Interne richtlijnen die in 2002 formeel bevestigd wordt door de Belgische toezicht organisatie.
COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN
Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen CBF (AFM)
http://www.cbfa.be/nl/bo/circ/pdf/d4_eb_2002_1.pdf
CIRCULAIRE D4/EB/2002/1 AAN DE BELEGGINGSONDERNEMINGEN
EN BELEGGINGSADVISEURS
Beleid1 Immers eenieder die als tussenpersoon een tak 23-product wenst te koop aan te bieden of te verkopen
aan het publiek valt onder het toepassingsgebied van de Wet van 27 maart 1995 betreffende de
verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen en dient derhalve ingeschreven te zijn in
het register van de verzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CDV.
2 Zie artikel 36 van de wet van 6 april 1995 wat de transacties in financiële instrumenten betreft en de
wet van 27 maart 1995 wat de verzekeringsbemiddeling betreft.
Teneinde haar verplichtingen op grond van de financiële en de verzekeringswetgeving2
na te leven, wordt van de beleggingsonderneming verwacht dat zij haar beleid en
procedures aanpast met betrekking tot de informatie die zij aan haar bestaande en
toekomstige cliënteel zal verstrekken over :
de onderneming zelf en over de verschillende hoedanigheden waarin zij kan
optreden;
∗ de diensten die zij verleent en de kosten die eraan verbonden zijn;
∗ de aangeboden producten en de risico’s die eraan verbonden zijn;
∗ de uitgevoerde transacties.
De onderneming moet er zorg voor dragen dat zij de regelgeving verbonden aan
specifieke diensten of producten (in casu tak 23) naleeft.
Administratie, boekhouding en interne controle
De beleggingsonderneming dient de nieuwe activiteit in te passen in haar bestaande organisatie en interne controle. Wat betreft de administratie, dient de beleggingsonderneming, net zoals voor de transacties in financiële instrumenten, de nodige documenten en informatie (zoals bijvoorbeeld kopie van contract, identificatie van de cliënt, portefeuillesamenstelling op een passende wijze bij te houden
De beleggingsonderneming die een beroep doet op gevolmachtigde agenten dient ervoor te zorgen en erop toe te zien dat deze gevolmachtigde agenten handelen overeenkomstig
haar beleid, organisatie en procedures en producten.
Know-your-customer-procedures
Met toepassing van diverse wettelijke bepalingen, zoals onder meer met betrekking tot de gedragsregels en het voorkomen van witwassen, moet de beleggingsonderneming voor haar activiteit in financiële instrumenten procedures hebben om haar cliënten te kennen:
het inwinnen van informatie over de ervaring, deskundigheid, financiële
draagkracht, risicoappetijt van de cliënt;
iii) het vastleggen van de beleggingsdoelstellingen van de cliënt;
iv) het gebruiken van deze informatie in functie van de verstrekte dienstverlening en producten.
Het verwijzen naar nieuwe regels is het bewust de ogen sluiten voor de geldende organisatie richtlijnen
Volgens intern Dexia oftewel haar moeder organisatie GK in Belgie
blijkt in 1993 uitgebreid de vragenlijst aan de orde is gesteld.
ALGEMENE ORGANISATIE GK
Vragenlijst Revisoren van Juli 1993
HET WITWASSEN VAN KAPITAAL ...
INTERNE ORGANISATIE VAN DE KONTROLE OP VERMOGENSBEHEER
INTERNE ORGANISATIE VAN DE KONTROLE OP BELEGGINGSADVIES
INTERNE ORGANISATIE VAN DE KONTROLE OP KREDIETVERLENING IN FINANCIELE INSTELLINGEN
INTERNE ORGANISATIE VAN DE KONTROLE OP DE GELD- EN WISSELMARKTVERRICHTINGEN VAN KREDIETINSTELLINGEN
B. Organisatie
1. Wordt elke klant die een zakenrelatie met de instelling aanknoopt (= gewone cliënt), of occasioneel (= gelegenheidscliënt) één of meerdere bankverrichtingen van 10.000 ECU of meer uitvoert d.m.v. een bewijsstuk (identiteitskaart of statuten en kopie Belgisch Staatsblad) geïdentificeerd ?
2. Worden deze bewijsstukken (kopie of referentie) gebruikt ter identificatie van de cliënten, ten minste 5 jaar (na het beëindigen van de relatie met de cliënt) op om het even welke informatiedrager bewaard.
A. Algemeen
1. Werd mededeling gedaan door de financiële instelling of de beursvennootschap inzake het uitoefenen van deze activiteit van de CBF (Art. 27).
2. Wordt in reclameboodschappen de identiteit van de vennootschap voor vermogensbeheer duidelijk vermeld en is de reclame niet misleidend (art. 17 en 18).
3. Is delegatie aan derden van het vermogensbeheer verboden behoudens bijzondere schriftelijke toestemming met contractuele regeling van rechten en verplichtingen (art. 26).
4. Werd aan de cliênt de nodige toelichtingen gevraagd m.b.t. hun ervaring inzake beleggingen en hun doelstelling wat betreft de gevraagde diensten (art. 19).
B. Schriftelijke overeenkomst
1. Werd een schriftelijke overeenkomst afgesloten met vermelding van (art. :
1° het onderwerp van de overeenkomst;
2° de doelstelling van de cliënt inzake het beheer overeenkomstig artikel 19;
3° het soort toegelaten verrichtingen, met vermelding op welke markten en op welke beleggingsinstrumenten zij betrekking hebben en, in voorkomend geval, de beperkingen inzake het eheer; in voorkomend geval, dienen de verrichtingen te worden vermeld, die slechts na verwittiging van de cliënt of met diens toestemming mogen worden uitgevoerd;
4° het aanvaarde financiële risico en, in voorkomend geval, de limieten inzake verliezen waarbij de cliënt dient te worden ingelicht;
5° de contanten of een opsomming en waardering van de beleggingsinstrumenten die bij het sluiten van de overeenkomst in beheer wordt gegeven.
6° de identiteit en functie van de bewaarder overeenkomstig artickel 11 en het nummer van de op naam van de cliënt geopende rekening;
7° de modaliteiten en de periodiciteit van de verslaggeving aan de cliënt;
8° de regels inzake de bepaling van de vergoeding en de periodiciteit van betaling;
9° de duur van het contract en de regels inzake beëindiging overeenkomstig artikel 9;
10° het soort van vergoedingen die de vennootschap, rechtstreeks of onrechtstreeks, ontvangt vanwege derden in het kader van haar activiteit van vermogensbeheer of voor verrichtingen in dit kader.
In functie van het soort toegelaten verrichtingen, dienen vennootschappen aan de cliënt bovendien een gestandaardiseerd stuk mede te delen waaruit duidelijk blijkt welke de aard is van de beleggingsinstrumenten en welk soort risico's eraan verbonden zijn.
2. Werd in de overeenkomst niet afgeweken van het gemeen recht inzake aansprakelijkheid (art. 10).
3. Houdt de overeenkomst het volgende in (art. 9) :
1° het recht van elke partij om de overeenkomst op elk moment te beëindigen bij ter post aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs;
2° het feit dat de opzegging door de vennootschap voor vermogensbeheer of door de vennootschap voor beleggingsadvies ten vroegste uitwerking heeft de zevende werkdag die volgt op de ontvangst van de brief met de opzegging door de cliënt, tenzij anders overeengekomen bij de opzegging;
3° het feit dat de herroeping door de cliënt, zonder vergoeding, uitwerking heeft bij de ontvangst van de brief met de herroeping door de vennootschap voor vermogensbeheer of de vennootschap voor beleggingsadvies, tenzij bij de herroeping wordt bepaald dat deze op een later tijdstip uitwerking heeft;
D. Verslaggeving aan de cliënt
1. Wordt tenminste ieder semester aan de cliënt verslag uitgebracht conform de bepalingen in de overeenkomst.
2. Omvat deze verslaglegging tenminste :
1° het bedrag van de contanten, de laatste waarde van de beleggingsinstrumenten met opgave van de wijze van waardering, en de prorata interesten;
2° een overzicht van de spreiding van de risico's;
3° het bedrag van de aangerekende beheersprovisie;
4° in voorkomend geval, de wijze waarop het stemrecht (art. 21) werd uitgeoefend;
5° de aanduidingen, ten minste één keer per jaar, vanhet %, per categorie van verrichtingen en van cliënten van de voordelen en ristorno's die rechtstreeks of onrechtstreeks vanwege derden werden ontvangen.
INTERNE ORGANISATIE VAN DE KONTROLE OP BELEGGINGSADVIES
A. Algemeen
1. Werd mededeling gedaan door de beursvennootschap of de financiële instelling inzake het uitoefenen van deze activiteit aan de CBF (art. 27).
2. Is delegatie van beleggingsadvies aan een derde uitgesloten ?
3. Wordt in reclameboodschappen de identiteit van de vennootschap voor beleggingsadvies duidelijk vermeld en is de reclame niet misleidend (art. 17 en 18).
4. Werd aan de cliënt de nodige toelichting gevraagd m.b.t. hun ervaring inzake beleggingen en hun doelstellingen wat betreft de gevraagde diensten (art. 19).
INTERNE ORGANISATIE VAN DE AUDITAFDELING
er is nog genoeg op tafel te brengen.
Dexia heeft haar eigen interne richtlijnen (door overname La Bouchere) overboord gezet.
De prijs die Dexia daarvoor moet betalen maar vooral het leed bij gedupeerden veroorzaakt is niet door een schikking of schadevergoeding op te lossen.
Als eerste is Dexia nu gehouden haar excuus aan te bieden en voor het eerst echt aan een oplossing te werken.
Gezien de winst vorig jaar zit er voldoende in de pot.
Tevens is het tijd dat (AEGON en zalm) hun aandeel bijdragen, na alle bedrog en misleidende reclame en ongemotiveerde uitspraken.
Voor het afdwingen van de schikking Duisenberg is absoluut geen ruimte, Dexia heeft niet - ook niet toen het nog kon - de schade voor haar klanten beperkt.
Zonder het breed in de Media te brengen was het vele "klanten" niet mogelijk geweest schade te verhalen.
Uit recente informatie direct van medewerkers van Dexia blijkt dat ver voor 2000 Dexia bekend was met het hoge risico waar klanten aan bloot gesteld zijn.
Niet te goede trouw ............. is nog zacht uitgedrukt.
Een Mol heeft altijd gelijk