Dit terwijl mijn stelling als volgt luidde:De aangeboden effectenleaseconstructie komt er immers op neer dat Aangeslotene voor rekening en risico van Consument aandelen koopt, terwijl de uitkomst van de overeenkomst afhankelijk is van het koersverloop van die aandelen.
Bank Labouchere N.V. heeft X nooit de in artikel 8 genoemde onverwijlde kennisgeving gedaan van enig pandrecht onverwijld bijgeschreven in haar administratie.
Om die reden kan slechts sprake zijn van een synthetische constructie, waarbij X na 120 maanden en tegen betaling van €16.270 de stijging ten opzichte van de referentiewaarden boven €16.270 krijgt uitgekeerd.
Kifid verwerpt mijn stelling zonder enige motivering, zonder acht te slaan op deze belastende verklaring van de depotbank:Een peperdure ‘call-optie’, die pas positief rendement oplevert vanaf een referentiewaarde boven €33.082 leasesom ofwel een stijging van 120%. Een stijging die voor de multinational AEGON spotgoedkoop OTC met al dan niet exotische derivaten is af te dekken. Een papieren fake-lening.
U verzocht KAS BANK u mee te delen, of in onze administratie een pandrecht is bijgeschreven ten gunste van uw cliënt. Het pandrecht zou moeten rusten op effecten die bij ons door onze relatie AEGON in bewaring zijn gegeven.
De tegoeden die AEGON bij KAS BANK bewaart, staan in de boeken van KAS BANK niet separaat naar achterliggende cliënt geadministreerd. De 'subadministratie' naar product en achterliggende cliënt vindt plaats op het niveau van AEGON. Individuele cliënten van AEGON zijn ons niet bekend.
Juist ja, een papieren fake-constructie dus met daardoor fictieve restschulden!Om deze reden is het voor ons niet mogelijk, u te informeren welke (zekerheids)rechten voor uw cliënt gelden jegens AEGON.
Helaas, ook de Beroepscommissie walst in 1 zin over de bewijzen heen, zoals in GCHB-2014-032:
4.2.2 Dit bezwaar moet al hierom falen omdat wanneer de overeenkomst zou moeten worden gekwalificeerd als kansovereenkomst, niet valt in te zien dat hieraan consequenties zijn verbonden die tot het oordeel zouden moeten leiden dat de beslissing van de Geschillencommissie niet juist is.