LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
M.P.A.M. Fruytier
De duizenden Dexia-zaken dreigen het gerechtelijke apparaat te verlammen. De oplossing die nu wordt gekozen, tast de onafhankelijkheid van de rechters aan, betoogt M.P.A.M. Fruytier.
De kantonrechters gaan de beoordeling van Dexiazaken met elkaar afstemmen om tegengestelde uitspraken te voorkomen, zo meldde deze krant vrijdag 24 september op de voorpagina. Dezelfde dag werd dit ook op de tv verkondigd door de voorzitter van het verband van samenwerkende sectorvoorzitters van de kantonsectoren waar de meeste Dexiazaken van gedupeerde beleggers tegen aandelenleaseproducten inmiddels lopen. Dat lijkt efficiënt en nuttig maar is het ook een goede gang van zaken? Er zijn nog al wat redenen daaraan te twijfelen.
We hebben het hier over het fenomeen van rechterlijke samenwerking. Deze is ontstaan tussen de hoogste rechtsorganen in Nederland die hun uitspraken achter de schermen op elkaar zijn gaan afstemmen omdat één hoogst rechtsorgaan niet haalbaar is. Ook de kantonrechters zijn al eerder tot samenwerking gekomen in de vorm van de kantonrechtersformule. Daarbij speelt een rol dat van beslissingen van kantonrechters om een arbeidsovereenkomst te ontbinden, in welke situatie de formule een rol speelt, geen hoger beroep mogelijk is.
Begrijpelijk allemaal, maar de keerzijde hiervan is dat de rechters gezamenlijk op de stoel van de politiek gaan zitten. De consequenties hiervan komen bijvoorbeeld navrant aan het licht zodra dezelfde kantonrechters zouden besluiten om de formule aan te passen bijvoorbeeld onder druk van een van de belanghebbende partijen, werkgevers of werknemers. De slachtoffers van die aanpassing zullen zich terecht gaan afvragen met welk recht deze niet gekozen rechters tot deze wijzigingsbeslissing zijn gekomen.
Kortom de functie van de rechter, die inhoudt beslissen in bijzondere gevallen en niet bij wijze van regelgeving, komt onder druk te staan. Juist omdat hij over bijzondere gevallen gaat is hij onafhankelijk, niet zomaar te ontslaan en hoeft hij van niemand, ook niet van zijn bestuurders, opdrachten te aanvaarden omtrent de inhoud van zijn uitspraken. Afstemming van uitspraken, zeker onder leiding van de gezamenlijke bestuurders van de kantonsectoren, doet deze uitgangspunten geweld aan. Ik weet dat het hoogste bestuursorgaan van de rechterlijke macht, de Raad voor de Rechtspraak, de taak heeft de rechtseenheid te bevorderen, maar beschouw dit als en weeffout in de wet.
Ondertussen zie ik wel in dat behandeling van de duizenden Dexiazaken die de kantonrechters nu overspoelen tot problemen leidt. Het is echter zaak de juiste oplossing te zoeken die het meest recht doet aan de belangen van de partijen. Die is mijns inziens niet de afstemming als vorenbedoeld.
Afgezien van de zojuist beschreven bezwaren is een enorm bezwaar dat van al die aldus afgestemde afspraken hoger beroep mogelijk is en cassatie. Enerzijds kan dit leiden tot duizenden hoger beroepen met name van de kant van Dexia met alle daaraan verbonden kosten. De hoven en zeker de Hoge Raad zijn daar in het geheel niet op toegerust. De kopers van legioleasepakketten zullen, bijvoorbeeld om financiële redenen, wellicht veel vaker van hoger beroep afzien. Wanneer echter in hoger beroep of cassatie alsnog hun gelijk blijkt, zullen zij zich terecht genept voelen door de rechtspraak en denken dat zij mede door de afstemming hun gelijk niet meer kunnen krijgen. Zij kunnen zelf op dat moment immers geen hoger beroep meer instellen. Dat schrikbeeld zou de rechtspraak ten enenmale moeten vermijden.
Daarmee ligt de oplossing voor de hand. In de kantonsectoren worden enige kantonrechters belast met de Dexiazaken. Zij selecteren er een aantal uit en doen die af. De overige zaken gaan op de plank in afwachting van de uitkomsten van de hogere voorzieningen. Vervolgens worden de overige zaken afgedaan, maar dan op basis niet van afstemming, maar van hogere rechterlijke uitspraken, waarmee aan de staatsrechterlijke positie van de rechterlijk macht geen afbreuk is gedaan. Bovendien bevordert dat dat aan iedereen recht wordt gedaan.
Dat er dan tegengestelde uitspraken in eerste instantie ontstaan is geen ramp. Dat is het lot van de rechter. Hij krijgt alleen zaken te beoordelen waarin de uitkomst onduidelijk is. Niemand gooit tijd en geld weg om naar de bekende weg te vragen. Laten we verder niet vergeten dat tegengestelde uitspraken de discussie bevorderen en daarmee de beste uitspraak mogelijk. Het Amerikaanse Hooggerechtshof weigert soms zaken te behandelen waarin een probleem aan de orde komt dat veel meer zaken speelt dan alleen in die ene zaak om de kwestie pas te beoordelen als er een aantal uitspraken van lagere rechters liggen juist om die reden, het zogenaamde percolator argument.
Wat wel zou moeten worden bevorderd, en dan zijn we terug op bestuurlijk terrein, is een vlotte afdoening in hogere instanties. Het kan niet zo zijn dat deze zaken bij die instanties in de rij moeten aansluiten.
Alweer verwijzend naar het Hooggerechtshof, dat wist in de verkiezingszaak van Bush voor diens inauguratie een uitspraak te doen nadat in eerste en tweede instantie de zaak al was behandeld en afgedaan. Dat zou hier toch ook moeten kunnen in ieder geval voorzover deze instanties dat zelf in handen hebben.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur
M.P.A.M. Fruytier
De duizenden Dexia-zaken dreigen het gerechtelijke apparaat te verlammen. De oplossing die nu wordt gekozen, tast de onafhankelijkheid van de rechters aan, betoogt M.P.A.M. Fruytier.
De kantonrechters gaan de beoordeling van Dexiazaken met elkaar afstemmen om tegengestelde uitspraken te voorkomen, zo meldde deze krant vrijdag 24 september op de voorpagina. Dezelfde dag werd dit ook op de tv verkondigd door de voorzitter van het verband van samenwerkende sectorvoorzitters van de kantonsectoren waar de meeste Dexiazaken van gedupeerde beleggers tegen aandelenleaseproducten inmiddels lopen. Dat lijkt efficiënt en nuttig maar is het ook een goede gang van zaken? Er zijn nog al wat redenen daaraan te twijfelen.
We hebben het hier over het fenomeen van rechterlijke samenwerking. Deze is ontstaan tussen de hoogste rechtsorganen in Nederland die hun uitspraken achter de schermen op elkaar zijn gaan afstemmen omdat één hoogst rechtsorgaan niet haalbaar is. Ook de kantonrechters zijn al eerder tot samenwerking gekomen in de vorm van de kantonrechtersformule. Daarbij speelt een rol dat van beslissingen van kantonrechters om een arbeidsovereenkomst te ontbinden, in welke situatie de formule een rol speelt, geen hoger beroep mogelijk is.
Begrijpelijk allemaal, maar de keerzijde hiervan is dat de rechters gezamenlijk op de stoel van de politiek gaan zitten. De consequenties hiervan komen bijvoorbeeld navrant aan het licht zodra dezelfde kantonrechters zouden besluiten om de formule aan te passen bijvoorbeeld onder druk van een van de belanghebbende partijen, werkgevers of werknemers. De slachtoffers van die aanpassing zullen zich terecht gaan afvragen met welk recht deze niet gekozen rechters tot deze wijzigingsbeslissing zijn gekomen.
Kortom de functie van de rechter, die inhoudt beslissen in bijzondere gevallen en niet bij wijze van regelgeving, komt onder druk te staan. Juist omdat hij over bijzondere gevallen gaat is hij onafhankelijk, niet zomaar te ontslaan en hoeft hij van niemand, ook niet van zijn bestuurders, opdrachten te aanvaarden omtrent de inhoud van zijn uitspraken. Afstemming van uitspraken, zeker onder leiding van de gezamenlijke bestuurders van de kantonsectoren, doet deze uitgangspunten geweld aan. Ik weet dat het hoogste bestuursorgaan van de rechterlijke macht, de Raad voor de Rechtspraak, de taak heeft de rechtseenheid te bevorderen, maar beschouw dit als en weeffout in de wet.
Ondertussen zie ik wel in dat behandeling van de duizenden Dexiazaken die de kantonrechters nu overspoelen tot problemen leidt. Het is echter zaak de juiste oplossing te zoeken die het meest recht doet aan de belangen van de partijen. Die is mijns inziens niet de afstemming als vorenbedoeld.
Afgezien van de zojuist beschreven bezwaren is een enorm bezwaar dat van al die aldus afgestemde afspraken hoger beroep mogelijk is en cassatie. Enerzijds kan dit leiden tot duizenden hoger beroepen met name van de kant van Dexia met alle daaraan verbonden kosten. De hoven en zeker de Hoge Raad zijn daar in het geheel niet op toegerust. De kopers van legioleasepakketten zullen, bijvoorbeeld om financiële redenen, wellicht veel vaker van hoger beroep afzien. Wanneer echter in hoger beroep of cassatie alsnog hun gelijk blijkt, zullen zij zich terecht genept voelen door de rechtspraak en denken dat zij mede door de afstemming hun gelijk niet meer kunnen krijgen. Zij kunnen zelf op dat moment immers geen hoger beroep meer instellen. Dat schrikbeeld zou de rechtspraak ten enenmale moeten vermijden.
Daarmee ligt de oplossing voor de hand. In de kantonsectoren worden enige kantonrechters belast met de Dexiazaken. Zij selecteren er een aantal uit en doen die af. De overige zaken gaan op de plank in afwachting van de uitkomsten van de hogere voorzieningen. Vervolgens worden de overige zaken afgedaan, maar dan op basis niet van afstemming, maar van hogere rechterlijke uitspraken, waarmee aan de staatsrechterlijke positie van de rechterlijk macht geen afbreuk is gedaan. Bovendien bevordert dat dat aan iedereen recht wordt gedaan.
Dat er dan tegengestelde uitspraken in eerste instantie ontstaan is geen ramp. Dat is het lot van de rechter. Hij krijgt alleen zaken te beoordelen waarin de uitkomst onduidelijk is. Niemand gooit tijd en geld weg om naar de bekende weg te vragen. Laten we verder niet vergeten dat tegengestelde uitspraken de discussie bevorderen en daarmee de beste uitspraak mogelijk. Het Amerikaanse Hooggerechtshof weigert soms zaken te behandelen waarin een probleem aan de orde komt dat veel meer zaken speelt dan alleen in die ene zaak om de kwestie pas te beoordelen als er een aantal uitspraken van lagere rechters liggen juist om die reden, het zogenaamde percolator argument.
Wat wel zou moeten worden bevorderd, en dan zijn we terug op bestuurlijk terrein, is een vlotte afdoening in hogere instanties. Het kan niet zo zijn dat deze zaken bij die instanties in de rij moeten aansluiten.
Alweer verwijzend naar het Hooggerechtshof, dat wist in de verkiezingszaak van Bush voor diens inauguratie een uitspraak te doen nadat in eerste en tweede instantie de zaak al was behandeld en afgedaan. Dat zou hier toch ook moeten kunnen in ieder geval voorzover deze instanties dat zelf in handen hebben.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Met het eerste deel van de stellingen van deze kantonrechter kan ik het voor de volle honderd procent eens zijn. De politiek (ook niet de Raad voor de Rechtspraak) moet op de stoel gaan zitten van de individuele rechter. De politiek zeker niet, vanwege de vele eigen fouten die in de jaren negentig zijn gemaakt met de wetshandhaving en het toezicht op aandelenleaseaanbieders.
Het tweede deel van het betoog is deels onzin. De zin ''niemand gooit tijd en geld weg om naar de bekende weg te vragen" geldt vermoedelijk niet voor aandelenlease-aanbieders. De Dexia's Aegon en Fortissen in ons land procederen veelal met een heel ander oogmerk. Namelijk om tijd te rekken en te proberen de wederpartij kapot te procederen. Geld zat immers. De vergelijking met de Supreme Court beslissing over de Amerikaanse verkiezingen in 2002 raakt kant noch wal. Bij aandelenlease gaat het niet om één kwestie of één geschil, maar om honderden (deels) uiteenlopende producten van een zevental aanbieders. Sommige aandelenleasezaken zullen voor de kantonrechter kunnen komen, andere niet. Soms is er sprake van huurkoop; soms niet. Ook hier zij het nog maar eens herhaald: de aandelenlease-strijd is niet alleen gericht tegen Dexia, maar ook tegen Aegon, Spaarbeleg, Fortis/GroeiVermogen, Levob, Defam en de DSB Bank. Vermoedelijk is méér dan de helft van de leasegedupeerden klant (of klant geweest) bij een van de andere aanbieders dan Dexia.
Het tweede deel van het betoog is deels onzin. De zin ''niemand gooit tijd en geld weg om naar de bekende weg te vragen" geldt vermoedelijk niet voor aandelenlease-aanbieders. De Dexia's Aegon en Fortissen in ons land procederen veelal met een heel ander oogmerk. Namelijk om tijd te rekken en te proberen de wederpartij kapot te procederen. Geld zat immers. De vergelijking met de Supreme Court beslissing over de Amerikaanse verkiezingen in 2002 raakt kant noch wal. Bij aandelenlease gaat het niet om één kwestie of één geschil, maar om honderden (deels) uiteenlopende producten van een zevental aanbieders. Sommige aandelenleasezaken zullen voor de kantonrechter kunnen komen, andere niet. Soms is er sprake van huurkoop; soms niet. Ook hier zij het nog maar eens herhaald: de aandelenlease-strijd is niet alleen gericht tegen Dexia, maar ook tegen Aegon, Spaarbeleg, Fortis/GroeiVermogen, Levob, Defam en de DSB Bank. Vermoedelijk is méér dan de helft van de leasegedupeerden klant (of klant geweest) bij een van de andere aanbieders dan Dexia.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Op zich kan ik me zeer wel vinden in de redenatie van deze auteur, echter ik mis een vrij ingrijpende streek die Dexia aan alle weigeraars flikt, nl de registratie bij het BKR. Rechtens hebben alle eegaleasers nl het volste recht om te vernietigen en iets wat vernietigd is bestaat niet meer, dus een nietbestaande schuld kan niet geregistreerd worden. Als dit voorstel overgenomen zou worden, wat ik persoonlijk van harte toejuich, ondanks de bezwaren van de vorige schrijver, zou voor dit probleem toch een dwingende uitspraak gedaan moeten worden, nl dat alle registraties vervallen tot er een uitspraak van het hoogste rechtcollege is. Als dit niet zou gebeuren heeft het voorstel geheel en al geen zin.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Eerst is het maandenlang gez.eik dat er zoveel tegenstrijdige rechterlijk uitspraken zijn. Doen die jongens (en meisjes) hun best om op één lijn te komen is het weer niet goed. Weer nieuw gez.eik.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
ja en dan dat gez.eik van jou weer.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Ja en om van het gez eik af te wezen moet er recht gesproken worden,en gedaan worden,maar dat schijnt in nederland nogal moeilijk te zijn.
En dat komt omdat de hoge heren corrupt zijn .
Jan met de pet is weer de sigaar.ben benieuwd hoe lang dat nog gepikt word
En dat komt omdat de hoge heren corrupt zijn .
Jan met de pet is weer de sigaar.ben benieuwd hoe lang dat nog gepikt word
-
- Berichten: 2987
- Lid geworden op: 06 jan 2004 21:38
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Tot 2 oktober.
Lfs Ad
Lfs Ad
-
- Berichten: 1701
- Lid geworden op: 07 jul 2003 16:29
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Een simpele en aanvaardbare oplossing lijkt mij goed mogelijk.
De rechters beslissen samen b.v. dat ze het advies van CGA overnemen, gebaseerd op bevindingen DSI en AFM en eventueel nog een eigen onderzoek:
75 % van de schade rekening aanbieder.
Daarnaast kunnen ze beslissen dat elk item dat van de gemiddelde persoonlijke omstandigheden afwijkt met 5 % gehonoreerd/bestraft wordt.
Iemand met een te laag inkomen, geen ervaring, zeer jong of zeer oud was krijg 75+(3x5)=90% vergoed.
Iemand met een voldoende hoog inkomen, veel ervaring, normale leeftijd krijgt dan 75-15=60% vergoed.
Per geval kan de individuele rechter dan binnen deze marges oordelen.
gr. O.D.
De rechters beslissen samen b.v. dat ze het advies van CGA overnemen, gebaseerd op bevindingen DSI en AFM en eventueel nog een eigen onderzoek:
75 % van de schade rekening aanbieder.
Daarnaast kunnen ze beslissen dat elk item dat van de gemiddelde persoonlijke omstandigheden afwijkt met 5 % gehonoreerd/bestraft wordt.
Iemand met een te laag inkomen, geen ervaring, zeer jong of zeer oud was krijg 75+(3x5)=90% vergoed.
Iemand met een voldoende hoog inkomen, veel ervaring, normale leeftijd krijgt dan 75-15=60% vergoed.
Per geval kan de individuele rechter dan binnen deze marges oordelen.
gr. O.D.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Wat bedoel je hiermee Oom Dagobert:Iemand met een te laag inkomen, geen ervaring, zeer jong of zeer oud was krijg 75+(3x5)=90% vergoed.
Iemand met een voldoende hoog inkomen, veel ervaring, normale leeftijd krijgt dan 75-15=60% vergoed.
veel of weinig ervaring waarmee?
Inkomensafhankelijk? Waarom?
Wat is een normale leeftijd?
Ben het met je stelling niet eens.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Oom Dagobert,
Lijkt mij geen goed idee.Bij vernietiging van een contract is het zonder meer geld terug plus rente. Zoals U het stelt, voegt U ten onrechte e.e.a. toe aan de bestaande regels!!
Lijkt mij geen goed idee.Bij vernietiging van een contract is het zonder meer geld terug plus rente. Zoals U het stelt, voegt U ten onrechte e.e.a. toe aan de bestaande regels!!
-
- Berichten: 1701
- Lid geworden op: 07 jul 2003 16:29
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Hoi, had deze vragen verwacht, zit daar zelf eigenlijk ook mee.
Wel vind ik dat iemand die al eens een contract met winst heeft afgesloten en vervolgens een veel groter contract is aangegaan beter wist waar hij mee bezig was dan iemand die totaal niets van aandelen wist.
Wat inkomen betreft, een contract laten tekenen dat vanwege het inkomen nooit nagekomen kon worden bij een beursdaling is fouter van de aanbieder dan bij iemand die het amper merkt in zijn inkomen.
En iemand van 60 laat je geen contract voor 20 jaar tekenen.
Wat ik bedoel dat is dat de rechters samen kunnen beslissen dat Dexia fout is geweest qua misleiding, zorgplicht enz. maar dat er onderling toch wel wat verschillen zijn die tot uitdrukking mogen komen in de uitspraak.
Of dit op een eerlijke manier naar iedres tevredenheid beoordeeld kan worden? dat probleem heb je nu evengoed.
gr. O.D.
Wel vind ik dat iemand die al eens een contract met winst heeft afgesloten en vervolgens een veel groter contract is aangegaan beter wist waar hij mee bezig was dan iemand die totaal niets van aandelen wist.
Wat inkomen betreft, een contract laten tekenen dat vanwege het inkomen nooit nagekomen kon worden bij een beursdaling is fouter van de aanbieder dan bij iemand die het amper merkt in zijn inkomen.
En iemand van 60 laat je geen contract voor 20 jaar tekenen.
Wat ik bedoel dat is dat de rechters samen kunnen beslissen dat Dexia fout is geweest qua misleiding, zorgplicht enz. maar dat er onderling toch wel wat verschillen zijn die tot uitdrukking mogen komen in de uitspraak.
Of dit op een eerlijke manier naar iedres tevredenheid beoordeeld kan worden? dat probleem heb je nu evengoed.
gr. O.D.
Re: Afstemming van rechterlijke uitspraken is gevaarlijk
Rechters moeten in Dexia-zaak één lijn trekken
Hendrik Kaptein
Vrees voor aantasting van rechterlijke onafhankelijkheid is niet op zijn plaats
Er was eens een kantonrechter die een ontslagen werknemer een aardige vergoeding meegaf. Dat is mooi, dacht een andere werknemer die in hetzelfde bedrijf precies hetzelfde lot onderging. Toen hij dan ook als vanzelfsprekend dezelfde vergoeding vroeg, zei de kantonrechter: ,,Kom nou, ik blijf niet uitdelen, ik ben Sinterklaas niet!'' Waar gebeurd, nog niet zo lang geleden in Nederland. De meeste echte Sinterklazen zijn eerlijker, de meeste (kanton)rechters natuurlijk ook.
Dat maakt het probleem van gelijke rechtsbedeling niet kleiner, integendeel. Burgers blijven zich verbazen over rechters die in ogenschijnlijk volstrekt gelijke zaken tot verschillende uitspraken komen. De rechter is geen automaat, maar niet alleen in strafzaken lopen de uitslagen soms ver uiteen. Wat ligt dan meer voor de hand dan onderlinge afstemming, zeker in standaardzaken zoals in de duizenden Dexia- en verwante beleggingszaken die er aan komen? De Raad voor de Rechtspraak gaat dat regelen, en terecht.
Kantonrechter Fruytier wil er niet aan, want hij vreest aantasting van rechterlijke onafhankelijkheid (NRC Handelsblad, 27 september). Maar die onafhankelijkheid is iets anders dan rechterlijke eigenmachtigheid (of zelfs willekeur). Wij moeten ervan uitgaan dat recht meer is dan ,,wat de rechter maar zegt''. Al in de 18de eeuw maakte de Schotse jurist James Boswell zich zorgen over de kwaliteit van de rechtspraak, waarop zijn vriend, de Engelse dichter/
essayist Samuel Johnson antwoordde: ,,Meneer, wij weten helemaal niet wat een zaak waard is, zolang de rechter niet heeft gesproken.'' Als dat zou kloppen, zijn wij er uit, want dan kan de inderdaad onafhankelijke rechter als bron van alle recht doen wat hij wil. Zo simpel kan het niet zijn, want de rechter maakt deel uit van een groter geheel, waarin hij een eigen taak heeft.
Rechterlijke onafhankelijkheid is een gevolg van de scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De wetgevende macht dient het algemeen belang, volgens de wil van de meerderheid, en ontwerpt daartoe wetten die voor iedereen gelden (natuurlijk in ieder geval binnen de grenzen van grondrechten). De wetgever is dan ook in de eerste plaats ,,de bron van het recht''. De uitvoerende macht zorgt er voor dat die wetten door de overheid en door de burgers worden nageleefd. De onafhankelijke rechter beslecht conflicten over uitleg en uitvoering van de wet.
Onafhankelijkheid betekent dus in ieder geval: onafhankelijkheid van wetgevende en uitvoerende macht. De rechter mag zich niet door (algemene) belangen laten beïnvloeden. Hij moet zich afvragen welke rechten partijen kunnen ontlenen aan gegeven rechtsregels. Die regels zijn niet altijd duidelijk, zeker niet als het gaat om beleggingsconstructies. Maar ook dan betekent onafhankelijkheid: rechten van betrokken individuele partijen dienen, en niet: doen wat het algemeen belang het beste uitkomt (bijvoorbeeld door particuliere beleggers aan het kortste eind laten trekken, zodat potentiële klanten voortaan wel oppassen).
Dat wil niet zeggen dat rechterlijke uitspraken in concrete gevallen uniek zijn. Integendeel. Ook voor rechtspraak is wezenlijk dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Ook de onafhankelijke rechter moet uitgaan van algemene rechtsregels, anders is hij helemaal geen rechter. Al die kleine beleggers die meer of minder roekeloos het schip zijn ingegaan, hebben er recht op dat de rechter bepaalt wat zij hadden mogen verwachten, gegeven de gemaakte afspraken en de geldende rechtsregels. Net zo goed als zij er recht op hebben dat zij net zo worden behandeld als lotgenoten die bij een andere rechter terechtkwamen. Stel dat vergelijkbare Dexia-slachtoffers in Utrecht hun geld (meestal) terugkrijgen, en in Den Haag (vaak) niet.
Ja, maar er is toch hoger beroep en cassatie, stellen Fruytier en anderen: uiteindelijk zal de hoogste rechter eenheid scheppen. Maar voor de meeste slachtoffers is dat veel te duur (zij waren hun geld al kwijt) en het duurt veel te lang. Zaken selecteren en afwachten wat de Hoge Raad daarmee doet, zoals Fruytier voorstelt, is ook geen oplossing. Dan duurt het nog steeds veel te lang. Bovendien is dat in strijd met ieders vrije toegang tot de rechter.
Ook de onafhankelijke rechter is aan rechtsregels gebonden. Uitleg en toepassing van die regels in moeilijke gevallen moeten dus onderwerp bij uitstek zijn van rechterlijke gedachtewisseling. Meer rechters weten meer dan één. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat de Raad voor de Rechtspraak aan (kanton)rechters gaat opdragen welke uitspraken zij moeten doen. Maar goed overleg onder leiding van diezelfde Raad is van het grootste belang, én voor recht en rechtvaardigheid in het individuele geval én voor geloofwaardigheid van de rechter. Redelijke rechters en de aan hun rechtspraak onderworpen rechtsgenoten kunnen van goed overleg en goede afspraken alleen maar profijt hebben.
Eenheid van rechterlijke uitspraken, hoe moeilijk soms ook, is van groot belang voor rechtvaardigheid én geloofwaardigheid van die rechterlijke uitspraken en dus ook van de rechterlijk macht. Overheidsgezag geldt in Nederland nog slechts met mate. Nogal eens is dat maar goed ook. Toch doet iedereen nog steeds wat de rechter zegt. Die belangrijke werkelijkheid van de rechtsstaat vooronderstelt dat rechters hun gezag niet louter (gelijk Sinterklaas) aan hun klederdracht ontlenen, maar één redelijke en billijke lijn trekken. Daartoe kan de omstreden Raad voor de Rechtspraak in ieder geval dienen.
Info: Dr. H.J.R. Kaptein is verbonden aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.
NRC Handelsblad d.d. 29-9-2004
Hendrik Kaptein
Vrees voor aantasting van rechterlijke onafhankelijkheid is niet op zijn plaats
Er was eens een kantonrechter die een ontslagen werknemer een aardige vergoeding meegaf. Dat is mooi, dacht een andere werknemer die in hetzelfde bedrijf precies hetzelfde lot onderging. Toen hij dan ook als vanzelfsprekend dezelfde vergoeding vroeg, zei de kantonrechter: ,,Kom nou, ik blijf niet uitdelen, ik ben Sinterklaas niet!'' Waar gebeurd, nog niet zo lang geleden in Nederland. De meeste echte Sinterklazen zijn eerlijker, de meeste (kanton)rechters natuurlijk ook.
Dat maakt het probleem van gelijke rechtsbedeling niet kleiner, integendeel. Burgers blijven zich verbazen over rechters die in ogenschijnlijk volstrekt gelijke zaken tot verschillende uitspraken komen. De rechter is geen automaat, maar niet alleen in strafzaken lopen de uitslagen soms ver uiteen. Wat ligt dan meer voor de hand dan onderlinge afstemming, zeker in standaardzaken zoals in de duizenden Dexia- en verwante beleggingszaken die er aan komen? De Raad voor de Rechtspraak gaat dat regelen, en terecht.
Kantonrechter Fruytier wil er niet aan, want hij vreest aantasting van rechterlijke onafhankelijkheid (NRC Handelsblad, 27 september). Maar die onafhankelijkheid is iets anders dan rechterlijke eigenmachtigheid (of zelfs willekeur). Wij moeten ervan uitgaan dat recht meer is dan ,,wat de rechter maar zegt''. Al in de 18de eeuw maakte de Schotse jurist James Boswell zich zorgen over de kwaliteit van de rechtspraak, waarop zijn vriend, de Engelse dichter/
essayist Samuel Johnson antwoordde: ,,Meneer, wij weten helemaal niet wat een zaak waard is, zolang de rechter niet heeft gesproken.'' Als dat zou kloppen, zijn wij er uit, want dan kan de inderdaad onafhankelijke rechter als bron van alle recht doen wat hij wil. Zo simpel kan het niet zijn, want de rechter maakt deel uit van een groter geheel, waarin hij een eigen taak heeft.
Rechterlijke onafhankelijkheid is een gevolg van de scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De wetgevende macht dient het algemeen belang, volgens de wil van de meerderheid, en ontwerpt daartoe wetten die voor iedereen gelden (natuurlijk in ieder geval binnen de grenzen van grondrechten). De wetgever is dan ook in de eerste plaats ,,de bron van het recht''. De uitvoerende macht zorgt er voor dat die wetten door de overheid en door de burgers worden nageleefd. De onafhankelijke rechter beslecht conflicten over uitleg en uitvoering van de wet.
Onafhankelijkheid betekent dus in ieder geval: onafhankelijkheid van wetgevende en uitvoerende macht. De rechter mag zich niet door (algemene) belangen laten beïnvloeden. Hij moet zich afvragen welke rechten partijen kunnen ontlenen aan gegeven rechtsregels. Die regels zijn niet altijd duidelijk, zeker niet als het gaat om beleggingsconstructies. Maar ook dan betekent onafhankelijkheid: rechten van betrokken individuele partijen dienen, en niet: doen wat het algemeen belang het beste uitkomt (bijvoorbeeld door particuliere beleggers aan het kortste eind laten trekken, zodat potentiële klanten voortaan wel oppassen).
Dat wil niet zeggen dat rechterlijke uitspraken in concrete gevallen uniek zijn. Integendeel. Ook voor rechtspraak is wezenlijk dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Ook de onafhankelijke rechter moet uitgaan van algemene rechtsregels, anders is hij helemaal geen rechter. Al die kleine beleggers die meer of minder roekeloos het schip zijn ingegaan, hebben er recht op dat de rechter bepaalt wat zij hadden mogen verwachten, gegeven de gemaakte afspraken en de geldende rechtsregels. Net zo goed als zij er recht op hebben dat zij net zo worden behandeld als lotgenoten die bij een andere rechter terechtkwamen. Stel dat vergelijkbare Dexia-slachtoffers in Utrecht hun geld (meestal) terugkrijgen, en in Den Haag (vaak) niet.
Ja, maar er is toch hoger beroep en cassatie, stellen Fruytier en anderen: uiteindelijk zal de hoogste rechter eenheid scheppen. Maar voor de meeste slachtoffers is dat veel te duur (zij waren hun geld al kwijt) en het duurt veel te lang. Zaken selecteren en afwachten wat de Hoge Raad daarmee doet, zoals Fruytier voorstelt, is ook geen oplossing. Dan duurt het nog steeds veel te lang. Bovendien is dat in strijd met ieders vrije toegang tot de rechter.
Ook de onafhankelijke rechter is aan rechtsregels gebonden. Uitleg en toepassing van die regels in moeilijke gevallen moeten dus onderwerp bij uitstek zijn van rechterlijke gedachtewisseling. Meer rechters weten meer dan één. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat de Raad voor de Rechtspraak aan (kanton)rechters gaat opdragen welke uitspraken zij moeten doen. Maar goed overleg onder leiding van diezelfde Raad is van het grootste belang, én voor recht en rechtvaardigheid in het individuele geval én voor geloofwaardigheid van de rechter. Redelijke rechters en de aan hun rechtspraak onderworpen rechtsgenoten kunnen van goed overleg en goede afspraken alleen maar profijt hebben.
Eenheid van rechterlijke uitspraken, hoe moeilijk soms ook, is van groot belang voor rechtvaardigheid én geloofwaardigheid van die rechterlijke uitspraken en dus ook van de rechterlijk macht. Overheidsgezag geldt in Nederland nog slechts met mate. Nogal eens is dat maar goed ook. Toch doet iedereen nog steeds wat de rechter zegt. Die belangrijke werkelijkheid van de rechtsstaat vooronderstelt dat rechters hun gezag niet louter (gelijk Sinterklaas) aan hun klederdracht ontlenen, maar één redelijke en billijke lijn trekken. Daartoe kan de omstreden Raad voor de Rechtspraak in ieder geval dienen.
Info: Dr. H.J.R. Kaptein is verbonden aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.
NRC Handelsblad d.d. 29-9-2004