Het artikel luidt als volgt:
PRIJZEN
"Deze maand valt de Ambassadeursprijs van 2 miljoen euro! Hoopt u dat Gaston u de prijs komt brengen? Of ziet u toch liever Henny uw huis binnenlopen? Ontvangt u toch liever een vette cheque én een zoen van Caroline, Martijn of Winston? Dan is dit hét moment! Kies zelf wie bij u mag aanbellen met de cheque van twee miljoen euro!".
Het klinkt allemaal heel verleidelijk zoals de Postcode Loterij haar blijde boodschap brengt. Twee miljoen euri en als klap op de vuurpijl kletsnatte wangen met dank aan Caroline of Henny. Schatje, wat wil je nog meer? Toch is het nog maar de vraag of het uit budgettair oogpunt zo verstandig is een postcodelot te kopen. Hoewel de Postcode Loterij met veel tv-tamtam de indruk wekt dat de kans levensgroot is dat Gaston dadelijk met een fortuin bij je op de stoep staat, is de werkelijkheid anders. Het jaarverslag van het College van Toezicht op de Kansspelen maakt duidelijk dat de winstkansen bij de Postcode Loterij minimaal zijn: in heel 2003 keerde ze 'slechts' 83 miljoen euro aan prijzen uit. Dat is slechts 23 procent van de inleg. Bij de Bankgiro-loterij trouwens idem dito. Daartegenover deelde de Staatsloterij in dat jaar 445,1 miljoen euro aan prijzengeld uit. Dat is liefst 64 procent van de inleg.
De ruimhartigste loterij-organisatie is blijkens het jaarverslag de Totalisator van Autotote Nederland. Hier kunnen de goklustigen op harddraverijen en paardenrennen wedden. Autotote keert liefst 69 procent van de inleg aan prijzengeld uit en houdt dan toch nog centjes over om aan het goede doel te spenderen.
(Dagblad De Limburger, za 25 sep 2004).
Frank.
