Wellicht dat we hier eens een dicussie over kunnen opstarten.Geachte […………..],
Wij hebben kennis genomen van uw brieven van [……….], en [………] inzake effectenlease-overeenkomst WinstVerDriedubbelaar [………...]. Wij handhaven echter onze standpunten zoals uiteengezet in onze eerdere correspondentie en zullen in het navolgende alleen op niet eerder genoemde gezichtspunten ingaan.
In uw brief van [………] stelt u dat wij niet (meer) zouden betwisten dat effectenlease-overeenkomsten overeenkomsten van huurkoop zijn, en baseert dit onder andere op het feit wij deze als dusdanig hebben geregistreerd bij het Bureau Kredietregistratie (BKR). Dit is evenwel onjuist. De registratie bij het BKR is gelimiteerd tot een zeer beperkt aantal codes; de registratie onder code HK bij het BKR houdt dan ook niet in dat er sprake zou zijn van een overeenkomst van huurkoop, maar slechts dat het BKR effectenlease-overeenkomsten geregistreerd wil hebben onder deze code. Naar onze mening is een effectenlease-overeenkomst, zo benadrukken wij nogmaals, geen overeenkomst van huurkoop, maar een overeenkomst sui generis.
U stelt in dezelfde brief dat de Klachtencommissie DSI van mening is dat het bij effectenlease-overeenkomsten gaat om huurkoop. U verwijst daarbij naar de uitspraak van de Klachtencommissie DSI van 23 april 2002. Inderdaad wordt in de betreffende uitspraak gesproken over huurkoop, in verband met een effectenlease-overeenkomst. De onderliggende rechtsvraag was echter geenszins of effectenlease-overeenkomsten dienen te worden beschouwd als overeenkomsten van huurkoop. De Klachtencommisssie DSI heeft zich hier dan ook niet gemotiveerd over uitgesproken. Tevens gaat er van deze uitspraak geen precedentwerking uit, waardoor u hieraan geen rechten kunt ontlenen.
In uw brief stelt u zich verder, onder verwijzing naar artikel 7A:1576 lid 5 BW, op het standpunt dat artikel 1:88 BW wel degelijk van toepassing is op effectenlease-overeenkomsten. Wij handhaven echter ons standpunt dat effectenlease-overeenkomsten geen overeenkomsten van koop op afbetaling zijn in de zin der wet en dat daarom reeds artikel 1:88 BW niet van toepassing is. Voorts wijzen wij erop dat artikel 7A:1576 lid 5 BW de reikwijdte van artikel 1:88 BW niet uitbreidt.
Naar aanleiding van uw vraag noemen wij u hierbij tenslotte nog de namen van de hoogleraren die onze uitleg van artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek bevestigen. Dit zijn: prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, prof. mr. M.J.A. van Mourik en prof. mr. A.J.M. Nuytinck.
Gelet op het bovenstaande en onder verwijzing naar onze eerdere correspondentie herhalen wij ons standpunt dat er geen gronden zijn die tot vernietiging van uw overeenkomst kunnen leiden. Van onverschuldigde betaling of een daaruit voortvloeiende vordering kan dan ook geen sprake zijn.
Naar onze mening hebben wij onze standpunten inzake het niet meetekenen van de effectenlease-overeenkomst door […………..] inmiddels meer dan voldoende uiteengezet en gemotiveerd. Verdere correspondentie hierover zullen wij dan ook slechts ter kennisgeving aannemen.
[ ………….]
Met vriendelijke groet,
rob v.d.