http://www.kwakzalverij.nl/512/Abrikoze ... _en_kanker
Abrikozenpitten en kanker
25 feb 2006 | Marie P. Prins
Abrikozenpitten bevatten amygdaline. Deze stof werd in 1830 door twee Franse scheikundige geïsoleerd. Ruim 60 jaar later werd het in Duitsland uitgeprobeerd als een mogelijk antikanker middel, maar dat onderzoek werd gestopt omdat amygdaline ineffectief was en bovendien veel te giftig. In de aanwezigheid van enzymen wordt het omgezet in glucose, benzaldehyde en blauwzuur (waterstof cyanide). Iedere lezer van detectivestories weet wat blauwzuur doet.
Maar dat was niet het einde van het verhaal. In het begin van de 50er jaren begonnen Ernst T. Krebs Sr. en Ernst Krebs Jr. een "veredelde" vorm van amygdaline te gebruiken voor de behandeling van kankerpatiënten. Deze vorm noemden zij "Laetrile". Over het hoe en waarom ze tot deze ontdekking kwamen vertelden zij verschillende verhalen. De waarheid zal wel niet meer te achterhalen zijn, evenals de datum van ontdekking.
Volgens de theorie bevatten kankercellen veel enzymen die amygdaline omzetten in kankerceldodend cyanide. Gezonde cellen, echter, bevatten juist een enzym dat cyanide onschadelijk maakt. Hoe mensen ooit door blauwzuur vergiftigd zijn geraakt zal voor hen die dit verhaal geloven wel een groot raadsel zijn. De "ontdekking" van Laetrile volgde kort op die van een aantal andere vitaminen. Wat was er mooier dan Laetrile ook als vitamine te bestempelen: vitamine B17. Om vervolgens te beweren dat kanker een tekort aan vitamine B17 is. De Food and Drug Administration (FDA) trapte daar niet in en Laetrile werd niet als een geneesmiddel toegelaten.
Denkt u overigens niet dat er een vaste formule voor Laetrile bestaat. Toen senator Edward Kennedy in 1977 te horen kreeg dat de Laetrile aanhangers zouden instemmen met een onderzoek bleek het dat zij het niet eens konden worden over een formule voor Laetrile. Het onderzoek ging niet door. Ondanks al de verschillende meningen over de Laetrile formule worden "Laetrile" en "amygdaline" tegenwoordig als synoniemen gebruikt, zowel door voor- als tegenstanders.
In juli 1980 begon de prominente Mayo Clinic in Minnesota aan een nieuw onderzoek. Ook hier bleek onenigheid over wat de juiste formule voor Leatrile zou moeten zijn. De onderzoeksgroep bestond uit kankerpatiënten waarvoor geen andere behandeling effectief was gebleken of voor wie geen behandeling bekend was. Een deel werd niet behandeld en een deel kreeg Laetrile. Het enige verschil in de uitkomst na 4,8 maanden was dat de patiënten die met Laetrile behandeld waren flink wat cyanide in hun bloed bleken te hebben, soms met bijna dodelijke hoeveelheden.1 In de literatuur kan men een aantal gevallen van cyanide vergiftiging door het gebruik van "Laetrile" vinden, inclusief dodelijke.2
Betekende de uitkomst van dit onderzoek het einde van Laetrile? Nou nee. Integendeel. In zowel de USA als Nederland lijkt op het ogenblik zelfs een heropleving van het gebruik. Als u bij Googlekijkt dan ziet u dat er volop bittere abrikozenpitten worden aangeboden. De verhalen erbij zijn veel mooier dan hierboven. Dit keer zijn het primitieve volkeren in de Himalaya's en de Kaukasus, eskimo's, Hopi's en Navaho's die geen kanker krijgen omdat hun eten rijk was – nou nee, niet aan abrikozenpitten, want die krijgen eskimo's niet zo gemakkelijk te eten, maar in nitriloside. Abrikozenpitten zijn hier rijk aan, maar hoe de eskimo's aan hun nitriloside kwamen wordt niet vermeld. En u raadt het al, Laetrile is een nitriloside.
Abrikozenpitten? Alweer een natuurlijk middel dat niet baat, maar wel heel erg kan schaden.
Literatuur:
1. Moertel CG, Fleming TR, et al. A clinical trial of amygdalin (Laetrile) in the treatment of human cancer. N. Engl. J. Med. 1982; 306:201–6.
2. Unproven methods of Cancer Management: Laetrile. CA-A Cancer Journal for Clinicians. 1991; 41:187–92.
www.quackwatch.org