijke (nood)regeling ter voorziening in een collectieve procedure ter beslechting van de geschillen over beleggingsverzekeringen met betrekking tot de informatie- en zorgplicht van aanbieders van deze verkeringen. De Tijdelijke Commissie Beleggingsverzekeringen zou moeten overgaan tot het instellen van een onafhankelijke commissie, met vergaande onderzoeks- en beslissingsbevoegdheid, die bestaat uit- of wordt geadviseerd door onafhankelijke deskundigen op het gebied van financiën, levensverzekeringen en het verzekering- en consumentenrecht. Op deze manier zou een groot aantal rechtszaken kunnen worden voorkomen en zouden ook consumenten wier belang om te procederen te gering is toch aanspraak kunnen maken op compensatie. WPC betreurt het dat de politiek het toch aan de individuele polishouder wenst over te laten om de eventuele aanvullende schade te gaan verhalen op verzekeraars via dure en langdurige procedures met onzekere afloop.
Omtrent de reikwijdte van de zorg- en informatieplicht onder de huidige en vroegere wet- en regelgeving staan consumenten en verzekeraars vaak lijnrecht tegenover elkaar. Het juridisch toetsingskader ter vaststelling van schendingen van de zorg- en informatieplicht en van de daaruit voortvloeiende schadevergoedingsplicht voor verzekeraars en/of tussenpersonen is nog lang niet uitgekristalliseerd in jurisprudentie. Inmiddels zijn tal van belangenorganisaties en advocaten in de weer om via individuele en/of collectieve rechtsprocedures tegen verzekeraars duidelijkheid te verkrijgen over de uitleg van de huidige en vroegere regels en de rechtspositie van polishouders tegenover hun verzekeraar. Zonder actief ingrijpen van de overheid, bijvoorbeeld door het instellen een onafhankelijke commissie van deskundigen zoals voorgesteld door WPC, kan het echter nog jaren duren voordat duidelijkheid bestaat omtrent de rechtspositie van alle polishouders. Het voeren van een veelheid aan individuele rechtszaken belast niet alleen de rechterlijke macht onnodig, maar verzwakt ook de processuele positie van consumenten. De mogelijkheden voor een individuele consument om met succes te procederen tegen een verzekeraar zijn immers beperkt, gelet op zijn achterstand in kennis en financiële middelen. Daarbij komt dat de schade per polis in veel gevallen aanzienlijk kan zijn, maar vaak niet zodanig groot is dat het voeren van een individuele procedure kostenefficiënt is. Ook bestaat een serieus risico dat de rechten van polishouders verjaren. De polishouder is immers vaak al wel op de hoogte van het feit dat hij schade heeft geleden, terwijl zijn rechtspositie nog onduidelijk is.
WPC betwijfelt of het Kifid als de meest aangewezen geschillenbeslechter moet worden gezien. De onafhankelijkheid van het instituut Kifid is bepaald niet boven iedere twijfel verheven. De heer Monster, die per 1 oktober 2010 de heer Wabeke is opgevolgd als Ombudsman Financiële dienstverlening van het Kifid, heeft recentelijk uitspraken gedaan die wijzen op vooringenomenheid in het dossier beleggingsverzekeringen. Zo stelde hij in een artikel in de Telegraaf van 26 februari jl.: "De verzekeraar is slechts een fabrikant. Die maakt een product. Of het nu goed of slecht is, dat doet er niet toe. Het is de taak van de tussenpersoon om klanten te wijzen op risico's en ze te behoeden voor de aanschaf van een rotproduct". Hiermee impliceert de heer Monster dat de aansprakelijkheid voor schending van de informatie- en zorgplicht bij verkoop van beleggingsverzekeringen niet bij de verzekeraars kan liggen. WPC is van mening dat een dergelijke uitspraak niet past bij een onafhankelijke geschillenbeslechter, temeer daar de reikwijdte van de informatie- en zorgplicht van verzekeraars in de rechtspraak alles behalve een uitgemaakte zaak is. Het Financiële Dagblad berichtte op 21 april jl. dat volgens oud medewerkers van het Kifid het overgrote deel van de consumenten door het Kifid wordt afgewimpeld omdat banken en verzekeraars te weinig geld fourneren. Een oud medewerker van het Kifid stelt in de krant “Honderden zo niet duizenden klagers hebben hierdoor onterecht nul op het rekest gekregen” en “Kifid stuurt een hoop klagers met een kluitje het riet in”. Ook uit een intern rapport van de Commissie Van Delden opgesteld in opdracht van de Tweede Kamer zou blijken dat het Kifid op tal van punten moet veranderen. De commissie concludeerde in een tussenrapportage aan de Tweede Kamer onder meer dat het Kifid transparanter moet worden en dat de Financiële Ombudsman een onafhankelijke status moet krijgen. Daarnaast zou het Kifid een bestuursrechtelijk orgaan moeten worden. WPC juicht deze aanbevelingen luidkeels toe.
WPC zal de komende tijd scherp toezien op de uitvoering van de toezeggingen van de Minister tijdens het AO inzake de verbetering van Kifid alsmede de mogelijke implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Van Delden met betrekking tot het Kifid. Indien de politiek niet in staat zal blijken tegemoet te komen aan de kritiek op het Kifid van polishouders, oud-medewerkers van het Kifid en belangenorganisaties of indien de politiek de aanbevelingen verwoord in het rapport van de Commissie van Delden naast zich neer zal leggen, zal WPC wederom in actie komen.
De recente toezeggingen van Minister de Jager hebben aangetoond dat WPC dankzij haar grote en trouwe achterban invloed van betekenis kan uitoefenen op de politiek en overheid. Het ‘Best of Class’ onderzoek is hier een direct resultaat van. WPC is haar achterban dan ook buitengewoon erkentelijk voor de steun in haar strijd!
Uitkomsten van het Algemeen Overleg van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer der Staten Generaal inzake de stand van zaken beleggingsverzekeringen
Op 20 april jl. vond in de Tweede Kamer Algemeen Overleg (AO) inzake beleggingsverzekeringen plaats tussen de woordvoerders financiën van de verschillende fracties.
In de aanloop naar dit AO heeft Stichting WPC middels ondermeer een persbericht en in een brief aan de leden van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Tweede Kamer verzocht druk uit te oefenen op verzekeraars om op uniforme wijze een compensatieregeling uit te werken die voorziet in compensatie van te hoge kosten in beleggingsverzekeringen zonder afwijkingen ten gunste van individuele verzekeraars. Tevens verzocht WPC de Tweede Kamer om een efficiënte collectieve rechtsgang mogelijk te maken voor de beslechting van alle geschillen over de informatie en zorgplicht van verzekeraars en tussenpersonen bij de verkoop van beleggingsverzekeringen waarbij een onafhankelijke commissie van deskundigen met verregaande bevoegdheden in het leven moet worden geroepen. In deze nieuwsbrief treft u een verslag van hetgeen is besproken en besloten tijdens het AO, en wat dit voor beleggingspolishouders in Nederland kan betekenen.
Collectieve regeling ter compensatie van excessieve kosten
Minister de Jager heeft tijdens het AO toegezegd de AFM opdracht te zullen geven om de compensatieregelingen naast elkaar te leggen en te vergelijken. De uitkomst van dit ‘best of class’ onderzoek moet volgens Minister De Jager leiden tot een overkoepelend advies voor een uniforme compensatieregeling die bestaat uit de beste elementen uit de verschillende compensatieregelingen die er nu zijn. De Minister acht het wenselijk dat verzekeraars de bestaande compensatieregelingen waar nodig optrekken tot dit niveau. Hiertoe zal de Minister in overleg treden met alle betrokken partijen, waaronder de claimstichtingen, de verzekeraars en andere belangenbehartigers. De Minister gaat er vanuit dat verzekeraars zich zullen conformeren aan de uitkomsten van het ‘Best of Class advies’ van de AFM maar merkte tevens op dat het om een privaatrechtelijk geschil gaat, dat de overheid niet naar zich toe moet halen. De minister zal de Tweede Kamer voor 1 juni informeren over de voortgang.
WPC is gematigd positief over de toezeggingen van de Minister. Voor WPC heeft altijd centraal gestaan dat de collectieve compensatieregelingen met alle verzekeraars op uniforme wijze moeten worden uitgewerkt waarbij aansluiting dient te worden gezocht met de compensatieregelingen gesloten door de meerderheid van de branche. Om deze reden heeft WPC eind 2010 geen overstemming kunnen bereiken met SNS-Reaal en Nationale Nederlanden. Nationale Nederlanden in het bijzonder wenste een regeling met WPC af te sluiten die ten kosten van de polishouder op meerdere zeer materiële punten afweek van de compensatieregelingen gesloten door branchegenoten zoals Delta Lloyd, Achmea en AEGON. De huidige compensatieregeling van Nationale Nederlanden creëert opnieuw een mist van verschillende uitgangspunten die een vergelijking met de compensatie geboden door andere verzekeraars onmogelijk maakt. De compensatieregeling creëert bovendien rechtsongelijkheid tussen polishouders in Nederland en staat daarmee een collectieve oplossing met maatschappelijk draagvlak in de weg.
Met de toezegging van de Minister om de AFM een rol te geven in de vergelijking van de verschillende compensatieregelingen worden de kwaliteitsverschillen tussen de getroffen compensatieregelingen eindelijk duidelijk. Met het voornemen om de beste regeling als uitgangspunt te nemen komt een uniforme collectieve regeling voor alle polishouders een stap dichterbij. Een regeling dus die geen afwijkingen toestaat van de norm, ten gunste van belangen van individuele verzekeraars. Het zal echter moeten worden afgewacht in hoeverre verzekeraars bereid zijn gevolg te geven aan het uit te brengen ‘Best of Class’ advies. U kunt er in ieder geval op rekenen dat WPC pas zal rusten wanneer de Minister zijn toezeggingen nakomt en verzekeraars tegemoet zijn gekomen aan het ‘Best of Class advies’.
Aanvullende compensatie wegens schending van informatie- en zorgplicht – nieuwe efficiënte rechtsgang
Minister De Jager heeft tijdens het AO aangegeven niet zo ver te willen gaan dat er een nieuwe rechtsgang wordt gecreëerd voor de beslechting van alle geschillen over de informatie en zorgplicht van verzekeraars en tussenpersonen bij de verkoop van beleggingsverzekeringen, zoals bepleit door WPC. De Minister vertrouwt erop dat het Kifid kan voorzien in een laagdrempelige en onafhankelijke beoordeling van klachten van woekerpolishouders. Wel heeft hij toegezegd dat de capaciteit en expertise bij het Kifid, zowel waar het betreft de Geschillencommissie als de Commissie voor Beroep aanzienlijk beter moeten worden toegerust voor de behandeling van zaken.
WPC is teleurgesteld dat de Minister niet tegemoet komt aan de wens van WPC te voorzien in een efficiënte collectieve procedure ter beslechting van de geschillen omtrent de schadeplicht van verzekeraars en tussenpersonen als gevolg van schending van zorg- en informatieplicht[1] bij de verkoop van beleggingspolissen. Onder de compensatieregelingen gesloten door WPC zijn polishouders vrij om hogere compensatie te claimen via de rechter of het Kifid bijvoorbeeld in geval van dwaling of wanneer de verzekeraar zijn informatie- en/of zorgplicht heeft geschonden. WPC had de Tweede Kamer in haar brief opgeroepen een Tijdelijke Commissie Beleggingsverzekeringen in te stellen die zou moeten worden belast met de voorbereiding van een wettelijke (nood)regeling ter voorziening in een collectieve procedure ter beslechting van de geschillen over beleggingsverzekeringen met betrekking tot de informatie- en zorgplicht van aanbieders van deze verkeringen. De Tijdelijke Commissie Beleggingsverzekeringen zou moeten overgaan tot het instellen van een onafhankelijke commissie, met vergaande onderzoeks- en beslissingsbevoegdheid, die bestaat uit- of wordt geadviseerd door onafhankelijke deskundigen op het gebied van financiën, levensverzekeringen en het verzekering- en consumentenrecht. Op deze manier zou een groot aantal rechtszaken kunnen worden voorkomen en zouden ook consumenten wier belang om te procederen te gering is toch aanspraak kunnen maken op compensatie. WPC betreurt het dat de politiek het toch aan de individuele polishouder wenst over te laten om de eventuele aanvullende schade te gaan verhalen op verzekeraars via dure en langdurige procedures met onzekere afloop.
Omtrent de reikwijdte van de zorg- en informatieplicht onder de huidige en vroegere wet- en regelgeving staan consumenten en verzekeraars vaak lijnrecht tegenover elkaar. Het juridisch toetsingskader ter vaststelling van schendingen van de zorg- en informatieplicht en van de daaruit voortvloeiende schadevergoedingsplicht voor verzekeraars en/of tussenpersonen is nog lang niet uitgekristalliseerd in jurisprudentie. Inmiddels zijn tal van belangenorganisaties en advocaten in de weer om via individuele en/of collectieve rechtsprocedures tegen verzekeraars duidelijkheid te verkrijgen over de uitleg van de huidige en vroegere regels en de rechtspositie van polishouders tegenover hun verzekeraar. Zonder actief ingrijpen van de overheid, bijvoorbeeld door het instellen een onafhankelijke commissie van deskundigen zoals voorgesteld door WPC, kan het echter nog jaren duren voordat duidelijkheid bestaat omtrent de rechtspositie van alle polishouders. Het voeren van een veelheid aan individuele rechtszaken belast niet alleen de rechterlijke macht onnodig, maar verzwakt ook de processuele positie van consumenten. De mogelijkheden voor een individuele consument om met succes te procederen tegen een verzekeraar zijn immers beperkt, gelet op zijn achterstand in kennis en financiële middelen. Daarbij komt dat de schade per polis in veel gevallen aanzienlijk kan zijn, maar vaak niet zodanig groot is dat het voeren van een individuele procedure kostenefficiënt is. Ook bestaat een serieus risico dat de rechten van polishouders verjaren. De polishouder is immers vaak al wel op de hoogte van het feit dat hij schade heeft geleden, terwijl zijn rechtspositie nog onduidelijk is.
WPC betwijfelt of het Kifid als de meest aangewezen geschillenbeslechter moet worden gezien. De onafhankelijkheid van het instituut Kifid is bepaald niet boven iedere twijfel verheven. De heer Monster, die per 1 oktober 2010 de heer Wabeke is opgevolgd als Ombudsman Financiële dienstverlening van het Kifid, heeft recentelijk uitspraken gedaan die wijzen op vooringenomenheid in het dossier beleggingsverzekeringen. Zo stelde hij in een artikel in de Telegraaf van 26 februari jl.: "De verzekeraar is slechts een fabrikant. Die maakt een product. Of het nu goed of slecht is, dat doet er niet toe. Het is de taak van de tussenpersoon om klanten te wijzen op risico's en ze te behoeden voor de aanschaf van een rotproduct". Hiermee impliceert de heer Monster dat de aansprakelijkheid voor schending van de informatie- en zorgplicht bij verkoop van beleggingsverzekeringen niet bij de verzekeraars kan liggen. WPC is van mening dat een dergelijke uitspraak niet past bij een onafhankelijke geschillenbeslechter, temeer daar de reikwijdte van de informatie- en zorgplicht van verzekeraars in de rechtspraak alles behalve een uitgemaakte zaak is. Het Financiële Dagblad berichtte op 21 april jl. dat volgens oud medewerkers van het Kifid het overgrote deel van de consumenten door het Kifid wordt afgewimpeld omdat banken en verzekeraars te weinig geld fourneren. Een oud medewerker van het Kifid stelt in de krant “Honderden zo niet duizenden klagers hebben hierdoor onterecht nul op het rekest gekregen” en “Kifid stuurt een hoop klagers met een kluitje het riet in”. Ook uit een intern rapport van de Commissie Van Delden opgesteld in opdracht van de Tweede Kamer zou blijken dat het Kifid op tal van punten moet veranderen. De commissie concludeerde in een tussenrapportage aan de Tweede Kamer onder meer dat het Kifid transparanter moet worden en dat de Financiële Ombudsman een onafhankelijke status moet krijgen. Daarnaast zou het Kifid een bestuursrechtelijk orgaan moeten worden. WPC juicht deze aanbevelingen luidkeels toe.
WPC zal de komende tijd scherp toezien op de uitvoering van de toezeggingen van de Minister tijdens het AO inzake de verbetering van Kifid alsmede de mogelijke implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Van Delden met betrekking tot het Kifid. Indien de politiek niet in staat zal blijken tegemoet te komen aan de kritiek op het Kifid van polishouders, oud-medewerkers van het Kifid en belangenorganisaties of indien de politiek de aanbevelingen verwoord in het rapport van de Commissie van Delden naast zich neer zal leggen, zal WPC wederom in actie komen.
De recente toezeggingen van Minister de Jager hebben aangetoond dat WPC dankzij haar grote en trouwe achterban invloed van betekenis kan uitoefenen op de politiek en overheid. Het ‘Best of Class’ onderzoek is hier een direct resultaat van. WPC is haar achterban dan ook buitengewoon erkentelijk voor de steun in haar strijd!
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Yep, leuk persbericht WPC. Maakt duidelijk dat zij de 2,45% norm niet ter discussie gaan stellen.
Via het snelrecht bij KiFiD zullen de compensatieregelingen wel weggespoeld worden, zeker als erkend wordt dat die 2,45% op zichzelf al een woekernorm is, die ver ligt boven het niveau dat nodig is voor een normaal winstgevende bedrijfsvoering.
Via het snelrecht bij KiFiD zullen de compensatieregelingen wel weggespoeld worden, zeker als erkend wordt dat die 2,45% op zichzelf al een woekernorm is, die ver ligt boven het niveau dat nodig is voor een normaal winstgevende bedrijfsvoering.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Juist omdat de bond van verzekeraars de hoge vroege kostenverrekening noemt en dan via een berekening laat zien dat er dan in totaal, gerekend over de hele looptijd, "niet"veel kosten verrekend worden, is het belangrijk hieraan aandacht te schenken.
Tussenpersonen kunnen er ook wat van. Er wordt gewoon gezegd, "ach mevrouwtje/meneertje het is juist fijn voor u dat de kostenverrekening vooral in het begin, de eerste 5 jaar, plaats vindt want dan heeft u later weinig kosten en dat is goed voor de waarde van uw polis bij uitkering.
Het is goed om een voorbeeld door te nemen.
Een persoon heeft € 60000 geld vrij en wil dat voor 30 jaar vastzetten, in een beleggingspolis. Dit is dus een koopsombeleggingspolis. Er wordt uitgegaan van een voorzichtig bruto-rendement per jaar van 5%.
Verzekeraar A doet een aanbod en zegt ik wil van die € 60000 een totale kostenafslag van € 20000. Dit is voordelig voor u want dit is 33,3% van de inleg en gangbaar in de markt is 40%. Deze kosten verreken ik direct op de dag van inleg. Dan hoeft u zich over de gehele looptijd van 30 jaar geen zorgen te maken over de kosten want die zijn al verrekend. Dat is goed voor uw poliswaarde en de definitiev uitkering.
Verzekeraar B doet ook een aanbod en zegt over de kosten precies hetzelfde. Maar zegt deze kosten verreken ik op de dag van uitkering. Dan kunt u over de hehele looptijd profiteren van een maximale waardeontwikkeling. Dat is goed voor uw poliswaarde en de definitieve uitkering.
Eindresultaat A:Netto-uitkering na 30 jaar: € 171000 Dit lijkt dus toch wel erg goed. De kostenafslag van € 20000 op de dag van inleg komt neer op een jaarkostenafslag van "slechts" 0.75% Er is een nettorendement van 4.25% over de inleg van € 60000. Dit lijkt gewoon goed. De jaarkostenafslag is erg laag in vergelijking wat momenteel gangbaar is in de markt. Dit zou een aanbod van Brand New Day kunnen zijn.
Eindresultaat B: Netto-uitkering na 30 jaar: € 259000. Dus veel beter als A. De kostenafslag van € 20000 op de dag van uitkering komt neer op een jaarkostenafslag van 0.50%. Er is een nettorendement van 4.50% Dit is toch echt veel beter als het aanbod van A Terwijl het aanbod van A ook al erg gunstig is t.o.v wat gangbaar is in de markt. Er is dus nog steeds rek in de markt, het kan nog steeds beter.
Het trieste is dat op dit moment er, in werkelijkheid, helemaal geen verzekeraar is die aanbod B doet.
Wat verder opgemerkt moet worden is dat het uiteindelijke verschil tussen A en B van € 88000 bij verzekeraar A op de rekening van de verzekeraar terecht komt en niet op die van de polishouder. Door de vroege kosteninhouding van € 20000 komt het rendement van die € 20000, 5% elk jaar, gedurende 30 jaar terecht in de zakken van verzekeraar A. Dat maakt het verschil van € 88000. (reken het zelf maar eens na)
Dit is een vrij extreem voorbeeld maar het betreft wel een situatie die kan bestaan. Het gaat er mij om om aan te tonen dat de vroege kosteninhouding, in de eerste 5 jaar van de polisduur, van groot nadeel is op de rendementsontwikkeling voor de polishouder. Terwijl dit helemaal niet blijkt uit de kostenpercentages die in de kostencompensatie-regelingen genoemd worden. Dit maakt de " best off class "zoekerij van min. Der Jager en de AFM een tamelijk waardeloos gedoe. Dit is en blijft een fooi. I.p.v. 3 cornetto's worden het er 4.
Het rendementsverlies door de vroege kosteninhouding zou best eens € 10000 per polis kunnen bedragen. Gerekend over 4 miljoen polissen, die zo'n kosten inhouding hebben is dat dus € 40 miljard, gerekend over een polisduur van gem 20 jaar is dat dus 2 miljard per jaar.
Wat toch een koopkrachtverlies voor de gewone burger!
Volgens mij heeft prof. Boots hiermee ook geen rekening gehouden. Zijn geschatte kosten van € 25 miljard betreffen de te hoge kosten en de nadelige invloed van de ORV en niet die van het rendementsverlies.
Met vr. groet A.Wever
Tussenpersonen kunnen er ook wat van. Er wordt gewoon gezegd, "ach mevrouwtje/meneertje het is juist fijn voor u dat de kostenverrekening vooral in het begin, de eerste 5 jaar, plaats vindt want dan heeft u later weinig kosten en dat is goed voor de waarde van uw polis bij uitkering.
Het is goed om een voorbeeld door te nemen.
Een persoon heeft € 60000 geld vrij en wil dat voor 30 jaar vastzetten, in een beleggingspolis. Dit is dus een koopsombeleggingspolis. Er wordt uitgegaan van een voorzichtig bruto-rendement per jaar van 5%.
Verzekeraar A doet een aanbod en zegt ik wil van die € 60000 een totale kostenafslag van € 20000. Dit is voordelig voor u want dit is 33,3% van de inleg en gangbaar in de markt is 40%. Deze kosten verreken ik direct op de dag van inleg. Dan hoeft u zich over de gehele looptijd van 30 jaar geen zorgen te maken over de kosten want die zijn al verrekend. Dat is goed voor uw poliswaarde en de definitiev uitkering.
Verzekeraar B doet ook een aanbod en zegt over de kosten precies hetzelfde. Maar zegt deze kosten verreken ik op de dag van uitkering. Dan kunt u over de hehele looptijd profiteren van een maximale waardeontwikkeling. Dat is goed voor uw poliswaarde en de definitieve uitkering.
Eindresultaat A:Netto-uitkering na 30 jaar: € 171000 Dit lijkt dus toch wel erg goed. De kostenafslag van € 20000 op de dag van inleg komt neer op een jaarkostenafslag van "slechts" 0.75% Er is een nettorendement van 4.25% over de inleg van € 60000. Dit lijkt gewoon goed. De jaarkostenafslag is erg laag in vergelijking wat momenteel gangbaar is in de markt. Dit zou een aanbod van Brand New Day kunnen zijn.
Eindresultaat B: Netto-uitkering na 30 jaar: € 259000. Dus veel beter als A. De kostenafslag van € 20000 op de dag van uitkering komt neer op een jaarkostenafslag van 0.50%. Er is een nettorendement van 4.50% Dit is toch echt veel beter als het aanbod van A Terwijl het aanbod van A ook al erg gunstig is t.o.v wat gangbaar is in de markt. Er is dus nog steeds rek in de markt, het kan nog steeds beter.
Het trieste is dat op dit moment er, in werkelijkheid, helemaal geen verzekeraar is die aanbod B doet.
Wat verder opgemerkt moet worden is dat het uiteindelijke verschil tussen A en B van € 88000 bij verzekeraar A op de rekening van de verzekeraar terecht komt en niet op die van de polishouder. Door de vroege kosteninhouding van € 20000 komt het rendement van die € 20000, 5% elk jaar, gedurende 30 jaar terecht in de zakken van verzekeraar A. Dat maakt het verschil van € 88000. (reken het zelf maar eens na)
Dit is een vrij extreem voorbeeld maar het betreft wel een situatie die kan bestaan. Het gaat er mij om om aan te tonen dat de vroege kosteninhouding, in de eerste 5 jaar van de polisduur, van groot nadeel is op de rendementsontwikkeling voor de polishouder. Terwijl dit helemaal niet blijkt uit de kostenpercentages die in de kostencompensatie-regelingen genoemd worden. Dit maakt de " best off class "zoekerij van min. Der Jager en de AFM een tamelijk waardeloos gedoe. Dit is en blijft een fooi. I.p.v. 3 cornetto's worden het er 4.
Het rendementsverlies door de vroege kosteninhouding zou best eens € 10000 per polis kunnen bedragen. Gerekend over 4 miljoen polissen, die zo'n kosten inhouding hebben is dat dus € 40 miljard, gerekend over een polisduur van gem 20 jaar is dat dus 2 miljard per jaar.
Wat toch een koopkrachtverlies voor de gewone burger!
Volgens mij heeft prof. Boots hiermee ook geen rekening gehouden. Zijn geschatte kosten van € 25 miljard betreffen de te hoge kosten en de nadelige invloed van de ORV en niet die van het rendementsverlies.
Met vr. groet A.Wever
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
@A. Wever
Datzelfde is van toepassing op polissen met een jaarpremie/kosteninhouding.
Bijv. bij een jaarpremie:
Bijv. ASR - maar ongetwijfeld ook anderen - rekent het jaarrendement terug naar een maandrendement. Maar houdt de jaarkosten én de (ingebouwde) ORV premie in 1 keer in op de jaarpremie. Daar wordt dus ook alléén maar de netto inleg belegd.
Wanneer je die kosteninhouding en ORV premie ook terug zou rekenen naar een maandverrekening, dan realiseer je op 25 of 30 jaar óók een véél hoger eindresultaat. In mijn geval bij 25 jaar een ongeveer 30% hoger eindresultaat.
En zo zit elk verzekeringsproduct vol met trucjes, alles tot meerdere glorie (en bonus) van de verzekeraar.
Datzelfde is van toepassing op polissen met een jaarpremie/kosteninhouding.
Bijv. bij een jaarpremie:
Bijv. ASR - maar ongetwijfeld ook anderen - rekent het jaarrendement terug naar een maandrendement. Maar houdt de jaarkosten én de (ingebouwde) ORV premie in 1 keer in op de jaarpremie. Daar wordt dus ook alléén maar de netto inleg belegd.
Wanneer je die kosteninhouding en ORV premie ook terug zou rekenen naar een maandverrekening, dan realiseer je op 25 of 30 jaar óók een véél hoger eindresultaat. In mijn geval bij 25 jaar een ongeveer 30% hoger eindresultaat.
En zo zit elk verzekeringsproduct vol met trucjes, alles tot meerdere glorie (en bonus) van de verzekeraar.
-
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 05 dec 2009 15:30
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Wever en hakra hebben gelijk met hun voorbeelden.
Vraag waar het bij (aantonen van) misleiding in precontractuele fase over zal moeten gaan is of deze 'werking' van het product wel of niet in 'ronde bewoordingen' is uitgelegd. Zo ja, heb je pech, zo nee, dan heb je recht op 100% schadevergoeding. Verwijzing naar kleine lettertjes zal verzekeraars niet helpen. Zoals we sinds GCHB 201-390 allemaal weten.
Vraag waar het bij (aantonen van) misleiding in precontractuele fase over zal moeten gaan is of deze 'werking' van het product wel of niet in 'ronde bewoordingen' is uitgelegd. Zo ja, heb je pech, zo nee, dan heb je recht op 100% schadevergoeding. Verwijzing naar kleine lettertjes zal verzekeraars niet helpen. Zoals we sinds GCHB 201-390 allemaal weten.
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
et enige wat voor hetm telt is de ondersteuning van de banken die de problemen bij de gedupeerden heeft veroorzaakt, als hij inderdaad omdraait om wel de gedupeerden van de lijfrente-verzekeringen te helpen dan zou je je mening kunnen wijzigen, maar het CDA, PVDA en VVD en hun houding t.o.v. het verrotte bankwezen zal niet gewijzigd zijn. Dhr . Plasterk inzake de hulp kost wat het kost aan GRiekenland, spreekt boekdelen
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
KIFID: FLINKE DREMPEL VOOR ONKUNDIGE KLAGER
Onafhankelijk of niet, maak sowieso je borst maar nat als je een klacht wil indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
Een Ombudsman die zich liet trakteren na zijn woekeroplossing. JanKees de Jager die de Kamer per vrijblijvende brief van 7 juni laat weten dat het niet zijn probleem én niet zijn oplossing zal worden. De AFM die schielijk de scherpe kaken sluit over beter toezicht. De kamer die liever vooruit wil kijken en de angel in de woekeraffaire laat steken. Na het kamerrondje van Elly Blanksma (CDA) ligt er weinig nog op tafel dan een vage belofte voor toekomstig beterschap en een marginaal doekje voor het kostbare bloeden. Wie kijkt er nu nog -zonder een dik blauw oog- naar de resultaten uit het verleden?
Kan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) de inmiddels door haar Ombudsman ontmoedigde klagers nog wel recht in de ogen kijken? Werden er klachten afgewezen enkel vanwege onvolwaardige voordracht?
Verleid in hoge kosten óf misleid in ondeugdelijk product?
Een gebrek aan informatie en kennis bij consumenten is eigenlijk een pijnlijker tekortkoming dan de ruimschoots ontoereikende compensatieregelingen waarmee de "schrijnende gevallen" worden afgezwachteld. Hoge kosten aan een verzekeringsproduct toerekenen is één ding maar er heimelijk kosten in verpakken is echt andere (hogere) tak van woekeren. Je als consumenten tegen dit soort praktijken verweren is bepaald niet eenvoudig, is onze ervaring.
Het begint er mee dat een consument met een beperkte schade moeilijk rechtsbijstand op niveau kan verwerven. De rechtsbijstand-verzekeraar houdt in de regel af en verwijst al snel naar de "Generieke Regeling" zoals die ooit door Ombudsman Wabeke werd gecomponeerd. Of de verzekeraar verwijst naar het KiFiD, waar rechtsbijstand niet vereist is. Maar bewijs het zelf maar eens als onge-klein-letterde consument; dat je werd misleid in een ondeugdelijk product, in consumententaal: ‘bedonderd’.
Klachten voor het KiFiD
Wie klachten heeft over financiële producten en diensten, kan zich wenden tot de Ombudsman van hét Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Het Kifid is, zoals het zichzelf aanprijst: ‘onpartijdig, deskundig, snel en laagdrempelig alternatief voor klachten.’
De onpartijdigheid van het instituut werd recentelijk nog door Kifd-voorzitter Alfred Hammerstein in het Financieele Dagblad buiten kijf verheven. Ook voormalig Ombudsman Jan Wolter Wabeke wilde daar nooit minste argwaan toestaan. Maar anderen - zelfs Minister De Jager - twijfelen openlijk aan de onafhankelijkheid van het klachteninstituut dat volledig door de banken en verzekeraars wordt betaald en voor een belangrijk deel wordt bestuurd?. In FTM-bijdragen door klachtenexpert Paul van Straaten, ex-bankier Peter Verhaar en een uitgebreide reactie daarop van voormalig verzekeraar Bert Jan Tiesinga werd al flinke kritiek op het Kifid en zijn oude ombudsman geuit. Ook wij hebben kritiek.
Levert KiFiD het redelijk alternatief?
We schetsen eerst even wat er gebeurd zodra je besloten hebt om je klacht te laten horen. Het hele verhaal begint met een interne klachtprocedure bij je verzekeraar. De kans dat je verzekeraar je klacht serieus in behandeling neemt is klein. De ervaring leert dat deze na maanden van intensief corresponderen en bellen ‘van harte’ de Ombudsman van het Kifid aanbeveelt. Het Kifid heeft drie etages; Ombudsman, Geschillencommissie en Commissie van Beroep.
Het laagdrempeligste loket van KiFiD is Ombudsman dat bestens poogt een coulanceregeling los te krijgen. Op voorhand dit: de opbrengst is nihil, wanneer het een principiële kwestie betreft. Als de verzekeraar NEE zegt dan eindigt de Ombudstaak daar met het kluitje ‘onbemiddelbaar’. Het handelen van Ombudsman geschiedt ‘vertrouwelijk’ en blijft onder zijn pet. Dat wil zeggen: het dossier wordt gesloten. Dat past deze fase maar dat vereist natuurlijk volstrekte ‘onafhankelijkheid’ van de ombudsman. Dat staat buiten kijf!
Het is dus vooral de positie van Ombudsman die ter discussie staat. Welke consument begint immers na diens afwijzing nog aan het opstarten van een procedure bij de Geschillencommissie (GC)?
Voormalig ombudsman Jan Wolter Wabeke
Magere slaagkans
Dat de beklaagde partijen - de banken en verzekeraars - het Kifid voor 100 procent financieren, doet daar kennelijk niets aan af. Toch is opmerkelijk dat driekwart van de klachten werd afgewezen en gemord dat ook het resterende kwart maar heel magertjes werd bediend.
GC Voorzitter Du Perron bepleitte in 2009 niet voor niets een gedegen klagers-tevredenheidsonderzoek. En bijstand, om betere schikkingen te bedingen. ‘Maar je kunt ook niet zomaar om de jarenlange branchepraktijk heen’ sprak hij ietwat bezwaard ‘tenzij het echt fout ging’. Inmiddels zal hem wel duidelijk zijn geworden dat er minder ‘incidenten’ waren dan brancheconforme klachten. Hij wees een der eerste zaken (de zaak van Paul Crommentuyn) toe; als 'belangwekkend'.
Geschillencommissie negeert Ombudsman
Voor de Geschillencommissie heropent de vasthoudende klager die de Ombudsman niet vertrouwt, zijn klacht in een nieuw dossier. Nu kan consument niet simpelweg aankomen met ‘ik voel me belazerd en bedonderd’ om meest verwonderd de afwijzing te ontvangen. Hij moet stellen en aannemelijk maken. Rechtsgronden zoeken. Ook beklaagde kan niet volstaan met ‘brancheconforme’ praatjes. Die huurt wél een expert jurist in om boze gevoelens en slecht onderbouwde schadevorderingen van tafel te vegen. Zodra Commissierechters de klager maar iets tegemoet komen, riskeren die het verwijt ‘partijdigheid’. Het gaat om de uitleg naar Wet en Regel én de ‘erecode'. Zo verwijst men openlijk naar de branche-mantra. En reken maar dat die regels niet in het voordeel van de twijfel bij consument zijn opgesteld, in hun jaarlijkse revisies [een bos vol beren zonder jager].
Hoe kwamen die dan tot stand? Was dat Marktwerking? [Minister Zalm}
Zoals ook de eerder genoemde experts betoogden: zonder redelijke kunde zal Consument, bij dit KiFiD, bij huidige wet en regel, vaak falen. Hoe gerechtvaardigd zijn klacht ook. Competente bijstand is zeldzaam en simpelweg geen 'alternatief' voor klager.
Wet- en regelgeving
Over De Wet- en Regelgeving is in het recente woekerdebat weinig gezegd. Wist u dat daar staat, dat consument, eerst bij (standaard overtijdse) polisaflevering alle kostencondities behoeft te kennen... Vooraf mocht men offreren/prognotiseren met brutocijfers. Jazeker... als u niet met vergrootglas controleerde en niet de ontbinding binnen 14 dagen afriep, zat u wél 20, 30 jaar vast aan hoge kosten en ondeugdelijke polis. Jazeker... en ook onder vergrootglas zou u ze niet hebben begrepen. Zelfs de experts hadden de grootste moeite om de netto resultaten en de risico’s te begrijpen. Hoe had een consument überhaupt iets kunnen ontbinden? Hij zat allang vast aan lening, actes en overdracht.
Daar had de Jager, de AFM in elk geval wél iets kunnen zeggen! Ook KiFiD heeft het daartoe aan zeggingskracht ontbroken al stelde Wabeke dat hij de politiek genoeg heeft gewaarschuwd. ‘Er was Geen gehoor’. Waarvan acte... heren Gerrit Zalm, Wouter Bos en ook Hans Hoogervorst.
Desondanks: twee relevante Kifid ervaringen. De eerste is van Paul Crommentuyn. Die legde zelf zijn klacht over zijn polis (een Unit Linked product) voor bij de Ombudsman, die deze eind 2006 afwees. Hoe onterecht, bleek vervolgens bij de Geschillencommissie die zijn uitvoerig gedocumenteerde klacht grotendeels toewees en schade bepaalde. Het kostte Crommentuyn - een volslagen leek op het gebied van verzekeringstechniek en wet- en regelgeving - honderden uren. Daartoe moet je als klagende consument bereid zijn, anders ben je volslagen kansloos. Ook in Hoger Beroep werd Verzekeraar vervolgens afgewezen en bovendien werd klager Crommentuyn van een eigen (1/3) schuldaandeel door de CvB ontslagen. Hieruit ontstond een complete schadecompensatie. (Uitspraak GCHB-2010-390) Een ‘belangwekkend’ vonnis, 'maatwerk' zo hield KiFiD's voorzitter Hoekstra de Kamercommissie voor. Beleggingspraktijken en het tarief voor de overlijdensrisicoverzekering bleven onderbelicht maar het was hoe dan ook een faire uitspraak. FTM.nl begreep de strekking eerder dan elk ander financieel medium: de kleine letter in de Algemene Voorwaarden slaagt niet; in de precontractuele fase moet in begrijpelijke taal het producteffect in het specifieke contract aan consument zijn uitgelegd.
Klacht 2
De tweede zaak is die van Martin van Rossum. Van Rossums zaak ligt - na eerdere afwijzing door Ombudsman Wabeke en obstructie door opvolger Nol Monster, thans voor bij Geschillencommissie. Er bleek ook gevoelige informatie aan het dossier te zijn onthouden. Du Perron herstelde dat.
Voor zijn Polis (een van het type UniversalLife, UVL) spelen ook andere argumenten maar de kern blijft dezelfde: ‘misleiding in de precontractuele fase/oneigenlijke absurd hoge dekkingspremie/ondeugdelijk product(interen). Dit wordt de eerste Kifid uitspraak UVL na de Falcon case voor de Rechtbank Haarlem.
Nu deze klager een degelijke klacht heeft opgesteld, lijkt aanbieder liever te schikken en een vonnis te voorkomen. Men dingt tijdens een time-out nog af op hetgeen werd gevorderd, zoals dat ook bij Crommentuyn en in de Falconzaak gebeurde.
Beide klagers zijn inmiddels behulpzaam bij klachten van hen bekende gedupeerden. Er ontstaan inmiddels andere, betere schikkingen, die het Kifid vonnis ontwijken. Ook de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar BAVAM voor het Intermediair lijkt liever te gaan schikken. Klagen bij KiFiD lijkt kansrijker te worden naarmate consument wijzer wordt.
Woekermoeder Hertsenberg
Het radarbereik van Tros
Het merkwaardige is dat ‘Woekermoeder’ Antoinette Hertsenberg van Tros Radar deze beide klagers volledig in de ban heeft gedaan op 'haar' forum. Ze mochten niet langer ‘helpen bij zelfklagen’ via Kifid. Zo luidde het argument van de Tros: ‘Het gaat niet om kijkcijfers maar om reële compensaties! En daarna snel en wakker overstappen’.
Radar heeft het kennelijk wel gehad met het Kifid en prefereert de peperdure, high-brow procedure via de Rechtbank (waarschijnlijk gestimuleerd door de gunstige Falcon uitspraak waarvan het definitieve eindresultaat zich nog wel even op zich laat wachten). Ook ‘ConsumentenClaim’ van Pieter Lijesen kreeg meermaals ruim podium voor voor 'zijn' procedure die de verzekerde in het geval van succes 25 procent van de opbrengst gaat kosten.
Inmiddels moet vooral Kifid’s Geschillencommissie het groeiende aantal klachten afdoen, al dan niet deskundig onderbouwd. Dat is geen geringe taak voor Du Perron cs. Het gaat eerst over misleiding, ondeugdelijkheid: die ene, oude tak van woekeren. En daar zit Kifid nu mee. Zonder onafhankelijk klachtofficier en erkend snelrechtprotocol.
Paul Crommentuyn, Martin van Rossum
Onafhankelijk of niet, maak sowieso je borst maar nat als je een klacht wil indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
Een Ombudsman die zich liet trakteren na zijn woekeroplossing. JanKees de Jager die de Kamer per vrijblijvende brief van 7 juni laat weten dat het niet zijn probleem én niet zijn oplossing zal worden. De AFM die schielijk de scherpe kaken sluit over beter toezicht. De kamer die liever vooruit wil kijken en de angel in de woekeraffaire laat steken. Na het kamerrondje van Elly Blanksma (CDA) ligt er weinig nog op tafel dan een vage belofte voor toekomstig beterschap en een marginaal doekje voor het kostbare bloeden. Wie kijkt er nu nog -zonder een dik blauw oog- naar de resultaten uit het verleden?
Kan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) de inmiddels door haar Ombudsman ontmoedigde klagers nog wel recht in de ogen kijken? Werden er klachten afgewezen enkel vanwege onvolwaardige voordracht?
Verleid in hoge kosten óf misleid in ondeugdelijk product?
Een gebrek aan informatie en kennis bij consumenten is eigenlijk een pijnlijker tekortkoming dan de ruimschoots ontoereikende compensatieregelingen waarmee de "schrijnende gevallen" worden afgezwachteld. Hoge kosten aan een verzekeringsproduct toerekenen is één ding maar er heimelijk kosten in verpakken is echt andere (hogere) tak van woekeren. Je als consumenten tegen dit soort praktijken verweren is bepaald niet eenvoudig, is onze ervaring.
Het begint er mee dat een consument met een beperkte schade moeilijk rechtsbijstand op niveau kan verwerven. De rechtsbijstand-verzekeraar houdt in de regel af en verwijst al snel naar de "Generieke Regeling" zoals die ooit door Ombudsman Wabeke werd gecomponeerd. Of de verzekeraar verwijst naar het KiFiD, waar rechtsbijstand niet vereist is. Maar bewijs het zelf maar eens als onge-klein-letterde consument; dat je werd misleid in een ondeugdelijk product, in consumententaal: ‘bedonderd’.
Klachten voor het KiFiD
Wie klachten heeft over financiële producten en diensten, kan zich wenden tot de Ombudsman van hét Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Het Kifid is, zoals het zichzelf aanprijst: ‘onpartijdig, deskundig, snel en laagdrempelig alternatief voor klachten.’
De onpartijdigheid van het instituut werd recentelijk nog door Kifd-voorzitter Alfred Hammerstein in het Financieele Dagblad buiten kijf verheven. Ook voormalig Ombudsman Jan Wolter Wabeke wilde daar nooit minste argwaan toestaan. Maar anderen - zelfs Minister De Jager - twijfelen openlijk aan de onafhankelijkheid van het klachteninstituut dat volledig door de banken en verzekeraars wordt betaald en voor een belangrijk deel wordt bestuurd?. In FTM-bijdragen door klachtenexpert Paul van Straaten, ex-bankier Peter Verhaar en een uitgebreide reactie daarop van voormalig verzekeraar Bert Jan Tiesinga werd al flinke kritiek op het Kifid en zijn oude ombudsman geuit. Ook wij hebben kritiek.
Levert KiFiD het redelijk alternatief?
We schetsen eerst even wat er gebeurd zodra je besloten hebt om je klacht te laten horen. Het hele verhaal begint met een interne klachtprocedure bij je verzekeraar. De kans dat je verzekeraar je klacht serieus in behandeling neemt is klein. De ervaring leert dat deze na maanden van intensief corresponderen en bellen ‘van harte’ de Ombudsman van het Kifid aanbeveelt. Het Kifid heeft drie etages; Ombudsman, Geschillencommissie en Commissie van Beroep.
Het laagdrempeligste loket van KiFiD is Ombudsman dat bestens poogt een coulanceregeling los te krijgen. Op voorhand dit: de opbrengst is nihil, wanneer het een principiële kwestie betreft. Als de verzekeraar NEE zegt dan eindigt de Ombudstaak daar met het kluitje ‘onbemiddelbaar’. Het handelen van Ombudsman geschiedt ‘vertrouwelijk’ en blijft onder zijn pet. Dat wil zeggen: het dossier wordt gesloten. Dat past deze fase maar dat vereist natuurlijk volstrekte ‘onafhankelijkheid’ van de ombudsman. Dat staat buiten kijf!
Het is dus vooral de positie van Ombudsman die ter discussie staat. Welke consument begint immers na diens afwijzing nog aan het opstarten van een procedure bij de Geschillencommissie (GC)?
Voormalig ombudsman Jan Wolter Wabeke
Magere slaagkans
Dat de beklaagde partijen - de banken en verzekeraars - het Kifid voor 100 procent financieren, doet daar kennelijk niets aan af. Toch is opmerkelijk dat driekwart van de klachten werd afgewezen en gemord dat ook het resterende kwart maar heel magertjes werd bediend.
GC Voorzitter Du Perron bepleitte in 2009 niet voor niets een gedegen klagers-tevredenheidsonderzoek. En bijstand, om betere schikkingen te bedingen. ‘Maar je kunt ook niet zomaar om de jarenlange branchepraktijk heen’ sprak hij ietwat bezwaard ‘tenzij het echt fout ging’. Inmiddels zal hem wel duidelijk zijn geworden dat er minder ‘incidenten’ waren dan brancheconforme klachten. Hij wees een der eerste zaken (de zaak van Paul Crommentuyn) toe; als 'belangwekkend'.
Geschillencommissie negeert Ombudsman
Voor de Geschillencommissie heropent de vasthoudende klager die de Ombudsman niet vertrouwt, zijn klacht in een nieuw dossier. Nu kan consument niet simpelweg aankomen met ‘ik voel me belazerd en bedonderd’ om meest verwonderd de afwijzing te ontvangen. Hij moet stellen en aannemelijk maken. Rechtsgronden zoeken. Ook beklaagde kan niet volstaan met ‘brancheconforme’ praatjes. Die huurt wél een expert jurist in om boze gevoelens en slecht onderbouwde schadevorderingen van tafel te vegen. Zodra Commissierechters de klager maar iets tegemoet komen, riskeren die het verwijt ‘partijdigheid’. Het gaat om de uitleg naar Wet en Regel én de ‘erecode'. Zo verwijst men openlijk naar de branche-mantra. En reken maar dat die regels niet in het voordeel van de twijfel bij consument zijn opgesteld, in hun jaarlijkse revisies [een bos vol beren zonder jager].
Hoe kwamen die dan tot stand? Was dat Marktwerking? [Minister Zalm}
Zoals ook de eerder genoemde experts betoogden: zonder redelijke kunde zal Consument, bij dit KiFiD, bij huidige wet en regel, vaak falen. Hoe gerechtvaardigd zijn klacht ook. Competente bijstand is zeldzaam en simpelweg geen 'alternatief' voor klager.
Wet- en regelgeving
Over De Wet- en Regelgeving is in het recente woekerdebat weinig gezegd. Wist u dat daar staat, dat consument, eerst bij (standaard overtijdse) polisaflevering alle kostencondities behoeft te kennen... Vooraf mocht men offreren/prognotiseren met brutocijfers. Jazeker... als u niet met vergrootglas controleerde en niet de ontbinding binnen 14 dagen afriep, zat u wél 20, 30 jaar vast aan hoge kosten en ondeugdelijke polis. Jazeker... en ook onder vergrootglas zou u ze niet hebben begrepen. Zelfs de experts hadden de grootste moeite om de netto resultaten en de risico’s te begrijpen. Hoe had een consument überhaupt iets kunnen ontbinden? Hij zat allang vast aan lening, actes en overdracht.
Daar had de Jager, de AFM in elk geval wél iets kunnen zeggen! Ook KiFiD heeft het daartoe aan zeggingskracht ontbroken al stelde Wabeke dat hij de politiek genoeg heeft gewaarschuwd. ‘Er was Geen gehoor’. Waarvan acte... heren Gerrit Zalm, Wouter Bos en ook Hans Hoogervorst.
Desondanks: twee relevante Kifid ervaringen. De eerste is van Paul Crommentuyn. Die legde zelf zijn klacht over zijn polis (een Unit Linked product) voor bij de Ombudsman, die deze eind 2006 afwees. Hoe onterecht, bleek vervolgens bij de Geschillencommissie die zijn uitvoerig gedocumenteerde klacht grotendeels toewees en schade bepaalde. Het kostte Crommentuyn - een volslagen leek op het gebied van verzekeringstechniek en wet- en regelgeving - honderden uren. Daartoe moet je als klagende consument bereid zijn, anders ben je volslagen kansloos. Ook in Hoger Beroep werd Verzekeraar vervolgens afgewezen en bovendien werd klager Crommentuyn van een eigen (1/3) schuldaandeel door de CvB ontslagen. Hieruit ontstond een complete schadecompensatie. (Uitspraak GCHB-2010-390) Een ‘belangwekkend’ vonnis, 'maatwerk' zo hield KiFiD's voorzitter Hoekstra de Kamercommissie voor. Beleggingspraktijken en het tarief voor de overlijdensrisicoverzekering bleven onderbelicht maar het was hoe dan ook een faire uitspraak. FTM.nl begreep de strekking eerder dan elk ander financieel medium: de kleine letter in de Algemene Voorwaarden slaagt niet; in de precontractuele fase moet in begrijpelijke taal het producteffect in het specifieke contract aan consument zijn uitgelegd.
Klacht 2
De tweede zaak is die van Martin van Rossum. Van Rossums zaak ligt - na eerdere afwijzing door Ombudsman Wabeke en obstructie door opvolger Nol Monster, thans voor bij Geschillencommissie. Er bleek ook gevoelige informatie aan het dossier te zijn onthouden. Du Perron herstelde dat.
Voor zijn Polis (een van het type UniversalLife, UVL) spelen ook andere argumenten maar de kern blijft dezelfde: ‘misleiding in de precontractuele fase/oneigenlijke absurd hoge dekkingspremie/ondeugdelijk product(interen). Dit wordt de eerste Kifid uitspraak UVL na de Falcon case voor de Rechtbank Haarlem.
Nu deze klager een degelijke klacht heeft opgesteld, lijkt aanbieder liever te schikken en een vonnis te voorkomen. Men dingt tijdens een time-out nog af op hetgeen werd gevorderd, zoals dat ook bij Crommentuyn en in de Falconzaak gebeurde.
Beide klagers zijn inmiddels behulpzaam bij klachten van hen bekende gedupeerden. Er ontstaan inmiddels andere, betere schikkingen, die het Kifid vonnis ontwijken. Ook de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar BAVAM voor het Intermediair lijkt liever te gaan schikken. Klagen bij KiFiD lijkt kansrijker te worden naarmate consument wijzer wordt.
Woekermoeder Hertsenberg
Het radarbereik van Tros
Het merkwaardige is dat ‘Woekermoeder’ Antoinette Hertsenberg van Tros Radar deze beide klagers volledig in de ban heeft gedaan op 'haar' forum. Ze mochten niet langer ‘helpen bij zelfklagen’ via Kifid. Zo luidde het argument van de Tros: ‘Het gaat niet om kijkcijfers maar om reële compensaties! En daarna snel en wakker overstappen’.
Radar heeft het kennelijk wel gehad met het Kifid en prefereert de peperdure, high-brow procedure via de Rechtbank (waarschijnlijk gestimuleerd door de gunstige Falcon uitspraak waarvan het definitieve eindresultaat zich nog wel even op zich laat wachten). Ook ‘ConsumentenClaim’ van Pieter Lijesen kreeg meermaals ruim podium voor voor 'zijn' procedure die de verzekerde in het geval van succes 25 procent van de opbrengst gaat kosten.
Inmiddels moet vooral Kifid’s Geschillencommissie het groeiende aantal klachten afdoen, al dan niet deskundig onderbouwd. Dat is geen geringe taak voor Du Perron cs. Het gaat eerst over misleiding, ondeugdelijkheid: die ene, oude tak van woekeren. En daar zit Kifid nu mee. Zonder onafhankelijk klachtofficier en erkend snelrechtprotocol.
Paul Crommentuyn, Martin van Rossum
Re: Minister De Jager gaat in gesprek
Eerst zou ik van Aegon voor eind 2010 bericht krijgen of ik in aanmerking zou komen voor compensatie betreft afgekocht Spaarbeleg (Koersplan), vervolgens werd uiterlijk eind juni 2011 toegezegd maar ook dat wordt niet nagekomen. Ik betwijfel of het uiteindelijk enig resultaat zal hebben voor mij dat de minister zich er mee bemoeit, dat er door anderen rechtzaken worden gevoerd m.b.t. Koersplan enz., en bovendien is het uiteraard maar zeer de vraag of ik uberhaupt in aanmerking zal komen voor compensatie. Graag zou ik zien dat Radar een verklaring van Aegon vraagt waarom toezeggingen worden gedaan die niet worden nagekomen en wat ik dan wel van Aegon kan verwachten.